Profielwerkstuk Economie Is het wenselijk dat een communistisch systeem naast een kapitalistisch systeem gehandhaafd wordt, binnen de grenzen van ӃɃn land?ɔ <p align="center"> <p align="center">Inleiding <p align="center"> Beste lezer, In dit profielwerkstuk zoeken we een antwoord op de door ons gestelde vraag: “Is het wenselijk dat een communistisch systeem naast een kapitalistisch systeem gehandhaafd wordt, binnen de grenzen van één land?” Hierop hebben we, voordat we aan dit project begonnen, een hypothese gevormd. Deze is gebaseerd op de kennis die we toen hadden en luid als volgt: “Wij denken dat het niet wenselijk is om een communistisch en een kapitalistisch systeem te handhaven binnen de grenzen van één land. Wij denken dat deze twee systemen te veel van elkaar verschillen om binnen de grenzen van 1 land te opereren.” Doormiddel van het beantwoorden van zogenaamde deelvragen, die wij in hoofdstukken hebben opgedeeld, werken we langzaam naar onze conclusie toe. We hopen dat u net zoveel plezier heeft in het lezen als wij hebben gehad in de totstandkoming van dit profielwerkstuk. Met vriendelijke groeten, <p align="center">Hoofdstuk 1 <p align="center">Introductie tot beide systemen Om überhaupt iets te kunnen vergelijken is het wel handig om te weten wat beide systemen nou daadwerkelijk inhouden. Daarom duiken we even kort de geschiedenis in om te kijken waar het nou vandaan komt, hoe het zich ontwikkeld heeft door de jaren heen en wat nou precies het idee is achter deze systemen. §1.1 Introductie tot het communisme Wat is nu in het kort gezegd de theorie van het communisme? Volgens het communisme zal, om de ongelijkheid tussen mensen af te schaffen, de arme arbeidsklasse in opstand komen tegen de rijke bovenlaag en een revolutie ontketenen waarna een systeem ontstaat waarin iedereen evenveel bezit heeft. Dit zal worden geregeld door de overheid. §1.1.1 Geschiedenis Het idee van het communisme is al erg oud. Een voorbeeld is het Oude Griekenland, waar mensen als Plato al filosofeerde over een toestand waarin mensen al hun bezittingen zouden delen en het individu verworpen zou zijn. Ook kunnen in de loop van de geschiedenis enkele ideeën en gebeurtenissen worden aangewezen die als communistisch kunnen worden bestempeld. Nadat Karl Marx in 1843 het idee uitwerkt komt het echt tot leven onder de arbeidersklasse en krijgt het ook een naam; het communisme (ook bekend als marxisme). Volgens Marx zou de arbeidersklasse in opstand komen doordat ze de onderdrukkingen van de rijke bovenlaag zat zijn. Echter zou er wel een tussenfase zijn; een dictatuur van het proletariaat (arbeidsklasse), waarin voor een korte tijd een kleine groep mensen de macht heeft zodat ze het kunnen regelen voor de rest. De geschiedenis laat zien dat het vaak niet komt tot het ideale communisme (de staatvorm waarbij de productiefactoren in handen zijn van het publiek), maar blijft hangen in deze dictatuur. De Sovjet-Unie is een goed voorbeeld hiervan, waarin deze tussenperiode zelfs oversloeg op een totalitaire staat. Landen waar het communisme nog steeds heerst zijn Noord-Korea, Cuba en China. In deze landen echter heerst het ook niet in zijn puurste vorm, maar slechts een afgeleide van het ideale communisme. §1.1.2 De theorie van Marx aangaande de ideale economie Marx achtte het kapitalisme als niet harmonieus en vol tegenstrijdigheden. De voornaamste tegenstelling hiervan was de tegenstelling tussen eigenaren van productiemiddelen (die hij de ‘kapitalisten’ noemden) en de loonarbeiders die geen productiemiddelen in bezit hadden. De kapitalisten waren uit op accumulatie ( het vergroten van het kapitaal). Doordat de andere productiefactoren (natuur, kapitaal, ondernemerschap) moeilijk te beïnvloeden zijn, ging dit ten koste van de productiefactor arbeid en de daarbij behorende beloning: loon. Het ging dus ten koste van de loonarbeiders. Voor de kapitalisten was het nodig een zo groot mogelijke winst te maken, oftewel zo min mogelijk kosten. Dit hield in dat de loonarbeiders net genoeg loon kregen om in leven te blijven. Er vond dus uitbuiting van de loonarbeider plaats. Omdat de loonarbeider net genoeg kreeg om te overleven ontstonden er afzetproblemen, aangezien de vraag daalde en daarmee de afzet en winst van de kapitalist. Marx stelde dat het kapitalisme schortte aan coördinatie en planning. De continue afzetproblemen zorgde voor crises die alleen opgelost konden worden door regulering van de economie, oftewel het afschaffen van het kapitalistisch systeem. De productie moet niet langer bepaald worden door het marktmechanisme en de daarbij horende vraag, maar door wat de overheid nodig acht voor het volk. Binnen een communistische economie bepaald dus het aanbod de vraag en het aanbod wordt bepaald door de overheid. De economische orde binnen een communistisch systeem stelt de allocatie (de manier hoe de productiemiddelen verdeeld of geplaatst moeten worden) van productiemiddelen als volgt; de productiemiddelen moeten in handen zijn van de overheid. §1.2 Introductie tot het Kapitalisme Wat is nu in het kort gezegd de theorie van het kapitalisme? Het kapitalisme heeft als basisvorm het idee dat individuen of groepen eigen kapitaal hebben dat ze gebruiken om te produceren. Al deze producten kunnen vrij worden verkocht op de vrije markt, waarbij winst