Differentiatie Hoe pak ik dit aan? Een praktische handleiding voor docenten waarin diverse differentiatiemogelijkheden op niveau worden behandeld die te gebruiken zijn in het klassieke onderwijs van het Oosterlicht College. Thirsa van Meel Student Hogeschool Utrecht Instituut Archimedes Biologie | 2015-2016 Voor wie is deze handleiding bedoeld? Deze handleiding is speciaal geschreven voor de docenten op het Oosterlicht College Nieuwegein. De uitwerkingen van diverse differentiatiemogelijkheden zijn zo uitgeschreven dat het past bij het soort onderwijs dat gegeven wordt op het Oosterlicht College Nieuwegein. Hier is rekening gehouden met de klassieke indeling van het rooster (vijftig minutenrooster), maar ook met de vrijheden op deze school, de indelingen van de lokalen en de diversiteit van de leerlingen en docenten. Deze handleiding is zo geschreven dat het toepasbaar in elk vak en in elk leerjaar. In deze handleiding zal er gericht worden op convergente differentiatie op niveau en/of leercapaciteiten. Hiermee wordt bedoeld dat de leerlingen naar hetzelfde doel toe werken, een toets of eindexamen, alleen de weg erheen is anders. Wil je meer weten? Het boek differentiëren is te leren! Van Meike Berben en Mirjam van Teeseling geeft extra informatie over differentiatie in het middelbare onderwijs. Deze handleiding is ook grotendeels van dit boek afgeleid. 1 Inhoud Voor wie is deze handleiding bedoeld?................................................................................................... 1 Inleiding ................................................................................................................................................... 3 Wat is differentiatie?........................................................................................................................... 3 Waarom differentiëren in mijn lessen?............................................................................................... 4 Voorwaarden voor goed differentiëren .................................................................................................. 5 Piramide van docentenvaardigheden ................................................................................................. 5 De vijf rollen van de leraar .................................................................................................................. 5 De gastheer ..................................................................................................................................... 5 De presentator ................................................................................................................................ 5 De didacticus ................................................................................................................................... 6 De pedagoog.................................................................................................................................... 6 De afsluiter ...................................................................................................................................... 6 Passende werkvormen ........................................................................................................................ 6 Omgaan met verschillen...................................................................................................................... 6 Zelfregulatie ........................................................................................................................................ 6 Wat gaat er vooraf aan differentiatie ..................................................................................................... 7 Stappenplan voorbereiding differentiatie ........................................................................................... 7 Verzamelen van gegevens ............................................................................................................... 7 Analyseren van gegevens ................................................................................................................ 7 Clusteren van leerlingen .................................................................................................................. 9 Ontwerpen van aanbod................................................................................................................... 9 Organisatie van de differentiatie................................................................................................... 10 Differentiëren in instructie .................................................................................................................... 