Openbaar Besluit Staffuncties Registratienummer : 2013/47572 Datum : 16 september 2013 Opgesteld door : F.A. Roorda Onderwerp: Financieel kader gemeenschappelijke regelingen 2015-2018 TOELICHTING op het Besluitformulier - Voorstel met registratienummer 2013/47564. Besloten is In te stemmen met het voorstel financieel kader gemeenschappelijke regelingen 2015-2018 als voorgesteld door de Bestuurlijke klankbordgroep Financiële kaderstelling gemeenschappelijke regelingen bij brief met voorgestelde verzenddatum 19 september 2013 (ontvangen per e-mail d.d. 9 juli 2013). Publiekssamenvatting Sinds 2011 stellen gemeenten in Hollands Midden elk jaar gezamenlijk de financiële uitgangspunten vast die zij zullen hanteren voor de gemeenschappelijke regelingen in hun gebied. Die uitgangspunten worden voorbereid door een bestuurlijke klankbordgroep onder leiding van de wethouder Financiën van de gemeente Leiden, dhr. Strijk. Aan het college van b&w wordt nu voorgesteld in te stemmen met de voorgestelde “Strijknormen” voor de periode 2015-2018. Kerngegevens Inleiding Op initiatief van de gemeente Leiden wordt sinds 2011 regionaal gewerkt met een financieel kader voor gemeenschappelijke regelingen. In dit kader zijn afspraken vastgelegd over de indexering van de bijdrage aan gemeenschappelijke regelingen en over de financiële taakstelling die de gemeenschappelijke regelingen krijgen opgelegd. Dit kader geldt in elk geval voor de gemeenschappelijke regelingen RDOG, Veiligheidsregio, Holland Rijnland 1, ISMH en ODWH en wordt onderschreven door de gemeenten regio Midden-Holland. Het kader kan door gemeenten ook van toepassing worden verklaard op andere samenwerkingsverbanden / gemeenschappelijke regelingen dan de hiervoor genoemde, maar hier is door Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude in 2011 niet voor gekozen. Het kader kan alleen voor andere gemeenschappelijke regelingen – zoals bijvoorbeeld Sopora of de SWA - van toepassing worden verklaard als alle daarin deelnemende partijen daarmee instemmen. 1 De bezuinigingen die in het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland worden afgesproken (bijvoorbeeld het voorstel van -25%) is een intern vraagstuk voor Holland Rijnland en past daarom niet bij het algemene financieel kader dat voor alle gemeenschappelijke regelingen geldt. versie d.d. 24 juli 2017 1 Met de wethouders financiën van de betrokken gemeenten is in maart 2013 gesproken over voortzetting van het kader van 2011-2014 in de periode 2015-2018. De conclusie was onder andere dat – hoewel niet alle gemeenschappelijke regelingen zich eraan houden – het kader nuttig is, zowel voor gemeenten als voor gemeenschappelijke regelingen. Via een email van 9 juli 2013 heeft de wethouder Financiën van de gemeente Leiden (Robert Strijk) een voorstel gedaan met betrekking tot het opnieuw vaststellen van een financieel kader voor de periode 2015 – 2018 voor gemeenschappelijke regelingen. Het voorstel is eerder besproken in de bestuurlijke werkgroep, waarin Alphen aan den Rijn vertegenwoordigd is. De bestuurlijke werkgroep bestaat uit wethouder R. Strijk (Leiden), burgemeester L. Bloemen (Zoeterwoude) de wethouders M. du Chatinier (Alphen aan den Rijn), P. Melzer (Nieuwkoop), H. van den Akker (Gouda), G. van Duin (Noordwijk) en J. Verbeek (Zuidplas). Het algemeen uitgangspunt laat onverlet een mogelijk aanvullende bezuinigingstaakstelling voor een gemeenschappelijke regeling indien daartoe door een gemeente wordt besloten in het kader van het ‘gezond’ houden/krijgen van de gemeentelijke financiën. Daarbij wordt opgemerkt dat het deelnemen in een samenwerkingsverband impliceert dat een gemeente niet zonder meer individueel een extra bezuiniging kan opleggen. Hiervoor zal een meerderheid / draagvlak gevonden moeten worden onder de overige deelnemers. Dit geldt meestal ook wanneer minder producten of diensten afgenomen worden: de overcapaciteit