het hoofddoel is. De klant bepaalt de vraag. §1.2.1 Geschiedenis Net als bij het communisme waren kapitalistische ideeën al lang bekend. Echter kon het kapitalisme nooit goed van de grond komen. Voor een kapitalistische samenleving moest er namelijk wel sprake zijn van overproductie en de daaruit voortkomende ruil. Dit zou er dus toe leiden dat er gehandeld kan worden. Tussen de 16e en de 18e eeuw ontstond het handelskapitalisme, ook bekend als het vroeg-kapitalisme. Hierbij ontstonden de eerste trekjes van het kapitalisme. Pas rond de 18e eeuw, toen de industrialisatie van start ging, kon het kapitalisme goed op gang komen. Het industrieel kapitalisme. Hierbij was nauwelijks bemoeienis van de overheid en kon de economie flink opleven. Na WO2 ontstond het modern kapitalisme, waarin de overheid wat meer ingreep. Dit is ook wel het kapitalisme zoals het nu bekend staat. §1.2.2 De theorie van Smith aangaande de ideale economie In het jaar 1776 beschreef Adam Smith als eerste een duidelijke omschrijving van een kapitalistisch systeem. Hierbij ging hij er van uit dat ieder individu in staat was rationele overwegingen te maken en dat het daarom in staat was om naar ultieme individuele welvaart te streven. Als elk individu dit zou doen, zou de volledige samenleving welvarend zijn. De economische orde binnen een kapitalistisch systeem stelt de allocatie (de manier hoe de productiemiddelen verdeeld of geplaatst moeten worden) van productiemiddelen als volgt; de productiemiddelen moeten in handen zijn van het publiek. Verder ging hij uit van de Wet van Say, die stelt dat binnen een kapitalistisch systeem iedere vraag zijn aanbod schept. Het principe ‘klant is koning’ staat hierin centraal. Smith hield immers rekening met het verschijnsel van de ‘onzichtbare hand’ (het principe van de gelijkstelling van vraag en aanbod). <p align="center"> <p align="center"> <p align="center">Hoofdstuk 2 <p align="center">Kenmerken van beide systemen <p align="center"> §2.1 Kenmerken van een kapitalistisch systeem Politiek-economisch systeem Privaat eigendom productiemiddelen Vrijheid, en dan met name op de markt, is een belangrijk streven binnen het kapitalisme. Het kapitalistisch gedachtegoed stelt dat het individu vrij gelaten moet worden zichzelf te ontwikkelen en te ontplooien en hierbij zo min mogelijk belemmerd moet worden door de overheid en haar regelgeving. Zo ook in economische zin. De overheid heeft dan ook zelf geen productiemiddelen in bezit en laat het aan het volk deze onderling te verdelen. Het eigendom van de productiemiddelen ligt dus in private handen. Vrije markten Een vrije markt is een markt waarbinnen de geldende prijzen tot stand komen middels de verhouding tussen de vraag en het aanbod. Ook gaat men er van uit dat alle transacties aangaande geld op vrijwillige basis van het individu en van organisaties zijn. In een vrije markt economie staat de consument centraal immers aanbieders van goederen willen verkopen aan de consument om dit te doen is het makkelijker om te voldoen aan de wens, de vraag van de consument dan de consument een beperkt aanbod voor te schotelen. Een vrije markt economie wordt dan ook vaak een vraaggerichte economie genoemd. Een volledig vrije markt is er zelden, zelfs in de meest kapitalistische landen. Er zijn altijd wel overheidsingrepen zoals belastingen en accijnzen die een beperking vormen voor de portefeuille van het individu en deze zo in haar vrijheid beperkt. Er is natuurlijk wel altijd te spreken van vrijere markten dan anderen. Streven naar winst Het Kapitalisme gaat er van uit dat op basis van de rationele keuzentheorie ieder individu rationele keuzes en overwegingen kan maken. Ook dat het individu altijd voor de voor het individu meest gunstige oftewel de meest winstgevende optie zal kiezen. Bedrijven en individuen zullen dus naar maximale winst streven en zullen investeren om dit doel te realiseren. Door dergelijke investeringen zal volgens de theorie van kapitaalaccumulatie (toename van kapitaal door investeringen, dit is een theorie van Marx, die eigenlijk bedoeld was als kritiek op het kapitalisme) het totale kapitaal dat in omloop is in omvang toenemen. Een toenemende grootte in kapitaal zal vervolgens weer zorgen voor meer welvaart, immers er is meer geld te beschikken. Wederom, meer welvaart is iets waar men volgens de rationele keuze theorie naar streeft. Uitgangspunt de vrijheid van het individu Het kapitalisme stelt dat ieder individu in staat is rationeel te denken en op basis van rationeel denken rationeel keuzes kan overwegen en maken. Het individu zal altijd voor de beste optie tussen de twee keuzes kiezen. Dit principe noemt men de rationele keuze theorie waarop bekend econoom Adam Smith zijn ideeën over de vrije markt baseerde. Hij stelt dat ieder individu handelt uit eigenbelang (kiest voor de beste optie voor het individu) en dat op deze manier een onzichtbare hand de hoeveelheid vraag en aanbod bepaald. Op deze manier zou in iedere samenleving waar dit principe toegepast wordt maximale welvaart behaald worden. De macht van de staat en de kerk beperken Het kapitalisme staat, zoals al eerder vermeld voor vrijheid en individuele ontplooiing van het individu. De gedachte hierachter is dat het individu zo min mogelijk beperkt moet worden door hogere instanties zodat het de volledige