Stedenbanden A. EVALUATIE REACTIES KANDIDAATSTEDEN 1. Paramaribo – Suriname Het contact met Paramaribo verliep aanvankelijk moeizaam. Onze voorstellingsfolder en projectfiche werden eerst voorgelegd aan het Ministerie voor Regionale Ontwikkeling. Dit ministerie moet formeel de stedenband goedkeuren voor Paramaribo een stedenband kan aangaan. Deze goedkeuring is gebeurd. De eerste contacten met Dhr. Rudy Strijk, districtcommissaris (= burgemeester) van Paramaribo, zijn via Mevr. Cynthia Mcleod – Ferrier verlopen. Zij is de dochter van de laatste Nederlandse gouverneur van Suriname, tevens ook de eerste president van Suriname. ¾ van het jaar woont ze in Antwerpen. Zij is bereid als contactpersoon op te treden. Mevr. McLeod had een gesprek met de bevoegde personen van het ministerie en zij bevestigt dat de verdere contacten mogen verlopen via de districtcommissaris zonder tussenkomst van het ministerie. Suriname is een klein land dat dun bevolkt is en bijgevolg weinig steden heeft. Paramaribo is de enige grote stad (= districts). Paramaribo is opgedeeld in 12 ressorten, wat wij 12 districten zouden noemen. De ressorten zijn vergelijkbaar met de districten van Antwerpen. Paramaribo districtsraad ressortraad Antwerpen = = gemeenteraad districtsraad De districtsraadsleden worden verkozen, de districtscommissaris wordt door benoemd door de regering. Het districtsbestuur bestaat uit districtscommissaris en de vertegenwoordigers van het ministerie. Het Nederlands is de officiële taal in het dagelijks leven, onderwijs, politiek, media… Thuis worden er ook andere talen gesproken. Paramaribo staat op de lijst van de te preserveren steden (UNESCO) 1/10 van Suriname wordt als ongerept natuurgebied beschermd. Portugese Joden stichten in de 17de eeuw een stad in de jungle. Daar staat nog steeds de eerste synagoge. Het kerkhof en de ruïne staan ook op de lijst van UNESCO. In Paramaribo vindt men net zoals in Antwerpen synagogen, kerken en moskeeën. Paramaribo is multicultureel. Families zijn door en door gemengd. De multiculturaliteit is typerend voor Suriname. 1/2 van Suriname leeft in Paramaribo. Suriname is één van de meest ontwikkelde landen van Latijns-Amerika. De schoolplicht bestaat sedert 1876. Het onderwijs gelijkt sterk op het Nederlands onderwijs. Het is gratis. Door de revolutie in ’80 zijn er wel veel structuren verwoest. Door de grote werkloosheid studeren de jongeren langer. Twintigers proberen alsnog één of ander stedenbanden diploma te behalen. Men is niet gehaast om af te studeren. Veel docenten zijn weggetrokken uit Suriname. De economie drijft op de productie van Bauxiet. Het toerisme zou een bron van inkomsten kunnen zijn, meer bepaald het ecotoerisme. Suriname kende een goede sociale zekerheid: ziekteverzekering, kinderbijslag, pensioen… Nu is er veel armoede. De armoede is vooral schrijnend bij mensen die altijd gewerkt hebben (leerkrachten…) en nu geen of een te kleine pensioen ontvangen. Vooral zij hebben aanpassingsproblemen, want ze hebben tijdens hun loopbaan nooit armoede gekend. Cortenberg (BEL) gaat samenwerken met Blauwgrond, een wijk buiten de stad Paramaribo gelegen. Stichting Surflandria – Stichting Merodia Deze twee stichtingen zijn niet afhankelijk van de lokale overheid, maar bieden wel een aantal thema’s aan voor samenwerking tussen Paramaribo en Antwerpen. De scholen die genieten van de voedselhulp bieden zichzelf aan bij de stichting. Zij staan ook in voor de