7 Inleiding. Voor een nieuw verhaal Geen enkel systeem, geen enkele sociale groep, geen enkele mens kan bestaan buiten de context van een verhaal. Alles is een verhaal: een boek, een wet, een schilderij, een boom, een persoon. En alles wordt verteld: de geschiedenis van een landbouwbedrijf, een vakbond, een muziekinstrument, het levensverhaal van een familie, een volk, een stroom, … Een verhaal is méér dan een ideologie: het is een geheel van doorleefde emoties, vreugde, leed en verwezenlijkingen. Het omvat noodzakelijkerwijs het verleden, het heden en de toekomst. De auteur van het verhaal is altijd een collectieve entiteit, die zich uitdrukt via een ‘verteller’: de schrijver, de grootmoeder, de journalist, de leerkracht, de politieke leider, de priester, de oude man, … Het dominante verhaal Het verhaal dat vandaag dominant is, steunt op drie grote krachtlijnen: 1. Geloof in de technologie Het geloof in de technologie als basiselement van het creatieve vermogen van de mens, is terug te vinden in alle sociale lagen van de bevolking van de westerse en verwesterde lan- 8 | een nieuw verhaal van de wereld den. Het ontstond samen met de industriële revolutie. In de tweede helft van de negentiende eeuw en in de jaren 1920 en 1950 van de twintigste eeuw bereikte dit geloof hoogtepunten, telkens wanneer brede lagen van de bevolking gefascineerd raakten door de technologische ontwikkelingen. De trouwste aanhangers van dit geloof lieten de jongste 40 jaar een niet aflatende lofzang weerklinken op de komst van almaar nieuwe ‘revolutionaire technologische revoluties’, die volgens hen de weg bereidden naar een ‘nieuwe maatschappij’. Zo hebben zij de komst aangekondigd van de ‘informatiemaatschappij’, van de ‘digitale maatschappij’ en van de ‘geglobaliseerde maatschappij’. Sinds enkele jaren zouden ‘groene technologieën’ een heel nieuwe economie hebben doen ontstaan − de ‘groene economie’ − en daarmee een diepgaande regeneratie van het kapitalistische systeem hebben opgestart. Het kapitalisme zou niet langer roofbouw plegen op de natuurlijke rijkdommen van de Aarde. Door het opkomen van het ‘groene kapitalisme’ zou het kapitalistische systeem nu integendeel een groot verdediger geworden zijn van de natuur en een voorvechter van een duurzame toekomst voor de Planeet Aarde! Volgens het dominante verhaal ligt de (tot technologie getransformeerde) wetenschap aan de basis van ontwikkeling en vooruitgang: er zou geen economische, sociale en menselijke vooruitgang bestaan zonder technologische ontwikkeling en vooruitgang. Het huidige en het toekomstige welzijn van onze maatschappij zou afhankelijk zijn van wetenschap en technologie.1 Op dit ogenblik zou er een sleutelrol wegge1 Deze stelling geeft uitdrukking aan een wereldbeeld dat beïnvloed is door een technologisch determinisme waartegen vele wetenschapsfilosofen zich krachtig hebben verzet. Zie in het bijzonder Jacques Ellul, inleiding. voor een nieuw verhaal | 9 legd zijn voor de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën en voor de biotechnologie. Volgens de dominante sociale groepen zou het positieve van de vrije markt bestaan in de wil en het vermogen van het kapitalisme om te investeren in het ontwerp en de productie van steeds efficiëntere technologieën, die de productiviteit van de ondernemingen en van de globale economie kunnen verhogen en op die manier nieuwe mogelijkheden scheppen om materiële en immateriële rijkdom te creëren. 