Reactienota op de zienswijzen naar aanleiding

advertisement
Reactienota op de zienswijzen naar aanleiding van voorgenomen besluit
van de gemeenteraad van 29 maart 2011.
Inleiding
Op 9 november 2010 heeft de gemeenteraad bij de behandeling van de begroting voor 2011 en de
startnotitie “Slim bezuinigen en strategisch heroriënteren” met een motie aan het college gevraagd
om concrete en gefundeerde bezuinigingsvoorstellen voor te leggen aan de raad. Daarbij is door de
raad aan het college gevraagd om alternatieve keuzemogelijkheden aan te bieden. Op die manier zou
de raad op 29 maart 2011 bij de behandeling van het Raadsplan 2012, een zorgvuldige eigen
afwegingen en keuzes kunnen maken om zo te komen tot een sluitend meerjarenperspectief tot en
met 2015.
Op 15 december 2010 en 18 januari 2011 zijn de instellingen die mogelijk met de bezuinigingen
geconfronteerd zouden kunnen worden per brief geïnformeerd over de op handen zijnde
bezuinigingen.
Op 29 maart 2011 heeft de gemeenteraad het voornemen uitgesproken om de komende jaren te
bezuinigen op onder meer subsidies.
Per brief zijn de diverse instellingen op de hoogte gebracht van het voorgenomen besluit van de
gemeenteraad. Daarbij is zoveel mogelijk getracht om concreet aan te geven welke gevolgen het
voorgenomen besluit voor de betreffende instelling zou hebben.
Daarbij is eveneens het vervolgtraject van de bezuinigingen aan de orde gekomen: De gemeenteraad
heeft het voornemen op 28 juni 2011 bij de vaststelling van het Raadsplan 2012 een definitief besluit
over de bezuinigingen te nemen.
Zowel op 15 december 2010 en 18 januari 2011 is aan de instellingen al gemeld dat men de
mogelijkheid zou krijgen om aan het besluitvormingstraject rondom de bezuinigingen deel te nemen.
Alle instellingen en overige belanghebbenden die mogelijk met de bezuinigingen te maken kunnen
krijgen zijn in de gelegenheid gesteld om in de periode van 1 april tot en met 16 mei 2011 een
schriftelijke zienswijze in te dienen over het voorgenomen besluit van de gemeenteraad.
Tevens zijn een aantal instellingen uitgenodigd voor een gesprek met de verantwoordelijk
portefeuillehouder. In dat gesprek is door de portefeuillehouder nogmaals een toelichting gegeven op
het voorgenomen besluit en is het vervolgtraject kort toegelicht.
Daarnaast hebben de belanghebbenden de mogelijkheid gehad om op 18 en op 19 april 2011 in een
tweetal extra commissievergaderingen mondeling hun zienswijze in te brengen en toe te lichten.
Van de gelegenheid om een mondelinge zienswijze in te dienen hebben 11 belanghebbenden gebruik
gemaakt:
Op maandag 18 april hebben achtereenvolgens Kringloopbedrijf de Beurs, Stichting Bibliotheek
Dinkelland, de Federatie Muziekverenigingen en de Stichting Muziekschool Dinkelland een mondelinge
zienswijze ingebracht en toegelicht.
Op dinsdag 19 april hebben Voetbalvereniging KOSC, Erve Elferman, Stichting Natura Docet, Carint
Reggeland Groep, Muziekschool Twente, Molenstichting Lattrop-Tilligte en volleybalvereniging Devoko
een mondelinge zienswijze gegeven.
De originele zienswijzen treft u in de bijlage aan.
Hierna worden de zienswijzen samengevat en vervolgens wordt elke zienswijze van een reactie en
conclusie voorzien.
Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011
1
Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011
2
BEHANDELING ZIENSWIJZEN
Zoals reeds vermeld zijn er op 18 en 19 april 11 mondelinge zienswijzen binnengekomen. Een deel
van de belanghebbenden die een mondelinge zienswijze hebben ingediend, hebben de zienswijze
tevens schriftelijk ingediend. In totaal zijn er 24 zienswijzen ingediend.
Zienswijze 1: De heer J.H. van Kleef
Datum:
Datum ontvangst:
De zienswijze is binnen
Indiener:
12 april 2011
12 april 2011
de termijn ontvangen en derhalve ontvankelijk.
De heer J.H. van Kleef
Korte samenvatting zienswijze:
De heer J.H. Van Kleef deelt mee fel tegen het bouwen van een nieuw 50 meter zwembad te zijn,
omdat het huidige zwembad ruimschoots voldoet.
Reactie college:
Het college is van mening dat eerst het ingestelde onderzoek afgerond moet zijn en naar aanleiding
van deze resultaten zal er aan de gemeenteraad van Dinkelland een voorstel worden voorgelegd.
Conclusie: De zienswijze van de heer van Kleef is voor het college geen aanleiding om de
gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien.
Zienswijze 2: Tennisvereniging Weerselo:
Datum:
Datum ontvangst:
De zienswijze is binnen
Indiener:
18 april 2011
18 april 2011
de termijn ontvangen en derhalve ontvankelijk.
De heer P.J.W. Vreeswijk namens het bestuur van Tennisvereniging Weerselo
Korte samenvatting zienswijze:
De heer Vreeswijk geeft aan dat de korting op subsidies niet op te vangen is in de exploitatie, tenzij
de gemeente Dinkelland de huurprijzen verlaagt en de gemeente Dinkelland actief ondersteuning
geeft bij het vinden van vrijwilligers.
Reactie college:
Er zal een plan van aanpak worden opgesteld hoe de realisatie van de bezuinigingen (in totaal een
bedrag van € 282.000,-- in 2014) zal worden uitgevoerd. In dit plan van aanpak worden onder andere
de mogelijkheden voor privatisering van onderhoud, kunstgrasvelden en harmonisatie van tarieven
onderzocht. Daarnaast is de dekkingsgraad van sportaccommodaties een aandachtspunt en zal er
aandacht geschonken worden aan het terug treden van de overheid ten aanzien van de sport, het
zgn. profijtbeginsel. Binnen de gemeente Dinkelland is de vrijwilligersvacaturebank actief (bij
Trimaran). Ook de tennisvereniging Weerselo kan hier terecht voor ondersteuning om meer
vrijwilligers te werven.
Conclusie: De zienswijze van Tennisvereniging Weerselo is voor het college geen
aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te
herzien.
Zienswijze 3: Tennisvereniging Saasveld:
Datum:
Datum ontvangst:
De zienswijze is binnen
Indiener:
13 mei 2011
13 mei 2011
de termijn ontvangen en derhalve ontvankelijk.
Mevrouw K. Papenburg namens het bestuur van Tennisvereniging Saasveld.
Korte samenvatting zienswijze:
Mevrouw K. Papenburg gaat in op de consequenties van een mogelijke bezuiniging en wijst op de
Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011
3
slechte staat van de banen in Saasveld. Het is noodzakelijk dat de tennisvereniging met de gemeente
tot een oplossing komt, ook met betrekking tot de mogelijkheden van privatisering.
Reactie college:
Er zal een plan van aanpak worden opgesteld hoe de realisatie van de bezuinigingen (in totaal een
bedrag van € 282.000,-- in 2014) zal worden uitgevoerd. In dit plan van aanpak worden onder andere
de mogelijkheden voor privatisering van onderhoud, kunstgrasvelden en harmonisatie van tarieven
onderzocht. Daarnaast is de dekkingsgraad van sportaccommodaties een aandachtspunt en zal er
aandacht geschonken worden aan het terug treden van de overheid ten aanzien van de sport, het
zgn. profijtbeginsel. Bij de Tennisvereniging Saasveld is in de maand maart 2011 voor ruim € 12.000,- aan groot onderhoud en renovatie gepleegd.
