Hercules in Zutphen - Natuurtijdschriften

advertisement
M. Groothedde
Hercules in Zutphen
De vondst van een Romeinse gem i n Huize van de Kasteele
In 1993 en 1994 zijn er op diverse plaatsen in het gebouwencomplex van Huize
van de Kasteele en het vroegere hotel
's-Gravenhof archeologische opgravingen
verricht. Het complex wordt ingrijpend
gerestaureerd en zal worden ingericht als
studiecentrum voor de rechterlijke macht
(SSR) en een luxueus hotel.
De lokatie is van grote archeologische
waarde. O p het aangrenzende plein
's-Gravenhof zijn in 1946 de sporen gevonden van de imposante tufstenen palts
van de graven van Zutphen (zie ook
Zutphen 1992, pag 1-10). Het archeologische onderzoek heeft dan ook een schat
aan informatie opgeleverd. In Huize van
de Kasteele zijn waardevolle gegevens
over de hof van de graven van Zutphen
aan het licht gekomen (ge-12e eeuw). De
veronderstelde "hofgracht" werd ontdekt
achter Huize van de Kasteele en onder
het vroegere hotel 's-Gravenhof. In de
panden Kuiperstraat 9 en 13 werden de
resten van de houten huizen gevonden uit
de 12e-14e eeuw die voorafgingen aan de
stenen huizen uit de 14e en 15e eeuw.
Voor een uitvoerig verslag van het onderzoek naar de hofgracht en de vroegste bewoners in de houten huizen aan de Kuiperstraat verwijs ik naar het artikel in de
Hunnepers (AWN - afd.18, 1993), 13-18.
Het was tijdens het onderzoek een grote
verrassing dat het gebied tussen de Kuiperstraat en het 's-Gravenhof al bewoond
moet zijn geweest vanaf het begin van onze jaartelling. Er zijn grondsporen gevonden en vondsten gedaan uit de Romeinse
Tijd (O - 400 na Chr.) en de Frankische
Links de gem, rechts de afdruk in kleipasta.
(Foto: Ron Nagtzaam)
Tijd (400-800 na Chr.). Voor het eerst gingen de vondsten van inheems Romeins
aardewerk duidelijk vergezeld van Romeinse importkeramiek: Terra Sigillata,
Terra Nigra, ruwwandig en gladwandig
aardewerk, een fraai stukje Romeins glas
en een koperen fibula (mantelspeld).
De meest verrassende vondst werd op 5
januari 1994 gedaan in de oude grondlagen onder de kelders van Huize van de
Kasteele: een Romeinse gem (zegelringsteen) van uitzonderlijke kwaliteit. De ovale steen is amper 14 mm. groot. Het is een
zgn. nicolo, een agaatsteen: zwartblauw
met een lichtblauwe toplaag. Hierin is de
uiterst verfijnde afbeelding van een staande persoon gesneden. Het is, gezien zijn
attributen, onmiskenbaar de Romeinse
halfgod Hercules (Grieks:
Heracles). Met zijn rechterarm leunt hij
op de knots die hij bij de uitvoering van
de twaalf taken steeds bij zich heeft. Over
diezelfde rechterschouder i s de huid van
de leeuw van Nemea gedrapeerd. Het
wurgen van deze bijna onsterfelijke leeuw
was de eerste van die twaalf taken. De
leeuwekop en huid diende hem tot kap en
mantel. In de linkerhand heeft de mythologische held een boog. De pijlen van de
boog van Hercules waren gedoopt in het
giftige bloed van de Hydra van Lera, de
negenkoppige waterslang die door onze
held werd overwonnen. Met de boog en
de giftige pijlen doodde hij Nessus de
Centaur (half mens half paard) die zijn geliefde Deïanira probeerde te schaken. Aan
het einde van zijn leven werd Hercules
naar de godenberg Olympus omhooggevoerd en onder de onsterfelijke goden opgenomen.
De nicolo-gem kan in de eerste eeuw na
Chr. gedateerd worden. Een goed vergelijkbare Herculesafbeelding in een nicologem is te vinden in de collectie van het
Koninklijk Munten en Penningenkabinet
te Leiden (Maaskant 603).