vrijheid heeft zichzelf te ontplooien. Dergelijke instanties zijn de staat en de kerk, instanties die het individu middels regelgeving beperken in haar laten en doen. De macht van deze instanties en dus de regelgeving van deze instanties moet volgens het kapitalistisch gedachtegoed beperkt worden zodat het individu de zelf de mogelijkheid heeft zich te ontwikkelen en te ontplooien. Scheiding van kerk en staat Het kapitalisme staat, zoals al eerder vermeld voor vrijheid en individuele ontplooiing van het individu. De gedachte hierachter is dat het individu zo min mogelijk beperkt moet worden. Hierin is een scheiding tussen kerk en staat van essentieel belang. Om te beginnen moet de wetgeving van de staat zo minmogelijk omvatten, een nachtwakersstaat. Ook moet de wetgeving van de staat niet gebaseerd zijn op regelgeving van een instantie (de kerk) met wiens regelgeving niet iedereen het eens is of waar niet iedereen op democratische wijze haar instemming mee heeft gegeven. Aan de andere kant pleit het kapitalisme voor vrijheid waaronder geloofsvrijheid. De staat zal in zo min mogelijke mate de kerk beperken in haar regelgeving, zodat eenieder de vrijheid heeft zijn geloof te belijden zoals eenieder het pleziert. De staatsinrichting wordt vastgelegd in een grondwet Het kapitalisme staat, zoals al eerde vermeld voor vrijheid van het individu. Het is dan ook belangrijk dat deze vrijheden onherroepelijk gewaarborgd worden door de hoogste macht binnen de natie; de overheid. De overheid waarborgt de rechten en plichten van het individu binnen de samenleving. Aan de andere kant zorgt de grondwet dat het individu beschermt wordt tegen de macht van de overheid. Dit alles om de vrijheid van het individu te waarborgen. Beperkte rol van de overheid Van de overheid wordt alleen verlangd dat ze alleen dat voor hun rekening nemen wat onmogelijk door het individu behartigd kan worden (openbare functies, openbare werken, landsverdediging, enz.) Dit kenmerk is niet meer dan logisch. De overheid voldoet aan haar primaire taak en dat is het verwezenlijken van taken die het individu niet zelf kan verwezenlijken. <p align="center"> §2.2 Kenmerken van een communistisch systeem Communisme is een sociale, politieke en economische ideologie Klasseloze, staatloze en socialistische samenleving Het Communistisch gedachtegoed staat voor algeheel geldende gelijkheid. Eenieder is in iedere denkbare zin gelijk. Dit houdt in dat er geen onderscheid gemaakt kan worden op basis van ras, geen onderscheid op basis van komaf of huidige status, geen klassen (een klasseloze samenleving), geen privaat eigendom maar juist alles in handen van de alles overkoepelende staat en uiteraard een socialistische samenleving waar er voor elkander gezorgd wordt, niemand wordt achtergesteld en aan iedereen wordt evenveel gedacht. Iedereen produceert naar vermogen en neemt naar behoefte Binnen een communistische samenleving wordt het werk door de overheid verstrekt aan de burgers. Van hen wordt verwacht dat deze optimaal produceren, echter niet tegen betaling. Aan de andere kant krijgen zij in ruil voor deze geleverde diensten (niet geld) maar allerhande goederen die nodig zijn om op te leven. Deze goederen krijgen zij toegediend door de staat. Deze goederen zijn geproduceerd door de burgers naar de vraag van deze burgers, binnen de communistische staat. Planmatige ontwikkeling (planeconomie) Een communistische staat handhaaft haar beleid op economisch gebied aangaande een x aantal jaren plan, de zogeheten planeconomie. Dit houdt in dat enkel en alleen de staat het recht heeft tot het verstrekken van goederen en diensten. De staat is dus de enige bepaler op de markt, dit houdt in dat het principe van de onzichtbare hand, de wijze waarop vraag en aanbod elkaar vinden, niet meer van toepassing is. De markt is slechts op een manier te sturen en dat is als het volk de politiek verzoekt om bepaalde goederen of producten en zo dus de aanbod kant beïnvloedt. Productiemiddelen gemeenschappelijk eigendom Zoals al eerder vermeld in dit verslag, zijn de productiemiddelen binnen een communistische staat in handen van de overheid. De overheid bepaalt wie wat produceert en wat deze er voor terug krijgt. Er is geen privaat eigendom van productiemiddelen. Het individu (binnen een communistisch bestel is eigenlijk nooit te spreken over het individu) bepaalt niet zelf wat het produceert. Totalitaire staat Een communistisch land heeft (vrijwel) altijd een totalitair regime wat dus in strijd is met het eerder beschreven ideale communisme dat juist geen staat vereist. In de praktijk blijkt dit dus anders. Vaak betreft het een één partij staat van democratie is amper te spreken. Het totalitaire karakter van het communisme is nodig om enkele andere eigenschappen van het communisme te handhaven, zoals het in het bezit zijn van de staat van de productiemiddelen etc. Autoritair systeem Zoals al eerder gezegd betreft het in het geval van het communisme vaak een totalitair regime. Om een totalitair regime te handhaven is het belangrijk voor de overheid om de burger achter zicht te scharen en deze hiertoe te sturen en te beïnvloeden. Middelen als propaganda zijn hiervoor uiterst geschikt. Mensen worden dus beïnvloed in alles wat ze doen en denken. <p align="center">Hoofdstuk 3 <p align="center">Verhoudingen