Reactienota op de zienswijzen naar aanleiding van voorgenomen besluit van de gemeenteraad van 29 maart 2011. Inleiding Op 9 november 2010 heeft de gemeenteraad bij de behandeling van de begroting voor 2011 en de startnotitie “Slim bezuinigen en strategisch heroriënteren” met een motie aan het college gevraagd om concrete en gefundeerde bezuinigingsvoorstellen voor te leggen aan de raad. Daarbij is door de raad aan het college gevraagd om alternatieve keuzemogelijkheden aan te bieden. Op die manier zou de raad op 29 maart 2011 bij de behandeling van het Raadsplan 2012, een zorgvuldige eigen afwegingen en keuzes kunnen maken om zo te komen tot een sluitend meerjarenperspectief tot en met 2015. Op 15 december 2010 en 18 januari 2011 zijn de instellingen die mogelijk met de bezuinigingen geconfronteerd zouden kunnen worden per brief geïnformeerd over de op handen zijnde bezuinigingen. Op 29 maart 2011 heeft de gemeenteraad het voornemen uitgesproken om de komende jaren te bezuinigen op onder meer subsidies. Per brief zijn de diverse instellingen op de hoogte gebracht van het voorgenomen besluit van de gemeenteraad. Daarbij is zoveel mogelijk getracht om concreet aan te geven welke gevolgen het voorgenomen besluit voor de betreffende instelling zou hebben. Daarbij is eveneens het vervolgtraject van de bezuinigingen aan de orde gekomen: De gemeenteraad heeft het voornemen op 28 juni 2011 bij de vaststelling van het Raadsplan 2012 een definitief besluit over de bezuinigingen te nemen. Zowel op 15 december 2010 en 18 januari 2011 is aan de instellingen al gemeld dat men de mogelijkheid zou krijgen om aan het besluitvormingstraject rondom de bezuinigingen deel te nemen. Alle instellingen en overige belanghebbenden die mogelijk met de bezuinigingen te maken kunnen krijgen zijn in de gelegenheid gesteld om in de periode van 1 april tot en met 16 mei 2011 een schriftelijke zienswijze in te dienen over het voorgenomen besluit van de gemeenteraad. Tevens zijn een aantal instellingen uitgenodigd voor een gesprek met de verantwoordelijk portefeuillehouder. In dat gesprek is door de portefeuillehouder nogmaals een toelichting gegeven op het voorgenomen besluit en is het vervolgtraject kort toegelicht. Daarnaast hebben de belanghebbenden de mogelijkheid gehad om op 18 en op 19 april 2011 in een tweetal extra commissievergaderingen mondeling hun zienswijze in te brengen en toe te lichten. Van de gelegenheid om een mondelinge zienswijze in te dienen hebben 11 belanghebbenden gebruik gemaakt: Op maandag 18 april hebben achtereenvolgens Kringloopbedrijf de Beurs, Stichting Bibliotheek Dinkelland, de Federatie Muziekverenigingen en de Stichting Muziekschool Dinkelland een mondelinge zienswijze ingebracht en toegelicht. Op dinsdag 19 april hebben Voetbalvereniging KOSC, Erve Elferman, Stichting Natura Docet, Carint Reggeland Groep, Muziekschool Twente, Molenstichting Lattrop-Tilligte en volleybalvereniging Devoko een mondelinge zienswijze gegeven. De originele zienswijzen treft u in de bijlage aan. Hierna worden de zienswijzen samengevat en vervolgens wordt elke zienswijze van een reactie en conclusie voorzien. Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011 1 Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011 2 BEHANDELING ZIENSWIJZEN Zoals reeds vermeld zijn er op 18 en 19 april 11 mondelinge zienswijzen binnengekomen. Een deel van de belanghebbenden die een mondelinge zienswijze hebben ingediend, hebben de zienswijze tevens schriftelijk ingediend. In totaal zijn er 24 zienswijzen ingediend. Zienswijze 1: De heer J.H. van Kleef Datum: Datum ontvangst: De zienswijze is binnen Indiener: 12 april 2011 12 april 2011 de termijn ontvangen en derhalve ontvankelijk. De heer J.H. van Kleef Korte samenvatting zienswijze: De heer J.H. Van Kleef deelt mee fel tegen het bouwen van een nieuw 50 meter zwembad te zijn, omdat het huidige zwembad ruimschoots voldoet. Reactie college: Het college is van mening dat eerst het ingestelde onderzoek afgerond moet zijn en naar aanleiding van deze resultaten zal er aan de gemeenteraad van Dinkelland een voorstel worden voorgelegd. Conclusie: De zienswijze van de heer van Kleef is voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien. Zienswijze 2: Tennisvereniging Weerselo: Datum: Datum ontvangst: De zienswijze is binnen Indiener: 18 april 2011 18 april 2011 de termijn ontvangen en derhalve ontvankelijk. De heer P.J.W. Vreeswijk namens het bestuur van Tennisvereniging Weerselo Korte samenvatting zienswijze: De heer Vreeswijk geeft aan dat de korting op subsidies niet op te vangen is in de exploitatie, tenzij de gemeente Dinkelland de huurprijzen verlaagt en de gemeente Dinkelland actief ondersteuning geeft bij het vinden van vrijwilligers. Reactie college: Er zal een plan van aanpak worden opgesteld hoe de realisatie van de bezuinigingen (in totaal een bedrag van € 282.000,-- in 2014) zal worden uitgevoerd. In dit plan van aanpak worden onder andere de mogelijkheden voor privatisering van onderhoud, kunstgrasvelden en harmonisatie van tarieven onderzocht. Daarnaast is de dekkingsgraad van sportaccommodaties een aandachtspunt en zal er aandacht geschonken worden aan het terug treden van de overheid ten aanzien van de sport, het zgn. profijtbeginsel. Binnen de gemeente Dinkelland is de vrijwilligersvacaturebank actief (bij Trimaran). Ook de tennisvereniging Weerselo kan hier terecht voor ondersteuning om meer vrijwilligers te werven. Conclusie: De zienswijze van Tennisvereniging Weerselo is voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien. Zienswijze 3: Tennisvereniging Saasveld: Datum: Datum ontvangst: De zienswijze is binnen Indiener: 13 mei 2011 13 mei 2011 de termijn ontvangen en derhalve ontvankelijk. Mevrouw K. Papenburg namens het bestuur van Tennisvereniging Saasveld. Korte samenvatting zienswijze: Mevrouw K. Papenburg gaat in op de consequenties van een mogelijke bezuiniging en wijst op de Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011 3 slechte staat van de banen in Saasveld. Het is noodzakelijk dat de tennisvereniging met de gemeente tot een oplossing komt, ook met betrekking tot de mogelijkheden van privatisering. Reactie college: Er zal een plan van aanpak worden opgesteld hoe de realisatie van de bezuinigingen (in totaal een bedrag van € 282.000,-- in 2014) zal worden uitgevoerd. In dit plan van aanpak worden onder andere de mogelijkheden voor privatisering van onderhoud, kunstgrasvelden en harmonisatie van tarieven onderzocht. Daarnaast is de dekkingsgraad van sportaccommodaties een aandachtspunt en zal er aandacht geschonken worden aan het terug treden van de overheid ten aanzien van de sport, het zgn. profijtbeginsel. Bij de Tennisvereniging Saasveld is in de maand maart 2011 voor ruim € 12.000,- aan groot onderhoud en renovatie gepleegd. Conclusie: De zienswijze van Tennisvereniging Saasveld is voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien. Zienswijze 