11 Differentiëren in leerstof....................................................................................................................... 12 Taxonomie van Bloom ....................................................................................................................... 12 Differentiëren in leertijd........................................................................................................................ 13 Tempodifferentiatie .......................................................................................................................... 13 Routemodel ................................................................................................................................... 13 Gedifferentieerde studieplanner .................................................................................................. 13 Differentiatie in leertijd buiten de les ............................................................................................... 13 Handige websites .................................................................................................................................. 14 Bijlages................................................................................................................................................... 16 Observatieformulier vijf rollen van de leraar .................................................................................... 16 Lesvoorbereidingsformulier differentiatie + tips (IGDI-stappen) ...................................................... 17 2 Inleiding Differentiatie, op het individu gericht, het moderne leren, omgaan met verschillen tijdens uw lessen. Deze begrippen en lesmogelijkheden worden om je hoofd geslingerd wanneer je de opleiding tot docent volgt en/of je al voor de klas staat. Vanaf de jaren tachtig wordt hier al aandacht aan besteedt en in het basisonderwijs is differentiatie al de standaard geworden. Toch wordt er in het middelbaar onderwijs nog nauwelijks tot geen tijd aan besteed. In het middelbare onderwijs staat vaak methodegericht werken en toetsen centraal. Als docent voelt het vaak in eerste instantie als overleven en denk je totaal niet aan om ook nog eens te gaan differentiëren tijdens uw lessen. Toch heeft differentiëren ook voordelen, zowel voor de leerlingen als voor docenten en is het de moeite waard om er aandacht aan te besteden. Differentiatie betekent namelijk niet altijd dat je heel je lesprogramma om moet gooien, maar met kleine veranderingen kom je ook al een heel eind. ‘Differentiatie is een middel, geen doel op zich’ Voordat verschillende differentiatiemogelijkheden worden beschreven wordt er eerst nog kort toegelicht wat differentiatie precies is en wat de voordelen zijn van differentiatie. Wat is differentiatie? Wanneer gezocht wordt naar een begripsomschrijving van differentiatie komen er veel verschillende omschrijvingen naar boven. Dr. R.J. Bosker, hoogleraar aan Rijksuniversiteit van Groningen, geeft de volgende beschrijving: ´Differentiatie is de onderwijskundige oplossing voor het omgaan met verschillen in het onderwijs (Bosker, 2005).’ Omgaan met verschillen en differentiatie wordt vaak in één adem genoemd in het onderwijs, maar de betekenis van beide termen is verschillend. Bij differentiatie gaat het erom dat je leerlingen individueel (of in een klein groepje) op de juiste manier begeleidt, terwijl wanneer je als docent omgaat met verschillen in de klas je eerder klassikaal bezig bent in plaats van op het individu gericht. Differentiatie is dus een manier om te kunnen omgaan met verschillen in een klas. Daarom is de beschrijving van Dr. R.J. Bosker niet specifiek genoeg en zal in deze handleiding van de volgende omschrijving uitgaan: ‘Differentiëren is het bewust, doelgericht aanbrengen van verschillen in instructie, leertijd of leerstof binnen een (heterogene) groep of klas leerlingen, op basis van onder andere hun prestaties (Reezigt, 1999).’ 3 Waarom differentiëren in mijn lessen? Deze vraag wordt vaak gesteld door docenten wanneer het over differentiatie gaat. Uit onderzoek is gebleken dat de meest gunstige resultaten op leerprestaties ontstaan wanneer er gedifferentieerd wordt tijdens de lessen. Enkele ervaringen van docenten die differentiatie hebben toegepast in hun lessen: Je hebt meer tijd voor de leerlingen die het echt nodig hebben Ik ben minder moe na het lesgeven Ik ga bewuster met de lesstof om Ik had het gevoel dat niet alleen ik hard stond te werken, maar ook de leerlingen Naast de ervaringen van de docenten zijn de ervaringen die de leerlingen hadden in dit onderzoek ook naar voren gekomen. De indruk van deze docenten is ook dat de leerlingen deze manier van lesgeven waarderen. Enkele