van de 2 systemen in het verleden Om te beoordelen of het communisme en het kapitalisme naast elkaar binnen de grenzen van één land gehandhaafd kunnen worden, is het interessant om te kijken naar zowel samenwerkingen als conflicten tussen deze twee systemen in het verleden. §3.1 Conflicten uit het verleden §3.1.1 De gezichten van het kapitalisme en het communisme Door de jaren heen is er één land waarvan men in het algemeen zal zeggen dat dat het gezicht is van het Kapitalisme. Hetzelfde valt te zeggen over het Communisme. We spreken hier natuurlijk over de volgende landen: -De Verenigde Staten van Amerika (Kapitalistisch systeem) -De Sovjet-Unie (Communistisch systeem) §3.1.2 Het ontstaan van de VS en de rol van het kapitalisme daarin De Verenigde Staten van Amerika, eigenhandig onafhankelijk verklaard in het jaar 1776 (. Pas onafhankelijk erkend door Brittannië in het jaar 1783) In deze natie hebben altijd de idealen en principes van vrijheid en vrijhandel geheerst. Die situatie is natuurlijk te wijten aan de onafhankelijkheidsoorlog, het principe van het moeten vechten voor idealen als vrijheid heeft de waardering voor deze idealen alleen maar versterkt. Iets dat men zeer goed terug vindt in de Amerikaanse cultuur maar vooral in het gehandhaafde kapitalisme in Amerika. Men zou kunnen stellen dat er altijd al een Kapitalistische gedachtegeest en een Kapitalistisch systeem geheerst heeft. Of dit altijd een zegen is geweest is nog maar zeer de vraag. Aan het begin van de vorige eeuw ging het economisch en op het gebied van welvaart voortreffelijk met Amerika. Deze periode van voorspoed werd de `Gay Twenties` genoemd. Echter de beurskrach in 1929 die in New York begon en zich verspreidde over de gehele wereld, maakte hier een einde aan. De welvaart verdween en de economische voorspoed nam af. Ondanks de immense werkloosheid en de daarmee gepaard gaande armoede weigerde de overheid principieel in te grijpen. De overheid had (te veel) vertrouwen in het principe van de vrije markt, de onzichtbare hand, en vraag en aanbod die zich op elkaar afstemmen (begrippen die later in dit werkstuk nog uitgebreid aan bod zullen komen). Ingrijpen in de economie werd als socialistisch of communistisch beschouwd en als er iets veracht werd in het Amerika van de vroege twintigste eeuw dan was het wel het communisme. Het was president Franklin Delano Roosevelt die met de New Deal de Amerikaanse economie uit de grote depressie probeerde te trekken. Het is te danken aan gerenommeerde economen als John Maynard Keynes, dat er ideeën de wereld in kwamen over het aansturen van de economie en zo de schommelingen tussen hoge en lage conjuncturen in de hand te houden. §3.1.3 Het ontstaan van de Sovjet-Unie en de rol van het communisme daarin De Sovjet-Unie, een natie die tot stand is gekomen middels een revolutie. In dat opzicht is de Sovjet-Unie enigszins gelijkend aan de Verenigde Staten van Amerika, immers, ook daar heeft de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog voor echte onafhankelijkheid gezorgd. Vanaf de Oktoberrevolutie (7 – 8 Oktober 1917) valt voor het eerst te spreken van een Bolsjewistische regering en dus ook een Communistisch regime. De radicale middelen die gebruikt zijn om het communistisch bestel in Rusland door te voeren zijn duidelijk het gevolg van jarenlange tirannie van de Romanov familie die als absolute vorsten voor generaties lang over het Russische grondgebied hebben geregeerd. De Russische bevolking ging gebukt onder extreme omstandigheden van armoede. Het is dan ook daarom dat beloftes over absolute gelijkheid hen goed in de oren klonk. Echter van deze fantasieën kwam niets terecht. Er bleef binnen de communistische partij een elite die nog steeds genoot van privileges op de rest van de bevolking. De bevolking zelf was wellicht gelijk, zo werden producten en diensten gelijkmatig onder de bevolking verdeeld dit was echter van weinig belang immers er was nogal weinig. Uiteindelijk veranderde er voor de bevolking erg weinig, men schakelde alleen over van een absoluut vorst naar een zogenaamde eerlijke communistische eenheid. §3.1.4 Andere gezichten van het communisme Andere landen die van verleden tot nu te boek staan als communistische of communistisch georiënteerde landen zijn landen als China, Noord-Korea, (in het verleden) Noord-Vietnam etc. Op hun geschiedenis zullen we in dit werkstuk niet verder ingaan. §3.1.5 Conflicten Deze communistische en kapitalistische landen hebben in het verleden menig conflicten gehad. Men spreekt dan van de Koude Oorlog. Dit was een, tussen sommige landen gewapend, tussen sommige landen ongewapend, conflict tussen kapitalistische landen en communistische landen (soms ook wel communistische rebellen bewegingen). De belangrijkste motieven achter deze oorlogen waren ideologische motieven. Het ene systeem zag het ander als de toekomstige ondergang van het menselijk ras en moest dan ook volledig de kop in worden gedrukt alvorens het verdere schade kon toebrengen. De overheden hanteerden een beleid met als enige doel het vijandige systeem in te dammen. Een goed en duidelijk voorbeeld hiervan is het plan van de Marshallhulp dat deel uitmaakte van de containment politiek van Truman. Een financieel hulpmiddel van de Verenigde Staten aan eenieder land dat daar behoefte aan had. Het idee