4: Tennisvereniging Deurningen: Datum: Datum ontvangst: De zienswijze is binnen Indiener: 16 mei 2011 16 mei 2011 de termijn ontvangen en derhalve ontvankelijk. De heer E.D.A. Wegdam namens het bestuur van Tennisvereniging Deurningen. Korte samenvatting zienswijze: De heer E.D.A. Wegdam deelt mede erg teleurgesteld te zijn dat de gemeente Dinkelland voornemens is de subsidies te verlagen. De verlaging van de toch al geringe subsidie zal tot gevolg hebben dat de contributie verhoogd moet worden waardoor een aantal leden om financiële redenen moet afhaken. Minder leden zou vervolgens een bedreiging zijn van de continuïteit van tennisvereniging Deurningen. Indien de gemeente Dinkelland desondanks toch de subsidie verlaagd, dan verwacht tennisverenging Deurningen dat dit na rato zal worden verlaagd. Reactie college: Er zal een plan van aanpak worden opgesteld hoe de realisatie van de bezuinigingen (in totaal een bedrag van € 282.000,-- in 2014) zal worden uitgevoerd. In dit plan van aanpak worden onder andere de mogelijkheden voor privatisering van onderhoud, kunstgrasvelden en harmonisatie van tarieven onderzocht. Daarnaast is de dekkingsgraad van sportaccommodaties een aandachstpunt en zal er aandacht geschonken worden aan het terug treden van de overheid ten aanzien van de sport, het zgn profijtbeginsel. Conclusie: De zienswijze van Tennisvereniging Deurningen is voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien. Zienswijze 5: Voetbalvereniging RSC Rossum: Datum: Datum ontvangst: De zienswijze is binnen Indiener: 12 mei 2011 13 mei 2011 de termijn ontvangen en derhalve ontvankelijk. De heer B.A. Tijkotte namens het bestuur van Voetbalvereniging RSC Rossum. Korte samenvatting zienswijze: Het bestuur van de Rossumse Sport Club (RSC) verzoekt de gemeente om eerst inzichtelijk te maken wat de jaarlijkse bijdrage is en welke beoogde bezuinigingen zullen worden voorgesteld. Daarnaast wijst het bestuur van RSC er op dat bezuinigingen op sport in de toekomst een negatieve uitwerking zullen hebben op de samenleving. Naast het voetbal heeft de vereniging een maatschappelijke functie en verantwoordelijkheid naar de leden, in het bijzonder naar de jeugdleden. Als het lidmaatschap te duur wordt en men daardoor niet meer in verenigingsverband actief is, kan aandacht voor normen en Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011 4 waarden, alcohol en drugs verdwijnen. Daardoor wordt de leefbaarheid in Rossum nadelig beïnvloed en krijgt de samenleving daarvan de rekening gepresenteerd. Het bestuur van RSC ontraadt bezuinigingen op het gebied van sport; sport moet voor iedereen betaalbaar blijven. Tot slot biedt het bestuur van RSC aan om samen met andere verenigingen en de gemeente te kijken waar tot een optimalisatie gekomen kan worden, om zo kosten te besparen. Reactie college: Er zal een plan van aanpak worden opgesteld hoe de realisatie van de bezuinigingen (in totaal een bedrag van € 282.000,-- in 2014) zal worden gerealiseerd. In dit plan van aanpak worden onder andere de mogelijkheden voor privatisering van onderhoud, kunstgrasvelden en harmonisatie van tarieven onderzocht. Daarnaast is de dekkingsgraad van sportaccommodaties een aandachtspunt en zal er aandacht geschonken worden aan het terug treden van de overheid ten aanzien van sport, het zgn. profijtbeginsel. Kunstgras is door de gemeenteraad aangemerkt als majeur project. Het college is van mening dat eerst het ingestelde onderzoek afgerond moet zijn en naar aanleiding van deze resultaten zal er aan de gemeenteraad van Dinkelland een voorstel worden voorgelegd. Conclusie: De zienswijze van Voetbalvereniging RSC Rossum is voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien. Zienswijze 6: Voetbalvereniging UD Weerselo: Datum: 13 mei 2011 Datum ontvangst: 17 mei 2011 De zienswijze is buiten de termijn ontvangen, maar zal toch worden meegenomen in de beantwoording. Indiener: De heer P.H.J. Roelofs namens het bestuur van Voetbalvereniging UD Weerselo. Korte samenvatting zienswijze: Het bestuur van UD Weerselo geeft aan dat men zich zorgen maakt over de gevolgen van de voorgenomen bezuinigingen. Men ziet de toekomst –financieel gezien- somber in. Daarnaast wordt ook gesteld dat men inziet dat het gemeentebestuur in de huidige tijd geen andere keuze heeft dan bezuinigen. Een harmonisatie van tarieven wordt toegejuicht, omdat zo een eerlijke verdeling van de beschikbare gelden ontstaat. Het bestuur van UD Weerselo geeft aan dat een extra lastenverzwaring voor de leden niet wenselijk is. Het bestuur van UD Weerselo is van mening dat een bezuiniging behaald kan worden door met de gemeente een regeling te treffen voor wat betreft het onderhoud van de velden. Door de inzet van de vrijwilligers van de club, denkt UD Weerselo het onderhoud niet alleen goedkoper, maar ook kwalitatief beter te kunnen. Reactie college: Er zal een plan van aanpak worden opgesteld hoe de realisatie van de bezuinigingen (in totaal een bedrag van € 282.000,-- in 2014) zal worden gerealiseerd. In dit plan van aanpak worden onder andere de mogelijkheden voor privatisering van onderhoud, kunstgrasvelden en harmonisatie van tarieven onderzocht. Daarnaast is de dekkingsgraad van sportaccommodaties een aandachtspunt en zal er aandacht geschonken worden aan het terug treden van de overheid ten aanzien van de sport, het zgn. profijtbeginsel. Kunstgras is door de gemeenteraad aangemerkt als majeur project. Conclusie: De zienswijze van Voetbalvereniging UD Weerselo is voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien. Zienswijze 7 Voetbalvereniging KOSC Datum: Datum ontvangst: 19 april 2011 19 april 2011 Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011 5 De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk. Indiener: De heer V. Maaswinkel namens het bestuur van Voetbalvereniging KOSC. Korte samenvatting zienswijze: De heer Maaswinkel betoogt namens Voetbalvereniging KOSC dat een verhoging van de bijdrage in de dekking in de sport naar 60% voor alle verenigingen betekent dat dit door middel van contributieverhogingen gedekt zal moeten worden. Tevens geeft de heer Maaswinkel aan dat in het huidige economische klimaat dit niet gedekt zal worden door hogere sponsorbijdragen. Forse contributieverhogingen zullen leiden tot een lager aantal leden voor de clubs waardoor een neerwaartse spiraal gaat ontstaan, immers minder leden moeten de hogere lasten gaan opbrengen. Vanuit gezondheids- en maatschappelijk oogpunt is dit een ongewenste situatie. Tevens is de vraag of de vele vrijwilligers die actief zijn als leider, trainer, accommodatieploeg etc. gemotiveerd blijven om dat werk te blijven doen. Reactie college: Er zal een plan van aanpak worden opgesteld hoe de realisatie van de bezuinigingen (in totaal een bedrag van € 282.000,-- in 2014) zal worden gerealiseerd. In dit plan van aanpak worden onder andere de mogelijkheden voor privatisering