indrukken die docenten hadden van de leerlingen: De leerlingen zijn actief en enthousiast Leerlingen ervaren als positief wanneer ze zelf hun groep mogen kiezen Leerlingen zijn meer taakgericht bezig, waardoor ze gerichte vragen stellen Wanneer je gaat differentiëren kan je verwachten dat je je lessen beter voorbereid, waarin je meerdere lesdoelen stelt voor de verschillende soorten leerlingen waardoor de lessen efficiënter en opbrengstgerichter worden. Daarnaast wordt u minder afhankelijk van de methode. Je bent namelijk meer bezig met de vraag wat u precies de leerlingen wilt leren en hoe de methode hierbij bijdraagt in plaats van andersom. Tenslotte kan differentiatie helpen bij het voorkomen van problemen in klassenmanagement. Door minder klassikaal les te geven hoef je minder te trekken aan leerlingen met een beperkt concentratievermogen en kunnen motivatieproblemen voorkomen worden omdat u de lessen aanpast op de individuele behoeften van de leerlingen. 4 Voorwaarden voor goed differentiëren Goed differentiëren leer je niet in één dag. Docenten kunnen deze vaardigheid vaak pas inzetten als ze een aantal basisvaardigheden bezitten. Deze basisvaardigheden worden in dit hoofdstuk kort toegelicht. Piramide van docentenvaardigheden Voordat je als docent goed kan differentiëren moet je eerst de basisvaardigheden bezitten. M. Slooter ontwikkelde in samenwerking met R. Broesder en F. van Lier een model dat inzicht geeft in de ontwikkeling van docentenvaardigheden: de piramide. De piramide is verdeeld in vier niveaus. Zoals je kan zien staat omgaan met verschillen op de derde steen van de piramide. Dit betekent dus dat je als docent eerst moet voldoen aan de twee bouwstenen eronder, voordat je je kan bezighouden met verschillen binnen de klas en dus ook met differentiëren. Omdat je als docent eerst aan deze basisvoorwaarden moet voldoen, zullen eerst deze vaardigheden kort toegelicht worden. Figuur 1. piramide basisvaardigheden docenten De vijf rollen van de leraar De vijf rollen van de leraar. Als docent heb je er vast al wel eens iets over gehoord. Slooter heeft de basisvaardigheden waaraan een docent aan moet voldoen in vijf rollen verdeeld; de rol van gastheer, presentator, didacticus, pedagoog en afsluiter. Elke rol hoort bij een specifieke fase van de les en kent een bepaalde manier van gedrag. De gastheer Als gastheer open je de dag en/of start je de les. In deze rol maakt u contact met de leerlingen. Dit contact begint bij het groeten van de leerlingen wanneer ze het lokaal binnenkomen. In deze rol krijg je de leerlingen te kennen wat essentieel is voor differentiatie. De presentator Als rol van presentator zorg je ervoor dat je de aandacht trekt en vasthoudt van de leerlingen. Je bent bezig om te zorgen dat de leerlingen hun aandacht volledig op jou richten en naar jou luisteren. 5 De didacticus In deze rol breng je de stof over op de leerlingen. Dit is de primaire functie van de docent. Je motiveert de leerlingen en geeft uitleg op een manier die leerlingen begrijpen. De didacticus is in staat om een groep te sturen en te begeleiden. Hoe hoger je in de piramide komt, des te meer de rol van didacticus uitgebreid gaat worden. De tweede steen van de piramide; passende werkvormen staan in verlenging van deze rol. De pedagoog Als pedagoog creëer je een veilig klimaat voor de leerlingen. Deze rol is niet verbonden aan een specifieke fase van de les en komt dan ook terug in de overige rollen. Het creëren van een veilig leerklimaat zorgt ervoor dat de leerlingen optimaal kunnen leren. Als docent ben je bezig met het klassenmanagement, wat een voorwaarde voor zelfstandig werken. Dit is nodig om te kunnen differentiëren. De afsluiter Als afsluiter sluit je de les af en reflecteert je samen met de leerlingen op het proces en op de inhoud van de les. Door de les op een goede manier af te sluiten bespreek je de lesdoelen en controleer je of de lesdoelen zijn behaald. Als docent moet je aan de vijf rollen van de leraar voldoen om de leerlingen in de leerstand te krijgen wat nodig is om te kunnen differentiëren. Wil je jezelf controleren of je voldoet aan de vijf rollen van de leraar? Laat jezelf observeren door een collega en/of leidinggevende. In de bijlage vind je een observatieformulier die speciaal gericht is op de vijf rollen van de leraar (zie observatieformulier vijf rollen van de leraar). Ook biedt CPS een lesobservatieapp aan. Als docent kan je een gratis een light - account aanmaken waarbij je vijftien collega’s kan toevoegen. Wanneer er binnen de school meer vraag is naar dit programma kan er een versie aangeschaft worden. Met dit programma kan er digitale observaties gedaan worden en kan er een ontwikkelingsdossier