Hoofdstuk 5 Burgers en stoommachines 5.2 De sociale kwestie Opdracht Lees de tekst van § 5.2 Leg de volgende begrippen uit met behulp van de tekst: Sociale kwestie Klassenmaatschappij Kapitalisme Antwoorden Sociale kwestie Het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeiders tijdens de industriële revolutie Klassenmaatschappij Samenleving waarin de bevolking is ingedeeld op basis van bezit en beroep Kapitalisme Vorm van produceren die is gericht op het behalen van een zo hoog mogelijke winst Kinderarbeid Door armoede werkten ook kinderen in fabrieken (ongezond en gevaarlijk). In 1874 kwam het Kinderwetje van Van Houten die fabrieksarbeid voor kinderen onder 12 jaar verbood. Eind 19e eeuw afname kinderarbeid, door: • Stijging van de lonen arbeiders • Mechanisatie in de landbouw • Leerplichtwet (1900) Kinderarbeid Kinderarbeid in de grafische industrie. Jongen aan werkbank Er was echter nauwelijks controle op de uitvoering van de wet, het Kinderwetje van Van Houten, waardoor er ook na 1874 nog kinderen onder de 12 jaar werkten in de fabrieken. De wet op de leerplicht uit 1900 maakte hier een einde aan. Deze wet verplichtte kinderen van 6 tot 12 jaar tot het volgen van onderwijs. Arbeid en ellende De rijke burgerij profiteerde van de industriële revolutie. Onder de arbeiders was veel ellende: • Kinderarbeid • Slechte woonomstandigheden • Lage lonen en lange werkdagen • Gevaarlijke machines • Gemakkelijk ontslagen • Geen inkomen bij ziekte of invaliditeit Sociale wetten Na 1889 werden sociale wetten gemaakt die de zwakkere mensen beschermden. Bijvoorbeeld: • Uitkering voor mensen die door werk invalide raakten • Minimumeisen voor woningen Na 1900 verdwenen de ergste misstanden. Kinderarbeid anno nu In de derde wereld komt nog veel kinderarbeid voor. In Afrika en Azië bijvoorbeeld. Hierdoor kunnen de kinderen niet naar school. UNICEF is een organisatie die zich inzet om deze kinderen te helpen.