PRT – Bloed - en urinediagnostiek - SportFysio-Oost

advertisement
PRT - 25
Bloed- en urinediagnostiek
25.1. Algemeen
De primaire doelstelling van een trainingsprikkel is verstoring van de homeostase. Als gevolg
van zo’n homeostaseverstoring zien we tal van parameters in bloed en urine veranderen.
Bloed- en urinediagnostiek geeft ons de mogelijkheid om de gevolgen van trainingsprikkels te
analyseren, waardoor de (top)sporter beter begeleid kan worden. We kunnen op het juiste
moment de juiste trainingsprikkel aanbieden, omdat we objectieve informatie bezitten over
een aantal variabelen zoals de individuele supercompensatietijd. Een optimale sturing van het
trainingsprogramma zal het gevaar voor overtraining kunnen voorkomen. De meest
belangrijke parameters die we met bloed- en urinediagnostiek kunnen meten en die daarnaast
een rol spelen in de directe trainingsbegeleiding zullen in dit hoofdstuk worden besproken.
We kijken voornamelijk naar waardes die ons een beeld geven van de huidige toestand in het
lichaam: Is er sprake van een anabole of juist van een katabole situatie?
Bij een katabole situatie zien we onder andere een verhoging van:
- ureum in het bloed en in de urine
- CPK in het bloed
- 3-methylhistidine (structuureiwit van spierweefsel) in het bloed en in de urine
- hydroxyproline in het bloed en in de urine
Daarnaast zien we een verlaging van de ratio’s tussen:
- albumine en globuline
- ureum en creatinine (< 8)
- testosteron en cortisol
De gevonden waardes bepalen hoe de volgende training er uit zal zien.
25.2. Bloedanalyse
De analyse van bloed wordt op een eenvoudige wijze voor ons toegankelijk met behulp van
de reflectron, een apparaat waarmee zogenaamde “droge” diagnostiek uitgevoerd kan worden.
Gemeten bloedwaardes moeten we op de juiste wijze interpreteren, daarbij telkens rekening
houdend met individuele normwaardes en het totale bloedbeeld.
De gehanteerde referentiewaardes van verschillende laboratoria lopen nogal uiteen. Er bestaat
nog geen eenheid. Dus let altijd op de gehanteerde referentie van het betreffende lab.
De volgende bloedparameters zijn voor de trainingsbegeleiding de meest interessante:
Urea (ureum)
Afbraakproduct van collageen bindweefsel. Er bestaat een rechtlijnig verband tussen het
niveau van deze parameter en de afbraak van eiwitten. Norm: 10 - 50 mg/dl (1.7 - 8.3 mmol/l)
Bij waardes tot 10 mmol/l kunnen volwaardige trainingen worden uitgevoerd. Boven 10
mmol/l zijn regeneratietrainingen geïndiceerd. Boven 12.5 mmol/l dient rust te worden
voorgeschreven.
Creatinine
Afbraakproduct van creatine. De waarde van deze stof in het bloed kunnen we gebruiken om
de dosering van de creatinesuppletie bij te stellen. We moeten ons wel realiseren dat het
creatinine-niveau sterk beïnvloedbaar is door onze voeding (het eten van een biefstuk
verhoogt deze factor aanzienlijk). Norm:
Man:
0.50 - 1.10 mg/dl
Vrouw:
0.50 - 0.90 mg/dl
PRT-25 Bloed- en urinediagnostiek
180
CPK/CK
Enzymen die een rol spelen in de fosfaatstofwisseling. Wanneer deze stoffen in te hoge
concentraties voorkomen in het bloed zal er sprake zijn van spierschade…
Na een intensieve training duurt het zo’n 6 uur voordat de CPK-waarde in het bloed gaat
stijgen. Na ongeveer 24 uur bereikt het CPK zijn hoogste waarde, houdt deze even vast en zal
vervolgens weer dalen. Bij een spierruptuur daarentegen zien we dat de CPK-waarde na 24
uur blijft stijgen om na ongeveer 48 uur zijn hoogste niveau te bereiken.
