EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.4.2017 COM(2017) 149 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Uitvoering van het derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid in 2014 {SWD(2017) 119 final} NL NL Inhoudsopgave Inleiding ..................................................................................................................................... 3 Actie van het jaar — thematische focus van 2014: chronische ziekten ..................................... 5 1.1 Project PATHWAYS — Participatie op gezonde werkplekken en inclusieve strategieën op de arbeidsmarkt ............................................................................................... 5 Initiatieven die rechtstreeks bijdragen aan de tenuitvoerlegging van EU-recht......................... 6 1.2 Dienstverleningsverzoek — tenuitvoerlegging van Richtlijn 2011/24/EU betreffende grensoverschrijdende gezondheidszorg .................................................................................. 6 Uitvoering van de begroting ....................................................................................................... 7 1.3 Begrotingsmiddelen ..................................................................................................... 7 1.4 Prioriteiten voor 2014 en financieringsmechanismen ................................................. 8 1.5 Uitvoering van de operationele begroting per financieringsmechanisme ................... 9 1.6 Directe subsidieovereenkomsten met internationale organisaties ............................. 13 1.7 Aanbestedingen (dienstencontracten) ........................................................................ 14 1.8 Andere acties ............................................................................................................. 15 1.9 Gebruik van begrotingsmiddelen in 2014 ................................................................. 15 1.10 Soort begunstigden .................................................................................................... 16 Conclusie .................................................................................................................................. 17 2 INLEIDING Dit verslag betreft de uitvoering van het derde gezondheidsprogramma in 2014. Dit was het eerste jaar van het derde gezondheidsprogramma, dat werd vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 282/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 20141. Deze verordening is van toepassing vanaf 1 januari 2014 en betreft een programma dat zeven jaar duurt en op 31 december 2020 afloopt. Op grond van artikel 13 van de verordening moet de Commissie aan het comité van het gezondheidsprogramma verslag uitbrengen over de uitvoering van alle met het programma gefinancierde acties en het Europees Parlement en de Raad op de hoogte houden. Met dit verslag wordt aan die verplichting voldaan. Het verslag bevat gedetailleerde informatie over de begrotingsmiddelen van 2014 en hoe deze zijn uitgegeven. Het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie (zie bijlage 1) bevat een reeks voorbeelden van de belangrijke meerjarige acties die onder het tweede gezondheidsprogramma zijn medegefinancierd2 en waarvoor de definitieve resultaten in 2014 beschikbaar kwamen. Ook worden voorbeelden beschreven van acties die zijn gefinancierd onder het werkprogramma 2014 op ondersteunende gebieden als evaluatie en verspreiding van de resultaten. In de bijlagen 2 tot en met 10 zijn tabellen opgenomen met nadere informatie over alle contracten en medegefinancierde activiteiten. Het totale budget van het derde gezondheidsprogramma bedroeg 449 400 000 EUR. Het programma had vier specifieke doelstellingen: 1. een goede gezondheid helpen bevorderen, ziekten helpen voorkomen en een klimaat helpen creëren dat een gezonde levensstijl stimuleert, met inachtneming van het beginsel "gezondheid in alle beleidsvormen"; 2. burgers van de Unie tegen ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen beschermen; 3. bijdragen aan innoverende, efficiënte en duurzame gezondheidszorgstelsels; 4. de toegang tot een betere en veiligere gezondheidszorg voor burgers van de Unie stimuleren. In het kader van het programma zijn indicatoren vastgesteld om de vorderingen met betrekking tot elke doelstelling te meten. Om deze doelstellingen te realiseren, kan het programma worden uitgevoerd door middel van een breed scala aan financieringsinstrumenten, te weten: door de autoriteiten van de lidstaten medegefinancierde acties ("gezamenlijke acties"); projecten en exploitatiesubsidies om niet-gouvernementele organisaties en netwerken specifiek te ondersteunen; directe overeenkomsten met internationale organisaties, openbare aanbestedingen; en andere acties. In overeenstemming met het meerjarenplan dat in 2013 werd opgesteld, richtte het jaarlijkse werkprogramma voor 2014 zich op chronische ziekten. Daarom werden in 2014 meerdere acties om chronische ziekten aan te pakken medegefinancierd; één ervan wordt in dit verslag verder toegelicht. Het programma draagt ook bij aan initiatieven die helpen met de tenuitvoerlegging van het EU-recht. 