1 Psalm 111 Brs.en zrs., gemeente van onze Here Jezus Christus, Mijn vader is de allersterkste Dia 1 (gesprekje met een kind) Mijn vader is de allersterkste. Zo zegt een kind dat, nietwaar? Zo denkt het over zijn vader. Pappa kan alles. Soms zegt hij dat tegen zijn vriendje: mijn pappa, die is heel sterk. En hij kijkt op tegen zijn vader. En hij weet: als ik iets zelf niet kan, dan ga ik naar mijn vader. Die kan het wel. En die zal mij wel helpen. U begrijpt, zo’n kind is maar wat blij met zijn vader. Je zult maar zo’n vader hebben! U weet, dat gevoel dat vader alles kan, dat verliest een kind ook weer. Als hij ouder wordt. Dan heeft hij wel door dat zijn vader niet alles kan. Vader heeft ook maar één paar handen. En vader is soms niet in staat om te helpen. Goed, dit beeld wil ik gebruiken bij de preek. Als ik Ps.111 lees, moet ik inderdaad denken aan een kind, dat zegt: mijn vader is de allersterkste. God. En hij laat in alles merken, dat hij blij is met God. En dat zegt hij ook tegen ons vandaag. Vs.11: wees wijs met zo’n vader! Gods werken, Gods daden, Gods wonderen Waarom is de dichter van deze psalm zo blij met God? Wat doet God, dat hij daarvan zingt in deze psalm? En waarom zouden u en ik wijs zijn met God? Laten we maar es kijken wat de psalm daar over zegt. Er zijn 3 woorden in deze psalm waar ik nu even aandacht voor vraag. De dichter heeft het over Gods werken, vs.2. Over Gods daden, vs.3. En over Gods wonderen, vs.4. Dia 2 En hij zegt daarvan: die zijn in één woord: geweldig! Gods werken zijn machtig, groot. Zijn daden hebben glans en glorie. Glans en glorie Dia 3 Glans en glorie. Weet u wat dat betekent? Dan moet u maar es aan een fabrikant denken. Hij maakt een product. En hij brengt het op de markt. Een geslaagd product. De mensen zeggen ervan: da’s nou een goed product. Een eerste klas auto, een Mercedes. De beste computer, die er is: apple. Je betaalt er wat meer voor. Maar dan heb je ook wat. Glans en glorie. Deze woorden worden ook wel gebruikt, als het gaat om sieraden. Een ring van 24 karaat goud. 100 % goud. Prachtig. Kostbaar. Duur. Zo spreekt de dichter dus over wat God doet. Mijn sterke Vader doet geweldige dingen. Het is schitterend wat Hij doet. Samen God prijzen Geen wonder, dat hij deze psalm begint met de woorden: Halleluja, prijs de Heer. Ik wil de Here loven. En hij eindigt de psalm er ook weer mee: Zijn roem houdt voor altijd stand. Daar 2 is het hem om te doen. Hij denkt aan Gods daden, Gods werken, Gods wonderen. En hij prijst God. Hij is als dat kind dat tegen zijn vader zegt: pappa, u bent de allergrootste. U kunt wat niemand anders kan. En weet u wat het mooie is? De dichter gaat niet in zijn eentje God prijzen. Alleen. In een hoekje in de kamer. Nee, hij wil u en mij, en jullie jongelui daarin meenemen. Dat is een heel mooi element in deze psalm. Kijk maar wat hij zegt: ik wil de Here loven (prijzen). Ik doe dat met heel mijn hart. Het komt uit mijn hart. Ik doe het niet alleen met mijn mond. En ik wil het doen in de grote kring van oprechten. Eigenlijk staat er: ik doe het in de groep, in de samenkomst van mensen, die bij elkaar horen. Het