achter deze hulp en politiek was dat, met name landen in het oosten van Europa, niet onderhevig zouden worden aan een communistische regering en dus niet samen zouden gaan werken met de Sovjet-Unie. Deze landen kwamen in aanmerking voor een hoop kapitaal die hen ervan zou moeten weerhouden zich aan een communistisch bestel te vergrijpen. Evenementen als de Vietnam oorlog, die grandioos door de Amerikanen werd verloren, hebben allerminst bijgedragen aan de goede vrede tussen het Communisme en het Kapitalisme. Voor het eerst hadden de Verenigde Staten verloren van een communistische eenheid. Uiteraard was winst of verlies een kwestie van militaire kundigheid en niet een kwestie van wiens ideologie nu daadwerkelijk waarheid verkondigde. Echter het valt te verwachten dat het deze verdeelde doch trotse volkeren toch ergens moed dan wel angst inboezemde. §3.1.6 Conclusie Om een lang verhaal kort te maken: kapitalistische en communistische landen hebben in het verleden veeltallige en mondiale ideologische, soms zelfs gewapende, conflicten gehad. Deze landen en hun regeringen waren van mening dat het vijandige systeem de duivel was. Indammen en uitroeien was de regel. De conclusie die wij hieruit trekken is dat het verleden ons leert dat er veel, (haast te veel), conflicten tussen de systemen zijn geweest. Enkel en alleen op deze feiten terugkijkend denken wij dat het lastig is om deze twee systemen binnen een land te passen. §3.2 Samenwerkingen uit het verleden Behalve meer dan genoeg conflicten tussen landen met een communistisch en landen met een kapitalistisch systeem, (zoals hiervoor besproken zijn er ook samenwerkingen geweest). Een belangrijk voorbeeld hiervan in de wereld geschiedenis dateert uit de tijd voor de koude oorlog. §3.2.1Samenwerkingen We spreken over een periode in de van 1914 tot 1917, later gekenmerkt als de eerste wereldoorlog. Een oorlog tussen voornamelijk Europese landen waar later de Verenigde Staten zich bij hadden gevoegd. De geschiedenis leert ons dat er niets zo verbroederend is als een gemeenschappelijke vijand. De kapitalistische verenigde staten en de communistische Sovjet-Unie vonden deze in Duitsland Oostenrijk-Hongarije en Italië ook bekend als de driebond. De eerste wereld oorlog werd uiteindelijk gewonnen door de vijanden van de driebond, waaronder de verenigde staten en de Sovjet-Unie. We spreken over de eerste helft van de jaren veertig. Uiteraard doelen wij op de Tweede Wereld oorlog. De periode waarin het Duitse rijk onder leiding van Adolf Hitler (de leider van de toentertijd heersende Nazi Partij) grote delen van de wereld bezette. Opnieuw valt er te spreken over een gezamenlijke vijand. De kapitalistische Verenigde staten van Amerika en de communistische Sovjet-Unie vonden deze gezamenlijke vijand in het nazistische Duitsland. §3.2.2 Conclusie Achteraf gezien zijn er dus zowel samenwerkingen als conflicten geweest tussen het gezicht van het kapitalisme ( de Verenigde Staten van Amerika ) en het gezicht van het communisme (de Sovjet-Unie). Wel is belangrijk op te merken dat deze samenwerkingen tot stand kwamen door de factor van een gemeenschappelijke vijand in een oorlog. Zodra deze vijand uit het zicht verdween en de verenigde staten en de Sovjet Unie de enige twee grootmachten in de wereld waren zien we conflicten ontstaan. Ook zijn de samenwerkingen weinig van economische aard wel van politieke aard. Uiteindelijk trekken wij de conclusie dat de samenwerkingen niet opwegen tegen de conflicten. Er zijn immers langer en ingrijpender conflicten geweest dan innige samenwerking. Wij stellen dat, opmakend uit het verleden, een communistisch systeem en een kapitalistisch systeem geen goede samenwerkende systemen zijn. <p align="center"> <p align="center">Hoofdstuk 4 <p align="center">Verschillen en overeenkomsten Nu we van beide de kenmerken eens bekeken hebben, is het duidelijk dat deze systemen flink verschillen. Maar waar botsen deze kenmerken precies? Om dit te beantwoorden bekijken we een paar specifieke onderdelen binnen een land en hoe deze systemen hier tegenover staan. §4.1 Botsende kenmerken §4.1.1 De markt Kapitalisme: In het kapitalistisch systeem wordt er gestreefd naar een zo vrij mogelijke markt. Er zijn dus haast geen overheidsbemoeienissen en de markt wordt gevormd door de ‘onzichtbare hand’. De productiemiddelen liggen dan ook in de handen van het privaat, het volk. Vraag en aanbod bepalen de prijs van een product. Doormiddel van het streven naar maximale winst en de daarbij komende investeringen zal het kapitaal en dus de welvaart toenemen. Communisme: In tegenstelling tot het kapitalisme is er bij het communisme geen ‘onzichtbare hand’ die de markt zou vormen. Dit betekent niet dat er geen vraag en aanbod is, echter krijgt dit mechanisme niet de vrijheid die het krijgt in het kapitalisme. De overheid is overal aanwezig en heeft de markt volledig in handen. De burgers produceren en krijgen van de overheid, in ruil voor de geleverde diensten, wat ze nodig hebben om te overleven. De overheid heeft een plan opgesteld hoe de markt zich moet ontwikkelen en zal die dan ook die kant op sturen. Iedereen heeft evenveel en krijgt evenveel waardoor het kapitaal nagenoeg gelijk blijft. Waar vind de botsing plaats?: Het communisme en het kapitalisme verschillen op het gebied van de