1 PB L 86 van 21.3.2014, blz. 1. 2 PB L 301 van 20.11.2007, blz. 3. 3 In dit verslag worden twee voorbeelden gegeven van de successen die het programma op dit gebied heeft behaald in 2014. De vooruitzichten… In dit eerste jaar van het derde gezondheidsprogramma werden een aantal belangrijke initiatieven, met inbegrip van acht gezamenlijke acties, ondersteund en gestart dankzij medefinanciering via het programma. In overeenstemming met de conclusies van de ex-postevaluatie van het tweede gezondheidsprogramma zorgt de Commissie ervoor dat de uitvoering van het derde gezondheidsprogramma nauwlettend wordt gevolgd en dat er meer ruchtbaarheid wordt gegeven aan de resultaten. De Commissie blijft bovendien de participatie van alle lidstaten en derde landen die aan het programma deelnemen, aanmoedigen en stimuleren en synergieën nastreven met andere financieringsprogramma's van de EU. 4 ACTIE VAN HET JAAR — THEMATISCHE FOCUS VAN 2014: CHRONISCHE ZIEKTEN Het gezondheidsthema waaraan in het jaarlijkse werkprogramma voor 2014 prioriteit werd toegekend, was chronische ziekten. Er werden in totaal drie oproepen tot het indienen van projectvoorstellen over verschillende aspecten van de preventie en beheersing van chronische ziekten gelanceerd, wat heeft geleid tot vijf medegefinancierde projecten. Er werd een gezamenlijke actie op het gebied van voeding en lichaamsbeweging georganiseerd, en een andere op het gebied van dementie. Ook werden er zes projecten uitgevoerd op het gebied van actief en gezond ouder worden. Het project PATHWAYS, dat hieronder wordt beschreven, is hiervan een goed voorbeeld. Dit project richt zich op de arbeidsparticipatie van chronisch zieke patiënten, een belangrijke kwestie. Dit sluit volledig aan op de agenda voor werkgelegenheid en groei van de Commissie. 1.1 Project PATHWAYS — Participatie op gezonde werkplekken en inclusieve strategieën op de arbeidsmarkt 1.1.1 Achtergrond "PATHWAYS — Participatie op gezonde werkplekken en inclusieve strategieën op de arbeidsmarkt" was één van de projecten die in 2014 werd medegefinancierd als onderdeel van de extra aandacht die dat jaar werd besteed aan chronische ziekten. PATHWAYS ging in de zomer van 2015 van start, zal 36 maanden duren en tot 969 379,00 EUR aan medefinanciering ontvangen. Er zijn 12 partners uit 10 verschillende Europese landen bij betrokken (België, Duitsland, Griekenland, Italië, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Slovenië, Spanje en Tsjechië), die allemaal veel ervaring hebben op het gebied van chronische en psychische aandoeningen en de arbeidsmarkt. 1.1.2 Korte beschrijving Mensen met chronische ziekten en psychische stoornissen krijgen vaak te maken met werkgerelateerde problemen, zoals werkloosheid, verzuim, verminderde productiviteit en stigmatisering op de werkplek. Vanwege de toenemende prevalentie van chronische ziekten en psychische stoornissen in tijden van bezuinigingen zijn er innovatieve strategieën nodig om de arbeidsparticipatie van deze groep mensen te vergroten. We bezitten echter onvoldoende kennis over beschikbare strategieën en weten niet of deze effectief zijn. We moeten ook beter begrijpen welke behoeften mensen met chronische ziekten en psychische stoornissen op werkgebied hebben. Daarom zullen in het kader van PATHWAYS strategieën voor integratie en re-integratie worden geïdentificeerd die binnen en buiten Europa worden toegepast en zal hun effectiviteit worden bepaald. Daarnaast zullen de specifieke behoeften op werkgebied van mensen met chronische ziekten en psychische stoornissen worden geëvalueerd. Ten slotte zullen er richtsnoeren worden ontwikkeld ter ondersteuning van de uitvoering van effectieve strategieën voor arbeidsmarktintegratie en -reintegratie. Er zullen onder andere belanghebbenden worden geraadpleegd. 