Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Stemmen met een verstandelijke beperking nog niet vanzelfsprekend. J. Hofstede, T. Meulenkamp & M. Cardol, NIVEL, maart 2014) worden gebruikt. U vindt deze factsheet en andere NIVEL-publicaties in PDF-format op www.nivel.nl. Stemmen met een verstandelijke beperking nog niet vanzelfsprekend Jolien Hofstede, Tineke Meulenkamp, Mieke Cardol In Nederland heeft iedereen van 18 jaar of ouder stemrecht. Ook mensen met een verstandelijke beperking. Gezien het feit dat gemeenten steeds meer verantwoordelijk worden voor de ondersteuning van mensen met een beperking, is het belangrijk dat mensen met een verstandelijke beperking hun stem kunnen uitbrengen bij de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen. Bij de landelijke verkiezing voor de Tweede Kamer in 2012 bracht de helft van de mensen met een lichte of matige verstandelijke beperking die deelnemen aan het Panel Samen Leven van het NIVEL hun stem uit. De meesten kregen daarbij informatie en ondersteuning vanuit hun directe omgeving. Van degene die niet hebben gestemd, gaf het merendeel van de familieleden aan dat hun naaste met een verstandelijke beperking onvoldoende begrijpt wat stemmen inhoudt; een kwart gaf aan dat hun naaste met een verstandelijke beperking er geen interesse in heeft. Maar familieleden noemden ook belemmeringen. Mensen met een verstandelijke beperking die wilden stemmen deden dat soms niet omdat zij niet zelfstandig in het stemhokje konden stemmen. Daarnaast dacht een deel van de familieleden dat hun naaste geen stemrecht had. Begeleiders, familieleden en belangenorganisaties, maar ook overheden en politieke partijen hebben een taak om mensen met een verstandelijke beperking waar mogelijk en gewenst te ondersteunen, zodat ook zij hun stem kunnen laten horen. Sinds 2008 iedereen in Nederland stemrecht Nederland telt naar schatting 100.000 tot ruim 200.000 mensen met een verstandelijke beperking (Ras, 2010). Ook zij ontvangen een stempas in de bus, en sinds 2008 ook degenen die onder curatele staan. Net als iedere andere burger hebben mensen met een verstandelijke beperking via het uitbrengen van hun stem de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de invulling van overheidsbeleid. Bij de aankomende gemeenteraadsverkiezingen op 19 maart 2014 is dit extra van belang, omdat gemeenten met de (nieuwe) Wmo steeds meer verantwoordelijk worden voor de ondersteuning van mensen met een beperking. In het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap wordt benadrukt dat mensen met een handicap effectief en ten volle moeten kunnen participeren in het politieke leven. Dit houdt onder andere in dat de stemprocedures, faciliteiten en voorzieningen toegankelijk en makkelijk te begrijpen en te gebruiken moeten zijn en dat zo nodig ondersteuning beschikbaar moet zijn (VN-Verdrag, 2007). In Nederland kunnen mensen met een verstandelijke beperking zich op verschillende manieren informeren over stemmen. Zo zijn er speciale websites (www.stemjijook.nu) en worden er door het hele land voorlichtingsbijeenkomsten gehouden. Desondanks worden er in de praktijk verschillende problemen ervaren bij het stemmen, bijvoorbeeld door mensen die niet kunnen lezen of schrijven. Ook vinden veel mensen het stembiljet onoverzichtelijk en onduidelijk (Delwig, 2012). Hulp of ondersteuning in het stemhokje is echter niet toegestaan, aangezien het stemrecht een individueel recht is, wat betekent dat mensen zelfstandig hun stem uit moeten kunnen brengen (verkiezingen2012.nl). Om meer inzicht te krijgen in het stemgedrag van mensen met een verstandelijke beperking en de ondersteuning die zij bij het stemmen ontvangen, is in november 2012 - na de Tweede Kamerverkiezingen - een enquête gehouden onder 271 familieleden van mensen met een lichte of matige verstandelijke beperking die deelnamen aan het Panel Samen Leven van het NIVEL (zie Box 1). De helft heeft in 2012 gestemd Volgens deze familieleden had de helft (52%) van hun naasten met een verstandelijke beperking bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2012 gestemd. Van de mensen die hebben gestemd heeft het grootste gedeelte zelf gestemd. Een klein deel bracht zijn/haar stem uit via een volmacht (Figuur 1). 