NOTA voor burgemeester en wethouders Onderwerp: Reactie rapport Rekenkamercommissie Doel In Zicht Notanr.: Sector: Datum: Portefeuillehouder: 2006.02555 WCO/MB 08-02-2006 Fleskes Agenda B&W 21-02-2006 Besluit: 1. Kennis te nemen van het rapport en de conclusies en aanbevelingen ‘Doel in zicht’ van de Rekenkamercommissie Deventer; 2. De reactie op e conclusies en aanbevelingen vast te stellen; 3. de stukken aan te bieden aan het raadspresidium; 4. dit besluit openbaar te maken. OPENBAARMAKING: Dit besluit openbaar maken COMMUNICATIE: … ADVIESRADEN: … FINANCIËLE ASPECTEN: Financiële gevolgen voor de gemeente: Nee TOELICHTING/OVERWEGINGEN: Inleiding De Rekenkamercommissie heeft onderzoek uitgevoerd naar de doelmatige aansturing van de welzijnsinstellingen door de gemeente Deventer. Dit onderwerp is gekozen omdat bij de raad onvoldoende inzicht bestaat in de relatie tussen aansturing en prestatie/effecten die gerealiseerd worden door de welzijnsinstellingen. Raster Welzijnsgroep (RWG) is als grootste welzijnsinstelling specifiek onderwerp van onderzoek. Het onderzoek is gericht op de relatie tussen de gemeente en Raster. Met het onderzoek wil de rekenkamer: • Inzicht krijgen in de opbrengsten (doelen, prestaties en mogelijke effecten) van RWG in vergelijking met de gemeentelijke opdracht (budgetsubsidie); • Inzicht krijgen in welke fase RWG staat met betrekking tot de invoering van budgetsubsidiëring; • Aanbevelingen doen om de kaderstellende en controlerende rol van de Raad ten aanzien van aansturing van gesubsidieerde welzijnsinstellingen te verbeteren, daar waar de bestaande situatie te wensen overlaat; • Leren van het onderzoek; • Verbetervoorstellen formuleren voor de gemeente. Het rapport dat naar aanleiding van dit onderzoek is opgesteld bestaat uit 2 delen: de ‘feitenrapportage’ en ‘conclusies en aanbevelingen’. Gebaseerd op de feitenrapportage en beantwoording van het onderzoekskader beantwoordt de rekenkamer de centrale onderzoeksvragen als volgt: ”De subsidie aan RWG is in de periode 2001 tot en met 2004 niet doelmatig, doeltreffend en rechtmatig verstrekt en aangewend”. Op basis van de conclusies komt de rekenkamer met een viertal aanbevelingen: a. Naleven van de subsidieverordening; Vervolg 2 Notanr: 2006.02555 Onderwerp: Reactie Rapport Rekenkamercommissie 'Doel in zicht b. Opstellen van plan van aanpak verdere implementatie BCF; c. Heldere taak- en verantwoordelijkheidsverdeling en werkprocessen; d. Taken en verantwoordelijkheden van de Raad Het college wordt op grond van de verordening op de Rekenkamercommissie door de raadsgriffie gevraagd een reactie te geven op de conclusies aan aanbevelingen. Deze reactie treft u aan in de bijlage. De definitieve feitenrapportage is formeel nog niet door de Rekenkamercommissie vrijgegeven en ontbreekt daarom in de bijlagen. Beoogd resultaat Duidelijke afspraken over de verdere ontwikkeling van de BCF-systematiek, de subsidierelatie met Raster, en de rol van de gemeenteraad daarin. Kader Het kader voor de reactie op dit rapport wordt gevormd door de volgende documenten: • Collegeprogramma • Gemeentebegroting (beleids- en beheersbegroting) • Beschrijving administratieve organisatie in PROTOS • Algemene Wet Bestuursrecht • Algemene Subsidieverordening Deventer 2000 • Algemene Subsidieverordening Deventer 2005 • Sociale structuurvisie • Sociaal programma Argumenten Het opvolgen van de aanbevelingen: − geeft richting aan verdere ontwikkeling van de BCF-systematiek − geeft richting aan uitwerking van de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad m.b.t. prioritering en resultaatbeoordeling in het welzijnswerk. − verbeterd rechtmatige besteding van subsidiemiddelen − verhoogt de inzichtelijkheid van het resultaat van het welzijnswerk Draagvlak Omdat de definitieve feitenrapportage van de Rekenkamer nog niet is vrijgegeven heeft over het onderzoeksresultaat nog geen terugkoppeling plaatsgevonden met de portefeuillehouders. Financiële consequenties Geen. Aanpak/uitvoering - na bespreking van het rapport met de gemeenteraad zal een plan van aanpak voor de verdere ontwikkeling van de BCF-systematiek worden opgesteld, met een concrete planning voor de komende 1 á 2 jaar. - plan van aanpak in komend voorjaar ter besluitvorming naar college en gemeenteraad. - implementatie van maatregelen in de komende 1 á 2 jaar. 2 Vervolg 3 Notanr: 2006.02555 Onderwerp: Reactie Rapport Rekenkamercommissie 'Doel in zicht Bijlage 1: reactie op conclusies en aanbevelingen Rekenkamerrapport ‘Doel in Zicht’ De ‘feitenrapportage’ en de conclusies en aanbevelingen worden door