Conclusie: De zienswijze van Tennisvereniging Saasveld is voor het college geen
aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te
herzien.
Zienswijze 4: Tennisvereniging Deurningen:
Datum:
Datum ontvangst:
De zienswijze is binnen
Indiener:
16 mei 2011
16 mei 2011
de termijn ontvangen en derhalve ontvankelijk.
De heer E.D.A. Wegdam namens het bestuur van Tennisvereniging
Deurningen.
Korte samenvatting zienswijze:
De heer E.D.A. Wegdam deelt mede erg teleurgesteld te zijn dat de gemeente Dinkelland voornemens
is de subsidies te verlagen. De verlaging van de toch al geringe subsidie zal tot gevolg hebben dat de
contributie verhoogd moet worden waardoor een aantal leden om financiële redenen moet afhaken.
Minder leden zou vervolgens een bedreiging zijn van de continuïteit van tennisvereniging Deurningen.
Indien de gemeente Dinkelland desondanks toch de subsidie verlaagd, dan verwacht tennisverenging
Deurningen dat dit na rato zal worden verlaagd.
Reactie college:
Er zal een plan van aanpak worden opgesteld hoe de realisatie van de bezuinigingen (in totaal een
bedrag van € 282.000,-- in 2014) zal worden uitgevoerd. In dit plan van aanpak worden onder andere
de mogelijkheden voor privatisering van onderhoud, kunstgrasvelden en harmonisatie van tarieven
onderzocht. Daarnaast is de dekkingsgraad van sportaccommodaties een aandachstpunt en zal er
aandacht geschonken worden aan het terug treden van de overheid ten aanzien van de sport, het zgn
profijtbeginsel.
Conclusie: De zienswijze van Tennisvereniging Deurningen is voor het college geen
aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te
herzien.
Zienswijze 5: Voetbalvereniging RSC Rossum:
Datum:
Datum ontvangst:
De zienswijze is binnen
Indiener:
12 mei 2011
13 mei 2011
de termijn ontvangen en derhalve ontvankelijk.
De heer B.A. Tijkotte namens het bestuur van Voetbalvereniging RSC Rossum.
Korte samenvatting zienswijze:
Het bestuur van de Rossumse Sport Club (RSC) verzoekt de gemeente om eerst inzichtelijk te maken
wat de jaarlijkse bijdrage is en welke beoogde bezuinigingen zullen worden voorgesteld. Daarnaast
wijst het bestuur van RSC er op dat bezuinigingen op sport in de toekomst een negatieve uitwerking
zullen hebben op de samenleving. Naast het voetbal heeft de vereniging een maatschappelijke functie
en verantwoordelijkheid naar de leden, in het bijzonder naar de jeugdleden. Als het lidmaatschap te
duur wordt en men daardoor niet meer in verenigingsverband actief is, kan aandacht voor normen en
Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011
4
waarden, alcohol en drugs verdwijnen. Daardoor wordt de leefbaarheid in Rossum nadelig beïnvloed
en krijgt de samenleving daarvan de rekening gepresenteerd. Het bestuur van RSC ontraadt
bezuinigingen op het gebied van sport; sport moet voor iedereen betaalbaar blijven. Tot slot biedt het
bestuur van RSC aan om samen met andere verenigingen en de gemeente te kijken waar tot een
optimalisatie gekomen kan worden, om zo kosten te besparen.
Reactie college:
Er zal een plan van aanpak worden opgesteld hoe de realisatie van de bezuinigingen (in totaal een
bedrag van € 282.000,-- in 2014) zal worden gerealiseerd. In dit plan van aanpak worden onder
andere de mogelijkheden voor privatisering van onderhoud, kunstgrasvelden en harmonisatie van
tarieven onderzocht. Daarnaast is de dekkingsgraad van sportaccommodaties een aandachtspunt en
zal er aandacht geschonken worden aan het terug treden van de overheid ten aanzien van sport, het
zgn. profijtbeginsel. Kunstgras is door de gemeenteraad aangemerkt als majeur project.
Het college is van mening dat eerst het ingestelde onderzoek afgerond moet zijn en naar aanleiding
van deze resultaten zal er aan de gemeenteraad van Dinkelland een voorstel worden voorgelegd.
Conclusie: De zienswijze van Voetbalvereniging RSC Rossum is voor het college geen
aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te
herzien.
Zienswijze 6: Voetbalvereniging UD Weerselo:
Datum:
13 mei 2011
Datum ontvangst:
17 mei 2011
De zienswijze is buiten de termijn ontvangen, maar zal toch worden meegenomen in de
beantwoording.
Indiener:
De heer P.H.J. Roelofs namens het bestuur van Voetbalvereniging UD
Weerselo.
Korte samenvatting zienswijze:
Het bestuur van UD Weerselo geeft aan dat men zich zorgen maakt over de gevolgen van de
voorgenomen bezuinigingen. Men ziet de toekomst –financieel gezien- somber in. Daarnaast wordt
ook gesteld dat men inziet dat het gemeentebestuur in de huidige tijd geen andere keuze heeft dan
bezuinigen. Een harmonisatie van tarieven wordt toegejuicht, omdat zo een eerlijke verdeling van de
beschikbare gelden ontstaat. Het bestuur van UD Weerselo geeft aan dat een extra lastenverzwaring
voor de leden niet wenselijk is. Het bestuur van UD Weerselo is van mening dat een bezuiniging
behaald kan worden door met de gemeente een regeling te treffen voor wat betreft het onderhoud
van de velden. Door de inzet van de vrijwilligers van de club, denkt UD Weerselo het onderhoud niet
alleen goedkoper, maar ook kwalitatief beter te kunnen.
Reactie college:
Er zal een plan van aanpak worden opgesteld hoe de realisatie van de bezuinigingen (in totaal een
bedrag van € 282.000,-- in 2014) zal worden gerealiseerd. In dit plan van aanpak worden onder
andere de mogelijkheden voor privatisering van onderhoud, kunstgrasvelden en harmonisatie van
tarieven onderzocht. Daarnaast is de dekkingsgraad van sportaccommodaties een aandachtspunt en
zal er aandacht geschonken worden aan het terug treden van de overheid ten aanzien van de sport,
het zgn. profijtbeginsel. Kunstgras is door de gemeenteraad aangemerkt als majeur project.
Conclusie: De zienswijze van Voetbalvereniging UD Weerselo is voor het college geen
aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te
herzien.
Zienswijze 7 Voetbalvereniging KOSC
Datum:
Datum ontvangst:
19 april 2011
19 april 2011
Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011
5
De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk.
Indiener:
De heer V. Maaswinkel namens het bestuur van Voetbalvereniging KOSC.
Korte samenvatting zienswijze:
De heer Maaswinkel betoogt namens Voetbalvereniging KOSC dat een verhoging van de bijdrage in de
dekking in de sport naar 60% voor alle verenigingen betekent dat dit door middel van
contributieverhogingen gedekt zal moeten worden. Tevens geeft de heer Maaswinkel aan dat in het
huidige economische klimaat dit niet gedekt zal worden door hogere sponsorbijdragen. Forse
contributieverhogingen zullen leiden tot een lager aantal leden voor de clubs waardoor een
neerwaartse spiraal gaat ontstaan, immers minder leden moeten de hogere lasten gaan opbrengen.
Vanuit gezondheids- en maatschappelijk oogpunt is dit een ongewenste situatie. Tevens is de vraag of
de vele vrijwilligers die actief zijn als leider, trainer, accommodatieploeg etc. gemotiveerd blijven om
dat werk te blijven doen.
