EWT plukt vruchten van eigen koers Samen met Wim Bart Stoop reis ik af naar Amersfoort voor een bezoek aan Emergya Wind Technologies BV (EWT). We spreken er met Rob van de Veerdonk, verkoopdirecteur bij deze Nederlandse wind­ turbine­fabrikant die nu ruim tien jaar aan de weg timmert. Met groeiend succes, want inmiddels is EWT de grootste turbinefabrikant van Nederland. DOOR wim nijenhuis EWT, wat doen jullie en hoe is het zo ver gekomen? “EWT is opgericht in 2004 en ontstaan door het intellectueel eigen­dom voor een 750 kW direct-drive windturbine van Lagerwey over te nemen. Dat ontwerp hebben we in de jaren erna doorontwikkeld tot een turbine met een vermogen van 900 kW. Vanaf 2006 zijn we turbines gaan verkopen, allereerst in Nederland, daarna in de Verenigde Staten.” Rob van de Veerdonk Hebben jullie in Zeeland niet ook een windpark gebouwd? “Ja, in 2007 hebben we een park met zestien turbines gerealiseerd. Voor EWT was dat op dat moment een vrij uitzonderlijk project, omdat we ons vooral zijn gaan richten op de markt voor solitaire turbines met een vermogen tot 1 MW. In de Verenigde Staten hebben we ook een aantal projecten gedaan voor kleine, coöperatieve elektriciteitsbedrijven waarvan er in de Verenigde Staten honderden zijn. Daarnaast hebben we projecten gerealiseerd in het noorden van Alaska, waar we met onze direct-drive technologie kleine dorpen van elektriciteit voorzien.” “Projecten in Groot-Brittannië hebben vaak te maken met be­per­kingen als het gaat om tiphoogte, geluidsniveaus en inpas­sing in het net. Wij richten ons op turbines tot 1 MW en we hebben daarvoor een vrij uitgebreid programma, met vier verschillende masthoogtes, twee verschillende rotordiameters en klasse 2 en 3 turbines. Daarmee kan goed worden ingespeeld op de steeds verschillende voorwaarden die kenmerkend zijn voor de Britse markt. We waren al actief in Groot-Brittannië toen daar in 2010 een systeem met feed in-tarieven werd geïntro­duceerd, met drie categorieën (0-100kW, 100 tot 500kW en 500 tot 1,5 MW). We hebben toen heel goed gekeken naar de criteria voor de categorie tot 500 kW.” Velen hadden de maakindustrie in Nederland eigenlijk al opgegeven, maar recent plaatsten jullie de 200ste 500 kW-turbine in Groot-Brittannië, waar jullie marktleider zijn in het segment tot 1 MW. Recent ontstond in Groot-Brittannië discussie over dat systeem voor feed in-tarieven. Fabrikanten zouden turbines met een groter vermogen softwarematig begrenzen tot 500 kW, zodat geprofiteerd kan worden WINDNIEUWS - NR.3 2015 21 22 Voorbereidingen voor plaatsing van een turbine bij Kotzebue, Alaska. Foto: EWT van de hogere vergoeding per kWh voor de categorie tot 500 kW. EWT zou zich daar ook schuldig aan maken. “Dat laatste is niet juist. Wij hebben goed gekeken naar de voorwaarden en mogelijkheden van de regelgeving en een daarop toegesneden turbine ontwikkeld. Bij de ontwikkeling van deze 500kW-turbine is deels gebruikgemaakt van componenten die we ook voor de 900 kW-turbine hebben gebruikt, maar veel andere onderdelen zoals de aandrijving, zijn specifiek voor de 500 kW-turbine. Deze turbines hebben een vermogen van 500 kW, het zijn geen begrensde 900 kW-turbines, zoals is gesuggereerd. Men kan ons lastig verwijten dat wij een product aanbieden dat aansluit op door de Britse overheid ontwikkelde regelgeving. We hebben er bedrijfsmatig naar gekeken en dat heeft goed uitgepakt.” En gaat het daarbij om solitaire turbines? “Er zitten wat kleine parkjes bij, maar in de meeste gevallen gaat het om solitaire turbines, verspreid door het hele land. Eind 2014 hadden we 140 turbines staan in het Groot-Brittannië en we verwachten dat er in 2015 nog 100 tot 150 bij komen. Noord-Ierland is recent ook als afzetmarkt toegevoegd. Daar heeft men een systeem met