Duurzaam ruimtegebruik in strategische projecten theorie en strategieën trui maes Centrum voor Duurzame Ontwikkeling. Universiteit Gent Inhoud 1. Inleiding: context, aanpak, 2. Theoretisch concept 3. Bouwstenen Duurzaam Ruimtegebruik ontrafeld 4. Toepassing: case Rabot / internationale cases 5. Enkele conclusies 2 1. Inleiding: context Streven naar duurzame ontwikkeling en zorg voor ruimtelijke kwaliteit = uitgangspunten in RP (DRO, RSV en SP’en op lager niveau, beleidsbrieven, beleidsakkoorden, politieke nota’s, etc) in de praktijk? SP2SP wil tools ontwikkelen voor strategisch ruimtelijke projecten m.o.o. een duurzame leefomgeving op lange termijn richtlijnen & condities om strategische keuzes voor DO te onderbouwen en implementeren. Focus: duurzaam ruimtegebruik in projecten van macrotot micro-schaal 3 1. Inleiding: onze aanpak ... Centrale vraag: hoe kunnen we ‘strategische’ projecten ‘duurzaam’ ontwikkelen? discours voor ‘duurzame R ontwikkeling’ van globaal tot de focus op ‘ruimtegebruik’ inventaris principes in de ‘ruimtelijke’ context om te komen tot een theoretisch kader voor DRG concept DRG toegepast op een case als opstap naar een analyse voor verder onderzoek 4 2. Concept van globaal naar … de focus op strategische projecten “elk strategisch ruimtelijk project draagt zowel naar inhoud als naar proces op een duurzame en kwalitatieve wijze bij tot welzijn én leefbaarheid (brede betekenis) van alle burgers door te voorzien in de reële noden, hier en nu (Kt) voor alle activiteiten die de locatie, plek en ruimte behoeven, zonder afwenteling zowel ruimtelijk als sociaal en in de tijd. Dit betekent dat de behoeftevoorziening elders en van toekomstige generaties (Lt) niet in het gedrang gebracht worden”. 5 Duurzame ontwikkeling gemeenschappelijke visie op lange termijn die inspeelt op de noden: economische + sociaal-culturele + ‘ruimtelijke ecologische’ + institutionele DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK principes in strategisch ruimtelijke planning theoretisch frame voor analyse cases … … guidelines 6 2. gedeeld DO-discours: Visie matrix voor leefbare en duurzame steden in Vlaanderen Vlaams Stedenbeleid-Ugent. CDO.2004 Economic aspects Social aspects Wonen Kwaliteit of ruimte & leefmilieu Ondernemen & werken Leren & opleiding Cultuur en Vrije tijd Zich verplaatsen Zorg & opvang Veiligheidszorg Natuurontwikkeling & milieubeheer Fysical ecological vraag & aanbod: kwaliteit & diversiteit Diversiteit, cohesie & verdeling gelijke kansen rationeel gebruik (ruimte & milieu) binnen generaties toekomstige generaties kansen voor Institutional aspects Kwaliteit civiele cultuur, organisatie, processen: openheid & partnership, engagement, verantwoordelijkheid 7 2. … ordening in de principes ? kenmerken - condities - strategieën - doelen duurzaamheid rationeel ruimte- en milieugebruik (zuinig) intensiveren leefbaarheid ruimtelijke kwaliteit zorgvuldig gebruik van ruimte & bronnen bundelen, clusteren, zoneren draagkracht kritische massa compactheid diversiteit mix van functies verweving medegebruik meervoudig combineren RG sociale mix hergebruik & bereikbaarheid efficiënt transport transformeren nabijheid optimaal gebruik infrastructuur sense of place zorg voor open ruimte veiligheid identiteit engagement biodiversiteit groen/blauw netwerk contextualiteit draagvlak