43% 48% Ja, zelf gestemd Ja, via een volmacht Nee 9% Figuur 1: Percentage mensen met een lichte of matige verstandelijke beperking dat volgens familieleden die deelnemen aan het Panel Samen Leven heeft gestemd bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 2012 (n=271) Het aandeel jongere mensen (15-39 jaar) dat naar de stembus ging lag hoger dan het aandeel mensen ouder dan 40 jaar (65% vs 41%). Mensen met een lichte verstandelijke beperking hebben bovendien vaker gestemd (68%) dan mensen met een matige beperking (39%). Gebrek aan begrip en interesse, maar ook belemmeringen om te kunnen stemmen De voornaamste redenen om destijds niet te gaan stemmen zijn volgens familieleden dat hun naaste het niet begreep (63%) of dat de interesse hiervoor ontbrak (24%) (Figuur 2). Een klein deel (7%) van de familieleden gaf aan dat er niet is gestemd omdat hun naaste niet zelfstandig in het stemhokje kon stemmen. Opvallend is dat 5% van de familieleden aangaf dat hun naaste geen stemrecht had of niet mocht stemmen omdat hij/zij onder curatele stond. Eveneens 5% gaf aan dat er door hun naaste niet is gestemd vanwege praktische redenen, zo waren er bijvoorbeeld een aantal mensen op vakantie tijdens de verkiezingen. Informatie wordt ingewonnen bij mensen uit directe omgeving Van de mensen die wel hebben gestemd, gaf een klein deel van de familieleden (15%) aan dat de desbetreffende persoon geen hulp of ondersteuning heeft gehad om meer te weten te komen over het stemmen. Meestal (61%) werd er hulp of ondersteuning geboden door iemand in de directe omgeving, zoals een partner, familielid, vriend of goede bekende. Ook heeft een derde van de mensen die hebben gestemd hulp gekregen van begeleiders. Acht procent zocht hulp of ondersteuning via speciale websites, schriftelijke informatie of een speciale informatiebijeenkomst voor mensen met een verstandelijke beperking. Gebrek aan begrip 63% Gebrek aan interesse 24% Kon niet zelfstandig in stemhokje stemmen 7% Geen stemrecht/ staat onder curatele 5% Praktische redenen 5% Overig 2% 0% 20% 40% 60% 80% Figuur 2: Redenen waarom niet is gestemd volgens familieleden (n=129) Mogelijkheden om niet-stemmers te ondersteunen Er is nog maar weinig bekend over het stemgedrag van mensen met een verstandelijke beperking en hun interesses en behoeftes op dit gebied. Onze gegevens over de Tweede Kamerverkiezingen in 2012 laten zien dat mensen met een verstandelijke beperking minder vaak stemmen dan de algemene bevolking (landelijk opkomstpercentage in 2012: 75%, kiesraad, 2012). Familieleden noemen als belangrijkste redenen hiervoor het gebrek aan begrip en een lage interesse, maar dit is niet aan mensen met een verstandelijke beperking zelf gevraagd. Misschien willen zij zelf wel meer over (het belang van) stemmen weten en het is de vraag of hen voldoende mogelijkheden worden geboden om hiervan meer te begrijpen of interesse voor te krijgen. Zo gaf één familielid aan dat stemmen gewoonweg niet gebeurt in de woonomgeving van zijn of haar naaste met een verstandelijke beperking. Ook zien we dat er door een relatief kleine groep gebruik gemaakt werd van speciale informatievoorzieningen die ontwikkeld zijn voor deze doelgroep. Er is natuurlijk een groep voor wie het echt lastig is om te kunnen stemmen en hun wil te bepalen. Maar mogelijk zou beter toegespitste informatie tot meer begrip en tot meer interesse in het stemmen kunnen leiden bij een deel van de mensen die de afgelopen verkiezingen niet gestemd heeft. Er zijn al verschillende initiatieven om via websites en voorlichtingsbijeenkomsten deze groep te informeren, maar hier ligt ook een taak voor overheden en politieke partijen zelf. Sommige familieleden gaven aan dat er niet is gestemd omdat hun naaste niet zelfstandig in het stemhokje kon stemmen. Helaas is het volgens de wet niet toegestaan dat mensen met een verstandelijke beperking in het stemhokje ondersteund worden, hulp mag alleen buiten het stemhokje geboden worden. Dit in tegenstelling tot mensen met een lichamelijke beperking, zij mogen ook ín het stemhokje ondersteund worden door een door hen zelf aangewezen persoon Stemmen door middel van een volmacht zou in deze gevallen een uitkomst kunnen bieden. In ons panel gaf minder dan 10% van de familieleden aan dat er door hun naaste gestemd is door middel