5 1.1.3 Verwachte resultaten In het kader van PATHWAYS zal een reeks rapporten worden opgesteld, waaronder: een rapport waarin de beschikbare strategieën worden vergeleken op basis van de vijf categorieën modellen van maatschappelijk welzijn en gezondheidszorg in Europa; en een rapport over de onvervulde werkgerelateerde behoeften van mensen met chronische ziekten, met inbegrip van aanbevelingen om aan deze behoeften tegemoet te komen. In een databank zal de beschikbare feitelijke informatie worden verzameld over de effectiviteit van bestaande strategieën voor arbeidsmarktintegratie en -re-integratie voor mensen met chronische aandoeningen, en de bevindingen zullen worden beschreven in een verkennend document. Ten slotte zal PATHWAYS in de laatste fase beleidsaanbevelingen doen voor de uitvoering van inclusieve strategieën voor een meer inclusieve arbeidsmarkt, waaraan mensen met chronische ziekten en psychische stoornissen op zinvolle wijzen kunnen deelnemen. INITIATIEVEN DIE RECHTSTREEKS BIJDRAGEN AAN DE TENUITVOERLEGGING VAN EU-RECHT Het gezondheidsprogramma financiert diensten die worden geleverd door externe contractanten die de Commissie ondersteunen bij de tenuitvoerlegging van besluiten en richtlijnen op het gebied van gezondheid. Hieronder volgt een voorbeeld van dergelijke diensten die in 2014 werden uitgevoerd. 1.2 Dienstverleningsverzoek — tenuitvoerlegging van betreffende grensoverschrijdende gezondheidszorg 1.2.1 Achtergrond Richtlijn 2011/24/EU In deze studie werden de effecten van Richtlijn 2011/24/EU betreffende grensoverschrijdende gezondheidszorg3 onderzocht. De algehele doelstelling was om verslag uit te brengen door de tenuitvoerlegging van de richtlijn door de lidstaten, zoals wordt vereist in artikel 20, lid 1, en tekortkomingen en potentieel voor verbetering te identificeren. De studie baseerde zich op de praktijksituatie en andere waardevolle externe bronnen. Deze diensten werden verleend via een dienstencontract met KPMG Advisory N.V., Technopolis Group en Empirica GmbH, uit hoofde van het raamcontract SANCO/2012/02/011 — perceel 1. De looptijd van het contract was van 21 juli 2014 tot 21 maart 2015 en er was een bedrag van 179 026 EUR mee gemoeid. 1.2.2 Korte beschrijving Naast een analyse van bestaande onderzoeken en literatuur, is er ook een uitgebreide evaluatie van websites uitgevoerd en werd gebruikgemaakt van veelgebruikte participatieve onderzoeksmethoden. 3 PB L 88 van 4.4.2011, blz. 45. 6 Voortbouwend op eerdere onderzoeksinspanningen, werden alle websites van de 32 nationale contactpunten voor grensoverschrijdende gezondheidszorg geanalyseerd (32 landen en gebieden, aangezien Schotland, Wales, Engeland, Noord-Ierland en Gibraltar voor het Verenigd Koninkrijk afzonderlijk werden opgenomen). De "pseudo-patiënt"-onderzoeksmethode werd gebruikt om het perspectief van de eindgebruiker te onderzoeken. De beoordelaars benaderden nationale contactpunten in 12 lidstaten (België, Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Italië, Litouwen, Malta, Nederland, Oostenrijk, Slovenië, Spanje en Zweden) per e-mail en telefonisch, aan de hand van drie verschillende, vooraf ontworpen scenario's. Ook werden er subjectieve, op meningen gebaseerde gegevens verzameld in de focuslanden en op Europees niveau, door middel van 59 vraaggesprekken met belanghebbenden en een online-enquête die naar de nationale contactpunten in de focuslanden werd gestuurd. Ongeveer 50 % van de belanghebbenden waarmee contact werd opgenomen, gaf toestemming voor een vraaggesprek tijdens de vier weken durende periode. Zij vertegenwoordigden verschillende ziektekostenverzekeraars, zorgaanbieders, ombudsmannen voor patiënten, nationale en regionale autoriteiten, patiëntengroepen, inspectie-organen, vakbonden en organisaties van artsen in de eerstelijnsgezondheidszorg. Alle nationale contactpunten hebben ten minste een deel van de online-enquête ingevuld. Een SWOTanalyse (sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen), gericht op de aan de patiënten verleende diensten, vult de conclusies van de studie aan. 1.2.3 Specifieke resultaten Deze studie maakt deel uit van lopende werkzaamheden om een nulmeting te bepalen als uitgangspunt voor het meten en beoordelen van grensoverschrijdende gezondheidszorg in de Unie. Een algemene bevinding, die door alle betrokken belanghebbenden werd bevestigd, was dat het aantal patiënten dat in het kader van de richtlijn gebruikmaakt van grensoverschrijdende gezondheidszorg laag is. Deze studie levert een zinvolle, hoewel kwalitatieve, bijdrage aan de bepaling van de nulmeting en aan toekomstige evaluatie-inspanningen, in overeenstemming met het beginsel "eerst evalueren". De bevindingen van de studie werden in mei 2015 gepubliceerd op de website van de Europese Commissie en werden door de Europese Commissie op 2 december 2015 gepresenteerd tijdens de bijeenkomst van nationale contactpunten, waar zij op veel belangstelling konden rekenen. Gehoopt wordt dat de methodologische mogelijkheden van de studie verder zullen worden verkend door geïnteresseerde belanghebbenden en de academische gemeenschap in bredere zin. De studie is echter geen formele evaluatie. Klachten, schendingen en omzettingsmaatregelen vielen buiten het bereik van de studie. Gezien de recente