Richtlijn financieel ratingsysteem

advertisement
Richtlijn financieel ratingsysteem
Uitgave nr. :
Datum
:
versie 2.7
1 januari 2016
versie 2.7 | 1 januari 2016
INHOUD
Inleiding ......................................................................................................................................... 3
Waardering financiële positie van licentiehouders ........................................................................ 3
Definities van kernvariabelen uit financieel ratingsysteem ........................................................... 4
Vangnetbepalingen ....................................................................................................................... 7
2
versie 2.7 | 1 januari 2016
INLEIDING
In deze richtlijn worden de uitgangspunten van het financieel ratingsysteem versie 2.7
uiteengezet. Deze richtlijn is van toepassing op alle categorie-indelingen vanaf genoemde
datum. Er geldt geen overgangsregime.
WAARDERING FINANCIËLE POSITIE VAN LICENTIEHOUDERS
De waardering van de financiële positie vindt plaats op basis van de diverse financiële
rapportages (jaarcijfers/prognose, halfjaarcijfers/prognose en begroting) die door iedere
licentiehouder bij de licentiecommissie worden ingediend. Met behulp van deze financiële
rapportages wordt het financieel ratingsysteem (FRS) van input voorzien.
Het FRS is opgebouwd uit 10 kernvariabelen. De informatie uit genoemde rapportages leidt via
de financiële kernvariabelen - op basis van de definities die in de volgende paragraaf in detail
worden uitgewerkt - uiteindelijk tot een resultaat/uitkomst per kernvariabele.
In het FRS wordt het aantal punten per variabele uiteindelijk bepaald door het gewicht (de
multiplier) van de variabele en de schaal (de bandbreedte) waarin de uitkomst van de variabele
wordt geplaatst. Het puntentotaal per variabele wordt vervolgens berekend door het gewicht/de
multiplier te vermenigvuldigen met de schaal/de bandbreedte.
Bijgevoegd spreadsheet 'multipliers en bandbreedtes financieel ratingsysteem versie 2.7' maakt
inzichtelijk hoe de multiplier en bandbreedtes per kernvariabele worden berekend.
Een voorbeeld:
Indien op basis van een financiële rapportage (bijvoorbeeld: de jaarcijfers) wordt vastgesteld dat
een licentiehouder een werkkapitaalpositie (variabele 3) heeft van 65% (uitkomst definitie),
wordt de werkkapitaalpositie van de licentiehouder bij die uitkomst ingedeeld in schaal 2
(werkkapitaalpositie van 50% tot 70%). De multiplier van variabele 3 is 8. De puntenscore van
desbetreffende licentiehouder ten aanzien van de werkkapitaalpositie is dan:
2 (schaal) x 8 (multiplier) = 16 punten.
Uiteindelijk worden de punten, die een licentiehouder heeft behaald op de 10 kernvariabelen,
opgeteld en wordt de financiële positie van de club op basis van dat puntentotaal ingedeeld in
één van de 3 categorieën. De grenzen van desbetreffende categorieën zijn daarbij als volgt
vastgesteld:
Categorie I
Categorie II
Categorie III
- van -16 tot en met 64 punten;
- van 65 tot en met 129 punten;
- van 130 tot en met 240 punten.
Ten minste drie keer per kalenderjaar wordt de categorie-indeling van de licentiehouders
inclusief een toelichting gepubliceerd, waarbij onder andere wordt bekendgemaakt hoe lang een
licentiehouder in een bepaalde categorie is ingedeeld.
Indien een licentiehouder volgens het FRS is ingedeeld in categorie I, kan een licentiehouder op
zijn vroegst ingedeeld worden in categorie II of categorie III indien sprake is van een structurele
verbetering. Van een structurele verbetering is sprake indien op twee opeenvolgende
meetmomenten meer dan 64 punten behaald zijn.
3
versie 2.7 | 1 januari 2016
DEFINITIES VAN KERNVARIABELEN UIT FINANCIEEL RATINGSYSTEEM
Nummer
Multiplier
Buffer liquide middelen obv historie
1
6
Gemiddelde toe/afname liquide middelen over de afgelopen twee boekjaren
uitgedrukt in de maandelijkse personeelskosten over de afgelopen twee
boekjaren
Input:
- balanspositie liquide middelen per 30 juni afgelopen drie boekjaren
- maandelijkse personeelskosten afgelopen twee boekjaren; bij de
berekening wordt uitgegaan van 13 maanden
Periodiciteit:
1x per jaar op basis van de jaarcijfers
Nummer
Multiplier
Buffer liquide middelen obv toekomst
2
6
Onderbouwde liquiditeitspositie per 30 juni van het aankomende (begroting) of
lopende (prognose) boekjaar uitgedrukt in de maandelijkse personeelskosten
over dezelfde periode.
