Verslag ‘Debat over sociale politiek’, 9/4/2004 Huisvesting Problemen: * wonen is zeer duur: zowel woning huren als grond kopen * bijna uitsluitend kapitaalkrachtigen en EU-ambtenaren kunnen woningen betalen, zeer zware last voor niet kapitaalkrachtige mensen * tijdelijke buitenlandse grootverdieners bouwen/kopen huis en verhuren/verkopen het (onder elkaar) door aan hoge prijzen * te weinig sociale huisvesting, te lange wachtlijsten * veel open kavels * leegstaande, verkrotte huizen: woningruimte wordt niet gebruikt * dure huizen geraken moeilijk verhuurd/verkocht Voorstellen: * plafonnering huurprijzen, en prijzen koppelen aan venale waarde van de woning. Venale waarde is de “basiswaarde” van de woning. * register opmaken van huizenbezit in België * maximum aantal woningen per persoon, per bedrijf * subsidies voor woningbouw, -aankoop, en –huur koppelen aan vermogen (onroerend goed: huizen in bezit): hoe groter vermogen, hoe lager subsidies * open kavels: ofwel verplicht bebouwen of verkopen ofwel boete om speculatie op de grond tegen te gaan Bredere context: * als bedrijven-eurocraten iets in de weg wordt gelegd (bijv. maximum aantal woningen, maximumprijzen, belastingen), vertrekken ze naar andere, minder “strenge” landen => Tervuren zal minder rijke gemeente worden als we geen beperkingen instellen, kunnen de lokale mensen niet (meer) wonen! * bedrijven zorgen voor tewerkstelling grote bedrijven, multinationals zoeken in eerste plaats winstmaximalisatie, dus fiscale voordelen (lagere belasting); goedkope, flexibele arbeid (nachtarbeid, kinderarbeid); en automatisering (=> minder arbeidsplaatsen)! => investeren in deze internationale bedrijven (vb. Renault, Ford) leidt niet tot tewerkstelling, maar tot afbraak tewerkstelling ten voordele van winstmaximalisatie: bedrijven investeren niet in tewerkstelling, maar in winstmaximalisatie! => als we het streven naar winstmaximalisatie niet tegengaan, zijn mensen totaal overgeleverd aan winststreven van internationale bedrijven en is er geen werkzekerheid * Voor 1993 waren er nationale kapitaalcontroles: nationale overheid besliste welk en hoeveel kapitaal er uit het land mocht => overheid had controle over het geld van Belgische spaarders en in Belgische (en in België gevestigde) bedrijven => geld in België moest in België geïnvesteerd worden => zeer belangrijk instrument voor stimuleren van nationale economie en uitbouwen openbare dienstverlening/sociale voorzieningen => sinds 1993 zijn kapitaalcontroles afgeschaft en kan geld van Belgische spaarders en (in België gevestigde) bedrijven zomaar naar andere landen: vrij verkeer van kapitaal Openbare diensten & sociale voorzieningen * moet een openbare dienst winst maken? nee -> vb. ziekenhuis moet geen winst maken, doet aan zorgverstrekking, dienstverlening * openbare dienst moet rendabel/efficiënt zijn, moet goed functioneren -> hoe efficiënt moet ze zijn? -> wat is “efficiëntie”? (Nazi Duitsland is één van de efficiëntste “organisaties” van de 20ste eeuw) -> met zo weinig mogelijk mensen hetzelfde werk doen? -> mensen worden afgedankt => werkloosheid => doel van openbare dienstverlening is universaliteit en kwaliteit, niet winst of efficiëntie * liberalisering & privatisering leidt niet noodzakelijk tot betere kwaliteit en lagere prijzen vb. Britse spoorwegen * gedeeltelijke privatisering van De Lijn (voor 51% van de overheid) is positief (Buzzy Pass-abonnement is niet erg duur en betaling kan gespreid worden -> er wordt wel te weinig over gecommuniceerd) * MIVB: 1 tiketje kost zeer veel => probleem voor minder kapitaalkrachtigen die geen geld hebben om kaart of abonnement te kopen * openbare diensten zijn voor weinig kapitaalkrachtigen nog altijd duur => kostprijs koppelen aan inkomen/vermogen? Migratie – open grenzen – onderwijs – democratie * westerse democratie is open maatschappij: dus open grenzen * westen kan niet iedereen “opvangen”: mensen kunnen niet blijven komen * WAAROM migreren mensen? -> uit individueel winstbejag: zogenaamde “gelukszoekers” -> is slechts een klein percentage van migranten -> uit noodzaak, om te overleven: families “sturen” zoon/dochter/moeder/vader uit, om ergens anders (waar ze denken dat het beter is) geld te verdienen en zo familie te onderhouden (door verdiende geld op te sturen) => niemand (of een zeer kleine minderheid) verlaat vrijwillig zijn geboorteland als hij het daar goed heeft! => waarom kunnen mensen niet overleven in eigen land? -> geen goede opleiding, onderwijs, democratie in eigen land -> multinationale bedrijven en staten (bijv. kinderarbeid in China) gebruiken laag/ongeschoolde bevolking van migratielanden als goedkope grondstof en arbeid voor winstmaximalisatie (vb. Renault maakt in België winst, maar verhuist naar Brazilië omdat het daar meer winst kan maken) -> wereldwijde opdringing van vrije markt: verschillende, door het westen gedomineerde, internationale instellingen (WTO, IMF, ..) controleren het openstellen van nationale economieën voor internationale vrije markt, maar respecteren de democratische, sociale rechten van de bevolking niet! De vrije markt leidt tot het vernietigen van traditionele culturen en samenlevingsverbanden over heel de wereld! Dit betekent niet dat deze traditionele culturen “perfect” zijn, maar dat het liberale, kapitalistische referentiekader (en superioriteitsgevoel!) in zijn historisch-politieke (imperialistische) context moet worden gezien, en een ernstige poging wordt ondernomen om deze traditionele culturen en samenlevingsvormen te begrijpen (en waar wenselijk, in ere te herstellen). -> dominantie van vrijhandel creëert monocultuur: van 1 product/soort wordt zoveel mogelijk (zo efficiënt mogelijk) geproduceerd => monocultuur vernietigt eeuwenoude, traditionele kennis- en landbouwsystemen. Deze culturen zijn uiteraard ook voor verbetering vatbaar, maar de dominantie van de vrije markt geeft hen geen ruimte om zich aan te passen en te verbeteren * in het westen komt onderwijs voort uit de sociale strijd tegen de uitbuiting van het industriëel kapitalisme (19de eeuw) en uit de nood aan hoger opgeleide arbeidskrachten -> door supranationale instellingen (WTO, IMF,..) wordt vrije markt aan de bevolking van niet-westerse landen opgelegd en komen ze in dezelfde situatie als de westerse arbeiders van de 19de eeuw (industrialisering met werkdagen tot 16 uur, kinderarbeid, geen sociale rechten/voorzieningen..) => door internationaal opdringen van vrije markt komen in het westen door strijd afgedwongen sociale rechten, voorzieningen en diensten, die een rem zijn op de ongebreidelde vrije markt (worden betaald met belastingen), onder druk, en dreigt gevaar dat zij worden afgebouwd (cfr. klachten over de hoge loonlast, te dure sociale zekerheid, discussie over nut van openbare dienstverlening); i.p.v. dat rijkdom wordt herverdeeld en voorzieningen van de gemeenschap worden uitgebouwd, evolueren we naar globale, 19de eeuwse uitbuitingstoestanden!?!