Verslaving Wat is transgenerationele overdracht en wat kan eraan gedaan worden? Wim van den Brink Amsterdam Institute for Addiction Research Academic Medische Centrum Universiteit van Amsterdam VNN Congres “Nu voor Later” Groningen, 15 november 2011 Inhoudsopgave • Wat is transgenerationele overdracht? • Welke processen liggen ten grondslag aan trans-generationele overdracht? • Hoe zit dat bij verslaving? • Hoe kunnen we deze cirkel doorbreken? Wat is Transgenerationele Overdracht? Definitie Transgenerationele overdracht (TGO) is overdracht van problemen van generatie op generatie Biggers, 1998 Processen bij TGO Mechanismen TGO Transgenerationele overdracht is overdracht van problemen van generatie op generatie via: (a) Genetische overdracht (b) Epigenetische overdracht (c) Gen-omgevingsinteracties* (d) Gen-omgevingsassociaties* (e) Omgevingsoverdracht Genetica en Epigenetica Genen leiden NIET direct tot verslavingsgedrag maar zijn – samen met intrauterine omstandigheden en vroege ervaringen – verantwoordelijk voor neurobiologische risicofactoren die op hun beurt onder invloed van de omgeving kunnen leiden tot verslavingsgedrag Epigenetica gaat over veranderingen in het fenotype ten gevolge van veranderingen in de genexpressie die NIET veroorzaakt worden door veranderingen in het DNA. Deze veranderingen kunnen blijven bestaan tijdens de celdeling en gedurende de rest van het leven van de cel en kunnen transgenerationeel overgedragen worden. Het bestaan van epigenetische processen biedt mogelijkheden voor beperking van genetische/neurobiologische risico’s via beinvloeding van het gen door omgevingsinterventies! Gen en Omgeving Interacties en Associaties Gen-omgevingsinteractie • Verschil in omgeving heeft invloed op de mate waarin de genetische kwetsbaarheid tot uitdrukking komt in het fenotype Gen-omgevingsassociatie Passief • bijvoorbeeld, drukke ouders dragen niet alleen “drukke genen” over maar ook ongeduldige omgeving die samen het fenotype bepalen van het kind Reactief/Evocatief • Bijvoorbeeld, genetisch bepaalde drukke kinderen roepen ook een ongeduldige omgeving op die samen het fenotype bepalen van het kind Actief/Nichezoekend • bijvoorbeeld, genetisch bepaalde rustige kinderen zoeken van een rustige omgeving en die samen het fenotype bepalen van het kind Omgeving Verslaafde ouders dragen niet alleen hun “verslavingsgenen” en de daarmee samenhangende biologisch risicofactoren over aan hun kinderen, maar ook met verslaving samenhangende problemen, zoals • Stress en intrauterine blootstelling aan drugs • Vroegkinderlijke affectieve verwaarlozing • Vroegkinderlijk misbruik • Voorbeeldgedrag met druggebruik tijdens de opvoeding • Sociale omgeving: deprivatie, stress en druggebruik in adolescentie 2010 Transgenerationele Overdracht bij Verslaving Verslaving een Hersenziekte 1. Morele Model 5. Sociale Model 6. Hersenziekte Model 2. Farmacologische Model 4. Leertheoretisch Model 3. Ziekte Model 3. Symptomatische Model isc g o l o Ide h ch s i r i p Em 1976: Edwards en Gross Biopsychosociaal Model Alcohol Afhankelijkheidssyndroom Verslaving een Hersenziekte Nora Volkow Science, 1997 Charles O’Brien Transgenerationele Overdracht Verslaving Verslaving = BIOpsychosociale aandoening Genetische kwetsbaarheid Gen-Omgevingsinteractie Gen-Omgevingsassociatie Conceptie Intra-uterine expositie Perinatale stress Vroegkinderlijke stress Adolescentie Buurt/peers Slechte wijk Opvoedingsregels Verwaarlozing/Trauma Chronische Stress APGAR OnthoudingsSx Nicotine, Alcohol, etc (FAS) Erfelijkheid (COA/KVO) TRANSGENERATIONELE VERSLAVING Transgenerationele Overdracht Verslaving Genetische kwetsbaarheid Gen-Omgevingsinteractie Gen-Omgevingsassociatie Conceptie Intra-uterine expositie Perinatale stress Vroegkinderlijke stress Adolescentie Buurt/peers Slechte wijk Opvoedingsregels Verwaarlozing/Trauma Chronische Stress APGAR OnthoudingsSx Nicotine, Alcohol, etc (FAS) Erfelijkheid (COA/KVO) Transgenerationele Kwetsbaarheid ADHD/CD TRANSGENERATIONELE VERSLAVING Transgenerationele Overdracht Verslaving Genetische kwetsbaarheid Gen-Omgevingsinteractie Gen-Omgevingsassociatie Conceptie Intra-uterine expositie Perinatale stress Vroegkinderlijke stress Adolescentie Buurt/peers Slechte wijk Opvoedingsregels Verwaarlozing/Trauma Chronische Stress APGAR OnthoudingsSx Nicotine, Alcohol, etc (FAS) Erfelijkheid (COA/KVO) Transgenerationele Kwetsbaarheid ADHD/CD TRANSGENERATIONELE VERSLAVING Verslaving ook een hersenziekte • Genetische Kwetsbaarheid, bijv. 40-80% erfelijk • Biologische risicofactoren, bijv. anhedonia • Hersenafwijkingen, bijv. weinig DA receptoren NcA • Effectieve neurobiologische interventies • Effectieve neurobiologische preventie Verslaving ook een hersenziekte • Genetische Kwetsbaarheid, bijv. 40-80% erfelijk • Biologische risicofactoren, bijv. anhedonia • Hersenafwijkingen, bijv. weinig DA receptoren NcA • Effectieve neurobiologische interventies • Effectieve neurobiologische preventie Verslaving ook een hersenziekte 1998 * Familiair Verslavingrisico aan drugs komt familieleden van drugverslaafden 8x zo vaak bestaat uitbij combinatie van genetisch en omgevingsrisico voor als bij familieleden van niet verslaafden! * Verslaving komt bij familieleden van alcoholverslaafden 4x zo vaak Adoptie-aan en alcohol tweelingstudies nodig om oorzaken uit elkaar te halen! voor als bij bij familieleden van niet verslaafden! Tweelingstudies Assumpties EEA EEA = Equal Environment Assumption Epigenetische variatie, hoewel genetisch van aard, zit niet in A maar in E, want het hoeft niet in beide een-eiige tweelingen op te treden. EEA De 0.5 factor in de gedeelde genetica (A) in twee-eiige tweelingen gaat ervan uit dat er geen ‘assortative mating’ is. Gen-omgevings interacties/associaties zitten allebei in A (h2) 2005 Experimenteren Genetische Factoren Gedeelde Omgeving Unieke Omgeving 40% 55% 5% 30% 20% 0% 25% (chromosome 6, 10, 14) Aantal Sigaretten 50% (chromosome 3, 10) Nicotine Afhankelijkheid 75% Variatie in het experimenteren met (legale) drugs wordt vooral verklaard door gedeelde omgevingsfactoren, terwijl verslaving aan (legale) drugs vooral wordt bepaald door genetische en unieke omgevingsfactoren 2006 12 yrs 19 yrs Initiation of Substance Use (yes/no) Progression of Substance Use (quantity) a2 c2 e2 β a2 c2 e2 Alcohol 0.26 0.65 0.09 0.48 .64 0.00 0.36 Cigarettes 0.41 0.42 0.18 0.87 1.00 0.00 0.00 Marijuana 0.35 0.47 