Reactie college:
Er zal een plan van aanpak worden opgesteld hoe de realisatie van de bezuinigingen (in totaal een
bedrag van € 282.000,-- in 2014) zal worden gerealiseerd. In dit plan van aanpak worden onder
andere de mogelijkheden voor privatisering van onderhoud, kunstgrasvelden en harmonisatie van
tarieven onderzocht. Een uitgangspunt hierbij is dat de dekkingsgraad van sportaccommodaties zullen
worden verhoogd. Daarnaast is de dekkingsgraad van sportaccommodaties een aandachtspunt en zal
er aandacht geschonken worden aan het terug treden van de overheid ten aanzien van de sport, het
zgn. profijtbeginsel. Kunstgras is door de gemeenteraad aangemerkt als majeur project.
Conclusie: De zienswijze van Voetbalvereniging KOSC is voor het college geen aanleiding
om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien.
Zienswijze 8 Volleybalvereniging DeVoKo
Datum:
19 april 2011
Datum ontvangst:
19 april 2011
De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk.
Indiener:
De heer V. Blokhuis namens het bestuur van Volleybalvereniging DeVoKo.
Korte samenvatting zienswijze:
De heer V. Blokhuis betoogt namens volleybalvereniging DeVoKo dat een bezuiniging van € 282.000,-opgebracht moet worden door ongeveer 8500 sporters. Per sporter is dit € 33,--. Voor een jeugdlid
van DeVoKo betekent dit een verhoging van ruim 20%. De heer Blokhuis geeft aan dat de kans groot
is dat binnensport onbetaalbaar wordt, vanwege de kosten voor de accommodatie. In de piekuren is
er onvoldoende accommodatie. Uitbreiding van accommodatie zal moeilijk worden nu de
bezuinigingen er aan komen. Vervolgens gaat de heer Blokhuis in op het verschil in tarieven tussen de
binnensport en de buitensport. Tevens geeft de heer Blokhuis aan dat DeVoKo geen eigen kantine
heeft en dus ook niet kan profiteren van kantine inkomsten. De heer Blokhuis roept de raad op om er
voor te zorgen dat de sport betaalbaar blijft en dat er goed gekeken moet worden naar de onderlinge
verschillen tussen de tarieven van de binnensport en de buitensport.
Reactie college:
Er zal een plan van aanpak worden opgesteld hoe de realisatie van de bezuinigingen (in totaal een
bedrag van € 282.000,-- in 2014) zal worden uitgevoerd. In dit plan van aanpak worden onder andere
de mogelijkheden voor privatisering van onderhoud, kunstgrasvelden en harmonisatie van tarieven
onderzocht. Daarnaast is de dekkingsgraad van sportaccommodaties een aandachtspunt en zal er
aandacht geschonken worden aan het terug treden van de overheid ten aanzien van de sport, het
zgn. profijtbeginsel.
Het college is van mening dat eerst het ingestelde onderzoek afgerond moet zijn en naar aanleiding
van deze resultaten zal er aan de gemeenteraad van Dinkelland een voorstel worden voorgelegd.
Conclusie: De zienswijze van Volleybalvereniging Devoko is voor het college geen
aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te
Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011
6
herzien.
Zienswijze 9: ODI Weerselo
Datum:
14 mei 2011
Datum ontvangst:
18 mei 2011
De zienswijze is buiten de termijn ontvangen, maar zal toch worden meegenomen in de
beantwoording.
Indiener:
Bestuur van ODI Weerselo, de heer R. Olde Meule.
Korte samenvatting zienswijze:
Het bestuur van ODI Weerselo geeft aan dat men de kosten en daarmee de contributie zo laag
mogelijk probeert te houden. De jeugdsubsidie is erg belangrijk om de toegang tot bewegingsvormen
voor de jeugd zo laagdrempelig mogelijk te houden. Door wegvallen van de jeugdsubsidie zal de
contributie met € 37,50 per jaar moeten stijgen. Een dergelijke stijging zal grote gevolgen hebben
voor het aantal jeugdleden. ODI Weerselo heeft geen mogelijkheden om andere inkomsten te
genereren. Naast contributie en subsidie moet ODI Weerselo het hebben van zelfredzaamheid en een
incidentele sponsor. Bezuinigen op de jeugdsubsidie heeft voor de gemeente weinig nut, terwijl het
voor ODI Weerselo grote gevolgen heeft. ODI Weerselo spreekt de verwachting uit dat het definitieve
besluit van de gemeenteraad hun vereniging niet zal raken.
Reactie college:
Er zal een plan van aanpak worden opgesteld hoe de realisatie van de bezuinigingen (in totaal een
bedrag van € 282.000,-- in 2014) zal worden uitgevoerd. In dit plan van aanpak worden onder andere
de mogelijkheden voor privatisering van onderhoud, kunstgrasvelden en harmonisatie van tarieven
onderzocht. Daarnaast is de dekkingsgraad van sportaccommodaties een aandachtspunt en zal er
aandacht geschonken worden aan het terug treden van de overheid ten aanzien van de sport, het
zgn. profijtbeginsel.
Het college is van mening dat eerst het ingestelde onderzoek afgerond moet zijn en naar aanleiding
van deze resultaten zal er aan de gemeenteraad van Dinkelland een voorstel worden voorgelegd.
Conclusie: De zienswijze van ODI Weerselo is voor het college geen aanleiding om de
gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien.
Zienswijze 10: We Doen Wat We Zeggen (WDWWZ)
Datum:
Datum ontvangst:
De zienswijze is binnen
Indiener:
18 april 2011
21 april 2011
de termijn ontvangen en derhalve ontvankelijk.
De heer R. Leget namens het bestuur van de politieke partij We Doen Wat We
Zeggen (WDWWZ)
Korte samenvatting zienswijze:
WDWWZ dringt er op aan het huidige aantal ambtenaren dat bij de gemeente Dinkelland werkzaam is
niet te verminderen. WDWWZ wil een streep zetten door de voorgenomen en reeds gedeeltelijk
uitgevoerde voorgenomen bezuinigingen van twee maal tien formatieplaatsen.
Reactie college:
Als college hebben wij de gemeenteraad er op gewezen dat bezuiniging op de personeelsformatie
beperkt kan worden gerealiseerd, door het verhogen van de efficiency. Voor het overige is dit alleen
realiseerbaar door het takenpakket te verminderen of versoberen en/of het niveau van de
dienstverlening aan te passen. Dit kan inderdaad tot gevolg hebben dat inwoners die ondersteuning
nodig hebben bij het vinden van een baan danwel ondersteuning middels een re-integratietraject om
de perspectieven op de arbeidsmarkt te verbeteren minder aandacht krijgen.
Meer specifiek ten opzichte van de door WDWWZ aangehaalde punten merken wij het volgende op:
1. Klopt, echter de keuzes die er gemaakt moeten worden betreffen bedrijfsvoeringaspecten en
is derhalve aan het ambtelijk apparaat hoe hieraan uitvoering gegeven zal worden.
Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011
7
2. Er is op dit moment een vacaturestop waardoor er geen medewerkers in dienst worden
genomen.
3. De krimp op de personeelsformatie wordt in principe gerealiseerd door natuurlijk verloop. Dit
hoeft dan geen effect te hebben op het aantal mensen in de bijstand, daar niet alle
medewerkers woonachtig zijn binnen de gemeente Dinkelland.
4. De gemeente Dinkelland zet zich in om (langdurig) werklozen te re-integreren en de
perspectieven op werk te verbeteren. De intentie is om dit zoveel mogelijk te blijven doen.
Conclusie: De bezuiniging op het ambtelijk apparaat kan, naast de reeds geleverde
bezuiniging van 10 fte gevolgen hebben voor de uitvoering van taken en het realiseren
van doelen uit het programma “Samen sterk en kiezen voor kwaliteit.