bijgehouden worden. De website is: www.lesobservatie.com Passende werkvormen Wanneer je als docent de vijf rollen van de leraar beheerst kan je verder in de piramide naar de tweede steen; passende werkvormen. Als didacticus ga je op zoek naar passende werkvormen. Je gaat opzoek naar werkvormen die je leerlingen activeren en die ervoor zorgen dat zij optimaal leren. Zie het hoofdstuk handige websites voor extra stof per vak die digitaal te vinden zijn! Omgaan met verschillen Wanneer je aan de eerste twee basisvoorwaarden voldoet kan je jezelf verder ontwikkelen als didacticus. Wanneer je deze fase hebt bereikt ben je in staat op bewust alternatieven aan te bieden aan leerlingen die een andere aanpak nodig hebben. Je kan beginnen met de uitwerking hiervan door middel van differentiatie. Zelfregulatie Zelfregulatie is het uiteindelijke streefdoel. Als docent kan je ervoor zorgen dat leerlingen zelf kunnen leren, zelf hun doelen kunnen stellen en hun eigen leerproces kunnen sturen en bijstellen wanneer dit nodig is. Als docent heb je uiteindelijk dan alleen nog een coachende rol. 6 Wat gaat er vooraf aan differentiatie Als docent ben je op de derde steen van de piramide belandt en kan je dus aan de slag gaan met differentiatie in jouw onderwijs. Maar wat gaat er allemaal aan vooraf? Dat wordt hier toegelicht. Voordat je gaat differentiëren moet je je goed voorbereiden. Dit kost in het begin best wat tijd. Maar hoe vaker je er gebruik van maakt des te minder tijd het gaat kosten. Daarbij moet je ook bedenken dat differentiatie geen doel op zich is, maar een middel om de uiteindelijke leerdoelen te behalen. Differentiatie hoeft dus ook niet direct aan het begin van het jaar te starten. Voor een goede voorbereiding kan je onderstaand stappenplan volgen, zodat je goed van start kan gaan. Stappenplan voorbereiding differentiatie 1. 2. 3. 4. 5. Verzamelen van gegevens Analyseren van gegevens Clusteren van leerlingen Ontwerpen van aanbod Organisatie van de differentiatie Verzamelen van gegevens Voordat je kunt gaan differentiëren en kan inspelen op de verschillen van de leerlingen moet je natuurlijk eerst weten wat de verschillen tussen de leerlingen zijn. Als de klas nieuw is moet je de klas eerst observeren en analyseren. Maar hoe krijg je het beste een volledig mogelijk beeld van de leerlingen? Dit vereist dat je de rol van gastheer goed kunt uitvoeren. Je maakt contact met de leerlingen, je investeert tijd in de relatie en toont echte belangstelling. Observeer je leerlingen tijdens het zelfstandig werken om er achter te komen hoe dit hen afgaat. Denk er wel om dat je hier niet alleen voor staat. Gebruik je collega’s en dossiers van de leerlingen als informatiebronnen om de juiste informatie te krijgen over de leerlingen. Ga eens een gesprek aan met de mentor of andere docenten die dezelfde klas hebben. Daarnaast wordt er op scholen veel getoetst en kan je de ze gegevens altijd terug halen. Wanneer je bijvoorbeeld een exact vak geeft is het ook interessant om te weten hoe ze het bij vakken zoals Nederlands doen. Op deze manier kan je er achter komen of een leerling misschien wel taalzwak is. Deze eerste stap kan veel tijd kosten, maar als het team hier zich allemaal mee inzet kan er een gezamenlijk dossier gemaakt worden en kan er uiteindelijk tijdwinst gemaakt worden. Analyseren van gegevens Wanneer je de gegevens verzamelt hebt kan je deze gegevens gaan analyseren. De manier waarop je dit doet verschilt per docent. Denk hierbij aan waar je uiteindelijk naartoe wilt werken. Wil je de klas uiteindelijk indelen op niveau, instructiebehoefte of leervoorkeuren? Analyseer de gegevens dan ook op deze manieren. De makkelijkste manier om de leerlingen te analyseren is op resultaten die ze behaald hebben op toetsen. Om hier mee te beginnen is ook geen enkel probleem, maar let wel op dat er hier ook weer verschillen in zitten. Waarom halen leerlingen onvoldoendes? Zijn ze taalzwak, vinden ze de stof moeilijk, hebben ze concentratieproblemen, gebrek aan inzicht, zijn ze niet gemotiveerd genoeg of hebben ze gewoon niet goed geleerd? 