Aanbevelingen van Voka West-Vlaanderen en de West

advertisement
Aanbevelingen van Voka West-Vlaanderen en de West-Vlaamse Milieufederatie vzw
voor een versoepeling van de inplanting van windturbines in West-Vlaanderen.
Uniek partnerschap voor meer windenergie in West-Vlaanderen
Ter gelegenheid van de “Dag van de wind” op 15 juni, slaan twee op het eerste zicht totaal uiteenlopende
organisaties de handen in elkaar. De West-Vlaamse Milieufederatie vzw (WMF) en Voka Kamer van
Koophandel West-Vlaanderen delen eenzelfde bezorgdheid: er is veel te weinig vooruitgang in het
plaatsen van grote windturbines.
Samen hebben zij een aantal concrete, constructieve en haalbare aanbevelingen uitgewerkt die de
inplanting van windturbines in West-Vlaanderen moeten versnellen en vergemakkelijken.
Vlaanderen hinkt achterop op het vlak van de inplanting van windturbines ten opzichte van andere Europese
landen. Vlaanderen stelde als doel om tegen 2010 het aantal windturbines op te drijven tot een vermogen van
450 MW. Eind 2009 werd slechts de helft van deze doelstelling gehaald. Ook West-Vlaanderen heeft nog een
lange weg te gaan om hun doelstelling van 250 MW tegen 2020 te halen. Deze doelstelling is dan nog heel
bescheiden en hiervan is ongeveer de helft gerealiseerd.
Windenergie is op vandaag veruit de meest rendabele vorm van hernieuwbare energie. Windenergie veroorzaakt
geen uitstoot van CO2 of andere schadelijke gassen en brengt geen verkeers- of andere hinder teweeg door
aanvoer van grondstoffen. Windenergie is bovendien complementair met zonne-energie en vormt een essentieel
onderdeel van onze toekomstige energiemix. Windenergie is dus een belangrijk onderdeel van een vergroening
van de elektriciteitsproductie en zal onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen helpen afbouwen.
Binnen een gezonde mix van fossiele en hernieuwbare bronnen (wind, biomassa,…) kan windenergie op termijn
bijdragen tot stabiele elektriciteitsprijzen.
Pro-actief beleid door de Provincie West-Vlaanderen
Alle wetgevende initiatieven ten spijt, is er op vandaag in Vlaanderen nog steeds geen duidelijk juridisch kader.
De Vlaamse omzendbrief van 2006 voor de inplanting van windturbines is vatbaar voor interpretatie en juridisch
niet afdwingbaar. Ook de West-Vlaamse ontwerpvisie rond de inplanting van windturbines werd – in afwachting
van een verbeterde Vlaamse wetgeving - nooit goedgekeurd.
Voka West-Vlaanderen en de West-Vlaamse Milieufederatie vragen aan de Provincie West-Vlaanderen dat zij, als
meest windrijke provincie in Vlaanderen, een proactief beleid zou voeren. In plaats van te wachten op de andere
beleidsniveaus vragen Voka en WMF aan het Provinciebestuur West-Vlaanderen om een voortrekker te zijn bij
het benutten van deze duurzame energiebron, ten voordele van economie, werkgelegenheid en milieu.
Voka en WMF formuleren daarom een aantal aanbevelingen voor een positieve benadering van windenergie in
West-Vlaanderen.
Provinciaal windplan met heel gerichte inplantingsmogelijkheden
Voka en WMF vragen aan de Provincie West-Vlaanderen om een “Provinciaal windplan” uit te werken, een
coherent juridisch kader dat stimulerend werkt.
De huidige provinciale ontwerpvisie ‘Ruimte voor windturbineprojecten in West-Vlaanderen’ gaat uit van een
terughoudend uitgangspunt, namelijk “hoe beperken we het aantal turbines in het landschap”. Aan de hand van
ruimtelijke criteria werden gebieden uitgesloten en dit resulteerde in slechts 13 ruime zones waar windturbines
zijn toegestaan.
WMF en Voka vragen om de provinciale visie bij te stellen.
Ruimtelijke criteria zijn wel nodig, maar deze criteria zijn momenteel heel strikt en sluiten bij voorbaat het
overgrote deel van de provincie uit. Zo worden ook locaties waar nochtans draagvlak en mogelijkheden zijn
momenteel uitgesloten. De vaagheid van de huidige zoekzones komt ook het draagvlak voor windturbines niet ten
goede. Ze stimuleert immers ondoordachte inplantingsaanvragen door projectontwikkelaars, waardoor nog meer
wantrouwen ontstaat bij de bevolking.
Het uitgangspunt van de provinciale visie met te vrijwaren turbinevrije stroken kan een goede basis vormen, maar
om die zones te vrijwaren moeten daarbuiten, op daartoe geschikte locaties, concentraties kunnen komen van
een groter aantal windturbines.
Hiervoor zou de Provincie ruimtelijke criteria moeten hanteren die minder strikt zijn en vertrekken vanuit de lokale
betrokkenheid door gemeenten en bedrijven.
De locaties moeten ook voldoende specifiek zijn. Door specifieker te werken worden omwonenden ook niet
nodeloos verontrust door allerhande aanvragen.
Hierbij is het belangrijk dat er op voorhand voldoende overleg is met het Vlaams niveau over de nodige
vergunningen. WMF en Voka kijken dan ook uit naar een doortastende aanpak vanuit de Vlaamse Regering,
waarbij snel werk gemaakt wordt van één vergunningsloket (permis unique).
Bundeling met één grootschalig infrastructuurelement in plaats van met twee
De huidige provinciale beleidsvisie vertrekt van de noodzakelijke aanknoping van windturbines aan 2
grootschalige ruimtelijk structurerende elementen. Dit criterium is enorm beperkend als men turbines rond
bedrijventerreinen en autosnelwegen wil plaatsen.