die daardoor ontstaat bij het samenwerkingsverband komt anders voor rekening van de andere deelnemers. Samenvattend ziet het voorstel van de bestuurlijke werkgroep voor het financieel kader 2015 – 2018 er ten opzichte van dat van 2012 – 2014 als volgt uit: Kader 2012 - 2014 1. Kader 2015 - 2018 De indexering vanaf 2012 te baseren op de Ongewijzigd. publicatie van de nominale ontwikkeling (gebaseerd op het BBP uit de MEV) in de septembercirculaire (T-2) van het nieuwe begrotingsjaar (zie pagina 33, septembercirculaire 2010) 2. De indexering toepassen op de bijdrage per Ongewijzigd inwoner of een andere van toepassing zijnde verrekengrondslag. 3. De indexering op basis van de vastgestelde Ongewijzigd index BBP voor begroting jaar T-0 op basis van septembercirculaire jaar T-1 na te calculeren per bijdrage inwoner of een andere van toe passing zijnde verreken grondslag en deze nacalculatie te verwerken in de begroting T+1. 4. De Meerjarenramingen bij voorkeur op te Ongewijzigd stellen op basis van constante prijzen. 5. Indien de Gemeenschappelijke Regeling zijn Ongewijzigd meerjarenraming in lopende prijzen opstelt, de Gemeenschappelijke Regeling te verzoeken ter informatie ook een overzicht versie d.d. 24 juli 2017 2 Kader 2012 - 2014 Kader 2015 - 2018 van de meerjarenraming te leveren op basis van constante prijzen. 6. De Gemeenschappelijke Regelingen een Nieuwe taakstelling voor de periode 2015 en uniforme taakstelling mee te geven ten verder. opzichte van de meerjarenraming 2011 – 2014. 7. De taakstelling bedraagt voor 2012, 5% Vanaf 2015 te bepalen op 5,31% t.o.v. 2010 8. En vanaf 2013, 10% structureel t.o.v. 2010 Vanaf 2016 nader te bepalen o.b.v. meicirculaire 2014 (voorlopige indicatie 5% t.o.v. 2015, totaal 10%, maar houd rekening met verder oplopende kortingen, gezien de discussies over bezuinigingen in Den Haag) 9. De taakstelling is van toepassing op de Ongewijzigd bijdrage per inwoner of een andere verrekengrondslag zoals kostprijs product of uurtarief; 10. Het gaat om een reële verlaging van de Ongewijzigd bijdrage, dus onder verrekening van de prijsontwikkeling op basis van de index BBP en taakwijziging. 11. Aan de Gemeenschappelijke Regeling te Ongewijzigd met aanvulling onder 12 verzoeken zelf aan te tonen hoe de taakstelling gerealiseerd kan worden. 12. Indien een Gemeenschappelijke Regeling Toevoegen: De regeling meldt uiterlijk 31 een zwaarwegende reden heeft om deze januari van t-1 aan de deelnemers of zij de taakstelling niet haalbaar of reëel te achten, taakstelling gaat realiseren in de komende zij hiertoe een actieve melding doet bij het begroting. In geval dat de Regeling de bestuur van de Gemeenschappelijke taakstelling geheel of gedeeltelijk niet kan Regeling. De bezuinigingslijn is dus realiseren geeft zij dit gemotiveerd aan. standaard. De uitzondering vraagt om bewijsvoering. 13. De Veiligheidsregio Hollands Midden Geen uitzonderingen. (brandweer) gelet op de lopende taakstellingen uitzonderen van de uniforme taakstelling onder 7 en 8 14. Maximeren algemene reserve op stand 1-12013 inclusief bestemming resultaat 2012. Teruggave van een positief rekeningresultaat aan de deelnemers vanaf jaarrekening 2013 15. Paragraaf opnemen in de begroting en jaarrekening over de toepassing van het kader en de ontwikkeling van het eigen vermogen. versie d.d. 24 juli 2017 3 Beoogd maatschappelijk resultaat Het doel van het kader is om als gemeenten gezamenlijk invulling te geven aan het opdrachtgever- / eigenaarschap en vroegtijdig duidelijkheid te verschaffen aan gemeenschappelijke regelingen over de financiële ruimte. Het is nodig om dat vroegtijdig te doen want gemeenschappelijke regelingen dienen een begroting in juli van jaar t-1 toe te sturen aan de provincie. De voorbereidingen voor deze begroting starten daardoor meestal al aan het einde van jaar t-2. Met het financieel kader gemeenschappelijke regelingen wordt beoogd: 