de Rekenkamercommissie afzonderlijk gerapporteerd. De sector WCO en Raster Welzijnsgroep zijn in de gelegenheid gesteld om te reageren op de conceptfeitenrapportage en hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Gereageerd is met name op feitelijke onvolledigheden en onjuistheden in het conceptrapport. Enkele opmerkingen hebben tot aanpassingen in de tekst geleid, de meeste aanvullingen zijn niet verwerkt. (Deze initiële reactie op de conceptrapportage en die van RWG treft u in de bijlagen aan). Hieronder onze reactie op ‘conclusies en aanbevelingen’. Algemeen De algemene teneur van het rapport dat veel onderdelen van het subsidieproces in de onderzoeksperiode 2001-2004 niet of niet voldoende zijn uitgewerkt wordt door ons herkend. Sinds 2004 zijn er vele maatregelen genomen om de verschillende aspecten van de subsidieverstrekking te verbeteren, en uit het onderzoek blijkt dat dit inmiddels goede resultaten oplevert, en dat we op de goed weg zijn, maar het ontwikkeltraject moet nog worden afgemaakt. Conclusies Het onderzoekskader van de rekenkamer is opgesteld uit 3 delen, rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid. Rechtmatigheid De rekenkamer komt tot de conclusie dat de gemeente Deventer en RWG de subsidieverordening en de eisen uit de beschikking niet nagekomen zijn. Wij delen deze conclusie: regelmatig zijn termijnen en voorwaarden uit de subsidieverordening niet strikt nagekomen. Wij merken op dat hierin sinds 2005 aanzienlijke verbeteringen zijn bereikt, en de naleving van de regels inmiddels op orde is. Doeltreffendheid De rekenkamer concludeert dat de ondernomen activiteiten, de inrichting van het beleidsproces en beleidsvorming in de afgelopen 4 jaar niet hebben bijgedragen aan het bereiken van beleidsdoelstellingen. Daarnaast concludeert de rekenkamer dat de Raad in zeer beperkte mate heeft bijgedragen aan de consistentie van beleid, het stellen en handhaven van prioriteiten, en de afstemming van de middelenallocatie op beleidsdoelen. Bij de conclusie van de rekenkamer over doeltreffendheid, beleidsdoelstellingen en verantwoording (par. 2.4.1. en 2.4.3.) wordt het volgende door ons opgemerkt. In het Sociaal Programma vastgesteld (eind 2004) zijn concrete doelen opgenomen voor het Jongerenwerk. Op andere onderdelen van het welzijnswerk (activiteitencentra, kinderwerk en opbouwwerk) ontbreekt een dergelijke concretisering nog. Op dit punt zal het Sociaal Programma nader worden uitgewerkt en aangevuld. Het ontbreken van concrete, operationele doelen in het welzijnswerk heeft de verantwoordingsmogelijkheden van RWG bemoeilijkt. De verantwoording van RWG vindt plaats op operationeel niveau (activiteitenniveau). Het behoort niet tot de verantwoordelijkheid van RWG om te verantwoorden in welke mate is bijgedragen aan het behalen de (abstractere) beleidsdoelen uit de gemeentelijk programmabegroting. RWG is immers niet de enige speler in het veld die een bijdrage levert aan bereiken van programmadoelen. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de gemeente om te monitoren welk maatschappelijk effect met het welzijnswerk, of anderszins met sociaal-maatschappelijk beleid, wordt bereikt. Behaalde effecten zijn immers nooit volledig toe te rekenen aan de inspanning van één instelling. Bij de conclusie van de rekenkamer over het beleidsproces (par. 2.4.2) wordt door ons het volgende opgemerkt: 3 Vervolg 4 Notanr: 2006.02555 Onderwerp: Reactie Rapport Rekenkamercommissie 'Doel in zicht Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeente en RWG om het beleidsproces adequaat in te richten, niet eenzijdig door de gemeente. Deze verantwoordelijkheid wordt door beide partijen momenteel ten volle genomen, hetgeen onder andere blijkt uit het commitment het BCFtraject verder te verbeteren en de gezamenlijke deelname aan het WILL-project. Bij de conclusie van de rekenkamer over de rol van de Raad (par. 2.4.4.) zal door ons actie ondernomen worden om in overleg met het raadspresidium de rol en betrokkenheid van de gemeenteraad in de BCFcyclus te specificeren en te organiseren. Doelmatigheid De rekenkamer concludeert dat de indicatoren tonen dat RWG de middelen doelmatig inzet en dat de inrichting van het beleidsproces niet bijdraagt aan het doelmatig bereiken van beleidsdoeleinden (hoewel hier een stijgende lijn te zien is). Het rapport geeft hierbij aan dat vanaf 2004 een duidelijke impuls aan de BCF-cyclus zichtbaar is; wij zullen ontwikkeling krachtig doorzetten. Voor wat betreft de overheadtoerekening en de vermeende hoge huisvestingskosten van het Centraal Bureau van