7 Datamuur Een hulpmiddel bij het analyseren van de gegevens van de leerlingen is een datamuur. Deze datamuur vul je met de toets gegevens van leerlingen over een bepaalde periode. Bedenk hierbij van tevoren welke onderdelen de leerlingen moeten beheersen bij jouw vak. Geef per onderdeel aan hoe een leerling presteert. Vaak wordt hierbij gebruik gemaakt van verschillende kleuren. Het is nodig om niet alleen naar de cijfers te kijken, maar echt naar de onderdelen die de leerlingen moeten beheersen. Het kan namelijk zijn dat een leerling wel goede cijfers haalt, maar één bepaald onderdeel toch niet goed beheerst. Andersom kan natuurlijk ook. Leerlingen die onvoldoendes halen, maar bepaalde onderdelen wel goed beheersen. Door een datamuur te maken kan je in één oogopslag zien welke leerlingen extra hulp nodig hebben bij welke onderdelen. Hieronder staat een voorbeeld van een datamuur. Hier zijn de gegeven van drie toetsen bijgehouden. Zo kan er ook gelet worden of ergen vooruitgang in zit. Een datamuur is goed te maken in met Excel of tabellen in Word. In deze datamuur is er gebruik gemaakt van de kleuren rood, oranje en groen. Dit is heel overzichtelijk voor de docent. Wanneer je deze datamuur ook met de leerlingen wilt delen, bedenk dan wel dat rood zeer negatief overkomt. Kies dan voor neutralere kleuren. Tabel 1 voorbeeld datamuur Naam leerling Begrijpend lezen Begrippen Jeroen Sam (D) Marieke Peter Maud Verbanden leggen Inzicht Gemiddelde cijfer 5,8 5,1 6,0 7,4 4,8 (D) = dyslect RTTI-model Vaak wordt er in het onderwijs ook gebruik gemaakt van het RTTI-model. Dit model is te vergelijken met de datamuur die hierboven is weergegeven. het nadeel van het RTTI-model is dat het niet vakspecifiek is. In talen en in exacte vakken zijn hele andere eisen aan het onderwijs. Bij een eigen datamuur wordt het vakspecifieker. Wat het voordeel aan het RTTI-model is dat het al regelmatig wordt toegepast in het onderwijs. Je kan als docent veel gegevens en programma’s vinden waarbij je de RTTI-gegevens van de leerlingen direct uit kan rekenen. Figuur 2. RTTI-model 8 Clusteren van leerlingen Wanneer alle gegevens van de leerlingen op een overzichtelijke manier zijn geanalyseerd kan je de leerlingen gaan indelen in verschillende groepen. De aantal groepen is afhankelijk wat u prettig vindt, maar meestal worden er wel 2 à 3 groepen aangehouden. De groepsindeling die u maakt is ook helemaal afhankelijk van waarop u wilt differentiëren. U kunt een groepsindeling maken op basis van: - Een objectief criterium: denk hierbij aan een behaald cijfer, de onderdelen die je genoteerd hebt bij je datamuur De keuze van de docent: bij het observeren zijn er altijd een aantal zaken die je als docent opvallen. Ook op deze criteria kan je de leerlingen indelen. Eigen keuze van de leerlingen: Laat de leerlingen zelf kiezen of ze extra uitleg willen of liever zelfstandig aan de slag gaan. Let hierbij wel op of de leerlingen verantwoordelijk genoeg hiervoor zijn. Door leerlingen zelf te laten kiezen zorg je voor extra motivatie aan de kant van de leerlingen. Ze hebben het gevoel dat ze zelf iets te zeggen in hun eigen leerproces. Natuurlijk zijn deze manieren te combineren. Als docent kan je ervoor kiezen om een aantal aan te wijzen die verplicht zijn om in een bepaalde groep te zitten, terwijl de rest een eigen keuze mogen maken. Deze groepsindeling moet je niet als iets onveranderlijk zien. Een leerling heeft bij bepaalde onderdelen behoefte aan extra begeleiding en gaat bij andere onderdelen liever zelfstandig aan de slag. De groepen kunnen dus per keer variëren. Ontwerpen van aanbod Wanneer de leerlingen zijn geclusterd ga je aan de slag met het aanbod dat je de leerlingen gaat aanbieden. Bedenk van tevoren wat je alle groepen wilt laten doen. Denk hierbij aan de leerdoelen die gelden per groep en welk onderwijsaanbod hierbij het beste past. Zwakkere leerlingen hebben bijvoorbeeld meer aan herhalingsopdrachten terwijl sterke leerlingen meer behoefte hebben aan uitdagende verdiepende of verbredende opdrachten. Dit vraagt om voorbereiding. In de bijlage vind je een voorbeeld van een lesvoorbereidingsformulier met extra tips. Dit lesvoorbereidingsformulier is gebaseerd op het ADI/IDGI-model. Hierbij wordt in het hoofdstuk differentiëren in instructie meer over verteld. Natuurlijk kan je ook een eigen notitiewijze gebruiken en hoeft het ook niet altijd zo uitgebreid als in een lesvoorbereidingsformulier. Hieronder vind je een voorbeeld om de voorbereiding op een kortere wijze te noteren Groep 1 - Zelf theorie lezen Pg. 32 t/m 34 - Zelf opdracht 5 maken - Opdracht 5 nakijken - Opdracht 6 maken - Opdracht 6 nakijken Groep 2 - Uitleg theorie bijwonen - Zelf opdracht 5 maken - Opdracht 5 nakijken - Opdracht 6 maken - Opdracht 6 nakijken Groep 3 - Uitleg theorie bijwonen - Gezamenlijk opdracht 5 maken. - Zelf opdracht 6 maken - Opdracht 6 nakijken Figuur 3 praktijkvoorbeeld notitiewijze lesvoorbereiding 9 Organisatie van de differentiatie Het grootste deel van de voorbereiding zit er op. Nu moet je alleen nog na gaan denken over de praktische zaken van differentiatie en de mogelijkheden die er zijn op jouw school. Let voor de praktische zaken op de onderstaande onderdelen: - - Opstelling: Hoe ga je het lokaal indelen en waar plaats je de verschillende groepen? Hou hierbij