van onderhoud, kunstgrasvelden en harmonisatie van tarieven onderzocht. Een uitgangspunt hierbij is dat de dekkingsgraad van sportaccommodaties zullen worden verhoogd. Daarnaast is de dekkingsgraad van sportaccommodaties een aandachtspunt en zal er aandacht geschonken worden aan het terug treden van de overheid ten aanzien van de sport, het zgn. profijtbeginsel. Kunstgras is door de gemeenteraad aangemerkt als majeur project. Conclusie: De zienswijze van Voetbalvereniging KOSC is voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien. Zienswijze 8 Volleybalvereniging DeVoKo Datum: 19 april 2011 Datum ontvangst: 19 april 2011 De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk. Indiener: De heer V. Blokhuis namens het bestuur van Volleybalvereniging DeVoKo. Korte samenvatting zienswijze: De heer V. Blokhuis betoogt namens volleybalvereniging DeVoKo dat een bezuiniging van € 282.000,-opgebracht moet worden door ongeveer 8500 sporters. Per sporter is dit € 33,--. Voor een jeugdlid van DeVoKo betekent dit een verhoging van ruim 20%. De heer Blokhuis geeft aan dat de kans groot is dat binnensport onbetaalbaar wordt, vanwege de kosten voor de accommodatie. In de piekuren is er onvoldoende accommodatie. Uitbreiding van accommodatie zal moeilijk worden nu de bezuinigingen er aan komen. Vervolgens gaat de heer Blokhuis in op het verschil in tarieven tussen de binnensport en de buitensport. Tevens geeft de heer Blokhuis aan dat DeVoKo geen eigen kantine heeft en dus ook niet kan profiteren van kantine inkomsten. De heer Blokhuis roept de raad op om er voor te zorgen dat de sport betaalbaar blijft en dat er goed gekeken moet worden naar de onderlinge verschillen tussen de tarieven van de binnensport en de buitensport. Reactie college: Er zal een plan van aanpak worden opgesteld hoe de realisatie van de bezuinigingen (in totaal een bedrag van € 282.000,-- in 2014) zal worden uitgevoerd. In dit plan van aanpak worden onder andere de mogelijkheden voor privatisering van onderhoud, kunstgrasvelden en harmonisatie van tarieven onderzocht. Daarnaast is de dekkingsgraad van sportaccommodaties een aandachtspunt en zal er aandacht geschonken worden aan het terug treden van de overheid ten aanzien van de sport, het zgn. profijtbeginsel. Het college is van mening dat eerst het ingestelde onderzoek afgerond moet zijn en naar aanleiding van deze resultaten zal er aan de gemeenteraad van Dinkelland een voorstel worden voorgelegd. Conclusie: De zienswijze van Volleybalvereniging Devoko is voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011 6 herzien. Zienswijze 9: ODI Weerselo Datum: 14 mei 2011 Datum ontvangst: 18 mei 2011 De zienswijze is buiten de termijn ontvangen, maar zal toch worden meegenomen in de beantwoording. Indiener: Bestuur van ODI Weerselo, de heer R. Olde Meule. Korte samenvatting zienswijze: Het bestuur van ODI Weerselo geeft aan dat men de kosten en daarmee de contributie zo laag mogelijk probeert te houden. De jeugdsubsidie is erg belangrijk om de toegang tot bewegingsvormen voor de jeugd zo laagdrempelig mogelijk te houden. Door wegvallen van de jeugdsubsidie zal de contributie met € 37,50 per jaar moeten stijgen. Een dergelijke stijging zal grote gevolgen hebben voor het aantal jeugdleden. ODI Weerselo heeft geen mogelijkheden om andere inkomsten te genereren. Naast contributie en subsidie moet ODI Weerselo het hebben van zelfredzaamheid en een incidentele sponsor. Bezuinigen op de jeugdsubsidie heeft voor de gemeente weinig nut, terwijl het voor ODI Weerselo grote gevolgen heeft. ODI Weerselo spreekt de verwachting uit dat het definitieve besluit van de gemeenteraad hun vereniging niet zal raken. Reactie college: Er zal een plan van aanpak worden opgesteld hoe de realisatie van de bezuinigingen (in totaal een bedrag van € 282.000,-- in 2014) zal worden uitgevoerd. In dit plan van aanpak worden onder andere de mogelijkheden voor privatisering van onderhoud, kunstgrasvelden en harmonisatie van tarieven onderzocht. Daarnaast is de dekkingsgraad van sportaccommodaties een aandachtspunt en zal er aandacht geschonken worden aan het terug treden van de overheid ten aanzien van de sport, het zgn. profijtbeginsel. Het college is van mening dat eerst het ingestelde onderzoek afgerond moet zijn en naar aanleiding van deze resultaten zal er aan de gemeenteraad van Dinkelland een voorstel worden voorgelegd. Conclusie: De zienswijze van ODI Weerselo is voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien. Zienswijze 10: We Doen Wat We Zeggen (WDWWZ) Datum: Datum ontvangst: De zienswijze is binnen Indiener: 18 april 2011 21 april 2011 de termijn ontvangen en derhalve ontvankelijk. De heer R. Leget namens het bestuur van de politieke partij We Doen Wat We Zeggen (WDWWZ) Korte samenvatting zienswijze: WDWWZ dringt er op aan het huidige aantal ambtenaren dat bij de gemeente Dinkelland werkzaam is niet te verminderen. WDWWZ wil een streep zetten door de voorgenomen en reeds gedeeltelijk uitgevoerde voorgenomen bezuinigingen van twee maal tien formatieplaatsen. Reactie college: Als college hebben wij de gemeenteraad er op gewezen dat bezuiniging op de personeelsformatie beperkt kan worden gerealiseerd, door het verhogen van de efficiency. Voor het overige is dit alleen realiseerbaar door het takenpakket te verminderen of versoberen en/of het niveau van de dienstverlening aan te passen. Dit kan inderdaad tot gevolg hebben dat inwoners die ondersteuning nodig hebben bij het vinden van een baan danwel ondersteuning middels een re-integratietraject om de perspectieven op de arbeidsmarkt te verbeteren minder aandacht krijgen. Meer specifiek ten opzichte van de door WDWWZ aangehaalde punten merken wij het volgende op: 1. Klopt, echter de keuzes die er gemaakt moeten worden betreffen bedrijfsvoeringaspecten en is derhalve aan het ambtelijk apparaat hoe hieraan uitvoering gegeven zal worden. Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011 7 2. Er is op dit moment een vacaturestop waardoor er geen medewerkers in dienst worden genomen. 3. De krimp op de personeelsformatie wordt in principe gerealiseerd door natuurlijk verloop. Dit hoeft dan geen effect te hebben op het aantal mensen in de bijstand, daar niet alle medewerkers woonachtig zijn binnen de gemeente Dinkelland. 