van een volmacht. Ook zou een onafhankelijke vrijwilliger in stemlokalen mensen die dit nodig hebben kunnen ondersteunen, dit is echter volgens de huidige wetgeving ook niet toegestaan. Een opmerkelijke bevinding is dat 5% van de respondenten aangaf dat er niet is gestemd omdat hun naaste met een verstandelijke beperking geen stemrecht heeft of onder curatele staat. Maar sinds de wetswijziging van 2008 heeft ook deze groep recht om te stemmen. Naast informatie specifiek voor mensen met een verstandelijke beperking zou ook informatie aan hun directe omgeving ervoor kunnen zorgen dat onduidelijkheden hierover worden weggenomen, zodat mensen niet ten onrechte hun stemrecht niet doen gelden. Referenties Cardol M, Speet M, & Rijken M. Anders of toch niet? Utrecht: NIVEL, 2007. Delwig M. Kiesrecht voor mensen met beperking. Utrecht: VGN, 27 juli 2012. www.vgn.nl/artikel/13416. Kiesraad. Officiële uitslag Tweede Kamerverkiezing 12 september 2012. Den Haag, 17-092012. www.kiesraad.nl. Meulenkamp T, Hoek L van der, Cardol M Deelname aan de samenleving van mensen met een beperking, ouderen en de algemene bevolking: rapportage participatiemonitor 2013. Utrecht: NIVEL, 2013. Ras M, Woittiez I, van Kempen H, Sadiraj K. Steeds meer verstandelijk gehandicapten? Ontwikkelingen in vraag en gebruik van zorg van verstandelijk gehandicapten 1998-2008. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 2010. Schrojenstein Lantman-de Valk HMJ van, Metsemakers JFM, Soomers-Turlings, JMSJG, Haveman MJ, & Crebolder HFJM. People with intellectual disabilities in general practice: case definition and case finding. Journal of Intellectual Disability Research, 1997;41; p373379. Verkiezingen2012.nl. Mogen mensen met een verstandelijke beperking stemmen? Verkiezingen 2012.nl/veelgestelde-vragen. Geraadpleegd: 04-02-2014. United Nations. Convention on the rights of persons with disabilities and optional protocol. New York: United Nations; 2006. Box 1: Het Panel Samen Leven Het Panel Samen Leven bestaat sinds 2006 (Cardol e.a., 2007), en bestaat uit ruim 500 mensen met een lichte of matige verstandelijke beperking en ruim 400 van hun naasten, meestal familieleden. Het Panel Samen Leven is opgezet om ontwikkelingen te volgen in de participatie van mensen met een (lichte of matige) verstandelijke beperking. Werving voor het panel vindt plaats via landelijke steekproeven van huisartspraktijken en zorgorganisaties voor mensen met een verstandelijke beperking in Nederland. De werving in huisartspraktijken vindt plaats op basis van een methode ontwikkeld door Van Schrojenstein Lantman-de Valk (van Schrojenstein Lantman-de Valk e.a., 1997). Een verstandelijke beperking, zoals gedefinieerd door de American Association of Intellectual and Developmental Disabilities in 2002, houdt in dat mensen a. een beneden gemiddeld intellectueel functioneren hebben (een IQ onder de 70-75); b. dat voor het 18e levensjaar is ontstaan; en c. als gevolg daarvan beperkingen hebben in twee of meer vaardigheidsgebieden, bijvoorbeeld in sociale vaardigheden, zelfredzaamheid, ontspanning, werk of schoolse vaardigheden. Elke twee jaar worden de panelleden met een verstandelijke beperking zelf mondeling geïnterviewd over hun deelname aan de samenleving, hun ondersteuning, kwaliteit van bestaan en een actueel onderwerp. Naasten van mensen met een verstandelijke beperking doen mee aan een jaarlijkse schriftelijke enquête over dezelfde onderwerpen, maar waarin wordt gevraagd naar hun perspectief op de participatie en ondersteuning van hun naaste met een verstandelijke beperking (Meulenkamp e.a., 2013). Achtergrondgegevens van mensen met een verstandelijke beperking in dit onderzoek In november 2012 zijn familieleden van mensen met een verstandelijke beperking bevraagd over het stemgedrag van hun naaste bij de landelijke Tweede Kamerverkiezingen in 2012. Iets meer dan de helft van hun naasten met een verstandelijke beperking (54%) was man, en de gemiddelde leeftijd was 44 jaar. Vierenveertig procent had een lichte verstandelijke beperking en 56% een matige verstandelijke beperking. Een meerderheid (64%) woonde samen met andere mensen met een verstandelijke beperking. Een kleiner deel woonde zelfstandig of met een partner en/of kinderen (26%) en 11% woonde bij familie.