Phyllotaxis Professor van Iterson promoveerde op een in het Duits gesteld proefschrift: Mathematische und mikroskopisch-anatomische Studiën über Blattstellungen nebst Betrachtungen űber den Schalenbau der Miliolinen. Met deze studie (1907) waarin regelmatigheden in de plantenbouw wiskundig doorgelicht worden plaatste Van Iterson zich in een wetenschappelijke traditie waarvan de eerste aanzet te vinden is bij Leonardo da Vinci’s observatie van de spiraalsgewijze plaatsing van bladeren langs de stengel. Rond 1754 bedacht Charles Bonnet de term phyllotaxis. Met dit woord wordt dit object van wetenschap dan ook nu aangeduid. Het is samengesteld uit het Griekse woord phullon dat ‘blad’ betekent en het woord taxis dat ‘rangschikking’ betekent. Na zijn benoeming tot hoogleraar liet Van Iterson dit onderzoek grotendeels los wegens de prioriteit van onderwijs en toegepast onderzoek naar vezels, rubber, kleur-en geurstoffen en farmaceutische planten. Maar uit lezingen in die jaren blijkt dat het onderwerp hem na aan het hart lag. Na zijn universitaire loopbaan pakte hij het onderzoek opnieuw op en publiceerde in 1964: Nieuwe studiën over bladstanden. Tegenwoordig is er veel belangstelling voor dit onderwerp. Veelvuldig wordt het werk van Van Iterson ook nu nog geciteerd in allerlei onderzoek. In de Botanische Tuin maakt phyllotaxis deel uit van het biomimetics-onderzoek van Prof. Klaus Ammann. Biomimetics wil zeggen: goed ontwerp in de natuur vertalen in nuttige technologie en strukturen voor een beter bestaan. Leonardo van Pisa De regelmatigheden in phyllotaxis kennen we ook op andere gebieden. Behalve in de bladstanden vinden we ze ook elders in de natuur terug, bijvoorbeeld in de verhoudingen van het lichaam van mens en dier. Maar ook in schilderijen, beelden, architectuur, stedebouw. Deze regelmatigheden worden genoemd: de Gulden Snede en de Reeks van Fibonacci. De Gulden Snede. Volgens de traditie is Leonardo da Vinci degene die de uitdrukking sectio aurea, de latijnse term voor Gulden Snede, bedacht. Het gebruik was al bekend in het oude Egypte. De eerste definitie is van Euclides. De Gulden Snede verdeelt een lijnstuk in twee ongelijke delen zodanig dat het hele lijnstuk zich verhoudt tot het grootste deel als het grootste deel tot het kleinste.Het omgekeerde is ook waar: het kleinste deel verhoudt zich tot het grootste als het grootste tot het geheel. Nemen we voor het grootste deel van het lijnstuk een waarde 1, dan heeft het geheel een waarde 1,6180339.. en het kleinste deel een waarde 0, 6180339… Deze waarden worden resp. aangeduidt met de Griekse letters, Φ en φ, spreek uit: phi, naar de Griekse beeldhouwer Phidias. De Reeks van Fibonacci. Waarschijnlijk was deze reeks ook al bekend bij de oude Egyptenaren en Grieken. De huidige naam werd in de 19e eeuw gegeven door Edouard Lucas die de reeks vernoemde naar de ontdekker, de wiskundige Leonardo van Pisa (1170 – 1250), bijgenaamd Fibonacci. In deze reeks is elke volgende term de som van de twee voorgaande, als volgt: 0 1 1 2 3 5 8 13 21 34 55 89 144 233 377 610 987 1597 2584 4181 ….. In de hogere termen van deze reeks zullen we zien hoe bij deling van een getal door het voorgaande, de uitkomsten Φ dicht benaderen. B.v. 4181 : 2584 = 1,6180340… De uitkomst van de omgekeerde deling benadert φ: 2584 : 4181 = 0,6180339… Uit een studie naar de bladstand bij Hevea brasiliensis, 1931. Van een enigzinds uitgelopen eind of zijknop werden met een microtoom dwarscoupes gesneden. De dwarsdoorsnedes werden met een tekenprisma in beeld gebracht. De gemeten gemiddelde divergensie tussen opeenvolgende bladen is 137˚29’. Dit komt overeen met 360˚/ Φ2, de gouden hoek. Phyllotaxis Brassica ‘Romanesco’; een cultuurvariëteit van bloemkool Proefschrift van Van Iterson uit 1907 2 Studie uit 1964 over hetzelfde onderwerp Musa acuminata; banaan. Er zijn verschillende systemen van plaatsing van de bladeren op de stengel. Vaak groeit het volgende blad aan de stengel onder een hoek die overeenkomt met de Gouden Hoek.