inspelen op netwerken & connecties menselijke schaal kwaliteit van het leefmilieu verantwoordelijke, levende & participerende stad 8 2. Theoretisch frame voor duurzaam ruimtegebruik: 4 hoofdprincipes … Duurzame Ontwikkeling economisch + sociaal-cultureel + “fysiek-ecologisch” + institutioneel DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK RUIMTELIJKE KWALITEIT “HOE” van “invulling” ifv gebruik van de ruimte ZORGVULDIG RG “HOE” => EFFICIENTIE ‘draagkracht’ ruimte = drager MEERVOUDIG RG “WAT” => DYNAMIEK ‘draagvlak’ actors = drager BEREIKBAARHEID “HOE” van “dynamiek” ifv deelname aan activiteiten 9 2. DRG bouwstenen … Duurzaam Rgebruik zorgvuldig RG structuur & netwerken < > schaal & relaties draagkracht ‘ruimte voor activiteiten’ ent het project (boven)lokaal op de plek met zuinig & rationeel RG afgestemd op geomorfologie, natuurl./stedel. systemen . ontwikkel netwerken groen, water, verkeer & beheer kringlopen . voorzorg: eco-efficiëntie in RG vs milieugebruik & beheer meervoudig RG kies de juiste strategie binnen de context en stimuleer tot: . intensiveren in hoogte/diepte > verdichten draagvlak ‘actor/gebruiker’ . combineren (mix) in ruimte/tijd > verweving > medegebruik . transformeren > hergebruik > aanpasbaar vr(nieuw) gebruik bereik/toegang ondersteunt de activiteiten in de ruimte ruimtelijke kwaliteit ondersteunt het gebruik vd plek benut & optimaliseer (juiste) locaties in het netwerk met bereik van diensten & kies ontsluiting in geg. context . ontwikkel efficiënt vervoersnetwerk, keuze in modi, goed OV . stimuleer brede toegankelijkheid, deelname aan het maatsch.leven vitaliteit, beleving, geschikt, toegankelijk & beheersbaar . focus op comfort, betekenis & identiteit van de plek, gebruikswaarde 10 . open voor initiatieven & ontwikkeling, toekomstwaarde DUURZAME ONTWIKKELING afstemming economisch & sociaal-cultureel & “fysiek-ecologisch” & institutioneel DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK • VITALITEIT • BELEEFBAARHEID • GESCHIKTHEID • TOEGANKELIJKHEID • BEHEERSBAARHEID RUIMTELIJKE KWALITEIT “HOE” van invulling ifv gebruik van de ruimte • ZUINIG & RATIONEEL RG AFGESTEMD OP GEOMORFOLOGIE, NATUURLYK & STEDELYK SYSTEEM • ONTWIKKEL & BEHEER FYSIEKE NETWERKEN & KRINGLOPEN • RUIMTE vs MILIEUGEBRUIK • VOORZORG vs MILIEUBEHEER ZORGVULDIG RG “HOE” => EFFICIËNTIE ‘DRAAGKRACHT ruimte = drager DIVERSE SCHAALNIVEAUS • INTENSIVEREN > VERDICHTING > +/- GRONDS • COMBINEREN > FIEVERWEVING > MEDEGEBRUIK • TRANSFORMEREN > HERGEBRUIK > AANPASBAARHEID MEERVOUDIG RG “WAT” => DYNAMIEK ‘DRAAGVLAK’ actoren = drager • LOCATIE IN NETWERK • TOEGANKELIJK & NABIJHEID DIENSTEN • KEUZE IN MODI • EFFICIËNT PUBLIEK TRANSPORT • ECONOMISCH & SOCIAAL BEREIK BEREIKBAARHEID – TOEGANKELIJKHEID “HOE” van dynamiek ifv deelname aan activiteiten STRUCTUUR & NETWERKEN Integrerende benadering binnen het systeem stad en rand, buitengebied en regio 11 2. DRG definitie … “Duurzaam Ruimtegebruik is zorgvuldig en meervoudig ruimtegebruik, onderbouwd door bereikbaarheid/toegankelijkheid en ruimtelijke kwaliteit. Het werkt op de diverse schalen en functioneert binnen het systeem van zowel de fysieke netwerken van verkeer, groen en energie als de economische en sociale netwerken van personen en organisaties, om te voldoen aan de behoeften van alle groepen gebruikers hier en nu, elders en in de toekomst.” 