goedkeuring van de richtlijn en de schaarste aan gemakkelijk verkrijgbare gegevens over de mobiliteit van patiënten, zou het nog te vroeg zijn geweest voor een formele evaluatie van de richtlijn. UITVOERING VAN DE BEGROTING 1.3 Begrotingsmiddelen Het budget van het derde gezondheidsprogramma 2014-2020 bedraagt 449,4 miljoen EUR. Hieronder valt het bedrag van 33,48 miljoen EUR voor de werking van het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding (Chafea), dat door de Commissie is belast met het beheer van het gezondheidsprogramma 2014-2020. Het Chafea heeft de Commissie sinds 2005 technische, wetenschappelijke en administratieve bijstand 7 verleend bij de uitvoering van het gezondheidsprogramma4. Het agentschap organiseert jaarlijkse oproepen tot het indienen van voorstellen, coördineert de beoordeling van de voorstellen en onderhandelt over, ondertekent en beheert de bijbehorende subsidieovereenkomsten. Het Chafea is ook verantwoordelijk voor vele aanbestedingsprocedures. De begrotingsmiddelen van het werkprogramma voor 20145 bedroegen 58 579 000 EUR, die als volgt waren uitgesplitst: operationele uitgaven: 52 870 000 EUR, in het kader van begrotingsonderdeel 17 03 01 Innovatie in de gezondheidszorg stimuleren en de duurzaamheid van gezondheidszorgstelsels verhogen, de gezondheid van de EU-burgers verbeteren en hen tegen grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen beschermen; administratieve uitgaven: 1 500 000 EUR — in het kader van begrotingsonderdeel 17 01 04 02 — ondersteunende uitgaven voor het programma "Gezondheid voor groei"6. De totale operationele begroting, inclusief EVA/EER-kredieten en teruggevorderde kredieten van eerdere begrotingsjaren, bedroeg 54 856 308,05 EUR en de totale administratieve begroting 1 547 747,69 EUR. In 2014 beheerde het Chafea 44 541 244,83 EUR van deze begroting, terwijl de Commissie 9 409 832,88 EUR beheerde, onder andere voor aanbestedingen, directe subsidies en andere maatregelen. 1.4 Prioriteiten voor 2014 en financieringsmechanismen De prioriteiten voor 2014 zijn vastgesteld in Uitvoeringsbesluit C(2014) 3383 van de Commissie van 26 mei 2014 tot goedkeuring van het werkprogramma 2014 en daarmee samenhangende criteria7. Er werden verschillende financieringsmechanismen gebruikt om het werkprogramma voor 2014 uit te voeren. Deze worden hieronder in detail beschreven. Er werd gebruikgemaakt van vergelijkende selectie- en gunningsprocedures om de te financieren initiatieven te selecteren. Vergelijkende selectie- en gunningsprocedures worden niet toegepast voor gezamenlijke acties, directe subsidieovereenkomsten en voor door het 4 Besluit 2004/858/EG van 15 december 2004 (PB L 369 van 16.12.2004, blz. 73), gewijzigd bij Besluit 2008/544/EG van 20 juni 2008 (PB L 173 van 3.7.2008, blz. 27). 5 Besluit C(2014) 3383 van de Commissie van 26.5.2014, http://ec.europa.eu/health/programme/events/adoption_workplan_2014_en.htm 6 De naam die in eerste instantie werd voorgesteld voor het derde gezondheidsprogramma was "Gezondheid voor groei", vandaar de naam van het begrotingsonderdeel. Aangezien deze naam uiteindelijk niet is behouden, is het begrotingsonderdeel voor het werkprogramma 2016 hernoemd. 7 http://ec.europa.eu/health/programme/events/adoption_workplan_2014_en.htm 8 voorzitterschap van de Raad georganiseerde conferenties, omdat in die gevallen vergelijkende procedures krachtens specifieke voorschriften niet zijn toegestaan of in de praktijk niet worden toegepast, bijvoorbeeld omdat er sprake is van een monopolie. De uitgaven voor bijvoorbeeld studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties, en technische en administratieve ondersteuning van IT-systemen, vielen onder de administratieve kredieten dekten. 1.5 Uitvoering van de operationele begroting per financieringsmechanisme Soort financieringsmechanisme Operoepen tot het indienen voorstellen Projectsubsidies Exploitatiesubsidies Subsidies voor gezamenlijke acties Uitvoering (EUR) van Aandeel van het mechanisme in de totale uitgevoerde begroting 17 393 292,88 31,7 % 12 677 193,08 4 716 099,80 18 506 972,39 23,1 % 8,5 % 33,7 % 157 901,00 0,2 % 7% Beheerd door het Chafea 3 849 825,96 2 700 000,00 Beheerd door DG SANTE 1 149 825,96 Conferentiesubsidies voor de lidstaten die het voorzitterschap van de EU bekleden Directe subsidieovereenkomsten Aanbestedingen (dienstencontracten) Beheerd door het Chafea Beheerd door DG SANTE Andere acties 12 769 292,44 23,3 % 5 283 078,56 7 486 213,88 9,7 % 13,6 % 1 273 793,04 2,3 % Beheerd door het Chafea 500 000,00 Beheerd door DG SANTE 773 793,04 In 2014 uitgegeven middelen 53 951 077,71 Totale beschikbare middelen Niet gebruikte kredieten8 54 856 307,05 8 Nog niet gebruikte pretoetredingskredieten, verschillen tussen de bedragen in het gunningsbesluit en de daadwerkelijke bestede bedragen. 