Verwerkingsopdrachten MZ Gehandicaptenzorg; saw 4 ISBN 97890 8524 0938 Thema 6 Ouderen met een verstandelijke beperking Verwerkingsopdrachten thema 6 Gehandicaptenzorg; saw 4 pagina 1 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Opwarmen en oriënteren Opdracht 1 Het doel van deze opdracht is dat je je voorkennis over ouderen met een verstandelijke beperking opfrist. Beantwoord de volgende vragen naar eigen inzicht. 1. 2. 3. 4. 5. Wanneer vind jij iemand oud? Werk je met ouderen? Tegen welke problemen met ouderen loop je in je werk aan? Wat hebben ouderen volgens jou momenteel met name nodig? Hebben mensen met een verstandelijke beperking meer problemen bij het ouder worden dan andere ouderen? 6. Welke problemen horen specifiek bij ouderen met een verstandelijke beperking? 7. Hoe wordt daar aandacht aan besteed? 8. Vind je dat ouderen met een verstandelijke beperking voldoende aandacht krijgen binnen de hulpverlening? 9. Wat zou je daar eventueel aan willen veranderen? 10. Wat kun jij daar in je werk aan bijdragen? Verwerkingsopdrachten thema 6 Gehandicaptenzorg; saw 4 pagina 2 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Herkennen en onderscheiden Opdracht 2 Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen uit dit thema kent. Geef de juiste betekenis van de volgende begrippen door: het begrip in eigen woorden te formuleren; een voorbeeld te geven waarbij je het begrip toepast. 11. Senioren of nieuwe ouderen 12. Jonge ouderen 13. Hoog bejaarden 14. Psychologische leeftijd 15. Sociologische leeftijd 16. Functioneel oud 17. Continuümgedachte 18. Apathie 19. Obductie 20. Apraxie. 21. Afasie 22. Depressie 23. Somatiseren 24. Sensorische vermogens 25. Basale strategie 26. Warme zorg 27. Realiteitsoriëntatietraining (ROT) 28. Groeps-ROT 29. 24-uurs-ROT of bewonersgerichte ROT 30. Validation 31. Snoezelen of sensorisch cafetaria Verwerkingsopdrachten thema 6 Gehandicaptenzorg; saw 4 pagina 3 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Begrijpen en toepassen Opdracht 3 Lees de tekst over wat oud zijn is en veroudering in 6.2 en beantwoord de volgende vragen. 32. Waar wordt de grens van ‘oud zijn’ in het algemeen gelegd? 33. Wanneer voelen ouderen met een verstandelijke beperking zich in het algemeen oud? 34. Wat is de betekenis van de continuüm gedachte voor mensen die met ouderen werken? Opdracht 4 Lees de tekst over de lichamelijke aspecten van veroudering in 6.3 en beantwoord de volgende vragen. 35. Welke lichamelijke veranderingen in het verouderingsproces van mensen met een verstandelijke beperking vallen met name op? 36. Vanaf welke leeftijd doen die veranderingen zich met name voor en wat zijn de gevolgen voor de oudere? 37. Welke aandoeningen komen vaak voor bij ouderen vanaf 50 jaar met het syndroom van Down? Opdracht 5 Lees de tekst over psychische aspecten van veroudering in 6.4 en beantwoord de volgende vragen. 38. Welke verschijnselen op het gebied van gedrag en gevoelens treden bij veroudering in het algemeen wel op en welke bij mensen met het syndroom van Down? Verwerkingsopdrachten thema 6 Gehandicaptenzorg; saw 4 pagina 4 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp 39. Welke problemen bij het denken en de communicatie hebben ouderen met het syndroom van Down? 40. Hoe verloopt de ziekte van Alzheimer in het algemeen bij ouderen met het syndroom van Down? Opdracht 6 Lees de tekst over de sociale aspecten van veroudering in 6.5 en beantwoord de volgende vragen. 41. Welke gevolgen voor het sociale functioneren hebben aspecten van de veroudering voor ouderen met een verstandelijke beperking? Leg deze uit. 42. Hoe hangen lichamelijke, psychische en sociale aspecten van veroudering samen? Opdracht 7 Lees de tekst over wensen en behoeften van ouderen in 6.6 en beantwoord de volgende vragen. 43. Waar hebben ouderen met een verstandelijke beperking last van? 44. Welke wensen en behoeften hebben ouderen met een verstandelijke beperking? 45. Wat zijn de belangrijkste oorzaken van depressiviteit? 46. Wanneer komen bij mensen met het syndroom van Down verschijnselen van depressiviteit vaak voor? 47. Wat zijn de belangrijkste verschijnselen de depressie bij mensen met het syndroom van Down? 48. Wat is vaak een bijkomend verschijnsel? Leg dit verschijnsel uit. 49. Hoe proberen ouderen met een verstandelijke beperking gevoelens van onzekerheid en angst vaak te compenseren? Opdracht 8 Lees de tekst over begeleiding van ouderen met een verstandelijke beperking in 6.8 en beantwoord de volgende vragen. Verwerkingsopdrachten thema 6 Gehandicaptenzorg; saw 4 pagina 5 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp 50. Waar kan de begeleiding van ouderen met een verstandelijke beperking het beste wel en niet op gericht zijn en welke houding van de begeleider past daarbij? 51. Wat is het gevaar hierbij? 52. Welke begeleidingsmethodieken worden het meest gehanteerd voor ouderen met een verstandelijke beperking? Verwerkingsopdrachten thema 6 Gehandicaptenzorg; saw 4 pagina 6 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Onderzoeken en oefenen Opdracht 9 de zorg voor ouderen met een verstandelijke beperking Je discussieert over de zorg voor ouderen met een verstandelijke beperking. Werkwijze Vorm groepjes van 4 of 5 personen en wijs een woordvoerder aan. Discussieer met elkaar aan de hand van de volgende stellingen . Vat na afloop de discussies per stelling samen. Stelling 1 De zorg voor ouderen met een verstandelijke beperking komt in Nederland goed uit de verf. Stelling 2 Vul aan: bij de zorg aan ouderen met een verstandelijke beperking vind ik het belangrijkst dat …… In de groep De woordvoerders brengen de samenvattingen van de discussies in de groep. Over de discussies wordt nagepraat: o waren er veel overeenkomsten in de meningen; o waren er grote verschillen; o wat vindt iedereen van de verschillende meningen; o kunnen er conclusies getrokken worden uit de discussies? Verwerkingsopdrachten thema 6 Gehandicaptenzorg; saw 4 pagina 7 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp