- Scholieren.com

advertisement
1.6 Atoomsoorten, elementen en verbindingen
A 47
Alle metalen:
– hebben een glimmend oppervlak;
– geleiden warmte en elektrische stroom, zowel in vaste
als in vloeibare toestand;
– kunnen vervormd worden, vooral als ze heet zijn;
– kunnen in gesmolten toestand worden gemengd met
andere metalen.
A 48 a Edele metalen worden niet aangetast door water en
lucht, onedele metalen wel.
b Bijvoorbeeld goud en zilver zijn edele metalen;
bijvoorbeeld ijzer en zink zijn onedele metalen.
A 49 a Lichte metalen hebben een kleine dichtheid,
zware metalen een grote.
b Titaan en aluminium zijn lichte metalen; ze worden
toegepast in de luchtvaart, ruimtevaart en in superlichte
fietsen.
B 50 a Natrium is een zeer onedel metaal. Dit betekent dat de
stof natrium snel reageert met bijvoorbeeld zuurstof uit
de lucht en zelfs met water. Goud is een zeer edel
metaal en reageert vrijwel nergens mee.
Als er goud aan de oppervlakte komt, dan zal het niet
reageren met zuurstof of water.
b Ja, in verbindingen met andere atoomsoorten.
Bijvoorbeeld in de verbinding steenzout (keukenzout):
een verbinding van de atoomsoorten natrium en chloor.
B 51 a 1 Ni
2 Zn
3 Ti
4 Al
5 Fe
6 Cu
7 Cr
8 Pb
9 Sn
10 Ra
b 1 Nikkel is het materiaal waar munten van gemaakt
worden.
2 Zink wordt gebruikt als dakgoot.
3 Titaan wordt verwerkt in horlogebanden.
4 Aluminium wordt gebruikt als verpakkingsmateriaal.
Pannen worden soms van aluminium gemaakt.
5 IJzer wordt bijvoorbeeld gebruikt voor bruggen.
IJzer wordt ook gebruikt om hekken van te maken.
6 Koper wordt gebruikt voor elektriciteitsbedrading.
7 Chroom wordt gebruikt om ijzeren voorwerpen te
bedekken. Hierdoor krijgen de voorwerpen een
glanzend uiterlijk. Fietssturen zijn vaak bedekt met
een laagje chroom.
8 Lood wordt gebruikt als dakbedekking.
9 Tin wordt gebruikt om orgelpijpen van te maken.
10 Radiumverbindingen worden gebruikt als neutronenbron, bijvoorbeeld bij het opstarten van een kernreactor.
c Deze opdracht is ter beoordeling van de docent.
A 52
Een afgekoeld mengsel van samengesmolten metalen
heet een legering.
A 53 a Een legering van kwik en zilver
b Een legering van koper en zink
c Een legering van koper en tin
C 54 In een legering is er sprake van een atomaire verdeling
van de componenten. Dat wil zeggen dat de atomen
van beide metaalsoorten goed met elkaar zijn vermengd.
Als je twee metaalpoeders met elkaar mengt, heb je een
mengsel waarin kleine korreltjes van het ene metaal zijn
gemengd met korreltjes van het andere metaal. Zo’n
korreltje bestaat nog altijd uit vele honderden miljarden
metaalatomen. Dus in geval van een mengsel van twee
metaalpoeders is er geen sprake van een atomaire
verdeling.
C 55 a astaat
b Het element astaat is zo instabiel, dat het te kort bestaat
om het gemakkelijk te kunnen onderzoeken.
c In het periodiek systeem staat At in dezelfde groep als
de atoomsoort I. Atoomsoorten die in dezelfde groep
staan, lijken wat betreft hun eigenschappen meestal
sterk op elkaar.
d Er is zo weinig astaat in de natuur aanwezig dat het
geen gevaar voor het milieu kan gaan vormen.
B 56 a Koolstof komt in de natuur voor in de vorm van grafiet en
in de vorm van diamant. Grafiet wordt onder andere
gebruikt als smeermiddel en diamant in boorkoppen.
b Waterstof is buitengewoon brandbaar en helium is
onbrandbaar. Daarom geeft men de voorkeur aan helium
als ballonvulling.
B 57
Antwoord B is juist.
B 58
Deze opdracht is ter beoordeling van de docent.
Download