2. Vertrouwen in het kapitalisme Wij zouden dan ook moeten ‘geloven’ in het kapitalisme. Dat zou immers het meest geschikte en efficiënte systeem zijn om, met gebruikmaking van de ‘vrije markt’, te profiteren van de mogelijkheden die zich aandienen om materiële en immateriële rijkdom te creëren gebaseerd op wetenschappelijke vooruitgang en steeds performantere technologieën. Volgens het dominante verhaal bestaat er een ‘natuurlijk’ verband tussen wetenschap, technologie en kapitalisme. Het Taylorisme zou het Fordistische industriële kapitalisme wetenschappelijk onderbouwd hebben. Vandaag zou de opstoot van kennis op het vlak van biotechnologie, informatietechnologie en nanotechnologie legitimiteit verschaffen aan de wereldwijde vermarkting van elke vorm van leven door het gemondialiseerde financiële kapitalisme. Het huidige kapitalisme definieert zichzelf dan ook als de ‘kenniseconomie’ (knowledge driven economy), die de basis vormt voor een nieuwe ‘kennismaatschappij’. Die zou nieuw zijn omdat de nieuwe kennis die door het wereldkapitalisme wordt geëxploiteerd, Changer de révolution, Seuil, Parijs, 1982; Le système technicien, CalmannLévy, Parijs, 1977; Les nouveaux possédés, Fayard, Parijs, 1973. 10 | een nieuw verhaal van de wereld twee fundamentele coördinaten van het leven, namelijk tijd en ruimte, radicaal zou wijzigen. Termen als anytime en anywhere worden gebruikt (en ervaren) als iconen van het vermogen van de kapitalistische economie tot onbegrensde actie, tot ‘oneindige ontwikkeling en groei’. Dankzij de kracht van die kennis zou het huidige kapitalisme op het hoogste niveau uitdrukking geven aan wat volgens de theologen van het kapitalisme er de eigenheid, de ‘ziel’ van is: voortdurende innovatie (in 1942 door Joseph Schumpeter in Capitalism, Socialism and Democracy gedefinieerd als ‘creatieve vernieling’). 3. De overtuiging dat er geen alternatieven bestaan voor het huidige systeem De derde belangrijke krachtlijn die aan de basis ligt van het dominante verhaal is de overtuiging – die zelfs wijd verbreid leeft binnen sociale bewegingen die nochtans als progressief en links worden beschouwd – dat er geen enkel alternatief meer bestaat voor het kapitalisme. In de jaren 1980 had Margaret Thatcher die mening al op kernachtige wijze verwoord met het fameuze TINA (‘There is no alternative’). Hetzelfde liedje wordt gezongen met de stelling van ‘het eindpunt van de geschiedenis’. Die zegt dat de tegenstelling tussen kapitalisme en communisme, die de geschiedenis van de negentiende en de twintigste eeuw kenmerkte, nu beslecht zou zijn met de ‘definitieve’ overwinning van het kapitalisme, en dat de toekomst zich niet anders kan ontspinnen dan binnen een systeem van wereldkapitalisme. Het debat hierover is bijzonder vinnig geweest in Europa en heeft er de zogeheten ‘linkse’ kringen nog maar eens diep verdeeld tussen hervormingsgezind links en radicaal links. inleiding. voor een nieuw verhaal | 11 Voor hervormingsgezind links (Blairisme, opgediend met verschillende Europese sausjes) bestaat er geen mogelijkheid om uit de kapitalistische economie te stappen. Wat volgens hen realistisch nagestreefd kan en moet worden, is het humaniseren van het kapitalisme, het socialer, rechtvaardiger, meer solidair, ‘groener’ maken. Zelfs in mei 2009 nog heeft Felipe Gonzalez, de voormalige eerste minister van Spanje die vervolgens voorzitter is geworden van het Global Project van de Socialistische Internationale, tijdens een conferentie van het World Political Forum onder voorzitterschap van Michael Gorbatsjov in Bosco Marengo (Italië) herhaald dat ‘er geen alternatief is voor het kapitalisme’ en dat er ‘geen democratie kan bestaan zonder markt’. Aangezien radicaal links binnen institutioneel links in Europa slechts een zeer kleine minderheid vormt, hebben de ‘hervormingsgezinde’ stellingen het argument ‘er is geen alternatief’ kracht bijgezet waardoor het in de ogen van de publieke opinie aan geloofwaardigheid won. Zelfs na de crisis van 2007-2008, die eens te meer duidelijk het failliet heeft aangetoond van het wereldwijde kapitalisme en de onmogelijkheid van dat systeem om de economie en de wereld op een rationele en efficiënte manier te ‘besturen’, zou het een vergissing zijn om de overtuigingskracht en het gewicht van deze opvatting te onderschatten. Het is niet gemakkelijk om dit soort van verblinding te verklaren. Het onvoorwaardelijke ‘geloof’ in het kapitalisme wortelt in een labiele, gewelddadige visie op het leven en op de wereld, waaraan twee theorieën die vandaag in zwang zijn, de theorie van de complexiteit en de chaostheorie, een schijn van waarachtigheid hebben verleend. 