ook rekening mee dat je niet alle uren in hetzelfde lokaal zit. Werkafspraken: Welke afspraken maak je met de leerlingen over de gang van zaken. Mag er bijvoorbeeld gepraat en wat moeten de leerlingen doen als ze een vraag hebben wanneer jij een andere groep extra uitleg geeft? Bespreek met de leerlingen dit goed door voor een goed klassenmanagement. Gedrag van de docent: Hoe gedraag jij je wanneer de leerlingen aan het werk zijn? Loop je door het lokaal? Hoe geef je leerlingen aandacht? Materiaal: Welke materialen heb je nodig en hoe komen deze in het lokaal? Mogen de leerlingen zelf deze materialen pakken en zo ja waar leg je deze materialen dan? Wanneer je alle vijf de stappen hebt doorlopen kan je gaan beginnen met differentiatie. De volgende hoofdstukken worden verschillende manieren van differentiatie toegelicht. 10 Differentiëren in instructie Wanneer je de leerlingen geclusterd hebt kan je aan de slag met differentiatie. De eerste vorm van differentiatie die er besproken gaat worden in differentiatie in instructie. Deze vorm van differentiatie is goed toe te passen in het klassieke onderwijs en kan in kleine stapjes ingevoerd worden. Bij differentiatie in instructie maak je meestal gebruik van twee of drie groepen. In deze uitleg is er gekozen voor drie groepen, maar hierin kan je zelf variëren. Bij differentiatie in instructie maak je de volgende verdeling: - Groep 1: De instructieonafhankelijke leerlingen Groep 2: De instructiegevoelige leerlingen Groep 3: De instructieafhankelijke leerlingen De eerste groep zijn de leerlingen die liever zelfstandig aan de slag gaan in plaats van eerst een gedeelte van de uitleg moeten volgen die ze vaak zelf al zouden begrijpen wanneer ze de stof door zouden lezen. Wanneer je gebruik gaat maken van deze vorm van differentiëren laat je deze leerlingen eerder los. Ze hoeven geen uitleg te volgen maar mogen zelfstandig aan de slag gaan. Deze leerlingen zullen eerder klaar zijn met de stof, dus zorg dat er voor hen extra stof aanwezig is wat verdiepend of verbredend is. Onder het kopje handige websites vind je websites waarop extra opdrachten staan. Deze kunnen gebruikt worden voor deze groep leerlingen. De tweede groep leerlingen zijn de ‘gemiddelde’ leerlingen. Na eerst een korte uitleg kunnen ze zelf aan de slag met de opdrachten. Zij vinden het prettig wanneer ze eerst een stuk uitleg krijgen van de docent. Zij zullen de middenmoot zijn qua opdrachten. De derde groep zijn de leerlingen die wat extra begeleiding nodig hebben. Zij volgen samen met de tweede groep eerst de klassikale uitleg van de docent. Wanneer de tweede groep daarna zelfstandig aan de slag gaat met de opdrachten zal dit groepje leerlingen nog wat extra begeleiding nodig hebben. Denk hierbij aan extra uitleg of de eerste opdrachten samen maken. Ook voor deze leerlingen zijn de websites handig voor herhalingsopdrachten. Figuur 4 ADI-model Wanneer de leerlingen zelfstandig aan de slag zijn heb je als docent een coachende en begeleidende rol. Je geeft effectief feedback aan de leerlingen. Zorg er voor dat je het einde van de les weer klassikaal afsluit. Reflecteer met de leerlingen wat ze vandaag geleerd hebben. Denk hierbij aan de rol van afsluiter bij de vijf rollen van de leraar. Deze indeling is gebaseerd op het activerende directe instructiemodel van Leenders. (zie figuur hiernaast) Leenders heeft een model ontworpen waar een goede les aan moet voldoen. Ook het lesvoorbereidingsformulier in de bijlage is op deze manier opgebouwd. 11 Differentiëren in leerstof Wanneer je gaat differentiëren in leerstof ga je het onderwijsaanbod aanpassen. Je volgt de lesmethode minder strikt, maar je stelt jezelf de vraag: Welke leeractiviteiten voor welke leerlingen doen er eigenlijk toe in deze les? Om te kunnen differentiëren in leerstof moet je goed weten wat de leerdoelen zijn. Je hebt een overzicht nodig van de leerlijnen en onderwijsdoelen om keuzes te maken die aansluiten bij wat jouw leerlingen nodig hebben. Onderstaande vragen kunnen je helpen om de lesdoelen goed in beeld te krijgen (Tomlinson, 2008) Wat zijn mijn inhoudelijke lesdoelen bij deze les voor de klas? - Wat weten de leerlingen na deze les? - Wat begrijpen de leerlingen na deze les? - Wat kunnen de leerlingen na deze les toepassen? Wat wil je in deze les bereiken qua proces? - Denk aan kennismaken, samenwerkingsvaardigheden, zelfstandig werken etc.. Welke lesdoelen stel je voor de leerlingen? (instructieonafhankelijk, instructiegevoelig en instructieafhankelijk) Wanneer je de verschillende leerdoelen voor de verschillende leerlingen gaat ontwerpen denk dan na over de gevolgen die dat heeft op de leerstof. Stel daarbij de volgende vragen aan jezelf: - Wat