9 door het Chafea 711 310,68 door DG SANTE 193 918,66 Uitgegeven middelen 98,3 % Ter vergelijking worden in de tabel hieronder de percentages van de beschikbare middelen weergegeven die gemiddeld zijn uitgegeven per financieel mechanisme in het tweede gezondheidsprogramma en in 2014. In 2014 werd een lager percentage uitgegeven aan projecten, maar meer aan gezamenlijke acties. Voor de andere financiële instrumenten zijn de percentages vergelijkbaar. Soort financieringsmechanisme Aandeel van het mechanisme in de totale uitgevoerde begroting in 2014 Projectsubsidies Exploitatiesubsidies Subsidies voor gezamenlijke acties Aandeel van het mechanisme in de totale uitgevoerde begroting in het tweede gezondheidsprogramma 23,1 % 36 % 8,5 % 7% 33,7 % 22 % Directe subsidieovereenkomsten Aanbestedingen (dienstencontracten) 4,9 % 23,0 % 7% 25 % 2,3 % 4% Andere acties Oproepen tot het indienen van voorstellen Er werden op 6 juni 2014 oproepen tot het indienen van voorstellen voor project- en exploitatiesubsidies gelanceerd op het deelnemersportaal van het Horizon 2020-programma9, de volksgezondheidswebsite op EUROPA10 en op de website van het Chafea11. De meeste aanvragen kwamen van belangrijke partners uit de EU-15-lidstaten (86 % van de aanvragen voor projectsubsidies, 100 % van de aanvragen voor exploitatiesubsidies en 100 % van de aanvragen voor gezamenlijke acties). 41 % van alle partners bij de gezamenlijke acties komt uit EU-13-landen, evenals 16 % van de projectpartners. 9 http://ec.europa.eu/research/participants/portal/desktop/en/opportunities/3hp/index.html#c,calls=hasForthcoming Topics/t/true/0/1/0&hasOpenTopics/t/true/0/1/0&allClosedTopics/t/true/1/1/0&+PublicationDate/desc 10 http://ec.europa.eu/health/programme/policy/index_en.html 11 http://ec.europa.eu/chafea/health/index.html 10 Het Chafea heeft respectievelijk in oktober 2014 en februari 2015 een workshop over gezamenlijke acties en een workshop over kwaliteitsborging bij gezamenlijke acties gehouden. De nationale knooppunten voor het gezondheidsprogramma hebben ook nationale informatiedagen georganiseerd in BG, HR, CZ, EL, HU, IE, IT, LT, NL, NO, PL, PT, RO, SK, ES en UK. Op het portaal voor deelnemers werden richtsnoeren voor aanvragers gepubliceerd. Ook de helpdesk van het Chafea heeft praktische bijstand verleend. In totaal werden 50 voorstellen voor projectsubsidies en 40 voor exploitatiesubsidies ontvangen, voor een totaal bedrag van 42 887 771 EUR. De aanvragen zijn geëvalueerd op basis van de voorschriften en criteria van Uitvoeringsbesluit C(2014) 3383 van de Commissie en de oproepen tot het indienen van voorstellen. Aan de evaluatie van de aanvragen hebben 37 externe deskundigen uit 18 landen deelgenomen. De deskundigen werden gekozen uit een lijst die werd opgesteld naar aanleiding van een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling getiteld "oproep tot het indienen van blijken van belangstelling op het gebied van volksgezondheid"12. De evaluatie vond plaats in twee fasen. In de eerste fase werd elk voorstel door drie externe deskundigen geëvalueerd. Tijdens een door het Chafea georganiseerde bijeenkomst werd voor elk voorstel een geconsolideerd evaluatieverslag opgesteld. In de tweede fase heeft het evaluatiecomité gecontroleerd of de deskundigen alle regels en criteria hadden nageleefd. Daarna heeft het comité definitieve lijsten en reservelijsten van voor financiering aanbevolen voorstellen opgesteld. Het evaluatiecomité bestond uit vertegenwoordigers van het directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid (DG SANTE), het directoraat-generaal Onderzoek en Innovatie en het Chafea. De gunningsbesluiten voor project-13 en exploitatiesubsidies14 werden door het Chafea genomen. 1.5.1 Projectsubsidies Projectsubsidies werden toegekend aan acties waarbij verschillende partners betrokken waren (gewoonlijk voor de volksgezondheid bevoegde instanties en niet-gouvernementele organisaties). De maximumbijdrage van de EU bedraagt 60 % van de subsidiabele kosten. De bijdrage van de EU kan echter tot 80 % oplopen als het voorstel voldoet aan de criteria van uitzonderlijk nut. In 2014 voldeden twee projecten aan de criteria van uitzonderlijk nut. In totaal werden 50 voorstellen ingediend naar aanleiding van de oproep tot het indienen van voorstellen voor projecten. Zes voorstellen raakten niet door de screeningfase. Van de resterende 44 aanvragen zijn er twaalf voor financiering aanbevolen en vier voorstellen werden op een reservelijst geplaatst. Uiteindelijk werden 13 projecten gefinancierd voor een 12 PB S 040-065407, 26.2.2014 en http://ec.europa.eu/chafea/ami/ 13 http://ec.europa.eu/chafea/documents/health/list-projects-2014_en.pdf 14 http://ec.europa.eu/chafea/documents/health/award-fpa-agreements-2014_en.pdf en http://ec.europa.eu/chafea/documents/health/specific-grant-agreements-2014_en.pdf 11 totaalbedrag van 11 567 617 EUR. De subsidies waren als volgt over de doelstellingen van het programma verdeeld: 1. bevordering van de gezondheid: 3 535 947 EUR (vijf projecten); 2. gezondheidsbedreigingen: geen projecten gefinancierd; 3. gezondheidszorgstelsels: 8 031 670 EUR (zeven projecten); 4. betere en veiligere gezondheidszorg: geen projecten gefinancierd. In de bijlage is een lijst te vinden met alle gefinancierde projecten. 