woord wordt ook gebruikt als het gaat om de gemeente. Om Gods volk, dat bij elkaar komt. In de tempel. Of in de synagoge. De dichter wil God dus prijzen, niet alleen, maar samen met zijn broeders en zusters. U ziet wel, nu wordt de stap naar de kerkdienst heel klein. Want dat is immers wat we hier samen doen. In de kerk. God prijzen. Hem grootmaken. De kerkdienst heet niet voor niets eredienst. Dus als de dichter zegt: ik wil God prijzen in de kring van de oprechten, dan moet u maar denken aan wat we hier elke zondag doen. U mag God elke dag grootmaken in uw dagelijks leven. Met woorden. En vooral met daden. En u mag het hier samen doen op de zondag. Als u bij elkaar bent. Geleerd door de dichter van Ps.111. En weet u hoe hij u noemt? Oprechten. Dat zijn mensen die op de rechte weg lopen. Die recht zijn. Niet krom. En daarom oprecht. En niet slecht. Da’s ook meteen een vraag aan u en mij: loop ik ook daadwerkelijk op de rechte weg. Achter de Here Jezus aan. Op Gods weg. Of is mijn weg krom? Niet achter God aan. Maar zonder God. Een vraag om es mee te nemen de nieuwe week in. Denk er maar es over na. Ongetwijfeld kunt u daar voor uzelf wel een antwoord op vinden. Zo breed als de wereld Goed, Gods werken, Gods daden, Gods wonderen. Waar heeft de dichter het dan over? U begrijpt, als het gaat om Gods werken, dan is dat zo breed als de wereld. Daar valt alles onder wat God doet. Wat Hij doet in hemel en op aarde. Maar net zo goed wat Hij doet in uw en mijn leven. Ik bedoel dit: als er iets gebeurt in uw leven, als u iets meemaakt, verbindt dat dan maar aan God. Aan wat Hij doet. Om een voorbeeld te noemen: als een jong stel trouwt, dan mogen ze daarin Gods werk zien. Hij is het die een jongen en een meisje bij elkaar brengt. Gods werk. Ja, ik mag wel zeggen: een wonder van God. En als een jong echtpaar een baby krijgt, zie daar dan Gods werk in. Hij is de maker van dat leven. Gods werken in het verleden Dia 4 (de onderdelen van deze dia laten invliegen bij de punten 1 t/m 4) Weet u, psalm 111 maakt het ook zo concreet, als het gaat om Gods werken, Zijn daden en Zijn wonderen. De dichter kijkt terug. En dan noemt hij verschillende dingen. Ik nummer ze even: 1. Hij heeft het over wat God heeft gedaan in de woestijn. Die geschiedenis kennen we. De bijbelverhalen over Egypte en de woestijn. U weet hoe God daar laat zien wie Hij is. Wat Hij doet. Israël zit onder de plak. Bij Farao. Maar God redt. Met sterke hand. Mijn Vader is de allersterkste. De sterke Farao legt het loodje. Tien plagen. Gods volk wordt uitgeleid (Opw.148). De Rode Zee over. Richting woestijn. Op naar het beloofde land. God brengt Zijn volk verlossing, redding, vs.11. En als Farao dat alsnog wil verhinderen, grijpt God in. Hij maakt een weg door de Rode Zee. En Farao 3 en zijn leger verdrinken. Het paard en zijn ruiter stortte Hij in zee (GK 7). En in de woestijn houdt God Zijn volk in leven. Manna uit de hemel. Elke dag maar weer. En één dag in de week zelfs dubbel. I.v.m. de rustdag. Hij gaf voedsel aan wie Hem vrezen, zegt Ps.111. Hij wil er maar mee zeggen: God zorgde voor ons, toen we in de woestijn waren. We kwamen niks tekort. En God is erbij, als vijanden het op Gods volk hebben gemunt. Amelekieten en Midianieten, Moabieten en Ammonieten. God is sterker dan Balak en Bileam. Mijn Vader is de allersterkste. Gods werken, Gods daden. Gods wonderen. 