Implementatieplan signalenkaart Dementie voor Verzorgenden

advertisement
Implementatieplan signalenkaart
Dementie voor Verzorgenden
Netwerk Dementie Groningen
Augustus 2010
Namens de werkgroep `”Vroegsignalering/scholing”
Drs. Mirjam van Dijk, Chr. Stichting BCM Zorg en dienstverlening
Inleiding
Het implementatieplan waarmee de signalenkaart voor Verzorgenden kan worden
geïmplementeerd is geschreven in opdracht van de werkgroep ”Vroegsignalering
/scholing” van het Netwerk Dementie Groningen.
Zorgaanbieders in de provincie Groningen hebben in samenwerking met andere
belangrijke maatschappelijke organisaties een netwerk dementie opgericht. De doelstelling
van dit netwerk is mensen met beginnende dementie vroegtijdig in kaart te brengen zodat
goede zorg geboden kan worden aan de cliënt en het cliëntsysteem.
Signalenkaart dementie voor Verzorgenden
Binnen de werkgroep Vroegsignalering dementie is gekozen voor de signalenkaart
dementie voor Verzorgenden. Deze signalenkaart is ontwikkeld door Icare. In Nederland
zijn meerdere netwerken dementie opgericht. Ook andere netwerken hebben voor deze
signalenkaart gekozen. Om eenheid in gebruik en taal te houden is ervoor gekozen deze
signalenkaart als basis te nemen. Omdat de signalenkaart erg extramuraal gericht is, is de
kaart op onderdelen in de checklist gewijzigd, zodat ook de intramurale verzorgende de
signalenkaart goed kan gebruiken. Er is nog geen wetenschappelijk onderzoek naar het
instrument verricht, maar in de praktijk is men tevreden over de signalenkaart. Een
aanbeveling is om later een wetenschappelijk onderzoek uit te laten voeren naar de
validiteit en betrouwbaarheid van de signalenkaart.
De signalenkaart bestaat uit een stappenplan en een checklist, zie bijlage 1.
Doelstelling
Het doel van het gebruik van de signaleringskaart is dat cliënten met dementie vroegtijdig
in het netwerk dementie komen. Op deze manier kan de familie ondersteund worden en
kan de cliënt adequate zorg krijgen. De casemanager kan een cliënt bv. respijtzorg
aanbieden of dagopvang voorstellen.
Resultaat
- De signalenkaart dementie voor Verzorgenden wordt op de juiste wijze gebruikt;
- Het belang van signaleren wordt ingezien;
- Cliënten worden tijdig doorverwezen.
Implementatie signalenkaart dementie voor Verzorgenden
Implementatie vindt plaats door middel van casusbespreking tijdens teambesprekingen. In
de teambespreking wordt kort een stukje algemene theorie gegeven over dementie.
Daarna komt een casus aan de orde en geven de deelnemers hun visie. Aan de orde komt
wat het belang is van doorverwijzen voor zowel de cliënt als de mantelzorg. Aan het eind
van de teambespreking krijgen alle Verzorgenden een geplastificeerd exemplaar van de
signalenkaart dementie voor Verzorgenden. Daarnaast wordt de signalenkaart toegevoegd
aan de informatiemap voor nieuwe medewerkers, zodat ook nieuwe Verzorgenden een
eigen exemplaar krijgen.
Implementatieplan signalenkaart dementie voor verzorgenden
Samensteller: drs. Mirjam van Dijk
1
Verantwoordelijkheden
De leidinggevenden van de zorgteams zijn ervoor verantwoordelijk dat alle Verzorgenden
op de hoogte zijn van de inhoud van de signalenkaart. De verzorgende is verantwoordelijk
voor het juiste gebruik van de signaleringskaart en dat de vroegsignalering terecht komt bij
de leidinggevende. De leidinggevende is verantwoordelijk voor de juiste verwijzing in het
netwerk.
Programma teambespreking
Tijdsduur 1 uur = 60 minuten
Tijd in min.
15
30
15
Lesinhoud
Introductie: algemene theorie over dementie, zie bijlage 2.
Intervisie
Casus bespreken, zie bijlage 3
- Wat vind je van Petra’s observaties bij dhr. Jansen?
- Wat is er volgens jou aan de hand met dhr. Jansen?
- Maakt Petra zich terecht zorgen?
- Herken je Petra’s gevoel van twijfel?