1.5.2 Exploitatiesubsidies Exploitatiesubsidies werden toegekend aan non-profitorganisaties of -netwerken die: niet-gouvernementeel zijn; geen winstoogmerk hebben en onafhankelijk van het bedrijfsleven, de handel en het zakenleven zijn en ook geen andere strijdige belangen hebben; actief zijn op het gebied van volksgezondheid; een effectieve rol spelen in de processen van maatschappelijke dialoog op Unieniveau; ten minste één van de specifieke doelstellingen van het programma nastreven; actief zijn op Unie-niveau en in ten minste de helft van de lidstaten; en een evenwichtige geografische dekking van de Unie bieden. De maximumbijdrage van de EU bedraagt 60 % van hun jaarlijkse werkingskosten. De bijdrage van de EU kan echter tot 80 % oplopen als het voorstel voldoet aan de criteria van uitzonderlijk nut. In 2014 voldeden slechts vier exploitatiesubsidies aan de criteria voor uitzonderlijk nut. Bij de start van het derde gezondheidsprogramma heeft het Chafea een oproep voor het meerjarige "kaderpartnerschap"-instrument ingevoerd. De houders van driejarige kaderpartnerschapsovereenkomsten kunnen zo jaarlijkse medefinanciering aanvragen. In totaal werden 40 voorstellen ingediend naar aanleiding van de oproep tot het indienen van voorstellen voor exploitatiesubsidies. Aan 14 van deze voorstellen (35 % van de ontvangen voorstellen) werd een kaderpartnerschapsovereenkomst toegekend. Zij ontvingen allemaal een jaarlijkse exploitatiesubsidie voor 2015. De totale medefinanciering bedroeg 4 716 099,80 EUR. In de bijlage is een lijst te vinden met alle gefinancierde exploitatiesubsidies. 1.5.3 Gezamenlijke acties Subsidies voor gezamenlijke acties werden gegund aan bevoegde autoriteiten of overheidsinstanties en niet-gouvernementele organen die van deze bevoegde autoriteiten een mandaat hebben gekregen. De maximumbijdrage van de EU bedraagt 60 %. De bijdrage van 12 de EU kan echter tot 80 % oplopen als het voorstel voldoet aan de criteria van uitzonderlijk nut. In 2014 voldeden slechts twee gezamenlijke acties aan de criteria voor uitzonderlijk nut. De procedure voor gezamenlijke acties is in het kader van het derde gezondheidsprogramma gewijzigd. Om meer transparantie en inclusiviteit te garanderen, nomineren de lidstaten en landen die deelnemen aan het derde gezondheidsprogramma nu de bevoegde autoriteiten of andere organen als eerste stap. Vervolgens worden de genomineerde instanties uitgenodigd om een voorstel in te dienen via de procedure voor directe subsidies. Uiteindelijk werden acht gezamenlijke acties medegefinancierd voor een totaalbedrag van 18 506 972,39 EUR. De acties waren als volgt over de doelstellingen van het programma verdeeld: 1. bevordering van de gezondheid: 5 698 457,39 EUR (drie gezamenlijke acties); 2. gezondheidsbedreigingen: 3 499 873,00 EUR (één gezamenlijke actie); 3. gezondheidszorgstelsels: 2 599 999,00 EUR (twee gezamenlijke acties); 4. betere en veiligere gezondheidszorg: 6 708 643,00 EUR (twee gezamenlijke acties). Bij elk van deze gezamenlijke acties waren tussen de 10 en 24 lidstaten en andere landen die deelnemen aan het programma betrokken; gemiddeld waren het er 19 per gezamenlijke actie. De gezamenlijke acties richtten zich op de volgende gezondheidsthema's: onevenwichtige eetgewoonten en onvoldoende lichaamsbeweging; verbetering van de preventie en behandeling van hiv- en co-infectie in prioritaire regio's en bij prioritaire groepen in de Europese Unie; gecoördineerde actie om de situatie en loopbaanperspectieven van mensen met dementie te verbeteren; uitermate gevaarlijke en opkomende pathogenen; technische en wetenschappelijke samenwerking op het gebied van medische hulpmiddelen en medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek; ondersteuning van het e-gezondheidsnetwerk; tenuitvoerlegging van de aanbeveling van de Raad en de mededeling van de Commissie over zeldzame ziekten15; en monitoring en controle op het gebied van bloedtransfusie en transplantaties van weefsel en cellen. In de bijlage is een lijst te vinden met alle gefinancierde gezamenlijke acties. 