2. Dat is het eerste, waar Ps.111 op doelt: de redding uit Egypte. En de reis door de woestijn. En in de tweede plaats heeft de dichter het over de Intocht in Kanaän, vs.6. God toont hen de kracht van Zijn daden. Hij geeft hun het land van andere volken. Inderdaad. Zo is het gegaan, nietwaar? Het beloofde land lijkt niet in te nemen. Geen leger komt de sterke stad Jericho voorbij. Maar God laat zien hoe sterk Hij is. Sterke muren vallen om. Alleen door Gods toedoen. En het land waar reuzen wonen wordt stukje bij beetje veroverd. Er staat eigenlijk: God geeft zijn volk de erfenis van de heidense volken. Hun bezit. God onteigent het. En Hij geeft het aan Israël. Voortaan is het hun erfdeel. En weer geldt: mijn Vader is de allersterkste. 3. Maar er is nog iets, waar Ps.111 op wijst. Dat is het derde, vs.7. Gods trouw blijkt uit al zijn regels. Dan moet ik denken aan wat er ook in de woestijn is gebeurd. God komt bij Zijn volk op bezoek, Ex.19. Een geweldig groot gebeuren. Donder en bliksem. Bij de berg Sinaï. Mozes gaat de berg op. En God geeft hem de 10 geboden. U kent het vervolg. De zonde met het gouden kalf. Mozes, die bidt of God wil vergeven. God, die toch met Israël meegaat. Nou, dat is precies wat Ps.111 zegt. Gods trouw blijkt uit zijn regels. Als wij het hebben over regels, dan gaan we soms steigeren. We houden niet zo van regels. Ik ben er ook geen liefhebber van. Maar Ps.111 laat zien. Gods regels (zeg maar: de 10 geboden) laten Zijn trouw zien. Zo is het. Niet: ik moet zoveel. Maar de trouwe God geeft ze om ons op de goede weg te houden. Ze vertellen van uw redding. Uit Egypte. Vandaag: de slavernij van de zonde. De Here Jezus. Golgotha. En God zegt: blijf dichtbij Mij. Ik kan het ook zo zeggen: volg de Here Jezus. Daarvoor krijgt u Mijn regels. Heb God lief. Heb elkaar lief. 4. Weet u, zo werkt het in de relatie tussen God en ons. Daar wijst Ps.111 ook op. Dat is het vierde. Tot twee keer toe heeft de dichter het over Gods verbond. En Hij zegt daarvan: God heeft voor eeuwig Zijn verbond ingesteld, vs.9. En Hij gedenkt Zijn verbond eeuwig. Dan denken we aan Abraham. God maakt Zijn verbond met Abraham. Hij Abrams God. Abraham en zijn volk: Gods volk. En die relatie duurt niet maar even. Maar voor eeuwig. Voor altijd. En nou maak ik weer even de stap naar de woestijn. Bij de Sinaï. Wat doet God daar? Hij sluit Zijn verbond met Israël, Ex.24. Hij laat zien: Mijn relatie met mijn volk is inderdaad voor altijd. Ja, en u hoort daarbij. Vandaag. Ps.111 heeft het ook over u. En over mij. En over jullie, jongelui. U en ik mogen zeggen. Die allersterkste Vader. Hij is inderdaad mijn Vader. Mijn God. Ik hoor er ook bij. Bij God. Bij Zijn verbond. Gods werk in ons leven Dia 5 (de onderdelen van deze dia laten invliegen bij de punten 1 t/m 3) Gods werken, Gods daden, Gods wonderen. U ziet, Ps.111 noemt dan een paar concrete dingen uit de geschiedenis van