- Hoe zou jij zelf handelen in zo’n situatie?
- Wanneer schakel je professionals in voor hulp aan een cliënt?
- Wat is het belang van tijdige professionele hulp?
Signalenkaart introduceren
Alle aanwezigen een signalenkaart geven en de cliënt uit de casus scoren met
behulp van de signalenkaart. Wanneer verwijs je door?
Implementatieplan signalenkaart dementie voor verzorgenden
Samensteller: drs. Mirjam van Dijk
2
Bijlage 1: Signalenkaart Dementie Zorg
Signalenkaart Dementie Zorg
Als verzorgende ken je de cliënt en zijn sociale omgeving vaak beter dan menig ander en
daarom vallen bepaalde veranderingen en bijzonderheden van de cliënt je vaak sneller op.
Het zien van deze veranderingen en bijzonderheden noemen we signaleren.
Belangrijke stappen bij signaleren:
Stap 1: Waarnemen van bijzonderheden en veranderingen. Soms geeft dat het gevoel dat er iets
“niet pluis” is.
Stap 2: Vermoeden dat er iets niet klopt. Stel jezelf de vraag: “is dit normaal of afwijkend?”
Stap 3: Waargenomen veranderingen bespreken met de cliënt en/of mantelzorg.
Reacties peilen.
Stap 4: De gesignaleerde veranderingen en het gesprek hierover met de cliënt/mantelzorger
doorgeven aan en bespreken met je teamleider (leidinggevende/contactpersoon).
Stap 5: De teamleider zal, eventueel in overleg met jou, besluiten hoe en wat er verder
moet gebeuren.
Met dank aan Icare voor het mogen gebruiken van de signalenkaart.
Implementatieplan signalenkaart dementie voor verzorgenden
Samensteller: drs. Mirjam van Dijk
3
CHECKLIST MOGELIJKE SIGNALEN
Signalen
Veranderend gedrag
Bijvoorbeeld eerder boos, verdrietig, verward en
een afwijkend eet- en drinkpatroon. Cliënt kan ook
achterdochtig zijn, valt in herhaling of vreest iets
tekort te komen.
Alledaagse handelingen gaan niet soepel meer
Bijvoorbeeld sleutels vergeten, bedorven eten in de
koelkast laten staan, wassen/ aankleden gaat
moeilijker, eten gaat lastiger.
Zelfzorg wordt minder
Bijvoorbeeld kapotte kleding, zichzelf niet meer of in
mindere mate wassen.
Slaapproblemen
Omkering van het dag- en nachtritme.
Sociaal isolement
Cliënt trekt zich terug op het appartement of de
kamer en heeft geen of nauwelijks contact met
anderen.
Decorumverlies
Cliënt houdt minder rekening met de omgeving,
hecht bv minder aan een verzorgd uiterlijk.
O
O
O
O
O
O
Wanneer je één of meerdere signalen regelmatig bij de cliënt signaleert, neem dan contact op met
je teamleider, of maak het bespreekbaar in een collegiale overdracht of bewonersbespreking.
Tips:
Maak aantekeningen in het zorgdossier.
Bij twijfel altijd overleggen met je teamleider.
Denk aan de privacy van de cliënt.
Implementatieplan signalenkaart dementie voor verzorgenden
Samensteller: drs. Mirjam van Dijk
4
Bijlage 2: Theorie dementie.
Oorzaken dementie
Dementie is vooral een ouderdomsziekte en komt dus vooral voor bij 65+ers.
Toch zijn er ook mensen die vóór hun 65ste een vorm van dementie krijgen. We noemen deze
laatste groep jong dementerenden maar we gaan hier verder niet op in.
Dementie wordt veroorzaakt door hersenfalen waardoor het geestelijke vermogen achteruit gaat.
Hierdoor ontstaan er uiteindelijk ook problemen in het dagelijkse leven, bijvoorbeeld omdat iemand
vergeet om eten in huis te halen of niet meer weet hoe het koffiezetapparaat werkt.
Er zijn veel oorzaken die dementieverschijnselen kunnen veroorzaken, o.a.:
- Hersenbeschadiging na een beroerte, hersentumor of langdurig overmatig alcoholgebruik
- Langdurig vitaminetekort door bijvoorbeeld te eenzijdige voeding
- Gestoorde bloedsomloop in de hersenen
- Verkeerd medicijngebruik
- Bepaalde ziektes, zoals ziekte van Parkinson, AIDS, ziekte van Huntington
Verschillende vormen van dementie
Er zijn veel verschillende vormen van dementie.