4. De gemeente Dinkelland zet zich in om (langdurig) werklozen te re-integreren en de perspectieven op werk te verbeteren. De intentie is om dit zoveel mogelijk te blijven doen. Conclusie: De bezuiniging op het ambtelijk apparaat kan, naast de reeds geleverde bezuiniging van 10 fte gevolgen hebben voor de uitvoering van taken en het realiseren van doelen uit het programma “Samen sterk en kiezen voor kwaliteit. Zienswijze 11: Stichting Kringloopbedrijf De Beurs Datum: 18 april 2011 Datum ontvangst: 18 april 2011 De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk. Indiener: Stichting Kringloopbedrijf De Beurs, de heer M. Bijlsma Korte samenvatting zienswijze: Kringloopbedrijf De beurs heeft in haar zienswijze aangegeven dat de communicatie niet correct is verlopen. Voor De Beurs was het onduidelijk of de gemeente Dinkelland alleen wil bezuinigen op subsidies of op de dienstverlening richting de burgers. In geval van De Beurs gaat het om een voorstel tot stopzetten van de vergoeding voor dienstverlening. Zoals al eerder werd aangegeven ontvangt De Beurs een vergoeding en géén subsidie. Hieronder wordt puntsgewijs ingegaan op de overige zaken die door Kringloopbedrijf De Beurs tijdens de indiening van de mondelinge zienswijze naar voren heeft gebracht: Onderdeel 1. De brief van Kringloopbedrijf de Beurs is verstuurd naar aanleiding van een krantenartikel in TC Tubantia en een bezoek aan de website van de gemeente Dinkelland. Er bestaat grote bezorgdheid over het voorgenomen besluit van de gemeente Dinkelland. Reactie college: Op 11 februari 2011 heeft De Beurs een brief gestuurd waarin zij o.a. haar bezorgdheid uitspreken over de voorgenomen financiële maatregelen in het kader van de aangekondigde bezuinigingen. Naar aanleiding van de brief van 11 februari 2011 hebben medewerkers van de gemeente Dinkelland medewerkers van De Beurs uitgenodigd voor een gesprek. In dit gesprek is aangegeven dat wij het betreuren dat De Beurs de voorgenomen bezuinigingen via een krantenartikel heeft moeten lezen. Het gaat om een voornemen welke nog door de gemeenteraad behandeld moet worden. Verder is tijdens dit gesprek aangegeven, dat de gemeente Dinkelland niet van plan is om de inzameling van grof huishoudelijk afval af te schaffen. Ook is de gemeente Dinkelland niet van plan om de samenwerking met De Beurs te beëindigen. Burgers kunnen grof huishoudelijk afval inleveren op het Afvalbrengpunt en De Beurs kan tegen betaling van alle in te nemen fracties hun dienstverlening blijven uitvoeren (vindt nu reeds plaats voor niet herbruikbare fracties). Ook andere gemeenten bespreken bezuinigingsvoorstellen als het gaat om een vergoedingsysteem voor het huis-aan-huis inzamelen van grof huishoudelijk afval: de bewering van De Beurs dat Dinkelland zich in een uitzonderingspositie plaatst is niet juist. Tijdens het gesprek op 28 februari 2011 is verder gesproken over mogelijkheden en/of maatregelen tot maatwerk voor De Beurs na stopzetting van de vergoeding. Deze mogelijkheden betreffen bijvoorbeeld de situering van kringloopactiviteiten in de directe nabijheid van het afvalbrengpunt en afspraken over samenwerking van de kringloopactiviteiten met het afvalbrengpunt in Denekamp. Expliciet worden zodoende kansen gecreëerd om de inkomensderving te compenseren. Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011 8 Onderdeel 2. Onduidelijk is of de gemeente wil bezuinigen op subsidies of op de dienstverlening richting burgers. Reactie college: In geval van De Beurs gaat het om een voorstel tot stopzetten van de vergoeding voor dienstverlening. Zoals al eerder werd aangegeven ontvangt De Beurs een vergoeding en géén subsidie. Onderdeel 3. De Beurs wil graag door middel van samenwerking komen tot een kostendekkend systeem van dienstverlening. De Beurs wil graag een garantie over hun rol bij en de invulling van het Afvalbrengpunt. Reactie college: Er wordt momenteel organisatiebreed gewerkt aan een voorstel tot het herinrichten van het Afvalbrengpunt. Zoals hiervoor gemeld is er een kans dat daarbij een rol is weggelegd voor De Beurs, echter de opdracht valt onder de Europese aanbestedingsregels, waardoor het allerminst zeker is dat zij het afvalbrengpunt mogen herinrichten. De mogelijke rol van de Beurs wordt gezien in het inrichten van kringloopactiviteiten als voorportaal van het afvalbrengpunt. Ook wordt er nagedacht over de exploitatie van de locatie door medewerkers van de Beurs. Het is een omvangrijk project, waarbij het uitgangspunt is het kostendekkend maken van het afvalbrengpunt. Bovendien voldoet het huidige afvalbrengpunt niet meer aan wet- en regelgeving, waardoor investeringen moeten worden gedaan. Dit vraagt om een advies richting het college. De verwachting is dat binnen drie maanden een onderbouwd voorstel gereed is. Onderdeel 4. Ter compensatie van de voorgenomen bezuinigingen vraagt De Beurs of de gemeente Dinkelland wil bekijken hoe de huidige inzamelingen t.a.v. oud papier, metaal, textiel en wit- en bruingoed georganiseerd zijn. Tevens vragen zij of de opbrengsten van deze afvalfracties per 1 januari 2012 ten goede kunnen komen van De Beurs. Reactie college: Zoals hiervoor vermeld wordt in eerste instantie nagedacht over een rol voor De Beurs voor wat betreft de gratis fracties uit het grof huishoudelijk afval. Voor hun mogelijke rol bij de inzameling van andere afvalfracties wordt een afzonderlijk onderzoek gedaan. Onderdeel 5. De datum van 1 januari 2012 zal naar alle waarschijnlijkheid niet de datum zijn, waarop het huidige afvalbrengpunt gerevitaliseerd zal zijn. Reactie college. Het is juist dat De Beurs aangeeft dat een volledig heringericht afvalbrengpunt op 1 januari 2012 niet zal zijn gerealiseerd. Een voorstel tot een kostendekkend en heringericht afvalbrengpunt is een omvangrijke opdracht. Deze opdracht valt onder de regels voor Europese aanbesteding. Conclusie: De zienswijzen van Kringloopbedrijf de Beurs zijn voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien. Zienswijze 12: Stichting Bibliotheek Dinkelland Datum: 18 april 2011 Datum ontvangst: 18 april 2011 De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk. Indieners: De heren C. Hamers (voorzitter) en H. Rengerink (directeur) namens de Stichting Bibliotheek Dinkelland. Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011 9 Korte samenvatting zienswijze: Het budget van Stichting Bibliotheek Dinkelland wordt in totaal met € 140.000,-- gekort, dit op een bedrag van € 557.615,--. Dit betekent een korting van 25% op het huidige subsidiebedrag. De gevolgen van deze voorgenomen bezuinigingen zijn groot. Aan gedwongen ontslagen valt bijna niet te ontkomen. De bibliotheek moet steeds meer een beroep doen op vrijwilligers. Het openhouden van 4 vestigingen is in de ogen van het bestuur onmogelijk. Het bestuur van de bibliotheek wil de bestuurlijke verantwoording niet voor haar rekening nemen. De Stichting Bibliotheek Dinkelland is van mening dat verhoging van de inkomsten alleen maar mogelijk is door contributieverhoging. Reactie college: De gemeenteraad heeft een voorgenomen besluit genomen op 29 maart waarbij het volgende in acht moet worden genomen: - er dient een beter inzicht te komen in de overige inkomsten en vermogen van de Bibliotheek Dinkelland; - het aantal vestigingen in Dinkelland blijft vier; - de Bibliotheek Dinkelland wordt gestimuleerd een actiever beleid te voeren met betrekking tot het genereren van meer inkomsten, bijvoorbeeld in de sfeer van de (jeugd)ledentarieven. Een inzicht in de inkomsten en het vermogen van de Bibliotheek Dinkelland