Norm:
Man:
bij inspanning 24 - 195 U/l in rust: 10 - 80 U/l
Vrouw:
bij inspanning 24 - 170 U/l in rust: 10 - 70 U/l
Er bestaat een lineair verband tussen testosteronwaardes en CPK-waardes tijdens en na
inspanning.
GGT
Leverenzymen die betrokken zijn bij de afbraak van eiwitten. Deze waardes hebben ten
opzichte van die van CPK een vertraging van 24 uur.
Norm:
Man:
11 - 50 U/l
Vrouw:
7 - 32 U/l
GOT
Leverenzymen die betrokken zijn bij de afbraak van eiwitten. Deze waardes hebben ten
opzichte van die van CPK een vertraging van 24 uur.
Norm:
Man:
tot 40 U/l
Vrouw:
tot 33 U/l
25.3. Urineanalyse
Bij het analyseren van urine maken we gebruik van de Combur-10-test. Deze bestaat uit
teststrookjes waarmee 10 parameters in urine bepaald kunnen worden. Verkregen
urinewaardes moeten we wederom op de juiste wijze interpreteren, dat wil zeggen rekening
houden met individuele normwaardes en het totale urinebeeld.
1. Bloedwaardes, te weten…
Hemoglobine
Positief: na een zware bodybuildtraining.
Myoglobine
Positief: bij rhabdomyolyse, een extreme vorm van spierafbraak, gepaard gaande met
koorts, krampen, nierfunctiestoornissen etc.
De urine is heel donker gekleurd. Komt slechts sporadisch voor.
Erytrocyten
Controlerende parameter voor de nierfunctie.
Positief: na een trauma in de nierregio.
bij een te hoge dosering creatine  verhoogde nierbelasting. Een definitieve
uitspraak over de dosering kan pas genomen worden na bepaling van de
creatininewaarde in het bloed.
2. Bilirubine
De kleurstof van de erytrocyten.
Deze parameter is onbelangrijk voor de directe sportbegeleiding.
PRT-25 Bloed- en urinediagnostiek
181
3. Urobilinogeen
Controlerende parameter voor de leverfunctie.
Positief: bij het gebruik van anabole steroïden.
bij alcoholmisbruik.
4. Ketonen
Positief: bij ontregelde diabetes.
bij een te hoge dosering eiwit in de voeding (overvloedig gebruik van eiwitshakes).
5. Glucose
Deze parameter wordt vaak bepaald bij sportkeuringen, maar is voor de directe
sportbegeleiding niet interessant.
Positief: diabetes.
Norm:
0
Noot:
bepalen minimaal 2 uur na een maaltijd, echter liefst nuchter (ochtend urine).
6. Proteïnen / Eiwit
Positief: na bodybuildtraining.
bij stress.
Norm:
normaal negatief, echter bij jonge intensieve sporters kan hij iets positief
uitslaan. Derhalve een aantal malen testen om een individueel beeld te kunnen
vormen.
Noot:
bepalen in ochtend urine.
afhankelijk van de gevonden waarde is het zinvol om ureum en CPK in het
bloed te bepalen. Op grond van het totaalbeeld kun je besluiten of er een dag
met (relatieve) rust volgt.
7. Nitriet
Deze parameter is onbelangrijk voor de directe sportbegeleiding.
8. Leukocyten
Deze parameter is onbelangrijk voor de directe sportbegeleiding.
Positief: bij problemen aan de galblaas of urineleidingen (blaasontsteking).
9. PH
Norm:
Noot:
PH 5 - 6
waarde is sterk beïnvloedbaar door dehydratie
10. Soortelijk gewicht
Van belang bij het begeleiden van duursporters om te kunnen bepalen of tijdens een
duurprestatie voldoende vocht is opgenomen.
Norm:
1.015 - 1.025
Noot:
waarde neemt sterk toe bij dehydratie
waarde is omgekeerd evenredig met de PH
PRT-25 Bloed- en urinediagnostiek
182
Download