1.6 Directe subsidieovereenkomsten met internationale organisaties Directe subsidieovereenkomsten met internationale organisaties werden toegekend aan internationale organisaties die actief zijn op het gebied van de volksgezondheid. De directe 15 http://ec.europa.eu/health/ph_threats/non_com/docs/rare_com_nl.pdf 13 subsidies omvatten ook dienstenniveauovereenkomsten. De maximumbijdrage van de EU bedraagt 60 %. Er werden in totaal zeven directe subsidieovereenkomsten ondertekend voor een totaalbedrag van 3 849 825,96 EUR. Vier werden er door het Chafea ondertekend, namelijk: 1) de bijdrage-overeenkomst met de Raad van Europa voor de integratie van EUwetgeving inzake stoffen van menselijke oorsprong (500 000 EUR); 2) de jaarlijkse directe subsidieovereenkomst met de Europese Farmacopee (1 100 000 EUR); 3) twee directe subsidieovereenkomsten met de Wereldgezondheidsorganisatie: monitoring van nationaal beleid op het gebied van voeding, onvoldoende lichaamsbeweging, overgewicht en zwaarlijvigheid (600 000 EUR); en monitoring van nationaal beleid op het gebied van alcoholgebruik en schadebeperking (500 000 EUR). Drie werden er door DG SANTE ondertekend, te weten: 1) twee directe subsidies (kruiselingse subdelegatie/dienstenniveauovereenkomst) aan Eurostat met betrekking tot morbiditeitsstatistieken voor een totaal van 1 099 825,96 EUR; en 2) één directe subsidie van 50 000 EUR aan de samenwerkingsregeling inzake farmaceutische inspectie voor opleidingen op het gebied van werkzame stoffen van geneesmiddelen. In de bijlage is een lijst te vinden van alle directe subsidieovereenkomsten die werden gefinancierd. 1.7 Aanbestedingen (dienstencontracten) Aanbestedingen (dienstencontracten) werden gebruikt om diensten aan te kopen. Het programma dekt de kosten van de aanbestedingen volledig. Deze dienstencontracten dekken de in het werkprogramma 2014 gespecificeerde behoeften: evaluatie en monitoring van acties en beleid; studies; advies; gegevens en informatie over gezondheid; wetenschappelijke en technische bijstand; communicatie; verspreiding; bewustmakingsactiviteiten; en IT-toepassingen ter ondersteuning van beleid. In 2014 heeft DG SANTE verschillende dienstencontracten en specifieke verzoeken ondertekend door gebruik te maken van bestaande raamcontracten. De meeste van deze 14 contracten en verzoeken waren voor horizontale acties zoals communicatie- en IT-diensten voor het onderhoud en de werking van bestaande IT-hulpmiddelen (de EMP-databank, Eudamed, het platform voor volksgezondheid enz.). Er werden ook aanbestedingscontracten gesloten met deskundigen die werken voor de wetenschappelijke comités en evaluatie- en monitoringonderzoeken. Het totale door DG SANTE beheerde budget voor aanbestedingen bedroeg 7 486 213,88 EUR. In 2014 beheerde het Chafea 22 nieuwe marktprocedures voor de aankoop van diensten (vier contracten voor bevordering van de gezondheid, vier contracten voor gezondheidsbedreigingen, zes contracten voor gezondheidszorgstelsels, vijf voor betere en veiligere gezondheidszorg) en drie voor horizontale communicatie voor een totaal van 5 283 078,56 EUR. De bedragen waren als volgt over de doelstellingen en organisaties verdeeld: Doelstelling gezondheidsprogramma Bevordering gezondheid van Aanbesteding beheerd door Aanbesteding beheerd door DG SANTE (EUR) het Chafea (EUR) 1 353 200,72 1 280 967,00 de Gezondheidsbedreigingen 0 1 802 209,40 Gezondheidszorgstelsels 1 327 335,79 864 927,50 Betere en veiligere 733 684,35 1 213 163,00 gezondheidszorg Horizontaal 4 071 993,02 121 811,66 TOTAAL 8 260 006,92 5 283 078,56 In de bijlage is een lijst te vinden met alle ondertekende dienstencontracten. 1.8 Andere acties Er werd 2 184 000 EUR uitgetrokken voor andere activiteiten in 2014. Deze "andere activiteiten" omvatten onder andere vergoedingen voor deskundigen, bijvoorbeeld voor: de deskundigengroep inzake doeltreffende manieren om te investeren in gezondheid; deskundigen die systeeminspecties uitvoeren op ingrediënten van geneesmiddelen; deskundigen die deelnemen aan internationale conferenties over de harmonisering van technische eisen voor de registratie van geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik. Dit is inclusief de kosten van de administratieve overeenkomsten met het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek en dekt ook de kosten van het lidmaatschap van de Commissie van de Europese Waarnemingspost voor gezondheidszorgstelsels en -beleid. Raadpleeg de bijlage voor meer informatie over de specifieke activiteiten die onder het onderdeel "andere acties" vallen. 