0.18 0.88 0.64 0.00 0.36 Substance Unieke omgevingsinvloed Vroegkinderlijk seksueel misbruik 2008 CSA en CPA komen vaker voor bij cannabismisbruik/afhankelijkeheid en CSA heeft onafhankelijke voorspellende waarde nadat al voor genetisch risico en en familiar risico is gecontroleerd. Heritability Estimates Agrawal & Linskey, 2008 Additive genetics alcohol dependence nicotine dependence cannabis dependence cocaine dependence heroin dependence 50-70% 50-75% 35-75% 35-80% 40-60% Common Genetic Vulnerability Erfelijkheid nicotineafhankelijkheid = 60% Erfelijkheid alcoholafhankelijkheid = 55% Hoge genetische correlatie rA= .68 Lage unieke omgevingscorrelatie rE= .23 Conclusie: Gedeeld genetisch risico verklaard deels het frequent samen voorkomen van alcohol- en nicotineafhankelijkheid in de algemene bevolking en klinische groepen Exploratief Model Confirmerend Model In buurten met meer jongeren en met meer verhuizingen (stad) is de genetische bijdrage aan alcoholgebruik bij jongeren groter dan in buurten met minder jongeren/verhuizingen (platteland). “Gen moet wel kans krijgen om tot expressie te kunnen komen” Verslaving ook een hersenziekte • Genetische Kwetsbaarheid, bijv. 40-80% erfelijk • Biologische risicofactoren, bijv. anhedonia • Hersenafwijkingen, bijv. weinig DA receptoren NcA • Effectieve neurobiologische interventies • Effectieve neurobiologische preventie Liability Alcoholism Fenotype Alcoholism Inzichtgevende Psychotherapie Conditioning Endofenotype Reward CGT Attentional bias Low alcohol response Medicatie Neuromodulatie Disinhibition Deficiency Conflict Monitoring etc. candidate genes Genotype Ooteman et al (2006) adapted from Gottesman & Gould (2003) Sociale Steun Alcoholism Spectrum OPRM1 DRD1 COMT GRIN2B GABRA6 DRD2 SERT MAOA CNR1 HTR1B GABRB2 GABRG2 FarmacoGenetica Gentherapie Verslaving ook een hersenziekte • Genetische Kwetsbaarheid, bijv. 40-80% erfelijk • Biologische risicofactoren, bijv. anhedonia • Hersenafwijkingen, bijv. weinig DA receptoren NcA • Effectieve neurobiologische interventies • Effectieve neurobiologische preventie Hersenfuncties, Hersenstructuren en Neurotransmitters Functies Structuren Neurotransmitters Initiatie Anhedonie Ventral Tegmental Area (VTA) Nucleus Accumbens (NcA) Endorfines (µ-receptors) Dopamine Conditionering Craving Nucleus Accumbens (Ventrale Striatum) Amygdala Thalamus Prefrontal Cortex (OFC, ACC) Dynofhines (κ-receptors) Dopamine CRH Glutamaat Importantie Attentional Bias OFC Dopamine Gewoontevorming Putamen, NcCaudatus (Dorsale Striatum) Dopamine Disinhibitie Conflictregistratie DLPFC ACC Noradrenaline, 5HT GABA, Glutamaat Onthoudingssymptomen Locus Ceruleus (LC) Noradrenaline Glutamaat Van den Brink, 2005, 2006; Van Ree, 2002; de Vries and Schippenberg, 2002; Kreek et al, 2002; Kosten and George, 2002; Koob, 2003 A1: ACC activatie tijdens conflict trials; A2: ACC activatie tijdens error trials D: correlatie ACC activatie eerdere trial en activatie PFC huidige trial 2004 Error Monitoring ND en PG de Ruiter, Goudriaan, Veltman, van den Brink (submitted) Activatie in reactie op fouten gedurende Stop Task Controles Rokers Gokkers Significant minder activatie van de dACC na fouten bij pathologische