De liquiditeitspositie wordt eventueel gecorrigeerd voor onzekere, niet
contractueel onderbouwde posten. Hierbij moet bijvoorbeeld gedacht worden
aan verwachte transferinkomsten, niet onderbouwde stijgingen van inkomsten
uit sponsoring, niet onderbouwde leningen en kapitaalstortingen.
Input:
- liquiditeitspositie per 30 juni op basis van de begroting of prognose
- maandelijkse personeelskosten op basis van de begroting of prognose; bij de
berekening wordt uitgegaan van 13 maanden
Periodiciteit:
2x per jaar:
- meetpunt 1 (november): geprognosticeerde liquiditeitspositie
- meetpunt 3 (juni): begrote liquiditeitspositie
Nummer
Multiplier
Werkkapitaalpositie
3
8
Vlottende activa uitgedrukt in de vlottende passiva
Input:
- vlottende activa per 30/06 of 31/12;
- vlottende passiva per 30/06 of 31/12.
Voor een nadere specificatie van de vlottende activa en passiva wordt verwezen
naar de KNVB modelstaat.
Periodiciteit:
2x per jaar
- meetpunt 1 (november): balans per 30/06
- meetpunt 2 (maart): balans per 31/12
4
versie 2.7 | 1 januari 2016
Nummer
Multiplier
Solvabiliteit
4
8
Vermogen dat kan worden aangewend voor de voldoening van de
verplichtingen aan de schuldeisers uitgedrukt in het totaal vermogen
(weerstandsvermogen).
Input:
- eigen vermogen per 30/06 of 31/12;
- achtergestelde lening (zie voorwaarden) per 30/06 of 31/12;
- totaal vermogen per 30/06 of 31/12.
De achtergestelde leningen worden bij deze variabele enkel meegenomen in de
berekening mits:
de lening is alleen aflosbaar indien en voor zover de overige reserves
positief zijn; en
de lening is niet opeisbaar en/of opzegbaar door de geldverstrekker; en
de lening is niet rentedragend indien en voor zover de licentiehouder
hierdoor een netto verlies lijdt.
Voor een nadere specificatie wordt verwezen naar de KNVB modelstaat.
Periodiciteit:
2x per jaar
- meetpunt 1 (november): balans per 30/06
- meetpunt 2 (maart): balans per 31/12
Nummer
Multiplier
Historische netto marge
5
4
Gemiddelde netto resultaat over de afgelopen twee boekjaren uitgedrukt in de
gemiddelde totale omzet over de afgelopen twee boekjaren
Input:
- netto resultaat per 30/06 afgelopen twee boekjaren;
- totale omzet per 30/06 afgelopen twee boekjaren
De totale omzet bestaat uit:
- netto omzet;
- rentebaten;
- opbrengst vergoedingsommen;
- buitengewone baten.
Voor een nadere specificatie wordt verwezen naar de KNVB modelstaat.
Periodiciteit:
1x per jaar op basis van de jaarcijfers
Nummer
Multiplier
Historische brutomarge
6
6
Gemiddelde resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na rentelasten over de
afgelopen twee boekjaren uitgedrukt in de gemiddelde netto omzet over de
afgelopen twee boekjaren
Input:
- resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na rentelasten per 30/06 afgelopen
twee boekjaren;
- netto omzet per 30/06 afgelopen twee boekjaren.
Voor een nadere specificatie van de netto omzet en het resultaat uit gewone
bedrijfsuitoefening na rentelasten wordt verwezen naar de KNVB modelstaat.
Periodiciteit:
1x per jaar op basis van de jaarcijfers
5
versie 2.7 | 1 januari 2016
Nummer
Multiplier
Toekomstige netto marge
7
2
Verwachte netto resultaat uitgedrukt in de verwachte totale omzet
De berekening van kernvariabele 7 vindt op identieke wijze plaats als de
berekening van kernvariabele 5, met dien verstande dat variabele 7 betrekking
heeft op de begrote of geprognosticeerde netto marge van het aankomende
(begroting) of lopende (prognose) boekjaar.
Input:
- verwachte netto resultaat per 30/06;
- verwachte totale omzet per 30/06.
De totale omzet bestaat uit:
- netto omzet;
- rentebaten;
- opbrengst vergoedingsommen;
- buitengewone baten.
Voor een nadere specificatie wordt verwezen naar de KNVB modelstaat.