De meest bekende zijn:
- De ziekte van Alzheimer. Deze vorm komt het vaakste voor (ongeveer 70% van alle
dementiegevallen). Bij de ziekte van Alzheimer is er sprake van abnormale hoeveelheden
eiwitten die zich ophopen tussen de hersencellen waardoor er beschadiging optreedt in de
hersencellen en deze uiteindelijk afsterven/verschrompelen.
- Vasculaire dementie. Bij deze vorm van dementie zijn de bloedvaten in de hersenen
beschadigd, bijvoorbeeld als gevolg van slechte doorbloeding. Mensen die lijden aan
vasculaire dementie hebben vaak een voorgeschiedenis met hart- en vaatklachten, zoals hoge
bloeddruk en hartritmestoornissen.
- Ziekte van Pick. Bij deze vorm van dementie is alleen het voorste gedeelte van de grote
hersenen (de frontaalkwab) aangetast.
Bovengenoemde vormen van dementie zijn maar een paar van de vele vormen die voorkomen.
Deze verschillende vormen van dementie hebben ook weer een verschillend verloop van hoe de
ziekte zich ontwikkeld.
Hoe is het verloop van dementie
Het proces van achteruitgang kan vele jaren duren. Dit verschilt per persoon en is afhankelijk van
vele zaken, waaronder de oorzaak van dementie. (welke vorm)
Zodra het grote vergeten begint, begint het grote zoeken. De dementerende is voortdurend zijn
spullen kwijt, vergeet eenvoudig telkens waar hij ze neerlegt. Omdat hij in deze schimmige fase
van dementie nog meer waarde hecht aan zijn bezittingen dan vroeger, zal hij proberen ze nog
beter op te bergen dan vroeger. Het gevolg is dat hij een groot deel van de tijd kwijt is aan het
zoeken.
In het begin zijn er lichte klachten. Deze worden niet altijd herkend als het begin van dementie,
omdat er net zo goed andere oorzaken voor kunnen zijn, zoals depressie, moeheid of
overspannenheid. Deze lichte klachten kunnen dingen zijn als niet meer weten waar de sleutels
liggen, thuiskomen met de verkeerde boodschappen. Aarzelend praten of soms lang moeten
Implementatieplan signalenkaart dementie voor verzorgenden
Samensteller: drs. Mirjam van Dijk
5
zoeken naar woorden. Overdreven aardig doen naar anderen, niets meer willen ondernemen.
Dwingend worden in bijv het tijdstip waarop iemand wil eten.
De klachten in dit vroege stadium zijn lastig maar er valt meestal nog wel mee te leven. Vaak
weten mensen het zelf nog wel op te vangen met behulp van geheugensteuntjes (agenda,
opschrijfboekje, boodschappenlijstjes).
Op een gegeven moment wordt het duidelijk dat de klachten meer zijn dan de ouderdom of
gewone vergeetachtigheid. Vaak wordt dit door familie opgemerkt of door mensen die op wat meer
afstand staan (hulpverleners).
Geheugen- en inprentingstoornissen
Het begint vaak met geheugenstoornissen. Er ontstaan problemen met het opnemen en
vastleggen van gegevens in het geheugen. Nieuwe indrukken worden niet of maar kort
vastgehouden. De dementerende weet niet meer wat hij zelf een paar dagen heeft gelezen,
verteld, gevraagd of gedaan heeft. Onthouden wat hem net werd verteld of gevraagd wordt steeds
lastiger. Nieuwe informatie leren is bijna onmogelijk.
Desoriëntatie in plaats, tijd en persoon
Tijd
Besef van tijd is weg. Geen weet meer hebben van hoe laat het is, welke dag, maand en jaar.
Kan tot onrust en een verstoord dag en nachtritme leiden. Op bezoek willen gaan bij de partner
die al overleden is, of naar het ouderlijk huis willen.
Plaats
De weg niet meer kunnen vinden in huis of in het dorp waar iemand al heel lang woont.
Persoon
Het herkennen van gezichten, namen wordt steeds moeilijker. Herkennen van eigen familie, buren
vrienden wordt steeds moeilijker.
