Regie op grote projecten Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden Onderzoeksaanpak Rekenkamercommissie Kempengemeenten 14 december 2014 1. Achtergrond en aanleiding In het derde kwartaal 2014 heeft de Rekenkamercommissie Kempengemeenten de presidia en fractievoorzitters-overleggen van de gemeenten Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden bezocht. Hierbij werd door enkele fractievoorzitters de suggestie gedaan onderzoek te doen naar de sturing, organisatie en controle van grote projecten. Iedere gemeente kent zgn. ‘grote projecten’. Bedoeld worden omvangrijke investeringen in bijvoorbeeld accommodaties, sportvoorzieningen, scholen en de openbare ruimte. Het zijn vaak dure, complexere projecten met een langere doorlooptijd. Het gebeurt met enige regelmaat dat deze projecten de beschikbare kredieten overschrijden. Gemeenteraden worden hiermee als ‘fait accompli’ geconfronteerd en kunnen niets anders dan akkoord gaan met de financiële overschrijding. In de jaren 2008 – 2010 werd in de destijds vier samenwerkende gemeenten in twee instanties (aanvankelijk Oirschot en aansluitend ook de overige gemeenten) onderzoek gedaan naar vooral de kaderstellende rol van gemeenteraden bij complexe projecten. Daarbij werden aanbevelingen gedaan, gericht op met name het verbeteren van de positie van de raad. Gelet op de recente signalen van de gemeenteraden en het doorgaans grote (financiële, maar ook maatschappelijke en politieke) belang van grote projecten wil de Rekenkamercommissie nu allereerst nagaan of en in hoeverre de destijds geformuleerde aanbevelingen zijn vertaald in beleid, nieuwe werkwijzen of anderszins. Vervolgens wil de commissie het onderzoek verbreden naar de vraag welke invloed de raad heeft op de realisatie van grote projecten. Is de raad in staat zijn kaderstellende en controlerende rol adequaat in te vullen? Om deze vragen te beantwoorden worden in dit onderzoek aspecten als kredietverlening, besluitvorming, organisatie, rolverdeling, sturing, verantwoording en informatievoorziening onderzocht. Dit onderzoek start met een folluw up van voornoemde onderzoeken uit 2008 – 2010. Dit wordt concreet gemaakt door het onderzoeken van twee grote projecten/kredieten per gemeente. Vanuit deze concrete ervaringen wordt een ‘verdiepingsslag’ gemaakt en wordt het onderzoek opgebouwd naar conclusies en aanbevelingen. Het onderzoek naar grote projecten wordt voor Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden uitgevoerd. Deze gecombineerde aanpak geeft de gemeenten de kans ‘een kijkje te nemen in een andere keuken’ en van elkaar te leren. 2. Doelstelling en reikwijdte Centrale vraagstelling De centrale vraagstelling van het onderzoek luidt: Welke invloed heeft de raad op de realisatie van grote projecten? Is de raad in staat adequate kaders te stellen, zo nodig bij te sturen en de uitvoering te controleren? Afgeleide onderzoeksvragen: A. Beleid en Kaderstelling Onderzoeksaanpak: Regie op grote projecten, Rekenkamercommissie Kempengemeenten 1 1. Welke kaders en richtlijnen hebben raad en college met elkaar vastgelegd/afgesproken over de sturing en verantwoording ten aanzien van grote projecten? Wat is de kwaliteit van deze kaders en richtlijnen? 2. Hoe is de rolverdeling tussen raad, college en ambtelijke organisatie belegd? Om de vragen onder B, C en D te beantwoorden worden voor iedere gemeente twee grote projecten onderzocht vanaf de initiëring tot de formele afsluiting van het krediet. De projecten worden –na gunning van de onderzoeksopdracht- in overleg met de gemeenten en Rekenkamercommissie geselecteerd. Indien het onderzoeksbureau aantoonbare ervaring heeft met grondbedrijven, wordt aanvullend voor iedere gemeente een project van het grondbedrijf onderzocht. B. Uitvoering / casuïstiek (maak een verdiepingsslag voor de zes (mogelijk negen) geselecteerde kredieten 3. Zijn de onder A genoemde kaders en richtlijnen adequaat ingebed in de gemeentelijke organisatie (zowel bestuurlijk als ambtelijk)? 4. Op welke wijze voeren raad, college en ambtelijke organisatie in de praktijk regie op projecten? Worden kaders en richtlijnen gevolgd? 