RWG, wordt door ons verwezen naar de reactie van RWG op het conceptonderzoeksrapport van de rekenkamer, die als bijlage is bijgevoegd. In overleg met RWG zullen wij bekijken of verduidelijking van overheadtoerekening op ‘productieniveau’ nodig is. Centrale onderzoeksvraag De rekenkamer concludeert dat in de periode 2001 tot en met 2004 de subsidie aan RWG niet doelmatig, doeltreffend en rechtmatig is verstrekt en aangewend. Bij deze conclusie merken wij het volgende op: De conclusie dat de behaalde resultaten en gerealiseerde doelstellingen onvoldoende schriftelijk zijn vastgelegd wordt herkend. Daarvoor ontbrak het de gemeente en RWG aan een geschikt instrumentarium, hetgeen landelijk een knelpunt is in het welzijnswerk. Om die reden is de doeltreffendheid van de subsidieverstrekking in formele zin moeilijk vast te stellen. Wel merken wij op dat via veelvuldig voortgangsoverleg bij de gemeentelijk medewerkers wel een goed beeld bestaat over voortgang en knelpunten in de uitvoering van het welzijnswerk. Dit is tevens vastgelegd in notulen en verslagen. Gestructureerde verantwoording van resultaten en behaalde doelen zijn in het verleden tekort geschoten, maar is de laatste jaren sterk verbeterd. Waar nodig zal dit verder aangescherpt worden. Het WILL-project biedt uitzicht op een concreet instrumentarium om dit vorm te geven. Dat er sprake is van een exploitatietekortfinanciering is naar onze opvatting niet correct. Bij exploitatietekort financiering vindt na afloop van het jaar een verrekening van middelen plaats. Dit is in de subsidierelatie met RWG niet het geval. Momenteel wordt RWG gefinancierd op basis van zogenaamde budgetsubsidiëring: afspraken over inhoud en financiën worden voorafgaande aan het uitvoeringsjaar gemaakt en zijn bindend. Financiële tekorten na afloop van het subsidiejaar worden niet aangevuld. De zuivere vorm van productfinanciering is pas mogelijk wanneer producten eenduidig gedefinieerd zijn, hetgeen in het welzijnswerk tot op heden landelijk niet het geval is. Het WILL-project biedt het perspectief dat vanaf 2007 zuivere productfinanciering ingevoerd kan worden. Aanbevelingen De rekenkamer heeft een 4-tal aanbevelingen gedaan om in de toekomst de subsidie rechtmatig, doelmatig en doeltreffend te verstrekken. Aanbeveling 1: naleven van de subsidieverordening De aanbeveling wordt overgenomen. Om de rechtmatigheid van subsidieverstrekking te verbeteren is een nieuwe subsidieverordening vastgesteld en een subsidievolgsysteem in gebruik genomen. De voorschriften uit de regelgeving zullen door ons strikt worden nageleefd. Aanbeveling 2: opstellen plan van aanpak verdere implementatie BCF De aanbeveling wordt overgenomen 4 Vervolg 5 Notanr: 2006.02555 Onderwerp: Reactie Rapport Rekenkamercommissie 'Doel in zicht Er zal door ons een plan van aanpak voor verdere implementatie van de BCF-systematiek worden opgesteld en met de Raad worden gecommuniceerd. Onderdeel zal zijn de implementatie van de resultaten van het WILL -project. Gemeente en RWG investeren veel tijd om in dit kader te komen tot productdefinities en standaardisering van de zakelijke kant van de subsidierelatie. Deventer en RWG behoren hiermee tot de kopgroep van gemeenten en welzijnsinstellingen in de ontwikkeling en invoering van een gestandaardiseerde techniek voor financiering en verantwoording van het welzijnswerk. Aanbeveling 3: heldere taak- en verantwoordelijkheidsverdeling en werkprocessen De beschrijving van de administratieve organisatie is vastgelegd in het, door de gemeente gestandaardiseerde, systeem PROTOS. In dit model zijn relaties en verantwoordelijkheden van functionarissen van de verschillende onderdelen in het subsidieproces van WCO beschreven. Het bedrijfsbureau controleert op rechtmatigheid. Dit vindt plaats door te controleren of de te verstekken subsidie binnen het budget blijft. Daarnaast wordt aan de hand van het mandateringsoverzicht gecontroleerd of de ondertekening van de beschikking door de juiste (gemandateerde) functionaris heeft plaatsgevonden. Het bedrijfsbureau wordt steeds meer betrokken bij technische aspecten voortvloeiend uit de aangescherpte rechtmatigheidseisen. Het bedrijfsbureau overlegt veelal vooraf met Financiën over haalbaarheid en mogelijke aanpassingen in (bestuurlijke) voorstellen alvorens wijzigingen c.q. aanpassingen “op route” gaan. Aanbeveling 4: taken en verantwoordelijkheden van de Raad Wij zullen zoals al eerder is genoemd actie ondernemen om in overleg met het raadspresidium de rol en betrokkenheid van de Raad in de BCF-cyclus te specificeren en te organiseren. 5