groencertificaten, met daaronder een categorie voor windturbines tot 250 kW en de eerste turbines van EWT draaien er.” WINDNIEUWS - NR.3 2015 In Nederland zijn jullie tot nog toe minder zichtbaar. “We hebben in Nederland ongeveer dertig turbines staan. De overheid stimuleert hier de overstap naar grotere turbines, maar tegelijk zijn er ook beperkingen, zoals een bestemmingsplan dat geen grotere turbine toestaat. Dan moet de keuze gemaakt worden: nu vervangen met een kleinere turbine of wachten tot een grotere turbines wel is toegestaan. Soms is direct vervangen dan het gunstigst, ook omdat het subsidie­ regime over tien jaar een onzekere factor is. De verwachting is dat we dit jaar 10 tot 15 turbines plaatsen in Nederland.” Ik zag dat jullie ook in Nederland servicemonteurs zoeken. “Met de groei in turbines plaatsen is er ook behoefte aan service­monteurs, zowel in Nederland als in Groot-Brittannië. We zijn in 2008 in Amersfoort terechtgekomen, na een opstartfase in Zeeland, en een jaar op Schiphol. We hebben gekozen voor Amersfoort omdat hier van oudsher de nodige kennis en ervaring zit op het gebied van windturbines. Anderhalf jaar geleden groeiden we uit ons jasje en zijn we naar deze locatie gegaan. We hebben nu 120 mensen in dienst. De assemblage van de gondels werd voorheen gedaan door een derde partij in Friesland en met de verhuizing en de toename in volume is besloten een deel van de assemblage in eigen huis te doen. 23 Foto's: EWT, Wim Nijenhuis Arctische windturbine Enkele jaren geleden plaatste EWT turbines in een aantal dorpen in het noorden van Alaska. Het gaat om dorpen als Nome en Kotzebue waar geen spoorlijn, geen weg en geen elek­triciteitsleiding naartoe gaat. Tot voor kort werd het net uitsluitend gevoed door dieselgeneratoren. Eens per jaar komt er een tanker een paar miljoen liter diesel afleveren en daar komen ze de winter mee door, bij temperaturen tot -50˚C. Bij de tender bleek EWT de beste papieren te hebben: “Waar andere leveranciers de werking van hun turbines tot -20˚C of -30˚C konden garan­deren, konden wij een turbine bieden die tot -40˚C operationeel is”, aldus Van de Veerdonk. De prijs van elek­triciteit komt uit op 10-15 dollar­cent per kilowattuur, terwijl die bij het gebruik van diesel ligt op 45 dollarcent. Het is duidelijk dat een windturbine een belangrijke ontwik­ ke­ling betekent voor locaties met een beperkt elektrici­teits­ netwerk. “Het gaat bij dit soort projecten niet alleen om het volume. We profileren ons als ontwikkelaar van bijzondere projecten waar het vraagstuk zich richt op de hoge kosten van electrici­teit. Maar het is meer dan een visitekaartje, we heb­ben hier belangrijke kennis en ervaring opgedaan over een hybride oplossing van wind­energie en dieselgeneratoren. Die is ook in andere gebieden toepasbaar.” Ook de serviceafdeling is gegroeid. Bijna alle turbines vallen onder een servicecontract. De basis van de serviceorganisatie zit in Amersfoort, waar ook het controlecentrum zit dat alle turbines in de gaten houdt, zeven dagen per week, 24 uur per dag. Het servicecontract is veelomvattend, alleen reparaties als gevolg van externe gebeurtenissen, zoals extreme weersomstandig­ heden zijn uitgesloten. Die service bieden we in alle landen.” we de expertise in huis hebben. Maar de plannen voor grote turbines hebben we allemaal in de ijskast gezet. We hebben gekeken waar we goed in zijn, en dat is het segment voor windturbines met minder dan 1 MW. We zien hiervoor grote mogelijkheden in Nederland en Groot-Brittannië maar ook in afgelegen gebieden met hoge kosten van energie waar onze turbines een economische oplossingen kunnen bieden.” Met jullie focus op turbines kleiner dan 1 MW gaan jullie wel tegen de trend in. “De grote fabrikanten richten zich op de ontwikkeling