1.9 Gebruik van begrotingsmiddelen in 2014 Alles bij elkaar was de totale operationele begroting voor 2014 op de volgende wijze verdeeld over de vier specifieke doelstellingen van het derde gezondheidsprogramma: 15 1. bevordering van de gezondheid: 16 113 811,99 EUR (30,6 % van de operationele begroting in 2014); 2. gezondheidsbedreigingen: 5 302 082,40 EUR (10,1 % van de operationele begroting in 2014); 3. gezondheidszorgstelsels: 16 537 850,33 EUR (31,4 % van de operationele begroting in 2014); 4. betere en veiligere gezondheidszorg: 10 653 702,35 EUR (20,2 % van de operationele begroting in 2014); 5. horizontale activiteiten (IT, communicatie): 4 193 804,68 EUR (7,8 % van de operationele begroting in 2014). Grafiek 1 — Gebruik van operationele begroting in 2014 per doelstelling van het derde gezondheidsprogramma Bevordering van de gezondheid Gezondheidsbedreigingen Gezondheidszorgstelsels Betere en veiligere gezondheidszorg Horizontaal 1.10 Soort begunstigden In 2014 werden bijna 40016 verschillende subsidies toegekend en contracten ondertekend met diverse begunstigden en dienstverleners, variërend van gouvernementele en nietgouvernementele organisaties tot academische instellingen en particuliere ondernemingen. In de categorie "overige" vallen begunstigden als zorgaanbieders en internationale organisaties. In grafiek 2 is een overzicht te zien van verschillende groepen begunstigden. Grafiek 2 — Soorten begunstigden van het derde gezondheidsprogramma in 2014 16 Dit is exclusief contracten met individuele deskundigen, bv. deskundigen die deelnemen aan wetenschappelijke comités. 16 CONCLUSIE 2014 was het eerste jaar van het derde gezondheidsprogramma, dat op 11 maart 2014 door het Europees Parlement en de Raad werd goedgekeurd. Het jaarlijkse werkprogramma werd pas twee maanden later, op 26 mei 2014, goedgekeurd, waardoor de uitvoeringscyclus ook werd vertraagd. Daarom zijn de meeste subsidieovereenkomsten en meerdere dienstencontracten in het eerste trimester van 2015 ondertekend. De verordening tot vaststelling van het derde gezondheidsprogramma bevat een aantal aanzienlijke verbeteringen ten opzichte van het tweede gezondheidsprogramma. Het gaat hierbij onder meer om: specifieke doelstellingen met bijbehorende indicatoren; een duidelijke definitie van "meerwaarde van de Unie"; en de invoering van criteria om het begrip "uitzonderlijk nut" voor gezamenlijke acties te definiëren. Dit betekende bijvoorbeeld dat aanvragers en beoordelaars beter werd uitgelegd wat "meerwaarde van de Unie" inhoudt en dat het gemakkelijker was voor consortia die gezamenlijke acties wilden ondernemen om het voorstel zodanig te ontwikkelen dat het zou voldoen aan de criteria voor uitzonderlijk nut, en dus voor medefinanciering van 80 %. Ook vonden er meerdere positieve wijzigingen plaats met betrekking tot de uitvoering van het derde gezondheidsprogramma. Zo kunnen aanvragen via het deelnemersportaal nu online worden ingediend en kunnen subsidieovereenkomsten online worden geëvalueerd en elektronisch worden ondertekend. De verordening heeft ook vereenvoudigde administratieve procedures en directe subsidieovereenkomsten ingevoerd voor gezamenlijke acties en kaderpartnerschapsovereenkomsten voor houders van exploitatiesubsidies, zodat de ontvangers van deze subsidies verder vooruit kunnen plannen. 17 De nieuwe procedure voor gezamenlijke acties is ook transparanter, omdat het consortium in de eerste fase moet worden vastgesteld aan de hand van nominaties van de lidstaten/landen die aan het derde gezondheidsprogramma deelnemen. Dit betekent echter dat in het bijzonder overkoepelende niet-gouvernementele organisaties in de EU moeite moeten doen om te worden genomineerd, terwijl zij bij het tweede gezondheidsprogramma door de Commissie werden genomineerd. Het aantal deelnemers aan gezamenlijke acties blijft relatief hoog, zoals ook het geval was bij het tweede gezondheidsprogramma: gemiddeld 25 deelnemers per gezamenlijke actie in 2014, variërend van 12 tot 39. Dit vormt een uitdaging voor het algehele beheer en de coördinatie van de gezamenlijke acties. Voor twee van de oproepen tot het indienen van voorstellen voor projecten werd aan geen enkel project subsidie verstrekt. In één van de gevallen was dit omdat er geen aanvragen werden ontvangen, mogelijk omdat het thema nogal beperkend was geformuleerd en de voorgestelde medefinanciering relatief laag was. In het tweede geval ontving men verschillende voorstellen, maar deze werden bij de evaluatie allemaal uitgesloten omdat de kwaliteit ervan ontoereikend was. Op basis van de aanbevelingen naar aanleiding van de evaluatie ex post, moeten er in de komende jaren verdere verbeteringen worden ingevoerd, waaronder een verbeterd elektronisch systeem voor monitoring en rapportage, betere en meer gerichte verspreiding van de resultaten en verdere inspanningen om de deelname te bevorderen van organisaties en instellingen uit landen die tot nu toe ondervertegenwoordigd zijn onder de begunstigden. 18