is voorhanden. In de begroting 2011 is een totaal aan inkomsten opgegeven van € 690.000,-- en aan uitgaven is begroot een totaalbedrag van € 715.150,--. De Stichting Bibliotheek gaat dus uit van een begrotingstekort van € 25.150,--. De contributieopbouw is volgens de begroting 2011 als volgt: - tot en met 17 jaar 18 tot en met 20 jaar 21 jaar en ouder instellingen gratis € 28,-€ 32,-€ 32,-- Ook heeft de Stichting Bibliotheek Dinkelland diverse reserves opgebouwd: - Investeringsreserve - Automatiseringsreserve - Mediareserve - Egalisatiereserve - Bouw en inrichtingreserve - Reserve onderhoud Totaal € 555.514,-€ 17.851,-€ 13.398,-€ 42.458,-€ 225.000,-€ 79.464,-€ 933.685,-- (jaarrekening 2009) Aan personeelskosten geeft de Stichting Bibliotheek Dinkelland jaarlijks een bedrag van € 313.200,-- uit (begroting 2011). Landelijk is de norm voor personeelskosten maximaal 25% van het totale subsidiebedrag. Met de Stichting Bibliotheek Dinkelland dienen resultaatafspraken te worden gemaakt over het subsidiebedrag en de opgebouwde reserves. Ook de salarispost (56%) van het totale subsidiebedrag verdient hierbij aandacht. Het is een gemeentelijke beleidsvrijheid om bibliotheekwerk te subsidiëren. Conclusie: De zienswijzen van de Stichting Bibliotheek Dinkelland zijn voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien. Zienswijze 13: Stichting Muziekschool Dinkelland Datum: 18 april 2011 Datum ontvangst: 18 april 2011 De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk. Indiener: De heer I. Weijmans (directeur) namens de Stichting Muziekschool Dinkelland. Korte samenvatting zienswijze: Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011 10 De Stichting Muziekschool Dinkelland is van mening dat voor de huidige subsidiebedragen per leerling (€ 200,-- en € 250,-- per leerling) geen goed muziekonderwijs kan worden gegeven. Dit leidt tot lesgelden van € 550,-- tot € 600,-- per leerling. Door toename van het lesgeld zal het leerlingenaantal afnemen. Lagere leerlingenaantallen zullen leiden tot lesgeldverhogingen om de kosten te kunnen dragen. Volgens de Stichting Muziekschool Dinkelland is er sprake van een sterfhuisconstructie. Daarnaast geeft de Stichting Muziekschool Dinkelland aan dat professionele musici (die nu als docenten fungeren) niet te vervangen zijn door vrijwilligers. De Stichting Muziekschool Dinkelland gaat nog kort in op de huurkosten en doet een voorstel om met de gemeente in gesprek te komen over enerzijds een budget per leerling voor het onderwijs en anderzijds een budget voor de dekking van de overige exploitatie. Reactie college: De huidige prestatieafspraken met de muziekschool Dinkelland stammen uit 2006. Dit betreft een overeenkomst voor 5 jaar. Inmiddels zijn hiervan ruim 4 jaar verstreken. In deze overeenkomst is het bedrag dat vanuit de gemeente beschikbaar is per leerling opgenomen. De Muziekschool had hiermee al bij ondertekening van de overeenkomst een inschatting kunnen en moeten maken over de financiële haalbaarheid hiervan. Het feit dat hier nu van wordt gezegd dat het hier een sterfhuisconstructie betreft wordt dan ook niet onderschreven. Daarnaast is het college van mening dat de huidige subsidiebedragen per leerling voldoende zijn om goed muziekonderwijs te geven. Sterker nog, in principe is er geen sprake van een bezuiniging, ook de afgelopen jaren was dit bedrag de norm voor de verstrekking van de subsidie. Eventuele kostenstijgingen dient de muziekschool binnen de eigen budgetten op te vangen. Conclusie: De zienswijzen van de Stichting Muziekschool Dinkelland zijn voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien, aangezien er geen sprake is van een bezuiniging. Zienswijze 14: De Muziekschool Twente Datum: 18 april 2011 Datum ontvangst: 18 april 2011 De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk. Indiener: Mevrouw Y. Hogt (locatieleider) namens De Muziekschool Twente. Korte samenvatting zienswijze: De Muziekschool Twente gaat in op de concept kadernota “Cultuureducatie nieuwe stijl” en geeft aan dat deze nota de belangrijke aspecten en waarden beschrijft die cultuuronderwijs voor kinderen kan hebben. Er wordt echter nu voorgesteld om te bezuinigen op het gemeentelijke cultuureducatiebudget. Bovendien is het actieve muziekonderwijs dat De Muziekschool Twente de afgelopen 5 jaar in opdracht van de gemeente voor het onderwijs heeft verzorgd helemaal verdwenen. De Muziekschool Twente doet een dringend beroep op de gemeente om een budget voor De Muziekschool Twente beschikbaar te houden om alle kinderen de kans te geven om ook zelf muziek te blijven maken. De Muziekschool Twente geeft aan met de gemeente te willen meedenken over hoe en waar kinderen de kans geboden kan worden om zelf muziek te maken. Reactie college: In 2005 heeft de gemeente uitgesproken dat men cultuureducatie wilde stimuleren. Destijds heeft de muziekschool Twente de opdracht gekregen om binnen het basisonderwijs dit vorm te gaan geven voor wat betreft het aspect muziek. De huidige overeenkomst eindigt op 1 juli 2011. Nieuwe beleidsontwikkelingen vanuit de provincie en economische ontwikkelingen binnen de gemeente zorgen ervoor dat de inhoudelijke en financiële kaders veranderen. De beschikbare middelen uit het verleden waren in vergelijking tot omliggende gemeenten hoog. Met de bezuiniging zoals voorgesteld is het financiële kader weliswaar verlaagd, maar ten opzichte van omliggende gemeenten nog steeds hoog. De beleidsveranderingen vanuit de provincie worden binnen deze nieuwe financiële kaders vormgegeven in samenwerking met het basisonderwijs. De gelden worden hiermee verdeeld over alle cultuuraspecten, waaronder muziek. Hiermee geeft het college nog steeds de mogelijkheid aan alle Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011 11 kinderen in de gemeente om kennis te maken met muziek. Inmiddels zijn drie aanbieders voor muziekonderwijs aangeschreven om een offerte uit te brengen voor het verzorgen van muziekonderwijs binnen de gemeente Dinkelland. Conclusie: De zienswijzen van De Muziekschool Twente zijn voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien. Zienswijze 15: Federatie Muziekverenigingen Datum: 18 april 2011 Datum ontvangst: 18 april 2011 De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk. Indieners: De heren Th. Dalhoeven (St. Plechelmus Harmonie Deurningen), A.G.J. Oude Essink Nijhuis (St. Remigius Harmonie Weerselo) en M. Deterink (muziekvereniging St. Henricus Rossum) namens de Federatie Muziekverenigingen. Korte samenvatting zienswijze: De heer Dalhoeven geeft aan dat men blij is met het voorgenomen besluit van 29 maart 2011. De muziekverenigingen worden niet (meer) direct geraakt door de bezuinigingen. De heer Dalhoeven geeft aan dat de muziekverenigingen zorgen hebben dat het muziekonderwijs na 1 juli onbetaalbaar wordt. Als de muziekschool opgeheven wordt of als er contact gezocht moet worden met een andere muziekschool is er een grote