Economie Samenvatting PWW3

advertisement
Economie Samenvatting PWW3
Hoofdstuk 1
1.1
Het marktaandeel
2 soorten
1- Op afzet
Marktaandeel = (afzet/totale afzet) X 100%
2- Op omzet
Martktaandeel = (omzet/totale omzet) X 100%
Omzet = prijs X afzet
Bedrijven proberen behoefte om te zetten naar voorkeuren.
Een ander woord voor voorkeuren is preferentie
1.2
De vraag van consumenten
Individuele reclame = reclame maken alleen voor jou product
Collectieve recalme = reclame maken voor een soort producten (bv. Aardappelen)
Door marktonderzoeken krijgt een bedrijf inzicht in de factoren die de vraag bepalen
Deze factoren zijn:
1. De behoeften en voorkeuren van de consumenten
2. Het inkomen
3. De prijs
4. De prijs van andere aanbieders
5. Het aantal vragers naar het goed
Vraaglijn = meestal dalend, hoe lager hoe meer mensen het kopen, hoe hoger hoe minder
Qv = A x P + C
Qv = hoeveelheid vraag
A = meestal een negatief getal (r.c) (is gegeven)
P = de prijs van het goed
C = alle voorkeuren samen (is gegeven)
1.3
Elasticiteiten
Het verband tussen oorzaak en gevolg wordt elasticiteit genoemd
Elasticiteit = relatieve verandering gevolg / relatieve verandering oorzaak
De prijselasticiteit van de vraag (= EV)
EV = de procentuele verandering van de vraag / de procentuele verandering van de prijs
EV = ∆ % Qv / ∆ % P
∆ % Qv = ((nieuw-oud)/oud)*100%
∆ % P = ((nieuw-oud)/oud)*100%
EV = tussen de -1 en de 0 dan is de het inelastisch
EV = minder dan -1 dan is het elastisch
1.4
elasticiteit en omzet
de omzet van een product hangt af van de prijs en van de verkochte hoeveelheid.
Tegelijkertijd hangt de verkochte hoeveelheid ook weer af van de prijs
1.5
1.6
/
De gevolgen voor andere
Externe effecten zijn onbedoelde bijeffecten bij het maken of consumeren van een product
(deze effecten worden niet in de prijs mee gerekend)
Negatief = niet goed bv. Afval, vervuiling
Positief = maakt niet zo veel uit = wel goed bv. Tabaks rook want sommige mensen vinden
het lekker ruiken
Duurzame ontwikkelingen = goed voor het milieu en goed voor de toekomstige generaties
Hoofdstuk 2
2.1
het aanbod
Break-even =
- Geen winst
- Geen verlies
- TO = TK
TO = totale opbrengst
TK = totale kosten
2.2
Break-evenanalyse
Bij een break-evenanalyse gaat een onderneming van een aantal voor onderstellingen uit :
- De geproduceerde eenheid wordt ook verkocht
- Alles wordt voor dezelfde prijs verkocht
GCK = TCK/Q
TCK = GCK * Q
TO = afzet * verkoopspijs = Q*P
TK = TCK + TVK
2.3
winst
Motieven om naar winst te stereven:
- Het uitkeren van winst als inkomen aan de aandeelhouders/ eigenaren
- Het verkrijgen van geldmiddelen om investeringen te financieren
Hoofdstuk 3
3.1
De telefoon
De machtspositie is afhankelijk van de concurrentie,hoe groter de concurrente hoe beperkter
de macht van een individueel
3.2
De markt
1. op een markt komen vragers en aanbieders bijelkaar
2. op de markt komt de prijs tot stand
3. op de markt is de aangeboden hoeveelheid gelijk aan de gevraagde hoeveelheid
3.3
Marktvormen
Het aantal aanbieders en het soort product heeft invloed op de prijs
Verschillende markten 1. Aantal aanbieders
2. soort product -> homogeen of heterogeen
Reclame-prijsinvloed
1. = hoeveelaanbieders
2. = soort producht
A VM volledige mededinging bv. Aardappelen
= volkomen concurrentie
1. Veelaanbieders
 Hoeveelheidsaanpasser
2. Homogene
B monopolistische concurrentie (MC) bv. Winkels
1. Veel aanbieders
2. Heterogene producten
 Prijszetter
C oligopolie
1. Weinig aanbieders
2. Heterogene producten
 Prijszetter
D monopolie
1. Een aanbieder
Heterogeniteit = invloed op de prijs
Homogeniteit = geen invloed op de prijs
Doorzichtigheid
Als de gegevens van een product helder en makkelijk te verkrijgen zijn dan is de markt
transparant
3.4
de marketingmix
De 4 p’s
1. Prijsbeleid = afronding, psychologische prijzen
2. Productbeleid = kwaliteit , brandstof
- Product differentatie
3. Plaatsbeleid = plek waar het verkocht wordt
4. Promotiebeleid = reclame, slogan
3.5
consument en markt
Consumenten organisaties helpen de consumenten bij het verduidelijken van de markt (de
markt transparanter maken)
Download