Wat doet Hercules in Zutphen? De halfgod was zeer populair bij de Romeinen.
Bij de Bataafse bevolking werd Hercules
geassocieerd met de inheemse god Magusanus. In Elst en Empel (bij Den Bosch)
zijn aan deze godheid gewijde "Romeins-
bataafse" tempels bekend. De nederzetting uit de Romeinse Tijd te Zutphen lag
niet in het Romeinse Rijk. De grens van
het Romeinse Rijk lag aan de zuidoever
van de Rijn. Vooral in de tweede eeuw
echter kwam er een importstroom van Romeinse goederen op gang in de gebieden
van het vrije Germanië. Via handel en politieke transacties vonden veel Romeinse
producten afzet bij de vrije Germaanse
bevolking. De eerder genoemde Romeinse vondsten uit Zutphen dateren juist uit
de tweede eeuw. Een zegelring i s echter
een persoons- of familiegebonden bezit
geweest en geen handelsobject. Zij werden door vooraanstaande personen gebruikt om in was te zegelen en als sieraad
te dragen. Gemmen zijn er in vele soorten
(half-)edelstenen. Soms diende glaspasta
als een goedkoop surrogaat. De afbeeldingen zijn veelal mythologisch of religieus
van karakter. De nicolo-steen werd vooral
door de sub-top van de sociale elite gedragen. In het Romeinse Nederland zijn
deze gemmen vooral bekend uit legerkampen als Velsen en Valkenburg en steden als Nijmegen. Buiten het Romeinse
Rijk zijn in ons land slechts enkele exemplaren bekend, ondermeer in het Friese
gebied. Het Zutphense exemplaar i s in
Oost Nederland het eerste. De Zutphense
steen is bovendien van uitzonderlijke
kwaliteit zodat we mogen veronderstellen
dat de steen in een zilveren of gouden
ring gevat i s geweest. Een gouden ring
met een goed vergelijkbare nicolo-gem is
gevonden in Drenthe en te zien in het
Drenths Museum in Assen. Er zijn enkele
mogelijkheden die de komst van de gem
naar Zutphen verklaren. De ringsteen zou
door roof of grafroof in het Romeinse gebied ten zuiden van de Rijn door inheemse Germanen naar deze streek gekomen
kunnen zijn. De ring zou ook deel uit gemaakt kunnen hebben van een politieke
schenking van de Romeinen aan de Germanen teneinde deze laatsten gunstig te
stemmen. Vanaf het einde van de tweede
eeuw kreeg de Romeinse rijksgrens veel te
verduren van opdringende Germaanse
stammen. Meer aannemelijk lijkt me de
verklaring dat de gem heeft toebehoord
aan een invloedrijke vrije Germaan die
mogelijk dienst heeft gedaan in het Romeinse leger. Hij zou daar "geromaniseerd" kunnen zijn en een zekere status
verworven kunnen hebben. De ring met
de Herculesgem zou bij uitstek zijn Romeinse status kunnen weerspiegelen. Bij
zijn terugkeer naar het gebied van herkomst nam hij de ring mee. In dit licht is
de ring een duidelijke uiting van het Romeinse acculturatieproces in de tweede
eeuw in het Germaanse gebied buiten het
Rijk. Tenslotte moet gewezen worden op
het feit dat de gem gevonden is in een
kuilverstoring uit rond 1100. In deze tijd
werden er veel bouwmaterialen als tufsteen en Romeinse bakstenen en dakpannen uit de oude Romeinse ruïnes in ondermeer Nijmegen en Xanten opgedolven. Het Romeinse sloopmateriaal werd
gebruikt bij de bouw van kerken en het
gravenhof te Zutphen. De zegelring zou
bij die gelegenheid bij de Romeinse ru'ïnes gevonden en als "souvenir" meegenomen kunnen zijn. De kuil is echter door
de inheems Romeinse akkerlaag gegraven
en de kuil bevat voor meer dan de helft
inheems Romeinse scherven. Het i s dan
ook aannemelijker dat ook de gem door
opspit rond 1100 uit zijn oorspronkelijke
inheems Romeinse context i s gehaald.
Download