Zienswijze 11: Stichting Kringloopbedrijf De Beurs
Datum:
18 april 2011
Datum ontvangst:
18 april 2011
De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk.
Indiener:
Stichting Kringloopbedrijf De Beurs, de heer M. Bijlsma
Korte samenvatting zienswijze:
Kringloopbedrijf De beurs heeft in haar zienswijze aangegeven dat de communicatie niet correct is
verlopen. Voor De Beurs was het onduidelijk of de gemeente Dinkelland alleen wil bezuinigen op
subsidies of op de dienstverlening richting de burgers. In geval van De Beurs gaat het om een
voorstel tot stopzetten van de vergoeding voor dienstverlening. Zoals al eerder werd aangegeven
ontvangt De Beurs een vergoeding en géén subsidie.
Hieronder wordt puntsgewijs ingegaan op de overige zaken die door Kringloopbedrijf De Beurs tijdens
de indiening van de mondelinge zienswijze naar voren heeft gebracht:
Onderdeel 1.
De brief van Kringloopbedrijf de Beurs is verstuurd naar aanleiding van een krantenartikel in TC
Tubantia en een bezoek aan de website van de gemeente Dinkelland. Er bestaat grote bezorgdheid
over het voorgenomen besluit van de gemeente Dinkelland.
Reactie college:
Op 11 februari 2011 heeft De Beurs een brief gestuurd waarin zij o.a. haar bezorgdheid uitspreken
over de voorgenomen financiële maatregelen in het kader van de aangekondigde bezuinigingen. Naar
aanleiding van de brief van 11 februari 2011 hebben medewerkers van de gemeente Dinkelland
medewerkers van De Beurs uitgenodigd voor een gesprek. In dit gesprek is aangegeven dat wij het
betreuren dat De Beurs de voorgenomen bezuinigingen via een krantenartikel heeft moeten lezen. Het
gaat om een voornemen welke nog door de gemeenteraad behandeld moet worden. Verder is tijdens
dit gesprek aangegeven, dat de gemeente Dinkelland niet van plan is om de inzameling van grof
huishoudelijk afval af te schaffen. Ook is de gemeente Dinkelland niet van plan om de samenwerking
met De Beurs te beëindigen. Burgers kunnen grof huishoudelijk afval inleveren op het Afvalbrengpunt
en De Beurs kan tegen betaling van alle in te nemen fracties hun dienstverlening blijven uitvoeren
(vindt nu reeds plaats voor niet herbruikbare fracties).
Ook andere gemeenten bespreken bezuinigingsvoorstellen als het gaat om een vergoedingsysteem
voor het huis-aan-huis inzamelen van grof huishoudelijk afval: de bewering van De Beurs dat
Dinkelland zich in een uitzonderingspositie plaatst is niet juist.
Tijdens het gesprek op 28 februari 2011 is verder gesproken over mogelijkheden en/of maatregelen
tot maatwerk voor De Beurs na stopzetting van de vergoeding. Deze mogelijkheden betreffen
bijvoorbeeld de situering van kringloopactiviteiten in de directe nabijheid van het afvalbrengpunt en
afspraken over samenwerking van de kringloopactiviteiten met het afvalbrengpunt in Denekamp.
Expliciet worden zodoende kansen gecreëerd om de inkomensderving te compenseren.
Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011
8
Onderdeel 2.
Onduidelijk is of de gemeente wil bezuinigen op subsidies of op de dienstverlening richting burgers.
Reactie college:
In geval van De Beurs gaat het om een voorstel tot stopzetten van de vergoeding voor
dienstverlening. Zoals al eerder werd aangegeven ontvangt De Beurs een vergoeding en géén
subsidie.
Onderdeel 3.
De Beurs wil graag door middel van samenwerking komen tot een kostendekkend systeem van
dienstverlening. De Beurs wil graag een garantie over hun rol bij en de invulling van het
Afvalbrengpunt.
Reactie college:
Er wordt momenteel organisatiebreed gewerkt aan een voorstel tot het herinrichten van het
Afvalbrengpunt. Zoals hiervoor gemeld is er een kans dat daarbij een rol is weggelegd voor De Beurs,
echter de opdracht valt onder de Europese aanbestedingsregels, waardoor het allerminst zeker is dat
zij het afvalbrengpunt mogen herinrichten. De mogelijke rol van de Beurs wordt gezien in het
inrichten van kringloopactiviteiten als voorportaal van het afvalbrengpunt. Ook wordt er nagedacht
over de exploitatie van de locatie door medewerkers van de Beurs. Het is een omvangrijk project,
waarbij het uitgangspunt is het kostendekkend maken van het afvalbrengpunt. Bovendien voldoet het
huidige afvalbrengpunt niet meer aan wet- en regelgeving, waardoor investeringen moeten worden
gedaan. Dit vraagt om een advies richting het college. De verwachting is dat binnen drie maanden
een onderbouwd voorstel gereed is.
Onderdeel 4.
Ter compensatie van de voorgenomen bezuinigingen vraagt De Beurs of de gemeente Dinkelland wil
bekijken hoe de huidige inzamelingen t.a.v. oud papier, metaal, textiel en wit- en bruingoed
georganiseerd zijn. Tevens vragen zij of de opbrengsten van deze afvalfracties per 1 januari 2012 ten
goede kunnen komen van De Beurs.
Reactie college:
Zoals hiervoor vermeld wordt in eerste instantie nagedacht over een rol voor De Beurs voor wat
betreft de gratis fracties uit het grof huishoudelijk afval. Voor hun mogelijke rol bij de inzameling van
andere afvalfracties wordt een afzonderlijk onderzoek gedaan.
Onderdeel 5.
De datum van 1 januari 2012 zal naar alle waarschijnlijkheid niet de datum zijn, waarop het huidige
afvalbrengpunt gerevitaliseerd zal zijn.
Reactie college.
Het is juist dat De Beurs aangeeft dat een volledig heringericht afvalbrengpunt op 1 januari 2012 niet
zal zijn gerealiseerd. Een voorstel tot een kostendekkend en heringericht afvalbrengpunt is een
omvangrijke opdracht. Deze opdracht valt onder de regels voor Europese aanbesteding.
Conclusie: De zienswijzen van Kringloopbedrijf de Beurs zijn voor het college geen
aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te
herzien.
Zienswijze 12: Stichting Bibliotheek Dinkelland
Datum:
18 april 2011
Datum ontvangst:
18 april 2011
De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk.
Indieners:
De heren C. Hamers (voorzitter) en H. Rengerink (directeur) namens de
Stichting Bibliotheek Dinkelland.
Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011
9
Korte samenvatting zienswijze:
Het budget van Stichting Bibliotheek Dinkelland wordt in totaal met € 140.000,-- gekort, dit op een
bedrag van € 557.615,--. Dit betekent een korting van 25% op het huidige subsidiebedrag. De
gevolgen van deze voorgenomen bezuinigingen zijn groot. Aan gedwongen ontslagen valt bijna niet te
ontkomen. De bibliotheek moet steeds meer een beroep doen op vrijwilligers. Het openhouden van 4
vestigingen is in de ogen van het bestuur onmogelijk. Het bestuur van de bibliotheek wil de
bestuurlijke verantwoording niet voor haar rekening nemen.
De Stichting Bibliotheek Dinkelland is van mening dat verhoging van de inkomsten alleen maar
mogelijk is door contributieverhoging.
Reactie college:
De gemeenteraad heeft een voorgenomen besluit genomen op 29 maart waarbij het volgende in acht
moet worden genomen:
- er dient een beter inzicht te komen in de overige inkomsten en vermogen van de Bibliotheek
Dinkelland;
- het aantal vestigingen in Dinkelland blijft vier;
- de Bibliotheek Dinkelland wordt gestimuleerd een actiever beleid te voeren met betrekking tot
het genereren van meer inkomsten, bijvoorbeeld in de sfeer van de (jeugd)ledentarieven.