Achterdocht
Wantrouwen, argwaan, onheuse beschuldigingen. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de
demente niet meer zeker is van zichzelf en van de mensen om hem heen.
Mensen met dementie vechten tegen controleverlies en tegen het gevoel van onveiligheid. Het is
gebleken dat mensen met dementie lang betrokken blijven bij wat hen overkomt.
Confabuleren (de taal wordt moeizaam)
Mensen verzinnen verhalen en verklaringen om zo hun geheugenproblemen te verbergen.
Een antwoord geven dat niet klopt met de werkelijkheid. Of een gefantaseerd verhaal vertellen om
te verbloemen dat men iets niet meer weet.
Een voorbeeld uit de praktijk:
Mijn vader had schrijver moeten worden, zoveel fantasie heeft hij. Laatst begroette hij op straat
een volkomen onbekende man. Toen dat duidelijk werd hing hij een verhaal op over zijn
lievelingsbroer die sprekend op de man leek. Allerlei details kwamen er boven; over spelen in de
boomgaard, getuige zijn op zijn huwelijk. Prachtige verhalen. Jammer alleen dat mijn vader
helemaal geen broer heeft.
Implementatieplan signalenkaart dementie voor verzorgenden
Samensteller: drs. Mirjam van Dijk
6
Decorumverlies
Gedragsregels, waaraan wij ons het hele leven houden, worden overboord gezet.
Niet meer weten wat in bepaalde situatie wel en niet kan. Inzicht in waarden en normen vervagen.
Bijvoorbeeld in gezelschap in je neus peuteren of boeren laten. Kleding wordt niet meer gewassen,
vieze kleding onder het matras stoppen, knoeien met eten, vloeken, slaan, handtastelijk zijn.
Afasie (taal en spraak)
Het niet begrijpen van woorden en zinnen of zich niet kunnen uiten. Men kan de woorden niet
meer vinden en uitspreken. Bijvoorbeeld het schrijven van rare tekens en onbegrijpelijke woorden.
De dementerende mens vergeet de juiste woorden.
Voorbeeld: Hij zegt “taddepoel” i.p.v. “paddestoel”.
De dementerende mens vergeet ook de betekenis van woorden.
Voorbeeld: Hij vergeet het woord voor een boterham.
Agnosie (herkenningsstoornis)
Een dementerende neemt het wel waar maar herkent het niet. Iemand ziet een papiertje met een
afbeelding maar herkent het niet als een bankbiljet. Iemand hoort achter zijn rug een hard geluid
maar herkent dit niet als de telefoon. Het opeten van bloemen, lepeltjes in de tas stoppen.
Het niet meer herkennen en begrijpen van de indrukken die via de zintuigen binnenkomen terwijl
die zintuigen wel in orde zijn (vragen wat onze zintuigen zijn). Men ziet en voelt de
gebruiksvoorwerpen wel maar kent de functie er niet meer van.
Het kan ook voorkomen dat men de signalen van het eigen lichaam niet meer herkent, zoals dorst
honger, pijn, warmte en kou.
Apraxie (stoornis in het praktisch handelen.)
De dagelijkse handelingen worden niet meer in de juiste volgorde verricht. (voorbeelden vragen).
Zoals bij het wassen, aankleden, huishouden, telefoneren. Zelfs staan, zitten en lopen wordt
moeilijker. Bijvoorbeeld iemand schenkt thee in de suikerpot. Denken dat het strijkijzer de radio is.
Hallucinaties en wanen
Bij hallucinaties hoort, ziet, ruikt, proeft en voelt men dingen die er niet zijn. Bijvoorbeeld iemand
die allerlei stemmen hoort of kleine mannetjes onder het bed ziet zitten.
Bij wanen gaat het over gedachten, ideeën en overtuigingen die niet hetzelfde zijn als de
werkelijkheid. Bijvoorbeeld iemand die denkt dat hij bestolen wordt.
Verzamelzucht
Dit heeft te maken met het groeiende gebrek aan overzicht. De vrees om iets tekort te komen of de
behoefte aan een stukje houvast. Men verzamelt etenswaren, gebruiksvoorwerpen of kleding.
(vragen naar voorbeelden uit de praktijk). Dit wordt opgeborgen in handtassen, nachtkastjes of
onder het kussen of matras.
Al deze verschijnselen kunnen leiden tot grote angst, onzekerheid, een onveilig gevoel,
gespannenheid en onrustig gedrag.
