12 Calculus 2 voor B, kwartiel 4, week 7. Leerstof: § 8.6 (met uitzondering van convergentie-interval en Ex. 6.2 en Ex. 6.3 vervallen) § 8.7 (tot en met Theorem 7.2) Belangrijke begrippen: • Machtreeks • Convergentiestraal • Taylor-reeks en Taylor-polynoom Let op: soms wordt in de opgaven gevraagd om zowel convergentie-interval (interval of convergence) als om convergentiestraal (radius of convergence); in dat geval alleen convergentiestraal bepalen. 1 Definitie Een reeks van de vorm ∞ X bk (x−c)k = b0 +b1(x−c)+b2(x−c)2 +. . . k=0 heet een machtreeks in (x − c). Voorbeelden: ∞ X k k x k+1 3 k=0 ∞ X k=1 ∞ X k=0 1 k (−1) √ (x − 2)k k 1 k x k! 2 Voor een machtreeks zijn er drie mogelijkheden: • de machtreeks convergeert voor alle x, • de machtreeks convergeert alleen voor x = c, • er is een getal 0 < r < ∞ zó dat de reeks convergent is als |x − c| < r en divergent als |x − c| > r. Het getal r uit het laatste geval heet de convergentiestraal van de machtreeks. Ook in de eerste twee gevallen spreken we van een convergentiestraal: in het eerste geval zeggen we r = ∞, in het tweede geval zeggen we r = 0. 3 Stel dat ∞ X bk (x − c)k een machtreeks is met k=0 convergentiestraal r > 0 of r = ∞. Voor alle x met |x − c| < r convergeert de machtreeks dan absoluut. De som van de machtreeks is een functie van x. Schrijf f (x) = ∞ X bk (x − c)k . k=0 Voor deze functie f (x) geldt: 1. f 0(x) = b1 +2b2(x−c)+3b3(x−c)2 +. . . = ∞ X kbk (x − c)k−1. k=1 (termsgewijs differentiëren) 4 2. Z 1 1 2 f (x) dx = b0(x−c)+ b1(x−c) + b2(x−c)3+. . . + 2 3 ∞ X bk constante = (x−c)k+1 +constante. k+1 k=0 (termsgewijs integreren) 5 Definitie Als f (x) een gegeven functie is, dan heet de reeks ∞ X 1 (k) f (c)(x − c)k = k! k=0 1 00 0 f (c) + f (c)(x − c) + f (c)(x − c)2 + . . . 2! de Taylor reeks van de functie rond x = c. Als de convergentiestraal van de Taylor reeks r is dan geldt voor alle x met |x − c| < r dat ∞ X 1 (k) f (c)(x − c)k = f (x) k! k=0 6 Het beginstuk van de reeks tot en met de term van de graad n heet het Taylor polynoom van de graad n rond x = c, dus n X 1 (k) f (c)(x − c)k = Pn(x) = k! k=0 (n)(c) f f (c) + f 0(c)(x − c) + . . . + (x − c)n n! Voorbeeld √ Tweede graads Taylor polynoom van f (x) = x rond x = 25: 1 1 (x − 25)2 P2(x) = 5 + (x − 25) − 10 1000 7 Opgaven 1. Gegeven is de reeks √ k ∞ X 2 +1 . √ k 3 +2 k=0 Onderzoek of deze reeks convergent dan wel divergent is. 2. Bepaal de convergentiestraal van de machtreeks ∞ X k! k x . (2k)! k=0 3. Bepaal het Taylor-polynoom van f (x) = arcsin x van de graad 3 rond x = 0. 8 Uitwerking opgave 3. 1 0 f (x) = √ 1 − x2 f 00(x) = , x 3 1 − x2 2 2 1 + 2x f 000(x) = 5 2 1−x 2 Dus f (0) = 0, f 0(0) = 1, f 00(0) = 0 f 000(0) = 1 Hieruit volgt dat 1 3 P3(x) = x + x . 6 Dit is dus een benadering voor arcsin x in de buurt van x = 0. Bijvoorbeeld: arcsin(0.13) = 0.130369 en P3(0.13) = 0.130366. 9