1. duidelijke afspraken te maken met gemeenschappelijke regelingen over de indexering van de gemeentelijke bijdrage 2. afspraken vast te leggen over de manier waarop gemeenschappelijke regelingen bijdragen in de bezuinigingsopdracht die gemeenten hebben. Kader Wet gemeenschappelijke regelingen Argumenten 1. Met het financieel kader kan vooraf door de regionaal samenwerkende gemeenten meer grip gekregen worden op de gemeenschappelijke regelingen en wordt voorkomen dat gemeenten verschillende geluiden laten horen, waardoor de gemeenschappelijke regelingen soms niet weten waar zij aan toe zijn. 2. Er wordt voorkomen dat door verdeeldheid financiële taakstellingen te traag worden doorgevoerd en niet tijdig kunnen worden ingeboekt door de gemeenten. 3. De gemeenschappelijke regelingen worden niet op voorhand uitgezonderd bij de bezuinigingen de komende jaren. 4. De gekozen aanpak biedt de gemeenschappelijke regelingen (en gemeenten) op voorhand duidelijkheid. 5. Onze bestuurlijke vertegenwoordigers in de besturen van de gemeenschappelijke regelingen kunnen vroegtijdig bij discussies over begrotingen refereren aan het regionaal afgesproken financiële kader. Kanttekeningen 1. Bij het overleg in maart 2013 is gebleken dat niet alle GR-en zich aan de taakstelling houden. Vooral het tempo van de bezuinigingen binnen de RDOG ligt gevoelig. Leiden en Nieuwkoop maakten zich vooral zorgen om de ODWH. 2. Het komt voor dat GR-en de bezuinigingstaakstelling wel doorvoeren in de ontwerpbegroting, maar vervolgens gedurende het boekjaar projectmatig “met de pet rond gaan” of begrotingwijzigingen indienen. Het resultaat kan zijn dat er uiteindelijk een hogere bijdrage betaald wordt dan zonder de bezuiniging. 3. 1.In het verlengde van de vorige kanttekening is het de vraag in hoeverre nog c.q. opnieuw de “kaasschaafmethode” toegepast kan worden op de bedrijfsvoeringskosten van de gemeenschappelijke regelingen. Op enig moment is de rek er wel uit en zullen inhoudelijke keuzes gemaakt moeten worden, dus schrappen van producten of diensten. Dit komt ook naar voren in de brief van de bestuurlijke werkgroep. 4. De wethouders financiën hebben de ambtelijke en bestuurlijke werkgroep gevraagd om een duidelijke stip aan de horizon. De onzekere overheidsfinanciën maken dat echter lastig. versie d.d. 24 juli 2017 4 5. De bezuinigingstaakstelling die gemeenschappelijke regelingen in het financieel kader krijgen opgelegd is alleen gerelateerd aan de ontwikkeling van het gemeentefonds. De financiële problematiek waarmee de gemeente te maken heeft, wordt echter niet alleen veroorzaakt door de ontwikkeling van het gemeentefonds. Proces Het voorstel heeft effect voor de nieuwe gemeente Alphen aan den Rijn en wordt daarom besproken in de 3C-vergadering. Het is van belang om deze nieuwe Strijk-normen goed en tijdig te communiceren naar de ambtenaren die de contacten met de regelingen onderhouden. De bestuurlijke werkgroep heeft mandaat, maar legt dit financiële kader voor bij de colleges ter bespreking en verzoekt vóór 18 september 2013 te reageren. Daarna worden de gemeenschappelijke regelingen schriftelijk op de hoogte gesteld van het kader.. De GR-en zal worden gevraagd om uiterlijk in januari – via het bestuur van de GR-en – aan te geven als de taakstelling niet kan worden gerealiseerd. Het is uiteraard zeer belangrijk dat onze bestuurlijke vertegenwoordigers in hun rol als lid van een Dagelijks Bestuur of Algemeen Bestuur van een gemeenschappelijke regeling scherp toezien op toepassing van dit financiële kader. Financiële consequenties Het voorgestelde kortingspercentage van 5,31 is getoetst door de afdeling Financiën en als reëel beschouwd. Locatiegegevens N.v.t. Bijlage Voorstel bestuurlijke klankbordgroep financiële kaderstelling gemeenschappelijke regelingen, ontvangen per e-mail dd 9 juli 2013 en met voorgenomen verzenddatum 19 september 2013. versie d.d. 24 juli 2017 5