Een inzicht in de inkomsten en het vermogen van de Bibliotheek Dinkelland is voorhanden. In de
begroting 2011 is een totaal aan inkomsten opgegeven van € 690.000,-- en aan uitgaven is begroot
een totaalbedrag van € 715.150,--. De Stichting Bibliotheek gaat dus uit van een begrotingstekort van
€ 25.150,--. De contributieopbouw is volgens de begroting 2011 als volgt:
-
tot en met 17 jaar
18 tot en met 20 jaar
21 jaar en ouder
instellingen
gratis
€ 28,-€ 32,-€ 32,--
Ook heeft de Stichting Bibliotheek Dinkelland diverse reserves opgebouwd:
- Investeringsreserve
- Automatiseringsreserve
- Mediareserve
- Egalisatiereserve
- Bouw en inrichtingreserve
- Reserve onderhoud
Totaal
€ 555.514,-€ 17.851,-€ 13.398,-€ 42.458,-€ 225.000,-€ 79.464,-€ 933.685,-- (jaarrekening 2009)
Aan personeelskosten geeft de Stichting Bibliotheek Dinkelland jaarlijks een bedrag van
€ 313.200,-- uit (begroting 2011). Landelijk is de norm voor personeelskosten maximaal 25% van het
totale subsidiebedrag. Met de Stichting Bibliotheek Dinkelland dienen resultaatafspraken te worden
gemaakt over het subsidiebedrag en de opgebouwde reserves. Ook de salarispost (56%) van het
totale subsidiebedrag verdient hierbij aandacht. Het is een gemeentelijke beleidsvrijheid om
bibliotheekwerk te subsidiëren.
Conclusie: De zienswijzen van de Stichting Bibliotheek Dinkelland zijn voor het college
geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart
jl. te herzien.
Zienswijze 13: Stichting Muziekschool Dinkelland
Datum:
18 april 2011
Datum ontvangst:
18 april 2011
De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk.
Indiener:
De heer I. Weijmans (directeur) namens de Stichting Muziekschool Dinkelland.
Korte samenvatting zienswijze:
Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011
10
De Stichting Muziekschool Dinkelland is van mening dat voor de huidige subsidiebedragen per leerling
(€ 200,-- en € 250,-- per leerling) geen goed muziekonderwijs kan worden gegeven. Dit leidt tot
lesgelden van € 550,-- tot € 600,-- per leerling. Door toename van het lesgeld zal het leerlingenaantal
afnemen. Lagere leerlingenaantallen zullen leiden tot lesgeldverhogingen om de kosten te kunnen
dragen. Volgens de Stichting Muziekschool Dinkelland is er sprake van een sterfhuisconstructie.
Daarnaast geeft de Stichting Muziekschool Dinkelland aan dat professionele musici (die nu als
docenten fungeren) niet te vervangen zijn door vrijwilligers.
De Stichting Muziekschool Dinkelland gaat nog kort in op de huurkosten en doet een voorstel om met
de gemeente in gesprek te komen over enerzijds een budget per leerling voor het onderwijs en
anderzijds een budget voor de dekking van de overige exploitatie.
Reactie college:
De huidige prestatieafspraken met de muziekschool Dinkelland stammen uit 2006. Dit betreft een
overeenkomst voor 5 jaar. Inmiddels zijn hiervan ruim 4 jaar verstreken. In deze overeenkomst is het
bedrag dat vanuit de gemeente beschikbaar is per leerling opgenomen. De Muziekschool had hiermee
al bij ondertekening van de overeenkomst een inschatting kunnen en moeten maken over de
financiële haalbaarheid hiervan.
Het feit dat hier nu van wordt gezegd dat het hier een sterfhuisconstructie betreft wordt dan ook niet
onderschreven.
Daarnaast is het college van mening dat de huidige subsidiebedragen per leerling voldoende zijn om
goed muziekonderwijs te geven. Sterker nog, in principe is er geen sprake van een bezuiniging, ook
de afgelopen jaren was dit bedrag de norm voor de verstrekking van de subsidie. Eventuele
kostenstijgingen dient de muziekschool binnen de eigen budgetten op te vangen.
Conclusie: De zienswijzen van de Stichting Muziekschool Dinkelland zijn voor het college
geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart
jl. te herzien, aangezien er geen sprake is van een bezuiniging.
Zienswijze 14: De Muziekschool Twente
Datum:
18 april 2011
Datum ontvangst:
18 april 2011
De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk.
Indiener:
Mevrouw Y. Hogt (locatieleider) namens De Muziekschool Twente.
Korte samenvatting zienswijze:
De Muziekschool Twente gaat in op de concept kadernota “Cultuureducatie nieuwe stijl” en geeft aan
dat deze nota de belangrijke aspecten en waarden beschrijft die cultuuronderwijs voor kinderen kan
hebben. Er wordt echter nu voorgesteld om te bezuinigen op het gemeentelijke
cultuureducatiebudget. Bovendien is het actieve muziekonderwijs dat De Muziekschool Twente de
afgelopen 5 jaar in opdracht van de gemeente voor het onderwijs heeft verzorgd helemaal
verdwenen. De Muziekschool Twente doet een dringend beroep op de gemeente om een budget voor
De Muziekschool Twente beschikbaar te houden om alle kinderen de kans te geven om ook zelf
muziek te blijven maken. De Muziekschool Twente geeft aan met de gemeente te willen meedenken
over hoe en waar kinderen de kans geboden kan worden om zelf muziek te maken.
Reactie college:
In 2005 heeft de gemeente uitgesproken dat men cultuureducatie wilde stimuleren. Destijds heeft de
muziekschool Twente de opdracht gekregen om binnen het basisonderwijs dit vorm te gaan geven
voor wat betreft het aspect muziek. De huidige overeenkomst eindigt op 1 juli 2011. Nieuwe
beleidsontwikkelingen vanuit de provincie en economische ontwikkelingen binnen de gemeente zorgen
ervoor dat de inhoudelijke en financiële kaders veranderen. De beschikbare middelen uit het verleden
waren in vergelijking tot omliggende gemeenten hoog. Met de bezuiniging zoals voorgesteld is het
financiële kader weliswaar verlaagd, maar ten opzichte van omliggende gemeenten nog steeds hoog.
De beleidsveranderingen vanuit de provincie worden binnen deze nieuwe financiële kaders
vormgegeven in samenwerking met het basisonderwijs. De gelden worden hiermee verdeeld over alle
cultuuraspecten, waaronder muziek. Hiermee geeft het college nog steeds de mogelijkheid aan alle
Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011
11
kinderen in de gemeente om kennis te maken met muziek.
Inmiddels zijn drie aanbieders voor muziekonderwijs aangeschreven om een offerte uit te brengen
voor het verzorgen van muziekonderwijs binnen de gemeente Dinkelland.
Conclusie: De zienswijzen van De Muziekschool Twente zijn voor het college geen
aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te
herzien.
Zienswijze 15: Federatie Muziekverenigingen
Datum:
18 april 2011
Datum ontvangst:
18 april 2011
De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk.
Indieners:
De heren Th. Dalhoeven (St. Plechelmus Harmonie Deurningen), A.G.J. Oude
Essink Nijhuis (St. Remigius Harmonie Weerselo) en M. Deterink
(muziekvereniging
St.
Henricus
Rossum)
namens
de
Federatie
Muziekverenigingen.