Implementatieplan signalenkaart dementie voor verzorgenden
Samensteller: drs. Mirjam van Dijk
7
De badkuip dementie test
De volgende test illustreert het beginstadium van dementie
Tijdens een bezoek aan een verpleeghuis vroeg de bezoeker aan de directeur wat het criterium is
om een patiënt opgenomen te krijgen.
“Wel”; zegt de directeur, ‘we vullen een badkuip met water, dan krijgt de patiënt een theelepel, een
theekop en een emmer. Dan vragen we hem/haar om de badkuip leeg te maken’
‘Oh, ik snap het’ zei de bezoeker, ‘een normaal persoon gebruikt de emmer omdat die groter is
dan de theekop of een theelepel’.
‘Nee’, zei de directeur, ‘een normaal persoon zou de stop uit de badkuip trekken’.
‘Wilt u een bed bij het raam of in het midden?”
Samenvatting van het verloop van dementie
-
-
-
-
Dementie begint met lichte klachten. Vaak worden deze wel opgemerkt, maar geweten aan ‘de
ouderdom’ of aan ‘moeheid’. Pas later, als de klachten een patroon gaan vormen, is vast te
stellen dat het de eerste signalen van dementie waren.
Op een gegeven moment merken de naasten - soms anderen, die op meer afstand staan - dat
er iets ongewoons aan de hand is. Misschien is er meteen al een vermoeden van dementie,
misschien blijkt dit pas na onderzoek. De diagnose dementie is voor iedereen een grote schok.
Mensen zelf kunnen in deze fase beseffen wat er aan de hand is en erg verdrietig of somber
zijn. De naasten weten meestal dat de diagnose betekent dat ze afscheid moeten gaan nemen,
ook al kunnen demente mensen nog heel lang leven.
De klachten worden steeds ernstiger en zijn bij veel dagelijkse activiteiten hinderlijk. Uiteindelijk
zijn deze activiteiten alleen nog met begeleiding uit te voeren, of moeten zelfs geheel
overgenomen worden. De vergeetachtigheid wordt erger, de taalproblemen groter. Verder in
het dementieproces gaan mensen steeds meer in het verleden leven. Dierbaren worden niet
meer herkend of voor iemand anders aangezien. Ook de persoonlijkheid kan veranderen:
verscherpen of verzachten. Mensen kunnen zich erg vreemd gedragen. Soms is dat erg pijnlijk.
Het contact wordt moeilijker en de zorg zwaarder. Er is aanvullende hulp nodig. Zonder deze
hulp lopen verzorgers grote kans zelf klachten te krijgen. Vooral klachten die samenhangen
met overspannenheid komen veel voor: rug- en nekpijn, hoofdpijn, oververmoeidheid.
In de laatste fase kunnen demente mensen niet veel meer. Contact is alleen nog mogelijk op
zintuiglijk niveau, bijvoorbeeld door aanrakingen. Er ontstaan allerlei lichamelijke problemen,
waardoor een aangepaste rolstoel of bedverpleging nodig is. Ook zijn er vaak allerlei medische
klachten. De zorg wordt daardoor zo zwaar dat opname in een verpleeghuis nodig is, hoe
moeilijk verzorgers dat vaak ook vinden.
Wat is het verschil tussen vergeetachtigheid en dementie
Het geheugen werkt wat minder snel dan vroeger. Het is eigenlijk net zoals lopen; ook dat gaat
minder snel als we ouder worden. Het gevolg is dat het leren en terughalen van informatie uit het
geheugen meer tijd kost als we ouder worden. Het kan lang duren voordat het goede woord is
gevonden. Soms kan het zijn dat bij medicijngebruik de werking van het geheugen ook wordt
beïnvloed. Slaapmiddelen kunnen het onthouden negatief beïnvloeden doordat mensen overdag
wat versuft zijn waardoor informatie niet goed kan worden opgenomen.
Implementatieplan signalenkaart dementie voor verzorgenden
Samensteller: drs. Mirjam van Dijk
8
Vergeetachtigheid wordt gekenmerkt door het feit dat we ons de details van een gebeurtenis of
gesprek niet meer kunnen herinneren. We kunnen dan wel de rode draad van het verhaal navertellen. Je weet bijvoorbeeld dat de held in een film achtervolgd werd door boeven, dat hij
verliefd werd en dat alles uiteindelijk goed afliep. Maar je weet de naam van zijn vriendin niet meer
(= detail).