markt met name van mening aangaande het begrip vrijheid. Sterker nog zij zijn hierin complete tegenovergestelden. Het kapitalisme streeft op het gebied van de markt naar zoveel mogelijk individuele vrijheid, zodat zelf ontplooiing en het streven naar individuele en later maatschappelijke welvaart mogelijk is. Het kapitalisme heeft vertrouwen in het principe van de onzichtbare hand. De economie zal groeien door investeringen van het publiek. De overheid behoort niet in te grijpen in de markt. Het individu beïnvloedt de markt en dan wel met haar vraag. Een kapitalistische markt wordt gestuurd door de vraag van het publiek, daar zullen ondernemers zich op aanpassen en zo het aanbod stellen. Binnen een kapitalistische markt creëert de vraag dus het aanbod (met uitzondering van een situatie van oorlog, waarbij een oorlogseconomie gehandhaafd wordt). Het communisme beweert dat welvaart juist op tegenover gestelde manier te bereiken valt. Het heeft juist geen vertrouwen in het principe van de onzichtbare hand. Als er individuele vrijheid heerst zal er uitbating van de loonarbeiders plaatsvinden door de ondernemers die de productiemiddelen in de hand hebben. Er kan volgens het communisme alleen economische welvaart optreden wanneer er geen individuele vrijheid is. De economie zal welvarend worden door volledige beheersing van de overheid oftewel door toepassing van een planeconomie waarin de overheid middels een x aantal-jarenplan de economie stuurt, regelt en beheerst. Een communistische economie wordt (in de praktijk) dus gestuurd door de overheid, deze bepaalt wat er geproduceerd wordt. Dit in volledige tegenstelling tot het kapitalisme waarbij de markt gestuurd wordt door de vraag, wordt de economie binnen het communisme geleid door het aanbod. In het kort <table border="1" cellspacing="0" cellpadding="0"> <tbody> <tr> <td valign="top" width="186"> Wat? </td> <td valign="top" width="217"> Kapitalisme </td> <td valign="top" width="217"> Communisme </td> </tr> <tr> <td valign="top" width="186"> Prijsbepaling </td> <td valign="top" width="217"> ‘De onzichtbare hand’ </td> <td valign="top" width="217"> Geen sprake van een prijs </td> </tr> <tr> <td valign="top" width="186"> Productiemiddelen </td> <td valign="top" width="217"> In handen van het privaat </td> <td valign="top" width="217"> In handen van de samenleving </td> </tr> <tr> <td valign="top" width="186"> Toekomst </td> <td valign="top" width="217"> Investeringen </td> <td valign="top" width="217"> Planeconomie </td> </tr> </tbody> </table> §4.1.2 Het volk Kapitalisme: In het kapitalisme staat de vrijheid van het individu centraal. Het individu moet geheel vrij gelaten worden zodat het zichzelf volledig en zo goed mogelijk kan ontplooien. Doordat elk individu op zichzelf staat denkt iedereen alleen aan zichzelf, waardoor grote verschillen tussen arm en rijk kunnen optreden. Het individu wordt beschermd voor de overheid door de grondwet. Communisme: Binnen het communisme is er geen sprake van ‘het individu’ er wordt geen onderscheid gemaakt. Iedereen is gelijk. Er wordt niet gekeken naar van welke klasse je komt of van welk ras je bent, ofwel een klasseloze samenleving. Niemand wordt achtergesteld en aan iedereen wordt evenveel gedacht. De vrijheid van het volk is beperkt, middels propaganda wordt het volk achter de heerser(s) geschaard. Het leven wordt zoveel mogelijk beïnvloed, van wieg tot graf. Waar vind de botsing plaats?: Het kapitalisme en het communisme botsen ook op hun manier van kijken naar het volk. Het kapitalisme waardeert het individu terwijl het communisme juist het tegenovergestelde doet. Het kapitalisme stelt dat het individu de economie welvarend maakt door het streven naar individuele welvaart. Het communisme stelt dat individuele vrijheid leidt tot het uitbaten van de lagere klasse. Uit deze ideeën vloeien ook de ideeën van deze twee systemen in politieke zin voort. Het kapitalisme stelt dat het volk zo veel mogelijk vrij gelaten moeten worden omdat deze rationele individuen daartoe in staat zijn, zo min mogelijk overheidsbemoeienis dus. Het communisme stelt het tegenovergestelde omdat zij geen vertrouwen heeft in het individu. De overheid moet dus alles voor het volk bepalen. Het is dan ook daarom dat landen met een communistisch systeem totalitaire regimes toepassen en zo het volledige doen en laten van het volk bepalen. In het kort: <table border="1" cellspacing="0" cellpadding="0"> <tbody> <tr> <td valign="top" width="186"> Wat? </td> <td valign="top" width="217"> Kapitalisme </td> <td valign="top" width="217"> Communisme </td> </tr> <tr> <td valign="top" width="186"> Individu </td> <td valign="top" width="217"> Staat centraal </td> <td valign="top" width="217"> Is er niet </td> </tr> <tr> <td valign="top" width="186"> Welvaart </td> <td valign="top" width="217"> Grote verschillen arm en rijk </td> <td valign="top" width="217"> Iedereen gelijk, iedereen evenveel </td> </tr> <tr> <td valign="top" width="186"> Verschillen </td> <td valign="top" width="217"> Ieder denkt aan het eigen belang </td> <td valign="top" width="217"> Iedereen is er voor iedereen </td> </tr> </tbody> </table> §4.1.3 De overheid Kapitalisme: In het kapitalisme staat vrijheid centraal, de overheid moet zijn handelingen dus tot een minimum beperken. De grondwet beschermt het individu