12 RG duurzaam & strategisch benaderen ~ kritische bevraging! contextueel omgaan met de ruimte: in een strategisch project vertrekt men vanuit de actuele context, de noden en bekommernissen en ontwikkelt men contextueel naar inhoud en proces; normatief omgaan met de ruimte: in een strategisch project werkt men samen met alle actoren aan een lange termijnvisie met ambities in de richting van waarden en normen voor duurzaamheid op basis van maatschappelijke consensus; flexibel omgaan met de ruimte: in een strategisch project bouwt men flexibiliteit in en laat vrijheid voor spontaniteit en toekomstige maatschappelijke ontwikkelingen. 13 DUURZAME ONTWIKKELING afstemming economisch & sociaal-cultureel & “fysiek-ecologisch” & institutioneel DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK • VITALITEIT • BELEEFBAARHEID • GESCHIKTHEID • TOEGANKELIJKHEID • BEHEERSBAARHEID • ZUINIG & RATIONEEL RG AFGESTEMD OP GEOMORFOLOGIE, NATUURLYK & STEDELYK SYSTEEM • ONTWIKKEL & BEHEER FYSIEKE NETWERKEN & KRINGLOPEN • RUIMTE vs MILIEUGEBRUIK • VOORZORG vs MILIEUBEHEER RUIMTELIJKE KWALITEIT “HOE” van invulling ifv gebruik van de ruimte ZORGVULDIG RG “HOE” => EFFICIËNTIE ‘DRAAGKRACHT ruimte = drager DIVERSE SCHAALNIVEAUS • INTENSIVEREN > VERDICHTING > +/- GRONDS • COMBINEREN > FIEVERWEVING > MEDEGEBRUIK • TRANSFORMEREN > HERGEBRUIK > AANPASBAARHEID MEERVOUDIG RG “WAT” => DYNAMIEK ‘DRAAGVLAK’ actoren = drager • LOCATIE IN NETWERK • TOEGANKELIJK & NABIJHEID DIENSTEN • KEUZE IN MODI • EFFICIËNT PUBLIEK TRANSPORT • ECONOMISCH & SOCIAAL BEREIK BEREIKBAARHEID – TOEGANKELIJKHEID “HOE” van dynamiek ifv deelname aan activiteiten STRUCTUUR & NETWERKEN Integrerende benadering binnen het systeem stad en rand, buitengebied en regio 1. CONTEXTUALITEIT (CONTEXTUEEL) 2. NORMEN – WAARDEN (NORMATIEF) WAT IS ACTUEEL, NODIG? WAT ZOU MOETEN, NA TE STREVEN 3. FLEXIBILITEIT (FLEXIBEL) 14 WAT IS ONZEKER, ZOU KUNNEN 2. Conclusie: Duurzaam Ruimtegebruik, een meervoudig en complex systeem 15 3. Bouwstenen DRG ontrafelen Strategieën voor Zorgvuldig RG Zorgvuldig Ruimtegebruik staat voor een verantwoord en zorgzaam omspringen met de ruimte en het milieu op een actieve, doordachte en kritische wijze, afgestemd op de draagkracht van de projectsite en zijn context. De strategie richt zich op het verantwoordelijk beheer van schaarse goederen en stromen en legt de basis voor de drie andere bouwstenen. S1 Ent het project op de bovenlokale & lokale context als basisgegeven; verantwoord keuzes op die plek op het juiste strategische niveau en creëer meerwaarden voor de plek en haar gebruikers S2 Bevorder efficiënt, effectief en zuinig RG vanuit de draagkracht van plek en omgeving door afweging van aard RG, mate RG, fysieke-ecologische impact S3 Ontwikkel de netwerken water, groen en energie; voorzie gesloten kringlopen van in de ontwikkelingsfase van een project: S4 Bevorder vandaag eco-efficiëntie in het ruimtegebruik in het gebruik van bronnen en milieugoederen (bodem, grond- en oppervlaktewater, energie, grondstoffen en materialen) S5 Voorzie RG met een proactieve zorg voor het welzijn van ieder en de kwaliteit16 van het leefmilieu vanuit een collectieve verantwoordelijkheid van alle actoren Basis voor ZRG en draagkracht = trias ecologica ! In 1e orde verspilling en lasten ‘voorkomen’; i.c. voor RG betekent dit