Korte samenvatting zienswijze:
De heer Dalhoeven geeft aan dat men blij is met het voorgenomen besluit van 29 maart 2011. De
muziekverenigingen worden niet (meer) direct geraakt door de bezuinigingen. De heer Dalhoeven
geeft aan dat de muziekverenigingen zorgen hebben dat het muziekonderwijs na 1 juli onbetaalbaar
wordt. Als de muziekschool opgeheven wordt of als er contact gezocht moet worden met een andere
muziekschool is er een grote kans dat de tarieven veel hoger worden.
Reactie college:
Na de bezuinigingen is er nog steeds hetzelfde subsidiebedrag per leerling beschikbaar. De
aanbesteding die momenteel loopt om het muziekonderwijs ook na 1 juli 2011 (datum waarop de
overeenkomsten met de huidige aanbieders aflopen) geeft duidelijkheid over de werkelijke kosten,
maar er is voor het college geen aanleiding om aan te nemen dat zich hierin grote wijzigingen zullen
voordoen.
Conclusie: De zienswijzen van de Federatie muziekverenigingen zijn voor het college geen
aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te
herzien.
Zienswijze 16: Stichting Molenstichting Lattrop-Tilligte
Datum:
19 april 2011
Datum ontvangst:
19 april 2011
De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk.
Indiener:
De heer C. De Regt (voorzitter) namens de Molenstichting Lattrop-Tilligte.
Korte samenvatting zienswijze:
De heer De Regt geeft aan dat voor het onderhoud van de molens die in beheer zijn bij de
Molenstichting Lattrop-Tilligte geld nodig is. Dit geld kan niet alleen via de door de Molenstichting
georganiseerde activiteiten worden gegenereerd. De bijdrage van de gemeente voor het periodiek
onderhoud maakt het mogelijk dat de molens blijven draaien. De heer De Regt vraagt om
continuering van de steun en de financiële bijdrage van de gemeente.
Reactie college:
Op grond van de Deelverordening onderhoudssubsidies gemeentelijke monumenten Dinkelland 2010,
artikel 1 wordt onder onderhoudssubsidie het volgende verstaan: “Aan de eigenaar van een
gemeentelijk monument, dat naar het oordeel van het college in redelijke staat verkeert, kan het
college jaarlijks een bijdrage verlenen in de kosten van het onderhoud van het monument in de vorm
van een vast bedrag per jaar”.
Deze subsidieregeling is een stimuleringsmaatregel om eigenaren te enthousiasmeren hun monument
Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011
12
goed te onderhouden. Het wordt uitgekeerd in een vast subsidiebedrag en heeft geen enkele relatie
tot het benodigde onderhoudsbudget. De Molenstichting heeft naast eigen inkomsten ook nog recht
op een jaarlijkse exploitatiebijdrage van de gemeente. Deze bijdrage blijft bestaan.
Om er toch een stimulans van te laten uitgaan is te overwegen om wel het abonnement van de
Monumentenwacht ad. € 35,00 per jaar te blijven vergoeden. Op basis van het huidige aantal reeds
aangewezen gemeentelijke monumenten (35) en de te verwachten nieuw aan te wijzen monumenten
(60) gaat het om een bedrag van € 3.325,00.
Conclusie: De zienswijzen van de Molenstichting Lattrop-Tilligte zijn voor het college
geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart
jl. te herzien.
Zienswijze 17: de heer H.C.M.Boomkamp en mevrouw S.G.G. Boomkamp-Derkman
Datum:
19 april 2011
Datum ontvangst:
19 april 2011
De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk.
Indieners:
De heer H.C.M. Boomkamp en mevrouw S.G.G. Boomkamp-Derkman.
Korte samenvatting zienswijze:
Erve Elferman is een gemeentelijk monument. De heer Boomkamp noemt deze bescherming
“monumentaal beslag”. Dit levert volgens hem beperkingen op. Daarnaast is instandhouding van
gebouw en erf is een kostbare aangelegenheid. De heer Boomkamp legt de verbinding
“onderhoudssubsidie eraf, dan ook het monumentale beslag van gemeentelijk monument eraf”.
Reactie college:
Volgens de Deelverordening onderhoudssubsidies gemeentelijke monumenten Dinkelland 2010 onder
II “te subsidiëren activiteit” kan het college van burgemeester en wethouders subsidie verlenen als
bijdrage in de kosten van het onderhouden van een gemeentelijk monument. Het college is daarbij
wel afhankelijk van de financiële middelen (het subsidieplafond), die de gemeenteraad jaarlijks ter
beschikking stelt in de gemeentelijke begroting. Dit instellen van een subsidieplafond kan de
gemeenteraad doen op grond van artikel 4 van de Algemene subsidieverordening (Asv). In het kader
van de bezuinigingsmaatregelen heeft de gemeenteraad het voornemen om het subsidieplafond op
nul euro te stellen. Gebruik maken van het instellen van dit plafond staat evenwel los van het te
voeren gemeentelijk monumentenbeleid. Dit beleid blijft ongewijzigd. Er zijn voor 2012 echter geen
stimuleringsgelden voor beschikbaar. Tevens staan er voor de heer en mevrouw Boomkamp nog
andere mogelijkheden open. Zo kan men (weliswaar onder voorwaarden) gebruik maken van
voorzieningen van het Prins Bernhard Cultuurfonds (laagrentende leningen).
Om er toch een stimulans van te laten uitgaan is te overwegen om wel het abonnement van de
Monumentenwacht ad. € 35,-- per jaar te blijven vergoeden. Op basis van het huidige aantal reeds
aangewezen gemeentelijke monumenten (35) en de te verwachten nieuw aan te wijzen monumenten
(60) gaat het om een bedrag van € 3.325,--.
Conclusie: De zienswijze van de heer en mevrouw Boomkamp-Derkman zijn voor het
college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van
29 maart jl. te herzien.
Zienswijze 18: Monumentenraad Dinkelland
Datum:
Datum ontvangst:
De zienswijze is binnen
Indieners:
9 mei 2011
12 mei 2011
de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk.
De leden van de monumentenraad Dinkelland
Korte samenvatting zienswijze:
De monumentenraad heeft de afgelopen jaren hard gewerkt aan de actualisering van de
Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011
13
gemeentelijke monumentenlijst Dinkelland. In mei/juni 2011 zal deze geactualiseerde gemeentelijke
monumentenlijst aangeboden worden aan het college. Het college zal daarbij tevens worden verzocht
het voorstel goed te keuren en om toestemming te verlenen voor het in werking stellen van de
aanwijzingsprocedure door eigenaren en belanghebbenden te horen.
Het aanwijzen van een object als gemeentelijk monument is de erkenning van de kwaliteit van de
architectuur of van het uitgesproken karakter van het object en maakt het bijzonder ten opzichte van
de niet aangewezen objecten. Één van de belangrijkste uitgangspunten hierbij is de bewustwording
van eigenaren c.q. belanghebbenden van de waarde van het in bezit c.q. gebruik hebben van een
gemeentelijk monument en de uitstraling, die van alle monumenten samen uitgaat, voor de woon- en
leefomgeving in gemeente Dinkelland. Om de eigenaren c.q. belanghebbenden hierin te stimuleren
vanuit de gemeente is de huidige jaarlijkse subsidie, als tegemoetkoming in de onderhoudskosten een
belangrijk bindmiddel gebleken. Deze subsidie, verstrekt op grond van de Erfgoedverordening
Dinkelland 2010 en de Deelverordening onderhoudssubsidies gemeentelijke monumenten Dinkelland
2010, is voor eigenaren, belanghebbenden minimaal en onmisbaar.
De monumentenraad pleit voor handhaving van de huidige onderhoudssubsidie voor gemeentelijke
monumenten en buiten de bezuinigingen te laten vallen voor het Raadsplan 2012.