Israël. Maar ik zei al: u mag dat ook breder zien. Zo breed als de wereld. En dan zou ik zeggen. Kijk om u heen. Kijk naar u zelf. Kijk naar uw eigen leven. Naar dingen waar u nu mee te maken hebt. En naar dingen die u hebt meegemaakt. Ik ga een paar dingen noemen: 4 1. Als u buiten loopt, in de natuur, wat ziet u dan? Dan ziet u Gods werken en Zijn wonderen. Gewoon in de bloemen in uw tuin. In de bomen, waar weer blaadjes aan komen. Of die prachtige herfstkleuren hebben. Da’s de natuur, zeggen de mensen. Daar heeft God (als die al zou bestaan) niks mee te maken. De Bijbel ziet God daarin aan het werk. U mag God erin zien. Die het zo mooi gemaakt heeft. En die het in stand houdt. Mijn Vader is de allersterkste. Hij kan de natuur laten bloeien en groeien. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. 2. U zit hier op dit moment in de kerk. Als christen. Hoe komt dat zo? Dat u hier bent. Terwijl de meeste mensen niet naar de kerk gaan vandaag. En nooit gaan. Hoe komt dat zo? Dat u gelooft in de Here Jezus. Terwijl duizenden mensen in ons land zeggen, dat ze niet in God geloven. Weet u, daar mag u Gods werk in zien. En Gods wonder. Hij heeft Zijn hand op u gelegd. Hij heeft tegen u gezegd: jij bent van Mij. Je hoort bij Mij. Hij heeft u het geloof gegeven. Door Zijn Geest. Hij heeft uw hart voor Hem geopend. En dat is inderdaad een godswonder. Het is waar: Mijn Vader is de allersterkste. 3. Er zijn onder u mensen, die door ziekte iemand zijn verloren, die hen lief was. Daar ging misschien een ziekbed aan vooraf. Lang of kort. Of misschien was het heel plotseling. Man, vrouw, kind, ouder, goede vriend of vriendin. Hoe kan het dat iemand, die ernstig ziek is, toch in vrede kan sterven? Is dat eigen kracht? Een ongelovige zegt: er is toch niks. Het is uit met de dood. Maar u weet beter. U weet: het is God, die Zijn kinderen erdoor draagt. Niet dat het dan gemakkelijk wordt. Zeker niet. Maar God gaat mee. Hij vangt Zijn kind op aan de andere kant van de dood. En dat geloof maakt, dat mensen in vrede kunnen sterven. God is erbij. En Hij gaat mee. Als je een geliefde moet afstaan aan de dood. De Bijbel noemt dat: Hij draagt u. Dag aan dag draagt Hij ons, Ps.68. Ja toch? Mijn Vader de allersterkste. Zijn sterke armen om u heen. Nou, en dat mag u van allerlei dingen in uw leven zeggen. Mooie dingen, verdrietige dingen. Denk er maar es over na in de komende week. Hoe God met u bezig was in uw leven. Op allerlei manier. Overdenk dat maar es. Weet u welke woorden Ps.11 gebruikt voor die God? Die allersterkste Vader. De woorden rollen a.h.,w. over elkaar heen. Hij is machtig, vs.2. Hij is genadig, vs.4. Hij geeft ons waar we geen recht op hebben. Hij is liefdevol. Er staat: als iemand, die zijn hart laat spreken. Hij is heilig en ontzagwekkend, vs.9. Dat is: Hij is hoog boven ons verheven. Zoals een kind opkijkt naar zijn vader, zo mag u opkijken naar God. De allersterkste Vader. Geweldig. Wat doen we hiermee? Dia 6 (de onderdelen van deze dia laten invliegen bij de punten 1 t/m 4) Ik hoop dat dat iets in u losmaakt. Want dat is natuurlijk de bedoeling van Ps.111. Niet alleen een opsomming van wie God is. Maar wat doet u hier nu mee? Daar geeft deze psalm ook heel veel aanwijzingen voor. Ik nummer ze weer even voor uw gemak: 1. Heb Gods werken lief. Weet u hoe ik dat wil weergeven. Wees blij met Gods werken. Met wat Hij doet. Met die dingen, die ik genoemd heb. Vraag maar es aan uzelf (ook om mee te nemen de nieuwe week in): ben ik blij met God? Met Zijn liefde? Met Zijn redding? Met Zijn zorg over Zijn leven? Met Zijn macht in de natuur? 