van steeds grotere windturbines, in steeds grotere windparken, dat is helder. Het segment voor windturbines met een vermogen van minder dan 1 MW groeit niet, maar het is wel dusdanig groot dat EWT daar kansen ziet. Inmiddels hebben we daar ook een heel doordacht en goed aanbod voor, met een bewezen technologie en een professionele serviceorganisatie. Terwijl grote spelers wegtrekken uit dit segment, zien wij mogelijk­ heden om als bedrijf te groeien.” Waaraan merken jullie dat de markt in Nederland in beweging is? “We zijn steeds vaker in gesprek met initiatiefnemers. Dan gaat het om nieuwe projecten voor solitaire windturbines in Groningen, Friesland en Noord-Holland en ligt er een vergunning met beperkingen waarbinnen de turbines van EWT goed passen. Of het gaat om projecten waarbij bestaande turbines worden vervangen, solitair of in een lijnopstelling. Dan is EWT een inte­ ressante partij: een bewezen technologie, lokale service, van een Nederlands bedrijf. Dat wordt gezien.” Maar op jullie website vermelden jullie ook turbines van meer dan 2 MW. “We hebben in een periode van drie jaar een turbine van 2,3 MW ontwikkeld en die staat ook op de website, om te laten zien dat Als onderhoud ook een belangrijke dienst is, ben je toch gebaat bij een concentratie van turbines? “Klopt, onderhoud wordt commercieel pas interessant wanneer je een behoorlijk aantal turbines hebt staan. Dat is ook een factor bij het kiezen van toekomstige markten en markt­ WINDNIEUWS - NR.3 2015 24 Controlekamer waar alle turbines 24 uur per dag worden gevolgd. Foto: EWT we kijken ook naar gebieden waar de kosten van electriciteit erg hoog zijn, zoals bijvoorbeeld Alaska, het Caribisch gebied en eilanden in Azië.” segmenten. Een aanvraag voor een enkele turbine in bijvoorbeeld Azerbeidjan is niet interessant, als we niet tegelijk op een economische manier het onderhoud kunnen verzorgen. Niemand zit te wachten op een turbine die na een paar jaar stilvalt omdat ze niet goed is onderhouden.” Welke markten wil EWT de komende jaren verkennen? “We zijn nu ook actief in Turkije dat een soort vergunningen­ systeem heeft geïntroduceerd waarbij het voor grootverbruikers redelijk eenvoudig is om een turbine tot 1 MW te plaatsen. Dat is voor EWT een interessante ontwikkeling, met ook weer andere aandachtspunten. De markt voor windenergie is in Turkije nog niet zo volwassen en om dan vooruit te komen is betrokkenheid van lokale partijen essentieel, vanwege de cultuur, de regelgeving, en het vertrouwen van potentiële klanten.” Kijken jullie ook naar Indonesië of Japan? “We kijken ieder jaar of we gebieden kunnen toevoegen, maar WINDNIEUWS - NR.3 2015 Jullie bestonden in 2014 tien jaar, is dat uitbundig gevierd? “Ja, met al onze medewerkers uit binnen- en buitenland. Het gaat heel erg goed, en de vooruitzichten zijn ook gunstig, maar dat was niet altijd zo: de periode 2007-2008 was ook voor ons een moeilijke periode. Opdrachtgevers kregen projecten niet gefinancierd. Daar zijn we goed doorheen gekomen, ook dankzij het vertrouwen van de aandeelhouders. We hebben onze strate­gie bijgesteld, met een duidelijke focus op de turbine van minder dan 1 MW, en dat heeft resultaat gehad.” Jullie passen in een aantal landen een zelfde, succesvolle aanpak toe. Dat zou ook wereldwijd kunnen. Overwegen jullie geen beursgang? “Voor de crisis was er dat voornemen, op dit moment zijn er geen plannen. We doen het goed en zijn winstgevend. We zoeken natuurlijk naar nieuwe markten en toepassingen, maar ik durf niet te voorspellen hoe dat zich zal vertalen in kapitaalbehoefte. We hebben een flinke groei doorgemaakt, in 2014 hebben we 95 turbines geplaatst en dat zullen er in 2015 meer zijn, 120 tot 150, maar we zijn ons er ook van bewust dat de groei beheersbaar moet blijven.”