kans dat de tarieven veel hoger worden. Reactie college: Na de bezuinigingen is er nog steeds hetzelfde subsidiebedrag per leerling beschikbaar. De aanbesteding die momenteel loopt om het muziekonderwijs ook na 1 juli 2011 (datum waarop de overeenkomsten met de huidige aanbieders aflopen) geeft duidelijkheid over de werkelijke kosten, maar er is voor het college geen aanleiding om aan te nemen dat zich hierin grote wijzigingen zullen voordoen. Conclusie: De zienswijzen van de Federatie muziekverenigingen zijn voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien. Zienswijze 16: Stichting Molenstichting Lattrop-Tilligte Datum: 19 april 2011 Datum ontvangst: 19 april 2011 De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk. Indiener: De heer C. De Regt (voorzitter) namens de Molenstichting Lattrop-Tilligte. Korte samenvatting zienswijze: De heer De Regt geeft aan dat voor het onderhoud van de molens die in beheer zijn bij de Molenstichting Lattrop-Tilligte geld nodig is. Dit geld kan niet alleen via de door de Molenstichting georganiseerde activiteiten worden gegenereerd. De bijdrage van de gemeente voor het periodiek onderhoud maakt het mogelijk dat de molens blijven draaien. De heer De Regt vraagt om continuering van de steun en de financiële bijdrage van de gemeente. Reactie college: Op grond van de Deelverordening onderhoudssubsidies gemeentelijke monumenten Dinkelland 2010, artikel 1 wordt onder onderhoudssubsidie het volgende verstaan: “Aan de eigenaar van een gemeentelijk monument, dat naar het oordeel van het college in redelijke staat verkeert, kan het college jaarlijks een bijdrage verlenen in de kosten van het onderhoud van het monument in de vorm van een vast bedrag per jaar”. Deze subsidieregeling is een stimuleringsmaatregel om eigenaren te enthousiasmeren hun monument Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011 12 goed te onderhouden. Het wordt uitgekeerd in een vast subsidiebedrag en heeft geen enkele relatie tot het benodigde onderhoudsbudget. De Molenstichting heeft naast eigen inkomsten ook nog recht op een jaarlijkse exploitatiebijdrage van de gemeente. Deze bijdrage blijft bestaan. Om er toch een stimulans van te laten uitgaan is te overwegen om wel het abonnement van de Monumentenwacht ad. € 35,00 per jaar te blijven vergoeden. Op basis van het huidige aantal reeds aangewezen gemeentelijke monumenten (35) en de te verwachten nieuw aan te wijzen monumenten (60) gaat het om een bedrag van € 3.325,00. Conclusie: De zienswijzen van de Molenstichting Lattrop-Tilligte zijn voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien. Zienswijze 17: de heer H.C.M.Boomkamp en mevrouw S.G.G. Boomkamp-Derkman Datum: 19 april 2011 Datum ontvangst: 19 april 2011 De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk. Indieners: De heer H.C.M. Boomkamp en mevrouw S.G.G. Boomkamp-Derkman. Korte samenvatting zienswijze: Erve Elferman is een gemeentelijk monument. De heer Boomkamp noemt deze bescherming “monumentaal beslag”. Dit levert volgens hem beperkingen op. Daarnaast is instandhouding van gebouw en erf is een kostbare aangelegenheid. De heer Boomkamp legt de verbinding “onderhoudssubsidie eraf, dan ook het monumentale beslag van gemeentelijk monument eraf”. Reactie college: Volgens de Deelverordening onderhoudssubsidies gemeentelijke monumenten Dinkelland 2010 onder II “te subsidiëren activiteit” kan het college van burgemeester en wethouders subsidie verlenen als bijdrage in de kosten van het onderhouden van een gemeentelijk monument. Het college is daarbij wel afhankelijk van de financiële middelen (het subsidieplafond), die de gemeenteraad jaarlijks ter beschikking stelt in de gemeentelijke begroting. Dit instellen van een subsidieplafond kan de gemeenteraad doen op grond van artikel 4 van de Algemene subsidieverordening (Asv). In het kader van de bezuinigingsmaatregelen heeft de gemeenteraad het voornemen om het subsidieplafond op nul euro te stellen. Gebruik maken van het instellen van dit plafond staat evenwel los van het te voeren gemeentelijk monumentenbeleid. Dit beleid blijft ongewijzigd. Er zijn voor 2012 echter geen stimuleringsgelden voor beschikbaar. Tevens staan er voor de heer en mevrouw Boomkamp nog andere mogelijkheden open. Zo kan men (weliswaar onder voorwaarden) gebruik maken van voorzieningen van het Prins Bernhard Cultuurfonds (laagrentende leningen). Om er toch een stimulans van te laten uitgaan is te overwegen om wel het abonnement van de Monumentenwacht ad. € 35,-- per jaar te blijven vergoeden. Op basis van het huidige aantal reeds aangewezen gemeentelijke monumenten (35) en de te verwachten nieuw aan te wijzen monumenten (60) gaat het om een bedrag van € 3.325,--. Conclusie: De zienswijze van de heer en mevrouw Boomkamp-Derkman zijn voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien. Zienswijze 18: Monumentenraad Dinkelland Datum: Datum ontvangst: De zienswijze is binnen Indieners: 9 mei 2011 12 mei 2011 de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk. De leden van de monumentenraad Dinkelland Korte samenvatting zienswijze: De monumentenraad heeft de afgelopen jaren hard gewerkt aan de actualisering van de Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011 13 gemeentelijke monumentenlijst Dinkelland. In mei/juni 2011 zal deze geactualiseerde gemeentelijke monumentenlijst aangeboden worden aan het college. Het college zal daarbij tevens worden verzocht het voorstel goed te keuren en om toestemming te verlenen voor het in werking stellen van de aanwijzingsprocedure door eigenaren en belanghebbenden te horen. Het aanwijzen van een object als gemeentelijk monument is de erkenning van de kwaliteit van de architectuur of van het uitgesproken karakter van het object en maakt het bijzonder ten opzichte van de niet aangewezen objecten. Één van de belangrijkste uitgangspunten hierbij is de bewustwording van eigenaren c.q. belanghebbenden van de waarde van het in bezit c.q. gebruik hebben van een gemeentelijk monument en de uitstraling, die van alle monumenten samen uitgaat, voor de woon- en leefomgeving in gemeente Dinkelland. Om de eigenaren c.q. belanghebbenden hierin te stimuleren vanuit de gemeente is de huidige jaarlijkse subsidie, als tegemoetkoming in de onderhoudskosten een belangrijk bindmiddel gebleken. Deze subsidie, verstrekt op grond van de Erfgoedverordening Dinkelland 2010 en de Deelverordening onderhoudssubsidies gemeentelijke monumenten Dinkelland 2010, is voor eigenaren, belanghebbenden minimaal en onmisbaar. De monumentenraad pleit voor handhaving van de huidige onderhoudssubsidie voor gemeentelijke monumenten en buiten de bezuinigingen te laten vallen voor het Raadsplan 2012. Reactie college: De basis voor het gemeentelijk monumentenbeleid is om samen met de betrokken eigenaren gemeentelijke monumenten als cultuurhistorisch erfgoed te bewaren, bewaken en onderhouden ervan. Wij bevestigen de mening van de