Document

advertisement
bedrijfseconomische
aspecten
kleinschalige logiesverstrekkende
bedrijven
geert meire
cursusinhoud
1.
2.
3.
4.
5.
6.
werkmiddelen & financieringsmiddelen
kosten & omzet
conclusie & actie
de factuur
betalingsvormen
boekhouding
1. Werkmiddelen &
financieringsmidddelen

-
-
-
werkcase
b&b-verblijf met drie kamers in
plattelandsomgeving, gebouw aan te
kopen, te renoveren, in te richten
doelpubliek : gezinnen met kinderen,
fietsrecreanten
geen personeelskosten
1.1. werkmiddelen
vooraf
- De werk- en financieringsmiddelen moeten in
evenwicht zijn.
- Naast elkaar gezet vormen ze de balans van de
onderneming.
- Synoniem voor werkmiddelen = activa
- Synoniem voor financieringsmiddelen = passiva
1.2. onze middelen op een balans
ACTIVA
100000 aankoop gebouw
10000 aankoopkosten
gebouw+oprichtingskost
60000 renovatie kamers
6000 architect
20000 gemeenschappelijke ruimtes
15000 meubilair
4000 gordijnen
5000 linnen
1500 bureautica
2000 beveiliging, telefonie
3500 promotie
1000 servies, kookgerief
3000 fietsen
10000 tuinaanleg + speeltuigen
2000 electronica kamers
1000 electriciteit, verwarming
? Financiële kosten
2000 werkkapitaal
6000 auto
750 verzekeringen
1500 opening
1000 voorraad
600 sociale zekerheid
5000 reserve
PASSIVA
Eigen middelen : 90000
Vreemde middelen : 175.850
1.3. financieringsmiddelen
-
-
Richtpercentage voor aandeel eigen
middelen : minimum 25%, 35%
realistischer, 50% horeca
Vreemde middelen : zie aparte les ivm
kredieten
1.4. verdere indeling balans
ACTIVA
- Vaste activa
- Vlottende activa
- voorraden
- liquide middelen
PASSIVA
- Eigen vermogen
- Vreemd vermogen
- Schulden > 1 jaar
- Schulden < 1 jaar
2. Omzet en kosten
2.1. Kosten – algemeen
!! Schat je kosten niet te laag in !!
Onderscheid tussen vaste & variabele kosten
Onder vaste kosten vallen die kosten die we
hoedanook maken ongeacht onze omzet.
We spreken van een variabele kost wanneer de
kost rechtstreeks schommelt met de omzet.
2.2. vaste kosten
2.2.1. afschrijvingskost
Afschrijven = de kost van een investering in
de tijd spreiden.
Gebeurt vanuit de redenering dat ook de
opbrengst van een investeringsgoed in de
tijd is gespreid.
Formule
a=A/n
a = afschrijvingsbedrag
A = de aanschaffingswaarde (prijs, exclusief btw
verhoogd met alle mogelijke kosten)
n = de totale levensduur of aantal jaren dat al werd
afgeschreven in de formule BW = A – (a x n)
Wat schrijven we af :
Investeringsgoederen =
die aankopen die voor ‘lange’ tijd in onze
onderneming zullen blijven, nodig voor de
uitoefening van onze activiteit, maar niet
bedoeld om verder te verkopen en met
een waarde van minimum 125 euro.
Boekwaarde :
BW = A – (a x n)
of
De waarde van ons investeringsgoed
naarmate de levensduur vordert.