dan ook tegen de overheid. De enige taak die de overheid heeft is het uitvoeren van taken die onmogelijk door het individu uitgevoerd kunnen worden. Denk hierbij aan openbare werken, landsverdediging etc. De overheid trekt dus haar handen af van economische zaken of het beïnvloeden en het sturen van de markt. Dit is een taak die overgelaten wordt aan het individu. Communisme: Binnen het communisme is iedereen gelijk en produceert iedereen naar behoeften. Dit wordt allemaal mogelijk gemaakt door de overheid. De overheid regelt en beïnvloed alles. De overheid heeft alle productiemiddelen in handen en regelt precies wie wat en in welke mate krijgt. De overheid bepaald en stuurt de volledige economie van marktwerking is totaal niet te spreken. Waar vind de botsing plaats?: Ook op het gebied van overheidsingrijpen zijn het communisme en het kapitalisme twee volslagen tegenpolen. Het kapitalisme streeft naar totaal geen regulatie van de economie en het principe van de vrije markt. Terwijl het communisme de vrije markt totaal verwerpt, dit niet overlaat aan het publiek en zelf de economie stuurt en reguleert. Dit wordt gedaan middels een planeconomie. De overheid van een kapitalistisch land zal vrijwel zeker een nachtwakersstaat zijn waarbij de overheid alleen gaat over een zeer beperkt aantal zaken, zodat het zo min mogelijk invloed heeft in de economie, nogmaals, daar ligt volgens het kapitalisme niet haar taak. Dus de botsing vindt vooral plaats in de economische orde. In het kort: <table border="1" cellspacing="0" cellpadding="0"> <tbody> <tr> <td valign="top" width="186"> Wat? </td> <td valign="top" width="217"> Kapitalisme </td> <td valign="top" width="217"> Communisme </td> </tr> <tr> <td valign="top" width="186"> Invloed </td> <td valign="top" width="217"> Klein </td> <td valign="top" width="217"> Vrijwel onbeperkt </td> </tr> <tr> <td valign="top" width="186"> Taken </td> <td valign="top" width="217"> Alleen wat niet door het individu kan worden gedaan </td> <td valign="top" width="217"> Alles </td> </tr> </tbody> </table> §4.2 Overeenkomende kenmerken Op het eerste gezicht worden kapitalisme en communisme als twee tegenpolen gezien. Iets wat nooit tot samenwerking instaat is doordat er nergens overeenkomsten te vinden zijn. Is dit echter wel zo? Zijn deze systemen echt zo tegengesteld als ze op het eerste gezicht lijken? Om deze vragen te beantwoorden kunnen we niet zoals bij de botsingen eenvoudig een aantal specifieke onderdelen nemen, hier moeten we dieper graven. §4.2.1 Kijkje binnen het kapitalisme Gaan we een kijkje nemen ‘binnen’ bij het kapitalisme zien we iets interessants. De gemiddelde inwoner van een kapitalistisch land werkt in een bedrijf, een groter geheel waar de arbeider slechts een nietig deel van is. Zijn individu gaat op in de massa van het bedrijf, zoals in een communistisch systeem het individu opgaat in de grote bevolking. We spreken ook in ieder geval van een bedrijf waar hiërarchie heerst, niet de democratie die zo onlosmakelijk lijkt verbonden aan het kapitalisme. De werknemer in dit bedrijf heeft een baas boven zich, soms wel meerdere bazen. Hier is absoluut geen sprake van gelijkwaardigheid, je doet gewoon wat je baas zegt. Dit principe vinden we terug in haast iedere communistische overheid. De overheid bepaalt en daar heeft het individu dat in de bevolkingsmassa is opgegaan zich maar naar te schikken. Binnen de economie van het kapitalisme wordt je dus ook onderdrukt en ontkom je alleen als je helemaal bovenaan de top staat. Er is sprake van een groep (bij het kapitalisme de rijke bovenlaag en bij het communisme één partij/persoon) die boven de rest is verheven (bij het kapitalisme de armere en bij het communisme de rest van de bevolking). Op het eerste gezicht lijken de systemen dus niet veel op elkaar, maar er is dus overeenkomst. Praktisch gezien is het communisme een staatsdictatuur, waarbij een duidelijk aanwijsbare leider is. Het kapitalisme echter heeft een economische dictatuur, verstopt binnen de bedrijven. Waar bij het communisme een dictator heerst, heersen binnen het kapitalisme de grote multinationals. Deze overeenkomst is haast schokkend te noemen, met name omdat het in lijkt te gaan in enkele van de kern begrippen van het kapitalisme. §4.2.2 Conclusie Dit mag dan wel een gelijkenis tussen de twee systemen zijn, echter wij zijn van mening dat deze overeenkomst geen perspectieven biedt voor samenwerking. Een economische dictatuur, zoals door ons hiervoor beschreven staat kan niet gehandhaafd worden naast een politieke dictatuur. Immers, een dictatuur van bedrijven houdt in dat er macht ligt bij de bedrijven die niet toegestaan wordt door een communistische dictatuur. Aan de andere kant als er een economische dictatuur heerst zal er zeer waarschijnlijk geen politieke dictatuur zijn, immers de bedrijven hadden dan nooit de vrijheid gekregen zo machtig te worden. Kort om wij achten deze overeenkomst niet als gunstig voor de handhaving van zowel een kapitalistisch als een communistisch systeem binnen een land. <p align="center"> Hoofdstuk 5 <p align="center">De systemen naast elkaar in de praktijk Er is natuurlijk geen betere manier om erachter te komen of iets wenselijk is dan een praktisch voorbeeld aanhalen. Om te willen weten hoe het zou zijn als een communistisch systeem naast