Hier titel invoegen

advertisement
Fytoremediatie van metaalverontreinigde
bodems in de Kempen: mogelijkheden en
valkuilen
Stijn Van Slycken1 & Lotte Van Nevel2, Nele Witters3, Linda Meiresonne4,
Jan Mertens5, Jaco Vangronsveld3, Erik Meers1, Kris Verheyen2, Filip
Tack1
1
Lab. voor Analytische en Toegepaste Ecochemie, UGent; 2 Labo voor Bosbouw, UGent; 3 Centrum
voor Milieukunde, UHasselt; 4 INBO, 5 Hogeschool Gent
Tel: 09 264 60 94 (Stijn)
09 264 90 38 (Lotte)
E-mail: [email protected]
[email protected]
Functie: Doctoraatstudenten
Project: Stijn Van Slycken: Energiegewassen op landbouwgronden aangerijkt met zware metalen
Lotte Van Nevel: Effecten van boomsoortenkeuze op de Cd- en Zn-mobiliteit bij bebossing
van verontreinigde landbouwgronden in de Kempen
Op dit ogenblik is er in de Kempen een oppervlakte van 700 km2 diffuus verontreinigd met zware
metalen (Cd, Zn, Cu en Pb) door historische industriële activiteiten. Deze metaalaccumulatie in de
bodem zorgt voor risico’s voor het ecosyteem en voor de volksgezondheid. Doordat de Kempische
zandbodems gekenmerkt worden door een lage zuurneutraliserende capaciteit, is er een hogere
biobeschikbaarheid en uitloogbaarheid van de metalen, die verhoogde risico’s met zich meebrengen.
Door de uitgestrekte aard van de verontreiniging is conventionele bodemsanering geen haalbare optie.
Vanuit dit oogpunt is het noodzakelijk om op zoek te gaan naar alternatieve technieken, die een
ecologisch, economisch en duurzaam bodembeheer toelaten. Zo kan er gekozen worden voor
fytoremediatie. Dit is een groene techniek die gebruik maakt van planten om polluenten uit de bodem
te verwijderen of ze onschadelijk te maken.
Hierbij kan enerzijds gekozen worden voor fytoextractie, waarbij gewassen met een hoge
biomassaproductiviteit en een hoge metaalopname geselecteerd worden. Hierdoor kunnen de metalen
uit de bodem overgebracht worden naar de bovengrondse biomassa. In dit opzicht wordt er onderzocht
wat de mogelijkheden zijn van wilgen en populier. Salix en Populus spp. hebben reeds bewezen dat ze
kunnen ingezet worden voor dergelijke doeleinden alsook dat ze zich goed kunnen aanpassen aan
metaalverontreinigde condities. Indien ze bovendien aangeplant worden als korteomloophout is er een
regelmatige oogst en een productie van biomassa, die ingezet kan worden als biobrandstof of voor
vezel- en papierproductie en is er op termijn een uitputting van de plantopneembare fractie aan zware
metalen. De mogelijkheden en beperkingen voor het verwijderen van zware metalen uit de bodem,
mogelijkheden en beperkingen voor naverwerking en oogst alsook een economische evaluatie wordt
hierin uitgevoerd.
Een andere mogelijke piste is fytostabilisatie, waarbij gestreefd wordt om de metalen in de bodem te
immobiliseren om zo hun verspreiding in het ecosysteem tegen te gaan. De afgelopen jaren werden
verscheidene verontreinigde gronden in de regio uit landbouw gehaald en bebost. Verschillende
boomsoorten hebben echter een andere invloed op de metaal(re)distributie in het ecosysteem. Een
gedegen kennis over de effecten van boomsoortenkeuze op de metaalmobiliteit is dan ook cruciaal
voor risicobeperking. In deze studie wordt het effect van bebossing en boomsoortenkeuze op de
compartimentering van Cd en Zn in het ecosysteem begroot. Er wordt bekeken of er een
metaalredistributie heeft plaatsgevonden na 10 jaar boomgroei onder 6 verschillende boomsoorten. Op
die manier kunnen conclusies getrokken worden over welke boomsoorten best aangeplant worden om
het risico op verspreiding van Cd en Zn te minimaliseren.
Beide technieken bieden een duurzame en ecologisch verantwoorde oplossing. Toch gaan er ook
risico’s mee gepaard en hiermee zal de beheerder rekening moeten houden. De onderzoeksvisies
zullen verder toelaten om de beperkingen en bottlenecks, verbonden aan deze
fytoremediatietechnieken, te kunnen situeren en op te lossen.
Download