Aflevering 1 - Wereld van microben voor de tweede fase Antwoorden 1. Vroeg leven 1a algen - planten bacteriën - bacteriën schimmels - schimmels 1b behoort tot: eigenschap 1 eigenschap 2 eigenschap 3 eigenschap 4 bacterie heeft een celwand heeft geen celkern prokaryoot meestal heterotroof alg heeft een celwand heeft een celkern eukaryoot autotroof schimmel heeft een celwand heeft een celkern eukaryoot heterotroof 1c De leefomstandigheden waarin deze extromofielen nu leven, lijken op die van de vroege aarde. 2. Extreem leven 2a Dit kan van alles zijn, als het maar een ander klimaat heeft dan de omgeving waarin de extremofielen leven, bijvoorbeeld een koelkast, koud water, een wasbak, een tuin, etc. 2b Het grootste deel van de bacteriën overleeft in het begin de straling niet, maar een aantal bacteriën wel. Die hadden een fenotype dat ze tegen straling beschermde. Wanneer ze konden delen bleven ze in de kerncentrale aanwezig. Mogelijkerwijs ontstonden er door mutaties bacteriën die nog beter bestand waren tegen straling en zich beter konden delen. Deze bacteriën werden vervolgens uitgeselecteerd. 2c. Doordat bacteriën zich delen in zeer korte tijd en in grote hoeveelheden (exponentiële groei), kunnen ze zich snel aanpassen/evolueren. 3. Nieuw leven 3a Mogelijk antwoord: chromosoom bestaat uit DNA is opgebouwd uit (onder meer) stikstofbasen gen bevat informatie voor een coderen voor een eiwit 3b De drie soorten zijn: mutualisme, commensalisme en parasitisme. Waarschijnlijk was hier sprake van mutualisme, waarbij beide organismen voordeel hadden van de samenwerking (aangezien het mogelijk geleid heeft tot meercellig leven). 1 Labyrint voor de tweede fase | Aflevering 1 | Wereld van microben