5. In hoeverre worden afwijkingen in de uitvoering van grote projecten teruggekoppeld aan de raad? Zijn er expliciete momenten geweest waarop de raad heeft bijgestuurd cq. in de gelegenheid is gesteld om dit te doen? 6. Is de doelstelling van de projecten gerealiseerd in termen van realisatie en kwaliteit? Is project binnen afgesproken financiën en tijd gerealiseerd? C. Bestuurlijk proces 7. Is de raad in de gelegenheid gesteld zijn kaderstellende en controlerende rol waar te maken? Hoe is de kwaliteit van de bestuurlijke documenten? Zijn de processen (van initiëring tot afsluiting) op de afgesproken wijze uitgevoerd? 8. Hoe heeft de informatievoorziening aan de raad vorm gekregen; wat, wanneer, door wie en was dit adequaat, tijdig, volledig en volgens juiste procedures? 9. Zijn de projecten geëvalueerd en worden hieruit eventuele lessen getrokken voor de toekomst? D. Benchmark 10. Maak een vergelijk tussen de wijze waarop de drie gemeenten regie op grote projecten hebben ingericht. Geef -op basis van deze benchmark en mogelijk andere gemeenten (van vergelijkbare omvang)- concrete suggesties voor een ‘best practice’. De vraag naar vertaling en consequenties van de aanbevelingen uit de eerdere onderzoeken zal bij de beantwoording van elk van deze vragen worden betrokken en zal daarmee als een rode draad door dit onderzoek lopen. Reikwijdte van het onderzoek - Het onderzoek wordt tegelijkertijd verricht voor de gemeenten Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden. - Het onderzoek richt zich zowel op ‘papier’ als ‘de praktijk’. Onderzocht wordt hoe de regie op grote projecten formeel is geregeld in de drie gemeenten. Aan de hand van 3x2 concrete projecten, wordt de praktijk onderzocht en getoetst aan de vastgestelde kaders en richtlijnen. Onderzoeksaanpak: Regie op grote projecten, Rekenkamercommissie Kempengemeenten 2 - - Indien het onderzoeksbureau aantoonbare ervaring heeft met grondbedrijven, wordt aanvullend voor iedere gemeente een project van het grondbedrijf onderzocht. In dat geval wordt er 9 projecten onderzocht. In de offerte wordt deze optie separaat inzichtelijk gemaakt door een ‘meerprijs’. De te onderzoeken grote projecten zijn in 2013 of 2014 afgerond. De te onderzoeken grote projecten/kredieten worden –na de opdrachtgunning- door de Rekenkamercommissie geselecteerd. Het onderzoek richt zich op doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid. 3. Aanpak en te verwachten resultaat De Rekenkamercommissie volgt een aanpak die bestaat uit acht stappen om de doelstelling van het onderzoek te realiseren. Deze stappen zijn: 1. Projectvoorbereiding 2. Opstellen normenkader 3. Dataverzameling 4. Technische reactie 5. Uitvoering analyse 6. Opstellen conclusies en aanbevelingen 7. Bestuurlijke reactie 8. Opleveren eindrapportage Deze stappen worden hierna kort toegelicht door per stap aan te geven wat het doel, de uit te voeren activiteiten en het te verwachten resultaat zijn. Stap 1. Projectvoorbereiding Het doel van deze stap is om het onderzoek op een professionele wijze voor te bereiden. De activiteiten die in dit kader uitgevoerd worden zijn: – het opstellen van de onderzoeksaanpak; – het verzamelen van de benodigde informatie; – selectie van de externe onderzoekers; Het concrete resultaat is een professioneel voorbereid onderzoek, dat in de startblokken staat om uitgevoerd te gaan worden. Stap 1 is door de rekenkamercommissie Kempengemeenten zelf uitgevoerd. Stap 2. Opstellen normenkader Het doel van deze stap is om het normenkader te bepalen. Dit normenkader dient voor de toetsing van de centrale vraagstelling en de daaraan gekoppelde deelvragen. De activiteit is de beschrijving van het normenkader op een zodanige wijze dat het bij de analyse als referentie kan worden gebruikt. Het resultaat is het normenkader voor de beantwoording van de onderzoeksvragen. Stap 3. Dataverzameling Het doel van deze stap is om, gegeven de reikwijdte van het onderzoek, de gegevens voor de onderzoeksvragen te inventariseren. De activiteiten bestaan uit het boven tafel krijgen van de feiten van grote projecten/kredieten en de uitvoering daarvan. Het resultaat zijn de geïnventariseerde feiten met betrekking tot Onderzoeksaanpak: Regie op grote projecten, Rekenkamercommissie Kempengemeenten 3 grote projecten en het bestuurlijk proces daarin. Uit deze stap moet concreet blijken wat er goed is gegaan en wat er niet goed is gegaan bij