zuinig omspringen met de beschikbare ruimte en infrastructuur, het zorgvuldig inplannen van de gebouwen binnen de structuur van de netwerken verkeer, groen en energie met het oog op het (natuurlijk) potentieel in zon- en windenergie, waterreserves en het voorkomen van lasten voor de omgeving. In 2e orde verspilling en lasten ‘verhelpen’; i.c. van RG betekent dit hergebruik, medegebruik en herbestemming van gronden, ook de hernieuwbare bronnen en materialen aanspreken. In 3e orde verspilling en lasten ‘verzorgen’; i.c. van RG betekent dit het beter integreren van specifieke bepaalde activiteiten in hun stedelijke/landelijke omgeving naargelang de dynamiek en de harde/zachte waarden in de context. Ruimte, water, energie, grondstoffen en materialen 17 Strategieën voor Meervoudig RG Meervoudig Ruimtegebruik (MRG) staat voor de juiste keuze in gebruiksintensiteit en het stimuleren tot combineren van activiteiten in één en dezelfde ruimte, gelijktijdig of volg tijdelijk. De context en het maatschappelijk draagvlak zijn het toetskader voor het samengaan van activiteiten. Men zoekt het voordeel in raakvlakken en creatieve oplossingen voor diversiteit en dynamiek, vitaliteit en nabijheid, kansen en flexibiliteit. De strategie richt zich op de organisatie van levendige plekken en gebieden. S1 Intensiveer door verdichting in ruimtegebruik op de juiste schaal. S2 Combineer tot diversiteit op de juiste schaal door functiemenging en verweving. S3 Transformeer tot nieuwe activiteiten op de juiste schaal door herwaardering van gebieden, gebouwen en plekken: S4 Engageer actoren en gebruikers tot samenwerking met het oog op 18 maatschappelijke meerwaarden, beheer en openheid voor nieuwe ontwikkeling Strategieën voor Bereik/Toegang Bereikbaarheid/Toegankelijkheid (BT) staat voor het inspelen op en bevorderen van netwerken en connecties en stemt af op een logische structuur en ontwerp voor een optimaal fysiek, sociaal en economisch bereik van de activiteiten. Het zal op de diverse schaalniveaus de activiteiten ondersteunen en aansturen. De strategie richt zich op de betrokkenheid van gebruikers en actoren in het ruimtelijk functioneren. S1 Oriënteer (her)ontwikkelingen op de ruimtelijke hoofdstructuur van een efficiënt vervoerssysteem (locatiebeleid) S2 Voorzie diverse functies in elkaars nabijheid en stimuleer zachte vervoersmodi in elk projectgebied S3 Verhoog de verkeersleefbaarheid en voorkom lasten door de inperking en efficiënte afwikkeling van het milieubelastend vervoer 19 S4 Verhoog de betrokkenheid door het voorkomen en wegwerken van barrières Strategieën Ruimtelijke Kwaliteit Ruimtelijke kwaliteit (RK) staat voor functionaliteit van de ruimte en betekenis van plekken voor haar gebruikers; het creëert verbondenheid tussen gebruikers onderling, tussen de plek en haar gebruikers en slaat een brug tussen verleden, heden en toekomst. De waardering van de publieke/private ruimte en de toekomstwaarde zijn het toetskader. De strategie richt zich op het kwalitatief gebruik van plekken en gebieden. S1 Focus op de geschiktheid en het comfort van de ruimte: Elke ruimte voldoet aan de kwaliteitseisen voor een optimale benutting. S2 Focus op het gebruik van de ruimte als ‘plek’: Elke ruimte in stedelijke of rurale context heeft zijn identiteit en betekenis voor haar betrokken bewoners en gebruikers, voor