2. Ps.111 zegt: weet u wat u moet doen met die werken van God? Onderzoek ze. Er staat een woord dat eigenlijk betekent: speur ze na. Denk maar aan een student, die een 5 scriptie moet maken. Dan gaat hij de zaak eerst bestuderen. Onderzoeken. Uitpluizen. Of denk aan iemand, die ergens anders wil gaan wonen. Dan gaat hij op zoek. Naar een ander huis. En dat mag u ook doen, als het gaat om Gods werken. Verdiep u er maar in. In de Bijbel. En als het gaat om dingen uit uw leven. Denk er maar over na. Zet ze in het raam van Gods grote werken. Een stukje huiswerk, zou ik zeggen. 3. Gedenk ze, zegt Ps.111, vs.4. Onze vertaling gebruikt het woord gedenkdag. Maar het is breder. Het betekent eigenlijk: Gods werken, Zijn daden, Zijn wonderen: vergeet ze nooit. Kijk terug naar wat God in het verleden heeft gedaan. In Egypte. In de woestijn. In Kanaän. In de Here Jezus. Op Golgotha. Teveel om op te noemen. Kijk terug. En zeg dan: de God, die dat allemaal heeft gedaan, is vandaag mijn God. Mijn Vader. De allersterkste. En leef in dat vertrouwen. Voor de toekomst. Die God, die er gisteren was. En die er vandaag is. Zal er ook morgen zijn. En overmorgen. Gelukkig maar. Dat is gedenken: heden, verleden en toekomst: allemaal onderworpen aan Gods macht. 4. Geweldig hè, zo’n God hebben we. Heb Hem hoog, zegt Ps.111. Heb ontzag voor Hem. Zoals een kind vol ontzag kijkt naar wat zijn vader allemaal kan en doet. Voor hem. Heb er oog voor, zegt Ps.111. God toont u Zijn kracht, vs.5. God laat het u zien. Wees niet als iemand, die door de mooie natuur loopt, maar er geen oog voor heeft. Zie wat er gebeurt. In deze wereld. In uw leven. Zie wat er gebeurd is. In de Bijbel. Kijk ernaar. En zeg het met dat kind: mijn vader is de allersterkste. De allermachtigste. De allergrootste. Dia 7 Brs. en zrs., weet u wat de conclusie is van Ps.111. Die staat aan het eind van de psalm: het begin van de wijsheid is ontzag voor de Heer, vs.10. Dat betekent: wilt u slagen in uw leven. Wilt u wijs zijn? Heb God dan hoog. En heb Zijn geboden lief. Dan komt u vooruit in uw leven. Wees wijs met God. Ik zou zeggen: daar is veel reden toe. Je zult maar zo’n vader hebben. De allersterkste. Halleluja. Prijs die God. Amen. Liturgie (‘s morgens): 1. Votum en groet 2. Z. Ps.108:1,2 3. Gebed 4. Wet 5. Z. GK 155:1,3,4 6. Lezen: Psalm 111 7. Z. Liedboek 20:1,3 8. Tekst: Psalm 111 9. Preek 10. Z. Ps.111:1,2,6 11. Gebed 12. Collecte 13. Z. GK 165 14. Zegen 6 Liturgie (’s middags): 1. Votum en groet 2. Z. Ps.108:1,2 3. Gebed 4. Lezen: Psalm 111 5. Z. Liedboek 20:1,3 6. Tekst: Psalm 111 7. Preek 8. Z. Ps.111:1,2,6 9. Gebed 10. Apost.gel.bel. 11. Z. GK 108 12. Collecte 13. Z. GK 165 14. Zegen