is de essentiële leerstof die de leerlingen minimaal moeten beheersen? Wat is passende extra leerstof als de verplichte opdrachten af zijn? Waar verdiep ik en waar verbreed ik? De taxonomie van Bloom kan je helpen om bovenstaande vragen te beantwoorden. Hieronder zal deze taxonomie kort worden toegelicht. Taxonomie van Bloom De taxonomie van Bloom biedt handvatten om de moeilijkheidsgraad van vragen te onderscheiden. Benjamin Bloom, leertheoreticus heeft het cognitieve leerdomein onderverdeeld in zes denkniveaus. Deze denkniveaus zijn opklimmend in moeilijkheidsgraad. Iedere volgende trede is complexer qua denkvaardigheid en omvat steeds de vorige treden. In de afbeelding hieronder staan deze zes denkniveaus. Voor meer informatie over de zes denkniveaus zie het boek Differentiëren is te leren van Meike Berben en Mirjam Teeseling Onder het kopje handige websites kan je diverse sites per vak bekijken waar extra stof wordt gegeven Figuur 5 taxonomie van Bloom 12 Differentiëren in leertijd ‘Er zijn geen zwakkere of dommere leerlingen. Leerlingen verschillen in de tijd die ze nodig hebben om zich de stof eigen te maken.’ (Bloom, 1976). Binnen de les kan je maar beperkt differentiëren in de leertijd. De bestaat namelijk voor elke leerling uit vijftig minuten. Toch kan je extra instructie geven aan leerlingen die dat nodig hebben. Daarbij kan je ook gebruik maken van tempodifferentiatie. Tempodifferentiatie Bij tempodifferentiatie pas je de hoeveelheid oefeningen aan aan de leerlingen. Sommige leerlingen krijgen meer opdrachten en anderen weer minder. Een aantal leerlingen krijgen verdiepende stof, andere herhalingsopdrachten. Een andere vorm van tempodifferentiatie is dat je als docent een maximale tijdsbesteding aangeeft. Alle leerlingen beginnen aan dezelfde opdracht en moeten hieraan werken in een bepaalde tijd. Wanneer leerlingen de opdracht niet afkrijgen hoeven zij dit ook niet verder af te maken. Hierdoor maken snellere leerlingen meer opdrachten dan andere leerlingen. Vertel niet van tevoren dat ze het uiteindelijk niet hoeven af te maken, anders zouden leerlingen er geen tijd aan besteden. Voordat je gebruik gemaakt van deze vorm van differentiatie ga je onderzoeken waardoor er een verschil in tempo is tussen de leerlingen. Daarna kan je een passende vorm kiezen. Hieronder staan twee praktijkvoorbeelden die toegepast kunnen worden. Routemodel Een vak wordt verschillende leerroutes uitgestippeld: Route A, B en C. De basisstof van elke route is hetzelfde, maar de verwerking is verschillend. Route A is voor de leerling die meer moeite hebben met het vak met meer herhalingsopdrachten. Route C is voor de betere leerling met verdiepende en uitdagende stof. De docent maakt de keuze welke leerling welke route volgt. De route kan in de loop van het jaar gewijzigd worden. Gedifferentieerde studieplanner Leerlingen werken hiermee in hun eigen tempo. Ze krijgen twee kaarten: een taakkaart en een verrijkings- en verdiepingskaart. In de taakkaart staan de verplichte onderdelen die eerst afgerond moeten worden. Daarna kunnen ze aan de slag met de andere kaart. Met beide kaarten zijn punten te verdienen. Differentiatie in leertijd buiten de les Buiten de les kan er natuurlijk ook gedifferentieerd worden. Denk hierbij aan de hoeveelheid huiswerk dat je opgeeft. Dit kan verschillend zijn per leerling. Laat leerlingen die moeite hebben met de stof, de stof van tevoren alvast doornemen en er vragen over noteren. Hierdoor wordt de voorkennis van deze leerlingen al geactiveerd en kunnen ze de uitleg beter volgen. De laatste tijd is Flipping the classroom (FTC) heel populair geworden. Deze vorm van lesgeven kan je goed toepassen wanneer je gebruik gaat maken van differentiatie in leertijd. Bij FTC gaat het erom dat de leerlingen de uitleg/instructie thuis voorbereiden en dat ze dan in de les aan de slag gaan met deze theorie. Leerlingen kijken vooraf aan de les een video of een presentatie via de computer en gaan dan in de les aan de slag met de stof. Het handige aan video’s is dat deze zo vaak als de leerlingen willen bekeken kunnen worden. Zwakkere leerlingen kunnen dan de video vaker bekijken en sterkere leerlingen zouden bepaalde video’s over kunnen slaan. 