gokkers dan bij tokers en normale controles. Onderactivatie van de ACC in volwassen met ADHD 2003 Additive Genetic Common factors Specific factors Shared Environment Common factors Specific factors Unique Environment Common factors Specific factors 2003 Genetische samenhang van veel voorkomende psychiatrische stoornissen Genetica van Externaliserende Stoornissen ODD ASP CD 0.40 0.50 SUD ADHD 0.60-0.70 0.40-0.80 BIPOLAIR BORDERLINE PS Genen 2007 SUD komt bij adloescenten veel samen voor met: ADHD-LT 44% CD-LT CD onset BeSUD 61% 44% ODD-LT ODD onset BeSUD 15% 10% Anx Disorder LT 25% Mood Disorder LT 15% Significante associatie tussen ADHD-LT en SUD ook na controle voor CD voorafgaand aan SUD en andere potentiële confounders ADHD is onafhankelijke risicofactor voor SUD (ORadj = 9.12) Maar ook: Disney et al., 1999 Molina et al., 1999 2007 Genetica van Externaliserende Stoornissen ODD ASP CD 0.40 0.50 SUD ADHD 0.60-0.70 0.40-0.80 BIPOLAIR BORDERLINE PS Genen Familiaire relatie ADHD en Verslaving Familial Risk Analysis ADHD and SUD (Biederman et al., 2008) Samenvatting Bij kinderen verwezen voor de behandeling van ADHD toont familiaire risico-analyse aan: * dat ADHD wrsch. genetisch samenhangt met stoornissen in gebruik van drugs, en * dat ADHD en stoornissen in gebruik van alcohol wrsch. onafhankelijk overerven Verslaving ook een hersenziekte • Genetische Kwetsbaarheid, bijv. 40-80% erfelijk • Biologische risicofactoren, bijv. anhedonia • Hersenafwijkingen, bijv. weinig DA receptoren NcA • Effectieve neurobiologische interventies • Effectieve neurobiologische preventie Verslaving ook een hersenziekte • Genetische Kwetsbaarheid, bijv. 40-80% erfelijk • Biologische risicofactoren, bijv. anhedonia • Hersenafwijkingen, bijv. weinig DA receptoren NcA • Effectieve neurobiologische interventies • Effectieve neurobiologische preventie Doorbreken TGO Cirkel Vormen van preventie Mrazek & Haggerty, 1994 Algemene Strategieën Beperk universele preventie tot coaching van ouders Meer aandacht voor selectieve en geindiceerde preventie • Nog meer aandacht voor kinderen van verslaafde ouders (KOPP/KVO) • Aandacht voor kinderen van depressieve ouders • Tijdige herkenning en adequate behandeling van stoornissen die predisponeren voor verslaving (ADHD/CD/Depressie) • Tijdig adviseren en behandel van kindern die heel vroeg gebruiken of al problemen hebben met gebruik (CGT/MDFT) Genetische en Omgevingsfactoren • • • • Erfelijkheid sensatiezoekend, impulsief of agressief gedrag Erfelijkheid stoornissen die kunnen leiden tot verslaving, bijv. ADHD Erfgelijkheid slechte schoolprestaties, spijbelen Erfelijkheid van verslaving • Gebruik van alcohol, drugs door moeder tijdens zwangerschap • • • • Vroegkinderlijke verwaarlozing, misbruik Ouderlijk ruzies, weinig toezicht op kinderen Roken, alcohol- en druggebruik ouders Regels thuis ten aanzien van gebruik door kinderen • Wonen in een “slechte buurt” • “Slechte” vrienden • Prijs, reclame, leeftijdsgrenzen voor gebruik, beschikbaarheid Model voor de Planning van Preventie Sensatiezoekend gedrag Gebruikspatroon ouders Huisregels Beschikbaarheid, prijzen drug naief exp. gebruik Impulsief gedrag, ADHD Agressief gedrag, ODD, CD Slechte