Biologie leren leren Wat moet je kennen en kunnen? In de samenvatting staan doelstellingen In de doelstellingen staat wat je moet kennen en kunnen Samenvatting Thema 4 blz. 136 Doelstelling 1: “Je moet de organismen kunnen indelen in domeinen en rijken. Van elk domein en rijk moet je de celkenmerken kunnen noemen” Doelstelling 2: “Je moet kenmerken van bacteriën kunnen noemen. Ook… enz.” Stappenplan 1. Lees de doelstelling 2. Neem een papier en doe wat er in de doelstelling staat. Zo goed als je kan. 3. 4. Controleer in de samenvatting of in de basisstof of je iets bent vergeten en vul dat aan. Maak uit de d-toets de vragen van dezelfde doelstelling. 5. Geef niet alleen het korte antwoord (ja of nee, A, B, C of D) maar leg ook uit waarom! 6. Lukt het beantwoorden van de vragen nog niet? Lees de samenvatting of de tekst nog eens door. Gebruik bij het lezen ook de afbeeldingen die er bij staan!! Probeer te zien wat je leest!! Doelstelling 1: “Je moet de organismen kunnen indelen in domeinen en rijken. Van elk domein en rijk moet je de celkenmerken kunnen noemen” Organismen worden verdeeld in 2 Rijken: Eukaryoten en Prokaryoten Prokaryoten hebben 1 Rijk: Bacteriën Eukaryoten hebben 3 Rijken: Schimmels, Planten en Dieren Prokaryoten (en dus bacteriën) hebben geen celkern, Eukaryoten wel Schimmels hebben wel een celwand, maar geen bladgroenkorrels Planten hebben wel een celwand en wel bladgroenkorrels Dieren hebben geen celwand en geen bladgroenkorrels Prokaryoten zijn 1-cellig Eukaryoten zijn 1- of meercellig D-toets, doelstelling 1 1. Heeft de cel van een aapje een celwand? NEE. Een aap is een Dier. Dieren hebben geen celwand. 2. Coccen zijn 1-celligen zonder celkern. Tot welk domein horen de Coccen? Coccen zijn Prokaryoot (bacterie) want ze hebben geen celkern. 3. Heeft een paddenstoel een celwand, celkern en bladgroen? Paddenstoel = Schimmel en Eukaryoot, dus: geen bladgroen, wel celwand en celkern 4. Tot welk rijk hoort cel van afbeelding 77? Dat is een Plantencel: je kunt bladgroenkorrels zien. Dus: 1. Lees de doelstelling en doe wat er staat 2. Controleer wat je schreef met de tekst of de samenvatting 3. Maak de vragen uit de d-toets van dezelfde doelstelling Leg je antwoorden uit! Lukt dat? volgende doelstelling Lukt dat niet? tekst uit basisstof doornemen. Als je tekst leest: bekijk ook de afbeeldingen. Probeer te ZIEN wat je LEEST.