13 Handige websites Algemeen - www.socrative.com : online toetsen maken www.kahoot.it : een quiz klassikaal doen met de leerlingen www.classdojo.com : puntensysteem om leerlingen te beoordelen op hun gedrag www.Examentraining.nl : online eindexamens oefenen www.wrts.nl : website om woordjes in te kunnen voeren en leren www.woordjesleren.nl : website met al ingevulde woordenlijsten om te leren www.kennislink.nl : website vol met artikelen en video’s over allerlei onderwerpen Aardrijkskunde - http://online.seterra.net/nl : online topografie oefenen http://www.algemenewereldatlas.be : online atlas http://users.skynet.be/jeanpierre.schreurs/aardrijkskunde/index.html: simpele website met oefeningen http://www.begeleidzelfstandigleren.com/index.html: website met heel veel oefeningen Biologie - Www.Biologiepagina.nl : website ingedeeld in de hoofdstukken van BVJ en Nectar met oefeningen www.bioplek.org : website met veel animaties www.studiobiologie.nl : veel oefentoetsen zijn hierop beschikbaar www.biodoen.nl : biologie oefenvragen www.biopuzzel.nl : oefenen van begrippen in puzzelvorm Duits - http://www.bijlesduits.org/nieuw/ : website met uitlegvideo’s over de Duitse taal http://www.duits.de : uitgebreide website met uitleg en oefeningen Economie - http://www.economiepagina.com : oefeningen en uitleg voor alle leerjaren http://www.economiehulp.nl/ : website onderverdeeld in onderwerpen Engels - http://www.meestergijs.nl/ : website ontworpen door een docent vol oefeningen en uitleg http://hoe.cocohvteam3.nl/engelsvwohavo/grammarE/ : grammaticaoefeningen HAVO/VWO http://leestrainer.nl/Engels/vo : oefenen met lezen Frans - http://www.nufransleren.nl : vol oefeningen voor alle niveaus http://vensterfrans.nl/opdrachten : Franse spelletjes website http://www.talenwijzer.com/luistervaardigheid-frans-onderbouw.html: luistervaardigheid oefenen 14 Geschiedenis - http://www.geschiedenisdc.nl/ : website vol PowerPoints en oefeningen http://www.geschiedenisportaal.nl : oefeningen met tijdvakken, PowerPoints en leertips Godsdienst/levensbeschouwing - http://www.vdlginfo.nl/p/1/97/ms1-6/lesplannen-en-opdrachten : uitwerking van lesplannen over verschillende onderwerpen http://www.damonmethoden.nl/standpunt/ : website standpunt lesmethode met opdrachten en oefentoetsen Muziek - http://www.muzieklerenlezen.nl/muzieknoten-oefenen/ : om muziek te leren lezen http://www.kshmuziek.nl/1e/notatiebk.html : extra verdiepende opdrachten muziek Natuurkunde - - http://www.natuurkunde.nl/ : website over alles met natuurkunde. http://www.noordhoffuitgevers.nl/wps/portal/wnvo/!ut/p/b0/04_SjzS0NDQ3MzQyM9KP0I_ KSyzLTE8syczPS8wB8aPM4oOCTUIdnQwdDfzd_QwNPAP8zC2MQ50N3ANM9HOjHBUBCmk_6 A!!/?WCM_GLOBAL_CONTEXT=/wps/wcm/connect/wnvocontent/binas+2/docenten/oefene n+met+binas+vmbo+2e: oefenen met binas http://www.betavakken.nl/natuurkunde/Oefeningen/Mechanica/mechanica%202a.htm: oefeningen en animaties over krachten Scheikunde - - http://www.noordhoffuitgevers.nl/wps/portal/wnvo/!ut/p/b0/04_SjzS0NDQ3MzQyM9KP0I_ KSyzLTE8syczPS8wB8aPM4oOCTUIdnQwdDfzd_QwNPAP8zC2MQ50N3ANM9HOjHBUBCmk_6 A!!/?WCM_GLOBAL_CONTEXT=/wps/wcm/connect/wnvocontent/binas+2/docenten/oefene n+met+binas+vmbo+2e : oefenen met binas http://www.mijnscheikunde.nl/ : scheikunde oefeningen, theorie en het dagelijkse nieuws http://www.willdewolf.nl/ : voor HAVO en VWO Nederlands - http://www.berktekst.nl/ : website van een Nederlandse docent met oefenopgaven http://leestrainer.nl/Leerlijn%20werkwoorden/voortgezet.htm : analysedictee om na te gaan waar je nog tijd aan moet besteden en oefeningen Wiskunde - http://www.wiskundetrainer.nl/Welkom.html : wiskunde oefeningen + theorie http://www.math4all.nl/ : Wiskunde Havo en VWO oefeningen en extra toepassingen http://www.studiowiskunde.nl/ : lesmateriaal wiskunde VMBO 15 Bijlages Observatieformulier vijf rollen van de leraar 16 Lesvoorbereidingsformulier differentiatie + tips (IGDI-stappen) Docent: Vak: Klas: Lesuur: Voorafgaand Op welke gegevens deel je de groepen in? - Beheersing - Willekeurig - Samenwerkingsvaardigheden - Leervoorkeur - Eigen keuze leerlingen Wat zijn de lesdoelen? Formuleer deze per groep - Wat weten de leerlingen na de les? - Wat begrijpen de leerlingen na de les? - War kunnen de leerlingen toepassen na de les? Lesplan IGDI-stappen Terugblik Hoe blik je terug op de voorafgaande lesstof? Samenvatting Huiswerk bespreken Voorkennis activeren Oriëntatie Hoe prikkel je de leerlingen voor het onderwerp? Hoe introduceer je het lesprogramma en het lesdoel? Uitleg en instructie Waarover geef je instructie/uitleg? En hoe doe je dat? Klassikaal Onderwijsleergesprek Werkvormen Verlengde instructie en begeleide inoefening Deze fase is niet altijd van toepassing. Zwakkere leerlingen vinden dit vaak wel prettig omdat ze dan meer individuele aandacht krijgen Zelfstandige verwerking Waar werken de leerlingen aan? Werken alle groepen aan dezelfde opdrachten of zit hier verschil in? Reflectie (evalutatie, terug- en vooruitblik) Vraag leerlingen wat ze geleerd hebben, wat er goed en minder goed ging. Kan zowel mondeling als schriftelijk Wie doen er mee? Tijd Doen alle groepen mee? Of gaan sommige leerlingen al gelijk aan de slag? IEDEREEN 17