Richtlijnen afschrijvingsduur :
- Gebouwen : 33 jaar (ook bij gemengd gebruik)
- Aankoopkosten gebouw : 5 jaar
- Renovatiekosten : 33 jaar
- Schilderwerken : 10 jaar
- Gordijnen : 10 jaar
- Gronden : worden niet afgeschreven
- Meubilair : 10 jaar
- Computer : 3 jaar
- (Wagen : 5 jaar)
Voor onze case
A
n (!)
a
BW na 1
jaar/3 jaar
Aankoop
gebouw
100 000
33 jaar
3030,30
96 969,70
90 909,10
Aankoopkost
gebouw
10 000
5 jaar
2000
8000
4000
Renovatie
80 000
33 jaar
2424,24
77 575,76
72 727,28
6000
5 jaar
1200
2400
investering
Architect
investering
A
n (!)
a
BW na 1 jaar/
3 jaar
meubilair
15 000
10 jaar
1500
13 500
10 500
gordijnen
4000
10 jaar
400
3600
2800
linnen
5000
5 jaar
1000
4000
2000
bureautica
1500
3 jaar
500
1000
0
beveiliging,
telefonie
2000
10 jaar
200
1800
1400
investering
A
n (!)
a
BW na 1 jaar/
3 jaar
servies
kookgerief
1000
5 jaar
200
800
400
fietsen
3000
4 jaar
750
2250
750
tuinaanleg
+ speeltuigen
5000
10 jaar
500
4500
3500
elektronica
kamers
2000
5 jaar
400
1600
800
auto
6000
5 jaar
1200
4800
2400
totale afschrijvingskost
- eerste boekjaar : 15 304,54
- vierde boekjaar :
Stelling :
‘uiteindelijk zal onze afschrijvingskost na
verloop van tijd tot 0 herleid worden’
2.2.2. personeelskost
Speelt in onze case geen rol.
2.2.3. Financiële kosten
De interestkost n.a.v. onze lening.
Zie les kredieten.
Voor onze case :
uitgaande van een investeringskrediet op 15 jaar mogen
we rekenen op zo’n 7000 interest/25 000 euro geleend
kapitaal
of 49 000 in totaal of gemiddeld 3267/jaar
2.2.4. Andere vaste kosten
2.2.4.1. Gebouw :
- schoonmaak
- elektriciteit
- verwarming
- water
- onderhoud (alarm, blusapparaten …)
2.2.4.2. verzekeringen
- Brand
- Burgerlijke aansprakelijkheid
- Deel autoverzekering
- Sociale zekerheidsbijdrage
- Kleine risico’s
2.2.4.3. Verkoopkosten
- Promotie
- folders
- opmaak
- vertaling
- druk
- verzending
- website
- opmaak (uitbreiding, aanpassing…)
- vertalen
- domeinnaam & hosting
- advertenties/lidmaatschap
- via verzamelsites
- in gedrukte pers
- plattelandstoerisme
- toerisme Vlaanderen
2.2.4.4. Kantoorkosten
- Boekhouder
- Telefoonabonnement
- vast
- mobiel
- Internetabonnement
2.2.4.5. Taksen
- Deel autotaks
- Vuilnis
- Billijke vergoeding
- Uithangbord
- Kabeltv
- (Sabam)
- (Reprobel)
2.2.4.6. Varia
- Vakliteratuur
- Bijscholing
Onze case : totaal vaste kosten
-
-
Afschrijvingskost
Financiële kost
Andere : gebouw
Andere : verzekeringen
Andere : verkoop
Andere : kantoor
Andere : taksen
Andere : varia
TOTAAL :
2.3. Variabele kosten
-
Opsomming
- Berekening
2.2. omzet
2.2.1. Globaal
Prijs/kamer :
- éénpersoonskamer : 60 euro
- tweepersoonskamer : 80 euro
- familiekamer : 120 euro
- Aantal beschikbare nachten :
- Bezettingsgraad :
- Omzetprognose :
-
2.2.2. In mindering te brengen
- Korting langverblijf 15% op 20% van de
omzet
-
Commissie Taxistop : 10%, op 10% van de
omzet
3. Conclusie & actie
3.1. Resultaat voor onze case
Omzet 20150 – 604.5 – 201.5 = 19 344
- Vaste kosten
28 061
- Variabele kosten
6 272
= resultaat
- 14 989
+ afschrijvingen
+ 15 304
Cash flow
+ 315
Download