Periodiciteit:
2x per jaar:
- meetpunt 1 (november): geprognosticeerde netto marge
- meetpunt 3 (juni): begrote netto marge
Nummer
Multiplier
Toekomstige brutomarge
8
4
Verwachte resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na rentelasten uitgedrukt in
de verwachte netto omzet
De berekening van kernvariabele 8 vindt op identieke wijze plaats als de
berekening van kernvariabele 6, met dien verstande dat variabele 8 betrekking
heeft op de begrote of geprognosticeerde brutomarge van aankomende
(begroting) of lopende (prognose) boekjaar.
Input:
- verwachte resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na rentelasten per 30/06;
- verwachte netto omzet per 30/06.
Voor een nadere specificatie wordt verwezen naar de KNVB modelstaat.
Periodiciteit:
2x per jaar:
- meetpunt 1 (november): geprognosticeerde brutomarge
- meetpunt 3 (juni): begrote brutomarge
Nummer
Multiplier
Personeelskostenratio
9
8
Gerealiseerde (meetpunt 1 en 2) en verwachte (meetpunt 3) personeelskosten
uitgedrukt in de gerealiseerde/verwachte netto omzet in dezelfde periode
Input:
- gerealiseerde personeelskosten en netto omzet per 30/06 (meetpunt 1);
- gerealiseerde personeelskosten en netto omzet per 31/12 (meetpunt 2);
- verwachte personeelskosten en netto omzet per 30/06 aankomende boekjaar
(meetpunt 3).
Periodiciteit:
3x per jaar:
- meetpunt 1 (november): jaarcijfers per 30/06
- meetpunt 2 (maart): halfjaarcijfers per 31/12
- meetpunt 3 (juni): begrote personeelskosten en netto omzet per 30/06
6
versie 2.7 | 1 januari 2016
Nummer
Multiplier
Begrotingsdiscipline
10
8
De mate waarin een licentiehouder het in de begroting gepresenteerde
verwachte resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening na rentelasten realiseert
(zie ook variabele 6 en 8).
Bij de berekening wordt rekening gehouden met een foutmarge van 0,5% (half
procent) van de in de jaarrekening gerealiseerde netto omzet. Bij de foutmarge
wordt een minimum bedrag van EUR 10.000,- en een maximum bedrag van
EUR 100.000,- gehanteerd.
Input:
- verwachte resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na rentebaten en -lasten
per 30/06 (begroting);
- gerealiseerde resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na rentebaten en -lasten
per 30/06 (jaarcijfers);
- foutmarge.
Periodiciteit:
1x per jaar op basis van de jaarcijfers
VANGNETBEPALINGEN
Betalingsachterstanden
Indien, naar het oordeel van de licentiecommissie blijkt dat een licentiehouder op enig moment een
achterstand heeft (gehad) in de nakoming van zijn betalingen van meer dan drie maanden aan:
- zijn werknemers;
- het CFK;
- de Belastingdienst;
- andere betaaldvoetbalorganisaties;
- de KNVB;
wordt de licentiehouder in categorie I ingedeeld ongeacht het aantal punten dat de licentiehouder op de
overige kernvariabelen heeft behaald.
Sluitende liquiditeitsprognose
Een licentiehouder die op uiterlijk 1 november geen sluitende liquiditeitsprognose (als bedoeld in de richtlijn
licentie-eisen F.01) heeft overgelegd, wordt ingedeeld in categorie I, ongeacht het aantal punten dat op grond
van het FRS wordt behaald.
Negatief weerstandsvermogen
Zolang een licentiehouder die na 19 juli 2010 vanuit Categorie II of III is ingedeeld in Categorie I zijn negatief
weerstandsvermogen niet heeft gesaneerd tot ten hoogste eenmaal zijn netto (jaar)omzet, wordt die
licentiehouder niet ingedeeld in Categorie II of III ongeacht het aantal punten dat de licentiehouder op de
overige kernvariabelen heeft behaald.
Een licentiehouder die (na 1 januari 2015) een groter negatief weerstandsvermogen heeft dan eenmaal de
netto (jaar)omzet, wordt ingedeeld in categorie I ongeacht het aantal punten dat op grond van het FRS wordt
behaald.
7
versie 2.7 | 1 januari 2016
Koninklijke Nederlandse Voetbalbond
Woudenbergseweg 56-58 3707 HX Zeist
Postbus 515 3700 AM Zeist
Tel: 0343 49 92 46
Fax: 0343 49 91 98
Email: [email protected]
Bank: ING-bank NL45INGB0670000132
BTW: NL002691346.B01
KvK: 40478591 Utrecht
8
Download