Reactie college:
De basis voor het gemeentelijk monumentenbeleid is om samen met de betrokken eigenaren
gemeentelijke monumenten als cultuurhistorisch erfgoed te bewaren, bewaken en onderhouden
ervan. Wij bevestigen de mening van de Monumentenraad Dinkelland dat gemeentelijk monumenten
de erkenning is van de kwaliteit van de architectuur of van het uitgesproken karakter van het object.
De gemeentelijke monumenten maken het bijzonder ten opzichte van de niet aangewezen objecten.
Bewustwording van eigenaren c.q. belanghebbenden van de waarde van het in bezit c.q. gebruik
hebben van een gemeentelijk monument en de uitstraling voor de woon- en leefomgeving in
gemeente Dinkelland is van gemeenschappelijk belang. Dit beleid en de beleidsregels, zoals
opgenomen in de Deelverordening onderhoudssubsidies gemeentelijke monumenten” wijzigen niet.
Echter voor de uitvoering van dit beleid worden voor 2012 geen financiële middelen ter beschikking
gesteld door de gemeenteraad. De gemeenteraad zal dit doen met toepassing van artikel 4 van de
Algemene Subsidieverordening nl. het instellen van een subsidieplafond van nul euro.
Daarnaast staan er voor monumenteneigenaren nog andere mogelijkheden open. Zo kan men
(weliswaar onder voorwaarden) gebruik maken van voorzieningen van het Prins Bernhard
Cultuurfonds (laagrentende leningen). Men is dus niet alleen afhankelijk van gemeentelijke subsidie.
Om er toch een stimulans van te laten uitgaan is te overwegen om wel het abonnement van de
Monumentenwacht ad. € 35,00 per jaar te blijven vergoeden. Op basis van het huidige aantal reeds
aangewezen gemeentelijke monumenten (35) en de te verwachten nieuw aan te wijzen monumenten
(60) gaat het om een bedrag van € 3.325,--.
Conclusie: De zienswijze van de Monumentenraad Dinkelland is voor het college
aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te
herzien. De gemeentelijke monumenten blijven in aanmerking komen voor een
vergoeding van het abonnement van de Monumentenwacht.
Zienswijze 19: Protestantse Gemeente Denekamp
Datum:
Datum ontvangst:
De zienswijze is binnen
Indieners:
15 mei 2011
17 mei 2011
de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk.
De heer J.D. Hans namens het college van Kerkrentmeesters der Protestantse
Gemeente Denekamp.
Korte samenvatting zienswijze:
Het verdwijnen van de onderhoudssubsidie zal de Protestantse Gemeente Denekamp met betrekking
tot de panden voormalige dokterswoning Grotestraat 11-13 en de oude grafmonumenten aan de
Wiptoen voor extra problemen stellen. Men ziet zich daardoor genoodzaakt om het abonnement van
de Monumentenwacht Overijssel en de periodieke onderhoudsinspectie door Monumentenwacht te
Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011
14
beëindigen. Men verzoekt het geheel beëindigen van de monumentensubsidie te heroverwegen.
Verder gaan zij ervan uit dat de door de gemeente gestelde onderhoudseisen komen te vervallen nu
de onderhoudsbijdrage vervalt.
Reactie college:
Op grond van de Deelverordening onderhoudssubsidies gemeentelijke monumenten Dinkelland 2010,
artikel 1 wordt onder onderhoudssubsidie het volgende verstaan: “Aan de eigenaar van een
gemeentelijk monument, dat naar het oordeel van het college in redelijke staat verkeert, kan het
college jaarlijks een bijdrage verlenen in de kosten van het onderhoud van het monument in de vorm
van een vast bedrag per jaar”.
Deze subsidieregeling is een stimuleringsmaatregel om eigenaren te enthousiasmeren hun monument
goed te onderhouden. Het wordt uitgekeerd in een vast subsidiebedrag en heeft geen enkele relatie
tot het werkelijk benodigde voor het plegen van goed onderhoud. Ook zonder deze subsidie wordt van
eigenaren verwacht dat zij hun bezit op een goed wijze onderhouden.
Volgens de Deelverordening onderhoudssubsidies gemeentelijke monumenten Dinkelland 2010 onder
II “te subsidiëren activiteit” kan het college van burgemeester en wethouders subsidie verlenen als
bijdrage in de kosten van het onderhouden van een gemeentelijk monument. Het college is daarbij
wel afhankelijk van de financiële middelen (het subsidieplafond), die de gemeenteraad jaarlijks ter
beschikking stelt in de gemeentelijke begroting. Dit instellen van een subsidieplafond kan de
gemeenteraad doen op grond van artikel 4 van de Algemene subsidieverordening (Asv). In het kader
van de bezuinigingsmaatregelen heeft de gemeenteraad het voornemen om het subsidieplafond op
nul euro te stellen. Gebruik maken van het instellen van dit plafond staat evenwel los van het te
voeren gemeentelijk monumentenbeleid. Dit beleid blijft ongewijzigd. Er zijn voor 2012 echter geen
stimuleringsgelden beschikbaar.
De aanwijzing van de beide objecten als gemeentelijk monument is en blijft de erkenning van de
kwaliteit en het uitgesproken karakter van de objecten.
Tevens staan er voor monumenteneigenaren nog andere mogelijkheden open. Zo kan men (weliswaar
onder voorwaarden) gebruik maken van voorzieningen van het Prins Bernhard Cultuurfonds
(laagrentende leningen). Men is dus niet alleen afhankelijk van gemeentelijke subsidie.
Conclusie: De zienswijze van de Protestantse Gemeente Denekamp is voor het college
geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart
jl. te herzien.
Zienswijze 20: Stichting Natura Docet
Datum:
19 april 2011
Datum ontvangst:
19 april 2011
De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk.
Indiener:
De heer B. Hulshof namens de Stichting Natura Docet.
Korte samenvatting zienswijze:
De voorgesteld korting op de subsidie geeft een breuk te zien in de toch al krappe exploitatiebegroting
van het museum/landschapscentrum in 2013 en volgende jaren. Dit houdt tevens in dat de provincie
Overijssel, lettend op de onderlinge prestatieafspraken met de gemeente Dinkelland te kennen heeft
gegeven haar subsidie dan ook met 50% te korten. Gevolg daarvan zal zijn dat het exploitatietekort
voor de jaren na 2013 onoverkomelijk hoog oplopen, waardoor het museum en daarmee ook het
project Landschapscentrum, bij voorbaat geen vooruitzicht heeft op een gunstige bedrijfseconomische
ontwikkeling.
Reactie college:
Naar aanleiding van overleggen met het bestuur van Natura Docet en de Provincie Overijssel in het
kader van het Bezoekerscentrum Natura Docet is geconstateerd dat het doorvoeren van de
voorgestelde bezuiniging een tekort van € 120.000 euro in de exploitatie van het op te richten
bezoekerscentrum zal opleveren. Dit omdat de Provincie te kennen heeft gegeven een evenredig
percentage te willen bezuinigen op de jaarlijkse bijdrage aan Natura Docet.
Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011
15
Naar aanleiding van deze conclusie is het college voornemens om aan de raad voor te leggen deze
bezuiniging te heroverwegen.
Conclusie: De ingediende zienswijze van Stichting Natura Docet is voor het college
aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te
heroverwegen en de raad te adviseren om de subsidie voor Natura Docet in stand te
laten.
Zienswijze 21: Stichting Openluchtmuseum “Los Hoes” Ootmarsum
Datum:
Datum ontvangst:
De zienswijze is binnen
Indiener:
12 mei 2011
13 mei 2011
de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk.
De heer J.H.A. Olde Loohuis namens het
Openluchtmuseum “Los Hoes” Ootmarsum.
bestuur
van
Stichting
Korte samenvatting zienswijze:
Volgens het bestuur van de stichting is het verminderen van de subsidie ongewenst, omdat een
verhoging van de subsidie veeleer in de rede ligt. Daarnaast vraagt het bestuur zich af of het redelijk
is dat een subsidie van 100% tot 0% wordt gewijzigd. Het bestuur is van mening dat alle betrokken
instellingen (musea) voor een gelijk percentage gekort moeten worden.