Monumentenraad Dinkelland dat gemeentelijk monumenten de erkenning is van de kwaliteit van de architectuur of van het uitgesproken karakter van het object. De gemeentelijke monumenten maken het bijzonder ten opzichte van de niet aangewezen objecten. Bewustwording van eigenaren c.q. belanghebbenden van de waarde van het in bezit c.q. gebruik hebben van een gemeentelijk monument en de uitstraling voor de woon- en leefomgeving in gemeente Dinkelland is van gemeenschappelijk belang. Dit beleid en de beleidsregels, zoals opgenomen in de Deelverordening onderhoudssubsidies gemeentelijke monumenten” wijzigen niet. Echter voor de uitvoering van dit beleid worden voor 2012 geen financiële middelen ter beschikking gesteld door de gemeenteraad. De gemeenteraad zal dit doen met toepassing van artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening nl. het instellen van een subsidieplafond van nul euro. Daarnaast staan er voor monumenteneigenaren nog andere mogelijkheden open. Zo kan men (weliswaar onder voorwaarden) gebruik maken van voorzieningen van het Prins Bernhard Cultuurfonds (laagrentende leningen). Men is dus niet alleen afhankelijk van gemeentelijke subsidie. Om er toch een stimulans van te laten uitgaan is te overwegen om wel het abonnement van de Monumentenwacht ad. € 35,00 per jaar te blijven vergoeden. Op basis van het huidige aantal reeds aangewezen gemeentelijke monumenten (35) en de te verwachten nieuw aan te wijzen monumenten (60) gaat het om een bedrag van € 3.325,--. Conclusie: De zienswijze van de Monumentenraad Dinkelland is voor het college aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien. De gemeentelijke monumenten blijven in aanmerking komen voor een vergoeding van het abonnement van de Monumentenwacht. Zienswijze 19: Protestantse Gemeente Denekamp Datum: Datum ontvangst: De zienswijze is binnen Indieners: 15 mei 2011 17 mei 2011 de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk. De heer J.D. Hans namens het college van Kerkrentmeesters der Protestantse Gemeente Denekamp. Korte samenvatting zienswijze: Het verdwijnen van de onderhoudssubsidie zal de Protestantse Gemeente Denekamp met betrekking tot de panden voormalige dokterswoning Grotestraat 11-13 en de oude grafmonumenten aan de Wiptoen voor extra problemen stellen. Men ziet zich daardoor genoodzaakt om het abonnement van de Monumentenwacht Overijssel en de periodieke onderhoudsinspectie door Monumentenwacht te Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011 14 beëindigen. Men verzoekt het geheel beëindigen van de monumentensubsidie te heroverwegen. Verder gaan zij ervan uit dat de door de gemeente gestelde onderhoudseisen komen te vervallen nu de onderhoudsbijdrage vervalt. Reactie college: Op grond van de Deelverordening onderhoudssubsidies gemeentelijke monumenten Dinkelland 2010, artikel 1 wordt onder onderhoudssubsidie het volgende verstaan: “Aan de eigenaar van een gemeentelijk monument, dat naar het oordeel van het college in redelijke staat verkeert, kan het college jaarlijks een bijdrage verlenen in de kosten van het onderhoud van het monument in de vorm van een vast bedrag per jaar”. Deze subsidieregeling is een stimuleringsmaatregel om eigenaren te enthousiasmeren hun monument goed te onderhouden. Het wordt uitgekeerd in een vast subsidiebedrag en heeft geen enkele relatie tot het werkelijk benodigde voor het plegen van goed onderhoud. Ook zonder deze subsidie wordt van eigenaren verwacht dat zij hun bezit op een goed wijze onderhouden. Volgens de Deelverordening onderhoudssubsidies gemeentelijke monumenten Dinkelland 2010 onder II “te subsidiëren activiteit” kan het college van burgemeester en wethouders subsidie verlenen als bijdrage in de kosten van het onderhouden van een gemeentelijk monument. Het college is daarbij wel afhankelijk van de financiële middelen (het subsidieplafond), die de gemeenteraad jaarlijks ter beschikking stelt in de gemeentelijke begroting. Dit instellen van een subsidieplafond kan de gemeenteraad doen op grond van artikel 4 van de Algemene subsidieverordening (Asv). In het kader van de bezuinigingsmaatregelen heeft de gemeenteraad het voornemen om het subsidieplafond op nul euro te stellen. Gebruik maken van het instellen van dit plafond staat evenwel los van het te voeren gemeentelijk monumentenbeleid. Dit beleid blijft ongewijzigd. Er zijn voor 2012 echter geen stimuleringsgelden beschikbaar. De aanwijzing van de beide objecten als gemeentelijk monument is en blijft de erkenning van de kwaliteit en het uitgesproken karakter van de objecten. Tevens staan er voor monumenteneigenaren nog andere mogelijkheden open. Zo kan men (weliswaar onder voorwaarden) gebruik maken van voorzieningen van het Prins Bernhard Cultuurfonds (laagrentende leningen). Men is dus niet alleen afhankelijk van gemeentelijke subsidie. Conclusie: De zienswijze van de Protestantse Gemeente Denekamp is voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien. Zienswijze 20: Stichting Natura Docet Datum: 19 april 2011 Datum ontvangst: 19 april 2011 De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk. Indiener: De heer B. Hulshof namens de Stichting Natura Docet. Korte samenvatting zienswijze: De voorgesteld korting op de subsidie geeft een breuk te zien in de toch al krappe exploitatiebegroting van het museum/landschapscentrum in 2013 en volgende jaren. Dit houdt tevens in dat de provincie Overijssel, lettend op de onderlinge prestatieafspraken met de gemeente Dinkelland te kennen heeft gegeven haar subsidie dan ook met 50% te korten. Gevolg daarvan zal zijn dat het exploitatietekort voor de jaren na 2013 onoverkomelijk hoog oplopen, waardoor het museum en daarmee ook het project Landschapscentrum, bij voorbaat geen vooruitzicht heeft op een gunstige bedrijfseconomische ontwikkeling. Reactie college: Naar aanleiding van overleggen met het bestuur van Natura Docet en de Provincie Overijssel in het kader van het Bezoekerscentrum Natura Docet is geconstateerd dat het doorvoeren van de voorgestelde bezuiniging een tekort van € 120.000 euro in de exploitatie van het op te richten bezoekerscentrum zal opleveren. Dit omdat de Provincie te kennen heeft gegeven een evenredig percentage te willen bezuinigen op de jaarlijkse bijdrage aan Natura Docet. Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011 15 Naar aanleiding van deze conclusie is het college voornemens om aan de raad voor te leggen deze bezuiniging te heroverwegen. Conclusie: De ingediende zienswijze van Stichting Natura Docet is voor het college aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te heroverwegen en de raad te adviseren om de subsidie voor Natura Docet in stand te laten. Zienswijze 21: Stichting Openluchtmuseum “Los Hoes” Ootmarsum Datum: Datum ontvangst: De zienswijze is binnen Indiener: 12 mei 2011 13 mei 2011 de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk. De heer J.H.A. Olde Loohuis namens het Openluchtmuseum “Los Hoes” Ootmarsum. bestuur van Stichting Korte samenvatting zienswijze: Volgens het bestuur van de stichting is het verminderen van de subsidie ongewenst, omdat een verhoging van de subsidie veeleer in de rede ligt. Daarnaast vraagt het bestuur zich af of het redelijk is dat een subsidie van 100% tot 0% wordt gewijzigd. Het bestuur is van mening dat alle betrokken instellingen (musea) voor een gelijk percentage gekort moeten worden. Het bestuur is van mening dat het middel van korting op de subsidie niet gebruikt mag worden om de wens van het college tot privatisering van het museum kracht bij te zetten. Ook om die reden wordt de raad verzocht om de voorgenomen bezuiniging niet door te laten gaan. Reactie college: In gesprekken met de Stichting Openluchtmuseum Ootmarsum is gesproken over een zogenaamde ‘selfsupporting’ museum na realisatie van de Commanderie in 2013. In dat licht bezien is gesproken over beëindiging van de subsidie per 2014. Het subsidiëren van een museum is volledige beleidskeuzevrijheid en bij beëindiging van de subsidie zal de Stichting Openluchtmuseum Ootmarsum op zoek moeten naar andere inkomstenbronnen. Conclusie: De ingediende zienswijze van Stichting Openluchtmuseum “Los Hoes” Ootmarsum is voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien. Zienswijze 22: Carint Reggeland Groep Datum: 19 april 2011 Datum ontvangst: 19 april 2011 De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk. Indiener: De heer E. Eekhout, directeur Specifieke Diensten Carint Reggeland Groep Korte samenvatting zienswijze: Carint heeft begrip voor de bezuinigingen, maar is van mening dat de helft wel erg cru is. Carint is al tientallen jaren een graag geziene gast in het algemeen maatschappelijk werk. Het is werk zonder een hoog piepgehalte. De problematiek is gevarieerd. Gemiddeld is er sprake van 8 contactmomenten per cliënt en het betreft 200 verschillende burgers. Carint werkt regionaal en is 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar. De bezuiniging zal leiden tot wachttijden van een half jaar tot een jaar. De bezuiniging zal tot gevolg hebben dat er de helft minder personeel aanwezig is. Reactie college: De bezuiniging van € 100.000,-- is gebaseerd op het Algemeen Maatschappelijk Werk en niet op het School Maatschappelijk Werk. Hiervoor betalen we € 30.000,-- op jaarbasis. Wij blijven van mening dat € 100.000,-- een realistische bezuiniging is en wel om de volgende redenen: Er is sprake van een beperkt aantal productieve uren per medewerker. Bij Carint Reggeland heeft een fulltime medewerker 1200 productieve uren op jaarbasis. Een medewerker binnen de gemeente Dinkelland heeft 1370 productieve uren op jaarbasis. Een verschil van 170 uur. In het jaar 2010 hebben wij 3091 uur ingekocht bij Carint Reggeland voor maatschappelijke Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011 16 werk. In het gesprek wat we recent met Carint hebben gevoerd over het jaar 2010 is gebleken dat er ruim 400 uur niet is ingevuld. Conclusie er is in totaal 2691 uur aan algemeen maatschappelijk werk ingezet. Het product budgetbegeleiding is ingekocht voor 32 uur bij Carint Reggeland, terwijl ook in een Gemeenschappelijke Regeling zitten bij de Stadsbank Oost Nederland. Dit product is dus niet meer noodzakelijk. Totaal benodigde uren 2659 uur op jaarbasis. Als we dit zelf in eigen beheer zouden organiseren zullen de kosten aanzienlijk lager zijn. Sterker nog, we zouden dat kunnen volstaan met 2 fte, kosten ± € 100.000,-- op jaarbasis in plaats van de huidige € 200.000,--. Conclusie: De ingediende zienswijze van Carint Reggeland Groep is voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien. Zienswijze 23: Sport- en Gemeenschapscentrum ’t Trefpunt Weerselo Datum: Datum ontvangst: De zienswijze is binnen Indiener: 11 mei 2011 16 mei 2011 de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk. De heer A. Oude Essink Nijhuis en mevrouw J.G.M Ooms-Pots namens het bestuur van Sport- en Gemeenschapsscentrum ’t Trefpunt Weerselo Korte samenvatting zienswijze: Korting van de subsidie heeft rampzalige gevolgen voor ’t Trefpunt. Bij exploitatietekorten kan men niet terugvallen op de gemeente, zoals vele andere sportaccommodaties dat wel kunnen. Reactie college: De jaarlijkse exploitatiesubsidie van Stichting ’t Trefpunt worden in de scenario’s niet meegenomen. Wel kan Stichting ’t Trefpunt indirect worden betrokken bij de bezuinigingen, aangezien de binnensportverenigingen kunnen worden geconfronteerd hiermee. Er zal namelijk een plan van aanpak worden opgesteld hoe de realisatie van de bezuinigingen (in totaal een bedrag van € 282.000,-- in 2014) zal worden uitgevoerd. In dit plan van aanpak worden onder andere de mogelijkheden voor privatisering van onderhoud, kunstgrasvelden en harmonisatie van tarieven onderzocht. Een uitgangspunt hierbij is dat de dekkingsgraad van sportaccommodaties zullen worden verhoogd. Het subsidiëren van sport is een volledige beleidsvrijheid. Conclusie: De ingediende zienswijze van Sport- en Gemeenschapscentrum ’t Trefpunt Weerselo is voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien. Zienswijze 24 Stadsraad Ootmarsum Datum: Datum ontvangst: De zienswijze is binnen Indiener: 15 mei 2011 15 mei 2011 de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk Stadsraad Ootmarsum, de heer C.M.A. Loves, voorzitter Korte samenvatting zienswijze: De Stadsraad Ootmarsum heeft waardering voor het college dat zij geen verzwaring van de lasten voor de inwoners van de gemeente Dinkelland tot onderdeel hebben gemaakt van deze forse bezuinigingsoperatie. Wel zijn zij van mening dat er achterstallig onderhoud gepleegd moet worden aan openbaar groen en bestrating in en buiten het centrum van Ootmarsum, derhalve verzoekt de Stadsraad het college af te zien van de geplande bezuinigingen op de openbare ruimte met name in Ootmarsum. Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011 17 Reactie college: Het college is van mening dat er geen sprake is van achterstallig onderhoud in het groen en bestrating in Ootmarsum. De voorgestelde bezuiniging heeft gevolgen voor het onderhoud, echter niet in die mate dat het zal verrommelen c.q. vervuilen. Conclusie: De ingediende zienswijze van de Stadsraad Ootmarsum is voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien. Tot slot: De planning voor de behandeling van de ingediende zienswijzen en het bezuinigingstraject ziet er als volgt uit: Op 31 mei 2011 wordt de ontwerp-reactie in het college behandeld. Op 1 juni wordt de ontwerp-reactie op de zienswijzen naar de gemeenteraad en naar de indieners van de zienswijzen gezonden. Op 28 juni behandelt de gemeenteraad de reactie op de zienswijzen. Daarbij zal ook het Raadsplan 2012 door de gemeenteraad worden vastgesteld. Op 8 november 2011 behandelt de gemeenteraad de programmabegroting 2012 en het meerjarenperspectief. Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011 18