buurt Slechte vrienden exp. gebruik Vooral genetisch Vooral gedeelde omgeving Vooral unieke omgeving misbruik Familiaire belasting verslaving ADHD, ODD, CD, ASP Vroegkinderlijke verwaarlozing/misbruik Slechte vrienden misbruik afhankelijkheid Model voor de Planning van Preventie Sensatiezoekend gedrag Gebruikspatroon ouders Huisregels Beschikbaarheid, prijzen drug naief Universele Preventie: - massamediale campagnes - voorlichting op scholen exp. gebruik Impulsief gedrag, ADHD Agressief gedrag, ODD, CD Slechte buurt Slechte vrienden exp. gebruik Vooral genetisch Vooral gedeelde omgeving Vooral unieke omgeving misbruik Selectieve Preventie - buurtinterventie - KOP - behandeling afw. gedrag - behandeling CD/ ADHD Geindiceerde Preventie - behandeling druggebruik Familiaire belasting verslaving ADHD, ODD, CD, ASP Vroegkinderlijke verwaarlozing/misbruik Slechte vrienden misbruik afhankelijkheid Model voor Planning van Preventie Sensatiezoekend gedrag Gebruikspatroon ouders Huisregels Beschikbaarheid, prijzen drug naief Universele Preventie: - massamediale campagnes - voorlichting op scholen exp. gebruik Impulsief gedrag, ADHD Agressief gedrag, ODD, CD Slechte buurt Slechte vrienden exp. gebruik misbruik Selectieve Preventie -buurtinterventie - KOPP/KVO - behandeling afw. gedrag - behandeling CD/ADHD Geindiceerde Preventie - behandeling druggebruik Familiaire belasting verslaving ADHD, ODD, CD, ASP Vroegkinderlijke verwaarlozing/misbruik Slechte vrienden misbruik afhankelijkheid Vormen van preventie Mrazek & Haggerty, 1994 Universele Preventie Univ ersa l Mrazek & Haggerty, 1994 low PM high PM overall 30 25 20 15 10 5 0 0 1 2 Kans op Elevated Persistent CD gedrag als functie van het aantal kopieën van een allel van een specifieke SNP van het GABRA2 gen Kans op voortgezet antisociaal gedrag hangt samen met aanwezigheid van een een specifieke variatie in het GABRA2 gen, maar dit risico kan worden beperkt door goede ouderlijke zorg/controle (blauw). Universele Preventie Opvoeding Sterkste associaties Universele Preventie Opvoeding 2009 Huisregels vooral belangrijk om te voorkomen dat kwetsbare jongeren (33%) al op zeer jonge leeftijd alcohol gaan gebruiken. DRD2 A1 allel is nl geassocieerd met verminderde DA receptor dichtheid in de basale ganglia. Universele Preventie Schoolprograma Universele Preventie Schoolprogramma 2002 Het programma de “Gezonde School” lijkt te leiden tot: * Latere start en aanvankelijk minder roken, maar effect na 3 jaar weg! * Latere start en minder alcoholgebruik, maar verschil na 3 jaar klein (6%) * Aanvankelijk iets minder cannabisgebruik, maar na 3 jaar iets meer! * Niets bekend over voorkómen van misbruik of afhankelijkheid wrsch. niet!! Maar … Rutger Engels (2010): Allemaal leuk en aardig, maar allemaal van geen belang als we de prijs van alcohol niet verhogen en de beschikbaarheid van alcohol en drugs voor jongeren niet beperken!! Selectieve Preventie Se lec tiv e Mrazek & Haggerty, 1994 Selectieve Preventie Kinderen van Verslaafde Ouders Se lec tiv e Mrazek & Haggerty, 1994 Maar … KINDEREN VAN VERSLAAFDE OUDERS 1999 Behandeling KVO Interventie bestaande uit twee sessies (alcohol, coping of combinatie) met sign. langdurig effect