Classificatie : inleiding Biodiversiteit : -verscheidenheid -hoeveelheid ordenen gemeenschappelijke kenmerken konijn, koe, arend, schildpad, kabeljauw, mier, mammoet. Criterium : huidbedekking Haar Mammoet Konijn Koe schubben arend (poten) schildpad kabeljauw Criterium : aantal poten 2 arend 4 konijn koe schildpad mammoet 6 mier vinnen kabeljauw nog criteriums: jager – prooi voortplanting (levendbarend, eierleggend) lichaamstemperatuur *familie *soorten: havik familie van de lipbloemigen - bloemkroon met 2 lippen - vierkante stengel - kruisgewijze bladstand Bleekgele hennepnetel (knobbeltjes) Witte en paarse hennepnetel (tandjes) geslacht hennepnetel geslacht dovenetel Geslacht: aantal soorten die meer kenmerken gemeenschappelijk hebben dan de familiekenmerken Hond Wolf Jakhals geslacht honden Gewone vos + andere vossen geslacht vossen familie van de hondachtigen Naamgeving Geslachtsnaam + soortnaam Lamium album : witte dovenetel Lamium purpureum : paarse dovenetel Canis familiaris : hond Canis lupus : wolf Orde: verzameling families met overeenkomstige kenmerken Hondachtigen Beerachtigen Katachtigen orde van de carnivoren Klasse: -roofdieren -primaten -vleermuizen -knaagdieren klasse van de zoogdieren vijfrijken-systeem van whittaker: klassiek: -planten -dieren *eencelligen : vb oogwier bladgroenkorrels geen celwand *schimmels : vb geen bladgroenkorrels celwand chitine *bacteriën : geen kern 1 kernmembraan 2 een –of meercellig 3 bladgroenkorrels 4 voedingswijze 5 celwand 1. Prokanjoten bacteriën blauwwieren 1 geen kernmembraan 2 geen bladgroenkorrels 3 een –of meercellig 4 auto / heterotroof 5 geen celwand 2. Eencelligen 1 kernmembraan 2 eencellig 3 wel/niet 4 auto/hetero 5 wel/niet 3. Planten bladgroenkorrels celwand zonder chitine 4. zwammen geen bladgroenkorrels celwand chitine 5. Dieren 1 geen bladgroenkorrels 2 geen celwand Virussen = intercellulaire parasiet ! geen cel ! erfelijk materiaal (dna) 1. 2. 3. 4. 5. aanhechting penetratie replicatie assemblage release kan zich niet op zichzelf voortplanten !! HIV >< AIDS Virus ziekte - griep rode hond hepatitis (leveraandoening , B = geelzucht) mazelen pest herpes (koortsblaas) * zijn virussen levend? - neen, geen stofwisseling en ze kunnen zich niet zelfstandig voortplanten - ja, ze bevatten DNA Hoe zijn ze te behandelen? - Antibiotica (om een 2e infectie te bestrijden, zelf doet de antibiotica niets tegen de griep. - Vaccinatie ! - Medicatie : bestrijdt enkel de symptomen Rijk Afdeling Planten zaadplanten Varenplanten Mossen Wieren Afdeling Zaadplanten Klasse Eenzaadlobbigen Tweezaadlobbigen Eenzaadlobbigen tweezaadlobbigen Kenmerken voortplanting dmv zaden, wortels, stengels, Bladeren met vaatbundels voortplanting dmv sporen, wortels, stengels, Bladeren met vaatbundels voortplanting dmv sporen, stengel, bladeren, Water wordt opgenomen door bladeren, geen Wortels, geen vaatbundels geen wortels, geen stengels, geen bladeren, Waterplanten, geen thallus Onderafdeling bedektzadigen = zaden in vrucht Naaktzadigen = zaden op zaadschubben maïs Orchidee Bolgewassen vb tulp vb boon parallelnervig Bijwortels 1 zaadfoto hand –of veernervig hoofd + zijwortels 2 zaadlobben Relaties 1. Welke relaties komen voor tss verschillende soorten? * voedingsrelaties * relatie ivm verspreiding *kleefkruid *bij (stuifmeel) meedragen * klimop, maretak (groeien op andere soort) (steun) orchidee (epifiet) Voedingsrelaties +- planteneter (herbivoor) - predatie - parasitair: - malaria - luis - spoelworm, leverbot - lintworm - maretak - bremraap, warkruid +o Commensalisme *zeepokken – walvis *koereigers *E. Coli ++ Mutualisme * korstmossen - zwam bescherming tegen uitdroging (opname water + mineralen) - groenwieren / blauwwieren fotosynthese (produceren van organische stoffen) Waarom? - voedingsstoffen - goede omstandigheden * temperatuur * PH * vochtigheid Waar? - spijsverteringskanaal - slijmklieren in de neus, vagina, mond, toegang tot urinewegen, ogen, luchtwegen - huid Waar niet? - steriele ruimten hersenen bloed, lymfe weefselvocht diepere luchtwegen urineblaas baarmoederholte Soorten interacties? - Mutualisme Vb bacteriën in het epitheel vd dunne darm produceren vit K - Commensalisme : natuurlijke flora - Ziekteverwekkend of pathogeen (salmonella, kroep) Besmetting: binnendringen van die organismen Infectie: vermenigvuldigen van de organismen in het lichaam Incubatietijd: tijd tss de besmetting en vertonen van de ziekteverschijnselen Mogelijke pathogene indringers: Bacteriën: * Bacteriën die deel uitmaken van de natuurlijke flora in een steriele ruimte terechtkomen vb streptococcus pneumonia veroorzaakt een longonsteking * andere bacteriën verwekken een ziekte als ze het lichaam binnendringen vb Salmonella Bacteriën: - afbraak van weefsels Vb: lepra, TBC - productie toxines vb: Tetanus, cholera, tyfus - overdreven reactie vd gastheer vb: slijmproductie bij keelonsteking Virussen: hoe ziek maken? - afsterven gastheercellen - reactie op ontsteking vb verkoudheid Wormen Schimmels en gisten: vbn: zwemmerseczeem = jeukende huidaandoening tss de tenen. Spruw = witte bedekking vd mondslijmvliezen Protozoa vbn: malaria: overgedragen door muggen veroorzaakt door Plasmodium soorten Voortplanting in RBC (rodebloedcellen) Productie toxines hevige koortsaanvallen Slaapziekte kattenziekte