Bij dementie vergeet je dat je naar de bioscoop bent geweest of je weet niet meer waarover de film
ging.
Een ander voorbeeld: als iemand die lijdt aan dementie kennismaakt met een persoon dan vergeet
hij niet alleen de naam maar weet zelfs niet meer dat hij iemand heeft leren kennen.
Verschil schematisch weergegeven:
Ouderdomsvergeetachtigheid
Heeft bijna iedereen
Is gezond, niet abnormaal
Is lastig, maakt niet hulpbehoevend
Alleen geheugen
Details van gebeurtenissen kwijt
Achteraf wel bekend, probleem is het terugzoeken
Dementie
5-7% van alle mensen boven 65 jaar
Ziekte, wel abnormaal
Maakt hulpbehoevend
Meer dan alleen geheugen aangetast
Gebeurtenis zelf kwijt
Opslaan is het probleem
Meer achtergrondinformatie:
Werking normale geheugen
Een mens heeft, globaal gesproken, 2 soorten geheugen: het korte- en lange termijngeheugen.
Alle informatie komt binnen via je 5 zintuigen (horen, voelen, zien, proeven, ruiken) en wordt eerst
voor korte tijd (20-30 seconden) opgeslagen in je korte termijngeheugen. De opslagcapaciteit van
dit korte termijngeheugen is maar beperkt, dus tijdens deze halve minuut maken we als het ware
een selectie van wat we belangrijk vinden en wat niet. Informatie die we niet belangrijk vinden,
gooien we als het ware weg en informatie die we wel belangrijk vinden en dus voor langere tijd
willen onthouden, wordt overgebracht naar het lange termijngeheugen. De opslagcapaciteit van dit
geheugen is veel groter dan het korte termijngeheugen en lijkt zelfs wel onbeperkt.
Er zijn verschillende factoren die een rol spelen bij het onthouden of het goed laten verlopen van
de overdracht van het korte termijngeheugen naar het lange termijngeheugen. Een aantal hiervan
zijn:
 Tijd: Denk maar aan de toetsen die je vroeger moest leren voor school. Over het algemeen
onthoud je informatie beter als je bijvoorbeeld 3 dagen achter elkaar een half uurtje leert dan
op 1 dag anderhalf uur te leren.
 Aandacht: Emotie bepaalt voor een groot gedeelte je aandacht. Een gebeurtenis die veel
emoties losmaakt, blijf je je leven lang onthouden, bijvoorbeeld: je trouwdag, geboorte
(klein)kind, aanslagen 11 september, etc.
 Herhalen: Bijvoorbeeld tafels op school leren door ze regelmatig voor de klas hardop te
moeten zeggen.
 Visualiseren: Ergens een voorstelling van maken.
Er is een gezegde dat luidt: “een beeld zegt meer dan duizend woorden”. Soms helpt het om
iets beter te onthouden als je je er een voorstelling van kunt maken. We noemen dit
‘visualiseren’. Bijvoorbeeld: wanneer iemand zich voorstelt aan jou als meneer Neus en hij
heeft ook daadwerkelijk een grote neus, zul je de naam beter onthouden.
Implementatieplan signalenkaart dementie voor verzorgenden
Samensteller: drs. Mirjam van Dijk
9


Verbanden leggen: Nieuwe informatie over een bepaald onderwerp waar je al veel vanaf
weet, wordt beter onthouden dan wanneer de informatie compleet nieuw voor je is. Voorbeeld:
als je al veel afweet van politiek, zul je meer onthouden van een artikel in de krant of
nieuwsuitzending over de laatste ontwikkelingen op dit gebied dan wanneer je nauwelijks iets
weet over dit onderwerp.
Ezelsbruggetjes: Sommige mensen hebben moeite om bijvoorbeeld hun pincode te
onthouden. Een ezelsbruggetje zou kunnen zijn om de cijfers van de pincode om te zetten in
letters van het alfabet. Bijvoorbeeld: 4557 wordt dan het woord DEEG (4e,5e,5e,7e letter van het
alfabet). Uiteraard kun je niet van elke pincode een bestaand woord bedenken en zul je een
ander ezelsbruggetje moeten bedenken.
Wat is verstoord bij dementie?
Typerend voor dementie zijn klachten die te maken hebben met het denken, de taal en de
waarneming (cognitieve klachten).
Met betrekking tot het geheugen, gebeuren er eigenlijk 2 dingen in de hersenen, namelijk:
1. De persoon is niet meer in staat om informatie van het korte termijngeheugen naar het lange
termijngeheugen over te zetten. Kortom het onthouden van nieuwe informatie lukt niet meer.
2. Informatie die opgeslagen zit in het lange termijngeheugen verdwijnt langzaam omdat het
lange termijngeheugen afbrokkelt. Dit gebeurt van achteren naar voren. Informatie die het
minst lang opgeslagen is, dus van het laatste jaar, verdwijnt het eerst, daarna de informatie
van het jaar daarvoor, enzovoort.
Hierdoor raken dementerende mensen steeds meer in de war en lukt het hen, door hun klachten,
ook niet goed meer om de wereld te begrijpen en zich aan te passen. Met andere woorden: ze
verliezen het overzicht waardoor ze zich vreemd kunnen gaan gedragen, bijvoorbeeld: een
winterjas aandoen terwijl het zomer is.
Ook de stemming van de dementerende kan hierdoor veranderen, bijvoorbeeld minder actief,
minder spontaan, snel geïrriteerd maar ook woede/agressie komt voor. Soms kan de stemming
van het ene op het andere moment omslaan.
Dementie heeft dus niet alleen betrekking op het geheugen (vergeetachtigheid) maar ook op
gedrag en stemming. We spreken van dementie als er meerdere klachten, zoals hierboven,
tegelijkertijd voorkomen. Dementie is dus niet één aandoening maar, net als COPD en kanker, een
syndroom (= combinatie van meerdere klachten die tegelijkertijd voorkomen).
Implementatieplan signalenkaart dementie voor verzorgenden
Samensteller: drs. Mirjam van Dijk
10
Bijlage 3: Casus
Petra verzorgt al twee jaar meneer Jansen. Ze helpt hem ’s morgens bij de ADL. Het valt haar op
dat dhr. Jansen de laatste tijd steeds meer moeite heeft met de volgorde van het aankleden. Ook
merkt zij dat het hem weinig meer kan schelen of geschoren wordt of niet. Een tijdje terug sprak hij
Petra en haar collega’s aan als hij vond dat hij niet goed werd geschoren. De laatste tijd maakt hij
niet meer zijn dagelijkse wandelingetje naar het dorp. Het valt Petra en andere collega’s steeds
meer op dat hij weinig doet en de hele dag televisie kijkt op zijn kamer. Petra begint zich zorgen te
maken over dhr. Jansen. Misschien moet zij er op aandringen dat haar leidinggevende eens met
hem spreekt. Maar misschien is het ook verstandig om eerst een maand aan te zien. Ze twijfelt
want straks is er helemaal niks aan de hand.
Implementatieplan signalenkaart dementie voor verzorgenden
Samensteller: drs. Mirjam van Dijk
11
Bijlage 4: Nuttige websites en bronnen dementie
Websites:
Alzheimer Nederland
Officiële website van Alzheimer
Nederland met veel algemene
informatie over dementie en activiteiten
van de stichting
www.alzheimer-nederland.nl
Moderne Dementiezorg
Een website met onder meer veel
filmpjes over dementie en informatie
over hulpmiddelen
www.moderne-dementiezorg.nl
Geheugenpoli
Website van diagnose- en
behandelencentra, vaak verbonden aan
ziekenhuizen
www.geheugenpoli.com
Mantelzorgers dementie
Website voor mantelzorgers met
informatie, test en internetcursus
www.dementiedebaas.nl
Boeken:
De heldere eenvoud van dementie
Dementie beschreven vanuit de
beleving van de getroffene. Met veel
voorbeelden en tips voor de familie om
met moeilijk gedrag om te gaan
Huub Buijssen uitgeverij: Het Spectrum Utrecht
ISBN: 978-90-274-9735-2
Had ik het maar geweten
Een boek met praktische tips voor
familie, vrienden en verzorgenden
DVD:
Met mij is niks mis
Implementatieplan signalenkaart dementie voor verzorgenden
Ruud Dirkse en Caro Petit
Uitgeverij: Kosmos Utrecht/ Antwerpen
ISBN: 978-90-215-4648- 3
Stichting Alzheimer Nederland, Bunnik
Samensteller: drs. Mirjam van Dijk
12
Download