van de gecombineerde interventie. Behandeling KVO Selectieve Preventie Kinderen met ADHD/CD/Depressie Se lec tiv e Mrazek & Haggerty, 1994 Selectieve Preventie Effect MPH op voorkomen SUD bij ADHD ‘Bij diagnose ADHD niet meteen aan de pillen’ Cohortstudie: 176 kinderen met ADHD Van onze verslaggeefster Malou van HintumMPH op opvanaf 7 november 2009 Behandeling: lft 6-12 jaar FU: 18-25 jarige leeftijd (12 jaar later) AMSTERDAM - Kinderen met een diagnose ADHD moeten niet te snel aan de ritalin. Hun omgeving,Incidentie van lerarenSUD: tot ouders, kan namelijk ook factor in gedragsproblemen zijn. Dat(45%); zegt scheidend hoogleraar N=80 N=49 AUD; N= 64 DUD jeugdpsychiatrie Frits Boer van het AMC in Amsterdam vandaag in de Volkskrant. Voorspellers SUD: AJP, 2008 Alleen leeftijd start MPH behandeling: Hoe eerder start, hoe kleiner kans op SUD Selectieve Preventie Medicatie ADHD Behandeling van kinderen met ADHD met behulp van MPH reduceert de kans op verslaving 5 jaar later met 70% Wilens et al., 2008 Selectieve Preventie Medicatie ADHD Het effect van MPH is na 10 jaar weg! Langer behandelen? Medicatie combineren met coaching? 2007 Populatie: 77 agressieve 8-13 jarigen met ADHD en/of ODD en/of CD Behandeling: UCPP of TAU Follow-up: 61 patiënten na 5 jaar Externe controle groep: 61 kinderen UCPP = Utrecht Coping Power Program (Minder Boos en Opstandig) Roken (LMP) Cannabis (LTP) Delinquentie Agressie/TAU 42% 35% 1.5 Agressie/UCPP 17% 13% 1.2 Normaal/Geen 20% 13% 1.2 Probleem/Behandeling Maar, ….. Minister Edith Schippers: “Psychiatrische diagnoses zijn geen echte ziekten” Geïndiceerde Preventie ted ica Ind Mrazek & Haggerty, 1994 Geïndiceerde preventie E-Health voor beginnende problemen Sta nda ard Beh and eli ng Standaard Behandeling Mrazek & Haggerty, 1994 Standaard Behandeling Effect op KVO Effectieve behandeling van vader met alcoholstoornis leidt tot verbetering van het functioneren van zijn kind ook na 12 maanden nog. Goede behandeling van ouder is essentieel voor het kind! Conclusies Conclusies • Transgenerationele overdracht van verslaving is complex en wordt bepaald door genetische en omgevingsrisico’s en hun interactie • Bij transgenerationele overdracht van verslaving gaat de overdracht van de kwetsbaarheid voor verslaving vooraf aan het ontstaan van de verslaving zelf • Preventie van transgenerationele overdracht dient zich daarom te richten op preventie en behandeling van de kwetsbaarheid voor verslaving Aanbevelingen Aanbevelingen Universele preventie • Ga voorzichtig door met Gezonde Scholen programma • Besteed daarbij aandacht aan strikte huisregels tav gebruik • Wees daarbij voorzichtig met dreigementen (comazuipen/hersenschade) Selectieve preventie • Jeugdzorg, jeugdGGZ en VZ hebben centrale rol in drugpreventie • Nog betere zorg voor kinderen van verslaafde ouders (KOPP/KVO) • Lastige jongens en angstig-sombere meiden verdienen meer zorg om misbruik en afhankelijkheid te voorkomen (Couwenbergh, 2009, Saraceno 2011) • Naast medicatie ook gedragstherapie, coaching, werk (heel lang; monitoring) Geindiceerde preventie • E-health voor beginnende problemen met middelen, evt CBT, MDFT • Opvang na SEH Dank U voor Uw aandacht [email protected]