de onderzochte kredieten. Stap 4. Technische reactie Aan de colleges van B&W en direct betrokkenen wordt de dataverzameling bekend gemaakt in een korte rapportage. Aan de colleges (in samenspraak met de direct betrokkenen) wordt door de rekenkamercommissie gevraagd om binnen een periode van 3 weken te reageren ten aanzien van de juistheid en volledigheid van de dataverzameling en het normenkader. Het resultaat van deze technische reactie is een feitenrapportage die juist en volledig is en een normenkader dat acceptabel is. Stap 5. Uitvoering analyse Het doel van de uitvoering van de analyse is gegevens inzake grote projecten in de praktijk te analyseren om daarmee conclusies en aanbevelingen te kunnen geven. De activiteiten betreffen het analyseren van de gegevens in relatie tot het normenkader. Het resultaat is een analyse van en inzicht in de wijze waarop regie op grote projecten plaatsvindt. Stap 6. Opstellen conclusies en aanbevelingen Het doel is het volledig beantwoorden van de onderzoeksvragen, het trekken van conclusies en het uitbrengen van aanbevelingen over regie op grote projecten. Nu de feiten naast de normen zijn gelegd, kan het onderzoeksbureau zich hierover buigen en (onder eindverantwoordelijkheid van de Rekenkamercommissie) komen tot conclusies en aanbevelingen aan de drie gemeenteraden. Dit zijn dan ook de activiteiten van deze zesde stap. Het resultaat van deze stap zijn conclusies en aanbevelingen van de rekenkamercommissie aan de gemeenteraden. Stap 7. Bestuurlijke reactie De analyse en de conclusies en aanbevelingen worden voorgelegd aan de colleges van B&W van de gemeenten. De rekenkamercommissie vraagt de colleges om reactie te geven binnen een periode van 4 weken. Het resultaat is de bestuurlijke reactie, die wordt toegevoegd aan het onderzoeksrapport in een bijlage. Stap 8. Opleveren eindrapportage Het doel van deze stap is om het onderzoeksresultaat op schrift te stellen in een rapportage en deze met inachtneming van het eigen reglement van orde in besluitvorming te brengen binnen de drie gemeenten. De uit te voeren activiteiten zijn naast het schrijven van het rapport procesmatig van aard en gericht op politieke oordeelsvorming in de gemeenteraad. De bestuurlijke reactie wordt aan het rapport toegevoegd en de rekenkamercommissie kan haar reactie op de bestuurlijke reactie eveneens in een bijlage aan het rapport toevoegen. Het concrete resultaat is dan ook de oplevering van het eindrapport aan de raden van de gemeenten Eersel, Oirschot en Reusel – De Mierden en daarmee de afronding van het onderzoek. Onderzoeksaanpak: Regie op grote projecten, Rekenkamercommissie Kempengemeenten 4 4. Organisatie en planning Organisatie De rekenkamercommissie is voor inhoudelijke informatie afhankelijk van de organisatie van de gemeenten. De gemeentesecretarissen van de gemeenten worden officieel op de hoogte gesteld van dit onderzoeksplan. De direct betrokkenen bij het onderzoek zullen schriftelijk en mondeling geïnformeerd worden door de rekenkamercommissie zodat zij goed op de hoogte zijn van het doel en de werkwijze van de rekenkamercommissie en een maximale bereidheid tot samenwerking wordt verkregen. De intentie is om iets van dit onderzoek te leren. Zonder de medewerking van alle partijen kan de rekenkamercommissie haar doelstelling niet realiseren. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een extern onderzoeksbureau (behoudens stap 1, projectvoorbereiding). Planning Onderstaande tabel geeft aan welke planning wordt gehanteerd voor het onderzoek. Stap 1. Voorbereiding 2. Selectie onderzoeksbureau 3. Normenkader 3. Dataverzameling 4. Technische reactie 5. Uitvoering analyse 6. Conclusies en aanbevelingen 7 Bestuurlijke reactie 8. Eindrapportage Totaal Planning in Rekenkamercommissie december januari maart april mei mei juli september oktober U wordt verzocht uw offerte uiterlijk vrijdag 2 januari 2015 per e-mail in te dienen bij het secretariaat van de Rekenkamercommissie Kempengemeenten bij [email protected] Woensdagavond 7 januari 2015 vragen wij u om een mondeling toelichting te geven op uw offerte en vragen te beantwoorden. Gezien de beschikbare tijd is er geen ruimte voor een presentatie. Onderzoeksaanpak: Regie op grote projecten, Rekenkamercommissie Kempengemeenten 5