het publiek/semi/privé ruimtegebruik. S3 Focus op de ‘toekomstwaarde’: Elke stedelijke en rurale ruimte laat kansen open voor flexibiliteit in het gebruik van bestemde/onbestemde ruimtes, bebouwd 20 of onbebouwd, (semi)publiek of (semi)privaat. Evaluatie DRG RK is meestal al voorwerp van ‘goede’ planning alles plannen? maak ruimte ‘vrij’ als plekken ‘belonging to’ BT is meer dan vervoerssystemen abs. voorwaarde voor gelijke kansen multidimensioneel op lange termijn MRG is vaak feit verdiepen, condities stellen, vooruitdenken voorzie ook beheer ifv ‘duurzaam ontwikkelen’ ZRG is ‘de’ basisconditie want ruimte, bronnen = beperkt wissel in mind & attitude tot ‘verantwoordelijkheid’ van alle actoren, in alle activiteiten vanaf 1e fase want: 21 “The future is emerging everyday! Planning is about ‘preparing the future’. Future is getting shorter and will be the past one day. It is a question of time!” Pinho (isocarp 2007) 22 4. Toepassing op cases Sessie 1: Bruggen naar Rabot, Gent Sessie 2: internationale cases 23 5. Conclusies (1) Streven naar DO is een én-én verhaal voor een lange termijn strategie. Het is normatief en stelt daarbij het behoeftevraagstuk in het debat centraal, gestoeld op rechtvaardigheid en maatschappelijke solidariteit binnen en tussen generaties. Het complexe systeem van ons ruimtelijk functioneren noodzaakt immers de planning tot het overstijgen van de ‘economische’ benadering (ruimtebalans), de ‘fysieke’ benadering (ruimtelijke kwaliteit) en de ’rationele’ benadering (input-output van het programma). Omwille van de sociaal-maatschappelijke realiteit en evoluties is een contextueel afwegen van de noden en wensen ten aanzien van de strategische doelen op lange termijn onontbeerlijk. De visie is de leidraad en het kader voor de beslissingen die de ruimte bieden voor dynamiek en ontwikkeling. De geschikte invulling en gewenste bijsturing vloeien voort uit de regelmatige feedback in ruimte en tijd. 24 5. Conclusies (2) Het én-én verhaal van duurzaamheid geldt ook voor Duurzaam Ruimtegebruik dat zorgvuldig en verantwoordelijk ruimtegebruik verweeft met een meervoudig levendige en leefbare invulling, ruimtelijke kwaliteit, toegankelijkheid en bereikbaarheid. Het ZRG focust op het beheer van stromen en de kwaliteit van de leefomgeving, met de ruimtelijke draagkracht als voorwaarde. Het MRG focust op het beheer van plekken in functie van een diversiteit aan activiteiten, waarbij het samengaan in de verweving van activiteiten op een maatschappelijk draagvlak steunt. De RK beoogt de betekenis die de ruimte heeft voor de gebruikers vandaag (betrokkenheid) en in de toekomst (flexibiliteit). De BT geldt als verbindende factor in het ruimtelijk functioneren opdat de ruimte uitnodigt tot deelname van alle groepen dank zij een brede invulling. 25 5. Conclusies (3) De fysieke, economische, maatschappelijke en institutionele context zijn tegelijk sturende kracht en condities voor verandering. Daarom: Ruimtelijke planners spelen in op de plek: ze luisteren en handelen contextueel. Ambtenaren en investeerders leren van experts en ervaringsdeskundigen en durven innoveren. Projectleiders leren regisseren in innovatieve processen en inhoud. Politiekers leren luisteren naar bewoners en gebruikers. Bewoners en gebruikers leren lobbyen want zij kunnen de stad of dorp doen leven. 26