12 | een nieuw verhaal van de wereld Toegepast op de menselijke samenleving wordt de theorie van de groeiende complexiteit van systemen, die vertrekt van fysische en biochemische fenomenen, aangewend om te beweren dat de complexiteit van het huidige globale economische, sociale en politieke systeem elke wijziging van dat systeem onmogelijk maakt. Er zou daarbinnen slechts ruimte zijn voor ‘lokale’ veranderingen. De chaostheorie leidt tot dezelfde conclusie, die zegt dat de maatschappij een complex geheel zou zijn geworden van instabiele verhoudingen, steunend op en gevormd door allerhande stromingen die voortdurend chaotisch in beweging zijn, zonder centrale organisator die het geheel van die stromingen kan beheersen. In die omstandigheden zouden er alleen lokale structuren met een korte levensduur opgezet kunnen worden, die op hun beurt dan weer een bron van instabiliteit voor het wereldsysteem vormen. De frequentie en de grote aantallen van de daaruit voortvloeiende ‘crisissen’ – militaire, economische en etnisch-culturele conflicten – zouden in deze visie ‘onvermijdelijke’ uitingen zijn van de chaotische aard van het systeem. In een dergelijke context van geweld biedt het kapitalisme een oplossing, gebaseerd op de logica van het overleven van de sterkte, de concurrentie, de verovering. Moge de beste winnen… Laat iedereen dus maar aan zijn eigen overleven denken, door zichzelf te verrijken, aangezien rijkdom dan de enige garantie is om in leven te blijven… Het spectaculaire falen van de klimaatconferentie van de VN in Kopenhagen in december 2009 heeft – volgens de voorstanders van deze theorieën althans – de praktische onmogelijkheid aangetoond om andere wereldwijde oplossingen te vinden dan het huidige wereldkapitalisme. De nieuwe wereld van het inleiding. voor een nieuw verhaal | 13 internet (met Google, Facebook, Twitter, iPod, …), die aan de hand van spontaan gevormde netwerken voorlopige lokale structuren vormt, zou hiervan het jongste voorbeeld zijn. Om een maatschappij op min of meer ‘geordende’ wijze te laten evolueren en om chaotische en instabiele verhoudingen om te zetten in positieve opportuniteiten, is het volgens het dominante verhaal aangewezen om de verantwoordelijkheid voor de regulering van het systeem over te laten aan de actoren van het systeem, zowel individuen als georganiseerde groepen, die elkaar onderling beconcurreren. De oplossing zou dus autoregulering2 zijn. Autoregulering van de ondernemingen, gestoeld op de aanvaarding van vrijwillige codes (algemene gedragsregels, regels voor milieubescherming, sociale spelregels), waarvan de naleving zou worden gecontroleerd door de ondernemingen zelf. Autoregulering tussen consumenten en producenten, tussen individuele werknemers en werkgevers. Autoregulering ook wat de pensioenen betreft (via kapitalisatie, en niet langer via een verdelingsmechanisme), die op de financiële markten geregeld moeten worden (via privéverzekeringen, pensioenfondsen). Autoregulering, ten slotte, tussen de verschillende staten: die zouden hun nationale soevereiniteit volledig behouden3 en 2 3 Dat wil zeggen de aanwezigheid van mechanismen binnen een systeem waarmee processen kunnen worden geïmplementeerd die het systeem stabiliseren. Niet te verwarren met theorieën over socialistisch zelfbestuur of zelfbestuur van de arbeiders. Ook al hebben de nationale staten een deel van hun macht overgedragen aan supranationale overheidsorganisaties (de Europese Unie bijvoorbeeld) en privéorganisaties (multinationale ondernemingen, internationale financiële instellingen, …), toch blijven zij de voornaamste actoren van de regulering van de internationale relaties. De ware aard en omvang van hun soevereiniteit roepen andere vragen op. 14 | een nieuw verhaal van de wereld niet langer internationale verdragen, conventies en akkoorden goedkeuren die grondslagen en bindende regels vastleggen voor alle deelnemende staten. Voortaan zouden ze flexibelere en minder strikte bilaterale en multilaterale akkoorden sluiten over specifieke projecten. Dat betekent het einde van het idee van wereldwijd erkende rechtspraak, regels en juridische instituten en wereldomvattende politieke instellingen met wetgevende macht. Weg met wat specialisten aanduiden als hard law (een neergeschreven, ‘sterke’, universele wet), om plaats te maken voor de soft law (‘light’, ad hoc, ‘lokale’ regelgeving, overgelaten aan individuele initiatieven en spontane regels). Dit verglijden van hard naar soft law heeft de ‘politieke zegen’ gekregen op de derde Wereldtop over Duurzame Ontwikkeling van september 2002 in Johannesburg. De eerste Wereldtop, tien jaar eerder in Rio de Janeiro, was indertijd nochtans (ondanks de tegenkanting van toenmalig president van de Verenigde Staten George Bush), afgesloten met de goedkeuring van twee wereldwijde conventies over biodiversiteit en ontbossing, en een actieplan – Agenda 21 – om de precieze doelstellingen vast te leggen voor alle staten die aan de top deelnamen. Ook de tweede wereldtop in 1997 in Kyoto eindigde met de ondertekening van een verdrag over de klimaatverandering, dat weliswaar in 2000 door George Bush junior werd afgezworen. Maar op de derde top in Johannesburg was er niet eens meer een verdrag of conventie te bespeuren, laat staan dat er een werd besproken of goedgekeurd. Er werd alleen een retorisch ‘beleidsdocument’ geproduceerd dat schittert door zijn gebrek aan inhoud en aan politieke moed. Bovendien waren de meeste van de 152 aangegane verbintenissen slechts herhalingen van eerder aangegane verbintenissen die nooit waren nageleefd. Zo inleiding. voor een nieuw verhaal | 15 is er de nooit nagekomen belofte van de rijke landen om 0,7% van hun BNP te besteden aan de ontwikkeling van de arme landen. De top was niet meer dan een soort van ‘akkoordenbeurs’, waar elk zijn eigen projecten kwam ‘verkopen’ en weer vertrok met de onderlinge akkoorden die hij met andere ‘verkopers’ had kunnen sluiten.4 Het verhaal van de Universele Kapitalistische Theologie In het eerste deel van dit essay, dat is geschreven naar aanleiding van een interview afgenomen door Roberto Bosio, heb ik vooral getracht om de beginselverklaring van het dominante verhaal uiteen te zetten. Die verklaring bestaat en het is een coherent betoog. Ik stel voor om dit de Universele Kapitalistische Theologie te noemen (UKT). Tabel 2 geeft er de essentiële onderdelen van weer. Lezers die graag willen weten waarover het gaat kunnen deze tabel meteen raadplegen (op p.44). Lezers die integendeel behoren tot die bevolkingsgroep die kalm en methodisch te werk gaat, mo4 Het ‘credo van Johannesburg’ dat het vaakst wordt beleden is het PPP (publiek-private partnerschap). Het PPP is een van de vormen van privatisering van openbare diensten die sinds 1993 de voorkeur genieten van de Wereldbank. Die heeft het doen aanvaarden door andere gespecialiseerde VN-organisaties (UNESCO, FAO, WGO). Het PPP blijft aan de basis liggen van de zogeheten ‘politiek van de dialoog’ die door de Wereldbank en de ondernemingsgezinde overheden wordt opgehemeld bij alle ‘stakeholders’, zoals het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, de Verenigde Staten, Canada. In werkelijk worden diegenen die het PPP niet aanvaarden ervan beschuldigd dat zij de dialoog tussen de overheid, de privéondernemingen en de burgermaatschappij blokkeren en dus de bevordering van de duurzame ontwikkeling en de vooruitgang tegenwerken. 