Het bestuur is van mening dat het middel van korting op de subsidie niet gebruikt mag worden om de
wens van het college tot privatisering van het museum kracht bij te zetten. Ook om die reden wordt
de raad verzocht om de voorgenomen bezuiniging niet door te laten gaan.
Reactie college:
In gesprekken met de Stichting Openluchtmuseum Ootmarsum is gesproken over een zogenaamde
‘selfsupporting’ museum na realisatie van de Commanderie in 2013. In dat licht bezien is gesproken
over beëindiging van de subsidie per 2014. Het subsidiëren van een museum is volledige
beleidskeuzevrijheid en bij beëindiging van de subsidie zal de Stichting Openluchtmuseum Ootmarsum
op zoek moeten naar andere inkomstenbronnen.
Conclusie: De ingediende zienswijze van Stichting Openluchtmuseum “Los Hoes”
Ootmarsum is voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het
voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien.
Zienswijze 22: Carint Reggeland Groep
Datum:
19 april 2011
Datum ontvangst:
19 april 2011
De zienswijze is mondeling binnen de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk.
Indiener:
De heer E. Eekhout, directeur Specifieke Diensten Carint Reggeland Groep
Korte samenvatting zienswijze:
Carint heeft begrip voor de bezuinigingen, maar is van mening dat de helft wel erg cru is. Carint is al
tientallen jaren een graag geziene gast in het algemeen maatschappelijk werk. Het is werk zonder een
hoog piepgehalte. De problematiek is gevarieerd. Gemiddeld is er sprake van 8 contactmomenten per
cliënt en het betreft 200 verschillende burgers. Carint werkt regionaal en is 24 uur per dag, 7 dagen
per week bereikbaar. De bezuiniging zal leiden tot wachttijden van een half jaar tot een jaar. De
bezuiniging zal tot gevolg hebben dat er de helft minder personeel aanwezig is.
Reactie college:
De bezuiniging van € 100.000,-- is gebaseerd op het Algemeen Maatschappelijk Werk en niet op het
School Maatschappelijk Werk. Hiervoor betalen we € 30.000,-- op jaarbasis.
Wij blijven van mening dat € 100.000,-- een realistische bezuiniging is en wel om de volgende
redenen:
 Er is sprake van een beperkt aantal productieve uren per medewerker. Bij Carint Reggeland
heeft een fulltime medewerker 1200 productieve uren op jaarbasis. Een medewerker binnen
de gemeente Dinkelland heeft 1370 productieve uren op jaarbasis. Een verschil van 170 uur.
 In het jaar 2010 hebben wij 3091 uur ingekocht bij Carint Reggeland voor maatschappelijke
Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011
16


werk. In het gesprek wat we recent met Carint hebben gevoerd over het jaar 2010 is
gebleken dat er ruim 400 uur niet is ingevuld. Conclusie er is in totaal 2691 uur aan algemeen
maatschappelijk werk ingezet.
Het product budgetbegeleiding is ingekocht voor 32 uur bij Carint Reggeland, terwijl ook in
een Gemeenschappelijke Regeling zitten bij de Stadsbank Oost Nederland. Dit product is dus
niet meer noodzakelijk.
Totaal benodigde uren 2659 uur op jaarbasis. Als we dit zelf in eigen beheer zouden
organiseren zullen de kosten aanzienlijk lager zijn. Sterker nog, we zouden dat kunnen
volstaan met 2 fte, kosten ± € 100.000,-- op jaarbasis in plaats van de huidige € 200.000,--.
Conclusie: De ingediende zienswijze van Carint Reggeland Groep is voor het college geen
aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart jl. te
herzien.
Zienswijze 23: Sport- en Gemeenschapscentrum ’t Trefpunt Weerselo
Datum:
Datum ontvangst:
De zienswijze is binnen
Indiener:
11 mei 2011
16 mei 2011
de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk.
De heer A. Oude Essink Nijhuis en mevrouw J.G.M Ooms-Pots namens het
bestuur van Sport- en Gemeenschapsscentrum ’t Trefpunt Weerselo
Korte samenvatting zienswijze:
Korting van de subsidie heeft rampzalige gevolgen voor ’t Trefpunt. Bij exploitatietekorten kan men
niet terugvallen op de gemeente, zoals vele andere sportaccommodaties dat wel kunnen.
Reactie college:
De jaarlijkse exploitatiesubsidie van Stichting ’t Trefpunt worden in de scenario’s niet meegenomen.
Wel kan Stichting ’t Trefpunt indirect worden betrokken bij de bezuinigingen, aangezien de
binnensportverenigingen kunnen worden geconfronteerd hiermee. Er zal namelijk een plan van
aanpak worden opgesteld hoe de realisatie van de bezuinigingen (in totaal een bedrag van
€ 282.000,-- in 2014) zal worden uitgevoerd. In dit plan van aanpak worden onder andere de
mogelijkheden voor privatisering van onderhoud, kunstgrasvelden en harmonisatie van tarieven
onderzocht. Een uitgangspunt hierbij is dat de dekkingsgraad van sportaccommodaties zullen worden
verhoogd. Het subsidiëren van sport is een volledige beleidsvrijheid.
Conclusie: De ingediende zienswijze van Sport- en Gemeenschapscentrum ’t Trefpunt
Weerselo is voor het college geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het
voorgenomen besluit van 29 maart jl. te herzien.
Zienswijze 24 Stadsraad Ootmarsum
Datum:
Datum ontvangst:
De zienswijze is binnen
Indiener:
15 mei 2011
15 mei 2011
de termijn ingediend en derhalve ontvankelijk
Stadsraad Ootmarsum, de heer C.M.A. Loves, voorzitter
Korte samenvatting zienswijze:
De Stadsraad Ootmarsum heeft waardering voor het college dat zij geen verzwaring van de lasten
voor de inwoners van de gemeente Dinkelland tot onderdeel hebben gemaakt van deze forse
bezuinigingsoperatie. Wel zijn zij van mening dat er achterstallig onderhoud gepleegd moet worden
aan openbaar groen en bestrating in en buiten het centrum van Ootmarsum, derhalve verzoekt de
Stadsraad het college af te zien van de geplande bezuinigingen op de openbare ruimte met name in
Ootmarsum.
Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011
17
Reactie college:
Het college is van mening dat er geen sprake is van achterstallig onderhoud in het groen en
bestrating in Ootmarsum. De voorgestelde bezuiniging heeft gevolgen voor het onderhoud, echter niet
in die mate dat het zal verrommelen c.q. vervuilen.
Conclusie: De ingediende zienswijze van de Stadsraad Ootmarsum is voor het college
geen aanleiding om de gemeenteraad te adviseren het voorgenomen besluit van 29 maart
jl. te herzien.
Tot slot:
De planning voor de behandeling van de ingediende zienswijzen en het bezuinigingstraject ziet er als
volgt uit:
Op 31 mei 2011 wordt de ontwerp-reactie in het college behandeld.
Op 1 juni wordt de ontwerp-reactie op de zienswijzen naar de gemeenteraad en naar de indieners van
de zienswijzen gezonden.
Op 28 juni behandelt de gemeenteraad de reactie op de zienswijzen. Daarbij zal ook het Raadsplan
2012 door de gemeenteraad worden vastgesteld.
Op 8 november 2011 behandelt de gemeenteraad de programmabegroting 2012 en het
meerjarenperspectief.
Reactienota zienswijzen voorgenomen besluit gemeenteraad 29 maart 2011
18
Download