Door de provinciale eis tot bundeling zijn windturbines bijvoorbeeld mogelijk tussen een autosnelweg en een
woonkern of bedrijventerrein, maar niet in landbouwgebied langs de autosnelweg zelf. Nochtans zijn er heel wat
mogelijkheden als er enkele goed doordachte locaties, op voldoende afstand van elkaar, langs de autosnelweg
gekozen worden. Op die locaties kan er telkens een groot windturbinepark gerealiseerd worden.
De West-Vlaamse Milieufederatie en Voka West-Vlaanderen pleiten ervoor om het aanknopingspunt te beperken
tot één grootschalig infrastructuurelement.
Regionale lijninfrastructuur kan een goede aanknoping voor inplanting bieden, maar uiteraard moet het hier gaan
om een grootschalige infrastructuur. Heel wat kleinschalige lijnelementen zoals sommige waterwegen, worden in
het landschap eigenlijk niet waargenomen. Van een aanknopingspunt is hier geen sprake meer.
Gebruik de mogelijkheden op en rond industrie- en haventerreinen
Haventerreinen, bedrijventerreinen en zeker landbouwgebied aan de rand ervan zijn uitermate geschikt voor het
plaatsen van windturbines. Zowel de omgeving van regionale bedrijventerreinen als andere grootschalige
bedrijventerreinen bieden hiervoor mogelijkheden. Deze bedrijventerreinen kunnen een goed aanknopingspunt
zijn. De extra visuele impact van de windturbines is er kleiner, wegens de aanwezige bedrijfsinfrastructuur. Mits
een goede inplanting kunnen windturbines de bedrijvigheid benadrukken. Er is ook minder nood aan bijkomende
leidingen en aanpassingen van het netwerk wegens de aanwezigheid van grote energieverbruikers ter plaatse.
En er is bovendien heel wat draagvlak bij de bedrijven om te investeren in duurzame energievoorzieningen en het
bevordert de energie-onafhankelijkheid van de West-Vlaamse bedrijven.
Plaatselijk draagvlak en financiële participatie als basis.
Tot op vandaag worden de meeste windturbineprojecten gerealiseerd door energiebedrijven die her en der
verschillende aanvragen indienen. Dit gebeurt meestal zonder inspraak van omwonenden. Aangezien burgers
enkel de lasten, maar niet de lusten krijgen, zijn er dan ook heel wat vooroordelen tegenover windturbines. Dit
kan ook anders: een draagvlak kan ontstaan indien er intensief wordt overlegd met de gemeente en met de buurt,
wanneer de locatie goed gekozen wordt en mensen en bedrijven de kans krijgen te delen in de opbrengst van
een project. Daarom pleiten we voor (financiële) participatiemogelijkheden voor omwonenden en plaatselijke
bedrijven in windturbineprojecten. De provincie kan bij het verlenen van de vergunningen voorwaarden opleggen
omtrent participatiemogelijkheden.
Er zijn in West-Vlaanderen ook gemeenten, waar er wel al een draagvlak is, maar die niet opgenomen zijn in de
provinciale zoekzones. Ook bedrijven en landbouwers zijn vragende partij naar meer mogelijkheden voor het
plaatsen van windturbines.
Het draagvlak voor windturbines dat al aanwezig is, moet effectief benut worden. Wanneer op voorhand te veel
gebieden worden uitgesloten, worden heel wat kansen gemist.
Breid de bestaande windturbineprojecten uit en faciliteer de realisatie van grote windturbineparken
Deze denkpiste is niet nieuw. De Provincie West-Vlaanderen kan evenwel een meer proactieve houding
aannemen en een faciliterende rol spelen.
Zo kan de provincie zelf nagaan of bestaande windturbineparken kunnen uitgebreid worden om grote windparken
te realiseren. Hierbij mogen de uitbreidingen niet beperkt worden door algemene ruimtelijke criteria, maar moet
de lokale situatie het uitgangspunt zijn. Er zijn in dat opzicht zeker mogelijkheden in de provincie, waar bestaande
windturbines en een lokaal draagvlak reeds aanwezig zijn.
In dezelfde optiek kan de provincie zelf zones afbakenen en een ruimtelijk kader vastleggen om grote
windturbineparken te realiseren. Hierin kunnen er concrete puntlocaties vastgelegd worden om op voorhand na te
gaan hoe er zoveel mogelijk en zo optimaal mogelijk turbines kunnen geplaatst worden.
Daarna kunnen de voorwaarden omtrent de vergunning en participatie vastgelegd worden en kunnen
verschillende ontwikkelaars zich kandidaat stellen voor de concrete inplanting ervan. Dergelijke
windturbineparken bieden mogelijkheden om zogenaamde energie-eilanden te voorzien waar plaatselijk
elektriciteit wordt geproduceerd en verbruikt. Zo worden ook stappen gezet in de noodzakelijke verschuiving naar
decentrale energievoorziening en energie-onafhankelijkheid.
Toekomstgericht ondernemen. Het zit in ons.
We hopen dat de provincie West-Vlaanderen zelf initiatief neemt en haar visie bijstuurt.
We geloven in een visie die vertrekt vanuit de kansen die windenergie kan bieden. We geloven dat WestVlaanderen moet investeren in de toekomst en gebruik kan maken van een energiebron die in onze provincie
overvloedig aanwezig is. Wind is een onuitputtelijke grondstof die toebehoort aan alle West-Vlamingen. Als de
provincie zelf het voortouw neemt en durft te beslissen, dan is er een succesverhaal in de maak.
Download