16 | een nieuw verhaal van de wereld gen dit boek rustig verder lezen in de volgorde waarin het is opgesteld. De UKT ligt aan de basis van de wereldomvattende droom van het kapitalisme en de competitieve marktmaatschappij.5 De Universele Kapitalistische Theologie is ongetwijfeld fascinerend. Hoewel veel van haar uitgangspunten verwijzen naar de complexiteits- en chaostheorieën, stelt de UKT zichzelf voor als een ‘wetenschappelijk’ systeem dat in staat is om zekerheden en oplossingen aan te bieden. Zelfs armen en verworpenen kunnen in het kader van het dominante verhaal de verklaring vinden voor hun toestand en hun problemen, op voorwaarde uiteraard dat zij bereid en in staat zijn om vervolgens de juiste weg in te slaan… We zullen in dit eerste deel aantonen dat het wereldwijde systeem dat in de loop van de jongste 40 jaar conform de principes van de UKT is opgebouwd (het kapitalistische systeem van de wereldwijde markt) in wezen een wereld is die slechts voor een klein aantal mensen bedoeld is en waarin: – geweld overheerst; – de mens wordt gereduceerd tot ‘human resource’, zoals ook petroleum een resource is, of katoen; – om het even welke vorm van leven beschouwd wordt als handelswaar, als een eenvoudig voorwerp van commerciele uitwisseling en financiële exploitatie; – tijd en ruimte teniet gedaan zijn, gevirtualiseerd, uiteengespat, herleid tot variabelen van kosten en baten; 5 Van de wereldwijde droom van het kapitalisme heb ik een analyse gemaakt in Riccardo Petrella, Désir d’humanité. Le droit de rêver, Editions Ecosociété, Montreal, 2005. inleiding. voor een nieuw verhaal | 17 – de mensenrechten en sociale rechten, die universeel zijn en niet kunnen verjaren, van hun inhoud zijn ontdaan, als omkeerbaar en onderhandelbaar worden beschouwd en in ‘vitale behoeften’ worden omgezet. Dit alles omdat de Universele Kapitalistische Theologie: – van de machtsstrategie opnieuw de eerste beleidsprioriteit van de staat heeft gemaakt; – de wereld in een permanente staat van de oorlog (op militair, economisch, sociaal en cultureel vlak) heeft gebracht; – het onderwijs heeft omgezet in een vormingssysteem dat erop gericht is de besten te selecteren, met andere woorden de ‘human resources’ die de legers van de eenentwintigste eeuw (de wereldwijde multinationale ondernemingen) naar verluidt nodig hebben om te overleven in een logica van verovering van de wereld en van de natuur; – erin geslaagd is om de voornaamste informatie- en communicatiemedia in toenemende mate te controleren, en zich daarbij te verzekeren van de passiviteit of zelfs de medeplichtigheid van de wereld van de wetenschap en van de intelligentsia in het algemeen. Een ander verhaal Het is noodzakelijk om het dominante verhaal kritisch te beschouwen en te verwerpen, maar dat alleen volstaat niet. In het tweede deel van dit betoog zal ik trachten aan te tonen 18 | een nieuw verhaal van de wereld dat het nog belangrijker is een andere wereld te vertellen, als we een andere wereld willen opbouwen. We moeten geloven in een ander verhaal over de maatschappij dan het verhaal dat de UKT ons vertelt. Dat andere verhaal is essentieel, want het verandert de definitie en de perceptie van de speelruimte tussen wat mogelijk is en wat onmogelijk is; die wordt nu immers door het dominante verhaal bepaald. Wat onmogelijk is binnen het kader van het dominante verhaal kan en moet juist mogelijk worden in het kader van het andere verhaal. Ik denk niet dat het absoluut noodzakelijk is om een naam te geven aan dat andere verhaal. Voorlopig spreek ik over het ‘verhaal van de mensheid’. In werkelijkheid zal het nieuwe verhaal gaandeweg een naam krijgen, op het terrein. Het is daarentegen onontbeerlijk dat de grondbeginselen ervan nauwkeurig worden omschreven. Iedereen moet daartoe zijn eigen bijdrage leveren.