een kapitalistisch systeem gehandhaafd wordt binnen een land, kan men natuurlijk het beste kijken naar een voorbeeld uit de praktijk. Het land waartoe wij ons zullen richten is China. Dit land gaan we nu dan ook uitvoerig bespreken, want het mag dan wel binnen één land bestaan, maar is dit wenselijk, is het stabiel? §5.1 Terug in de tijd Om deze vragen te beantwoorden gaan we even terug in de tijd. In 1921 werd door een aantal studenten een communistische partij opgericht, de CCP. Deze studenten geloofden dat, met hun in 1934 aangesteld leider Mao Zedong, het communisme het beste was voor China. Na een aantal jaren kwam deze partij aan de macht op 1 oktober 1949. Doormiddel van het maken van nationale symbolen ontstond er een saamhorigheidsgevoel, dit saamhorigheidsgevoel is kenmerkend voor een communistisch land, het doorbreekt de voormalige klassensamenleving en beschouwt iedereen als ‘gelijk’. Mede hierdoor en door de constante propaganda bleef het volk achter deze partij staan. Tegen het eind van het jaar 1976 stierf Mao Zedong. Deng Xiaoping, ook communist was zijn opvolger. Hij voerde direct een aantal veranderingen door. In tegenstelling tot wat je van een communist zou verwachten gooide Deng de grenzen open voor de handel, dit is dan weer een typerend kapitalistisch kenmerk, de overheidsbelemmeringen aangaande handel inperken zodat het individu zijn eigen gang kan gaan. Chinezen kregen de mogelijkheid om zelf winst te maken, wat de economische groei enorm stimuleerde. §5.2 Nu Wat er dus gebeurde moge duidelijk zijn. Deng Xiaoping voerde op economisch gebied een kapitalistisch stelsel in, maar hield op politiek gebied streng vast aan het communisme. Deze situatie bestaat nog tot op de dag van vandaag, de partij nu onder leiding van Xi Jinping, en de Chinezen vinden het prima. Ze worden dan wel streng gecensureerd maar de economische groei is ongekend. In het huidige China is nu ook privaat eigendomsrecht geaccepteerd inclusief aandelenmarkt. Echter staat nog steeds in de in 2004 aangepaste grondwet: "De Chinese burgers van diverse etnische oorsprongen zullen doorgaan met het volgen van de democratische volks­dic­ta­tuur en het socialistische pad onder leiding van de Chinese Communistische Partij met als leidraad het Marxistisch-Leninisme, Mao Zedongs ideologie, Deng Xiaopings theorie en de belangrijke gedachte van de 'Drie Representaties".* Ofwel het communisme blijft gehandhaafd. §5.3 Conclusie Er is dus een land waarin deze systemen naast elkaar werken en waarmee het ook nog eens verbazend goed gaat. Immers de Chinese economie groeit en groeit, het is een van de weinige economieën die het relatief goed blijft doen ondanks deze tijden van globale economische crisis. §5.4 Hoe gaat het in zijn werk In China kunnen niet alle waarden van het communisme of dan wel het kapitalisme worden nagestreefd. De vele streng tegenover elkaar staande botsende kenmerken die we hebben uitgewerkt wijzen er ook op dat dat praktisch onmogelijk is. In China ontstaat nu dus een rare situatie. Doordat ze een kapitalistisch systeem hebben waarin het dus mogelijk is om enorme winsten te maken ontstaan er grote verschillen tussen arm en rijk. In een kapitalistisch systeem zouden de rijke bovenlaag meer macht hebben. In de situatie waar China zich in bevindt is hun macht haast onbeperkt, door het communistische aspect. De leidende partij laat de rijke ondernemers met rust en laat deze haar eigen gang gaan. De ongeschreven regel ‘wie betaalt bepaalt’ is hier overduidelijk zichtbaar. Mensenrechten worden geschonden en minderheden onderdrukt, niemand die er wat van zegt, want dat wordt wel afgekocht. Er is duidelijk sprake van een steeds kapitaliserende tendens. China stapt steeds meer over van staatscommunisme tot staatskapitalisme. Echter de typerende communistische totalitaire dictatuur is nog steeds van toepassing. §5.5 Stabiliteit? Het Chinese model is wellicht stabiel, immers de overheid heeft alle macht en benut deze volop daarom is er te spreken van continuïteit. Echter wij achten het Chinese systeem totaal niet wenselijk, in de praktijk leidt het tot corruptie en naar onze mening blijven een hoop nadelen van beide systemen bestaan. productiemiddelen worden nog steeds onttrokken aan het Chinese individu maar het geniet dan niet de zekerheid waar het communisme voor zegt te staan. Aan de andere kant wordt het volk niet vrij gelaten om zich te ontplooien en kan niet genieten van de voordelen van het kapitalisme. *Zie bronnenlijst <p align="center">Hoofdstuk 6 <p align="center">Conclusie Onze conclusie luidt als volgt: wij achten het mogelijk dat een communistisch systeem naast een kapitalistisch systeem binnen de grenzen van één land gehandhaafd kan worden, echter wij achten het niet wenselijk. De praktijk wijst uit dat het leidt tot corruptie en schending van mensenrechten. Zodra de theorie in de praktijk gebracht wordt, oftewel zodra er mensen in het spel komen, vallen de twee systemen niet te combineren. Wij achten de verschillen tussen de twee systemen dermate groot dat geen van beide systemen tot zijn recht komt. Alle voordelen van het systeem vallen weg, terwijl een hoop nadelen blijven bestaan. Kortom, het is niet wenselijk dat een communistisch systeem naast een kapitalistisch systeem gehandhaafd wordt, binnen de grenzen van één land.