bedeling van de voedselhulp. De scholen zijn behoorlijk slecht uitgerust. Samenwerking met Antwerpse stedelijke scholen kan hier verbetering aan brengen. Project Ken je land: de jeugd van Suriname is gemotiveerd om zo snel mogelijk te emigreren. De jeugd heeft ook geen respect voor de eigen cultuur. De stichting Merodia tracht dit te verhelpen. Zoals de jeugd daar de Surinaamse cultuur leert kennen, zou de Antwerpse jeugd ook de Surinaamse cultuur kunnen leren kennen: (Wereldbeeld vergroten) inleefreis Antwerpse scholieren., kennismaking multiculturele samenleving. De inrichting van een speelplein: ook hierin heeft de stad Antwerpen ervaring (speelambtenaar) Paramaribo zou meer kunnen participeren bij het inrichten van speelpleinen in Paramaribo (kindvriendelijke stad) negatief Stedelijke structuur= ministeries Tijdsverschil van 4 uur (10.00 uur Paramaribo = 14.00 Antwerpen) positief Gemeenschappelijke Taal Vlot contact (e-mail en fax) Contactpersoon in Antwerpen en Paramaribo: Cynthia McLeod Verkozen districtscommissaris en raadsleden Aanwezigheid van ngo’s en VN-organisaties Ervaring in uitwisselingen op vlak van universiteiten Samenwerkingsmogelijkheden op vlak van onderwijs, cultuur… Pagina 2 van 10 stedenbanden De grootste troef is de taal. Paramaribo is ook heel enthousiast over een eventuele samenwerking. 2. Cartagena de Yndias – Colombia Het contact met Cartagena verliep aanvankelijk vrij moeilijk. Pas na de zoveelste herinnering hebben ze gereageerd. De oorspronkelijk uitnodiging is blijkbaar nooit aangekomen. Op 19 januari heeft de burgemeester Carlos Diaz Redondo per fax laten weten dat ze de projectfiche gaan opsturen of faxen naar ontwikkelingssamenwerking, de Colombiaanse ambassade in Brussel en naar An Vranckx, contactpersoon in Antwerpen. De kennis van het Engels is behoorlijk goed. Cartagena, of Cartagena de Indias zoals de stad officieel heet om haar te onderscheiden van de Spaanse stad Cartagena, ligt in het noordelijk deel van ZuidAmerika, aan de Caribische Zee. Het is de belangrijkste havenstad van Colombia. Cartagena de Indias telt 440000 binnenstadbewoners, en 850000 inwoners zijn geregistreerd in de gelijknamige stedelijke agglomeratie. Nabij Cartagena ligt het complejo industrial Mamonal (onder meer petrochemische activiteit) en industriële vestigingen genieten een gunstig belastingregime in een daar gelegen zona franca. De internationale luchthaven Rafael Nuñez bevindt zich op tien minuten rijden van het historische stadscentrum van Cartagena. Dat stadscentrum werd in 1984 door UNESCO uitgeroepen tot Werelderfgoed. Bij de huidige bewoners van Cartagena vindt men meerdere culturen en etnische groepen terug. De oorspronkelijke inwoners van de regio die hierin een inbreng hadden zijn uiteraard de Indianen, waarmee Spaanse, katholieke kolonisators zich vlot vermengden. Afrikaanse slaven die via Cartagena het Amerikaanse continent werden ingevoerd, brachten Yoruba, Congolese en Mandinga talen en geloofssystemen mee (onder meer santéria praktijken). Verder stroomden zigeuners en Portugese Joden toe, en werden belangrijke deelnemers in de handelsactiviteiten. Recentere immigraties met grote economische betekenis betroffen belangrijke groepen Syriërs en Libanezen, en ook Chinezen. Colombia is vandaag een katholiek land, en het oogt modern en westers in zijn bestuurstradities. Op papier is het zelfs de oudste democratie van Latijns-Amerika. Twee politieke partijen zijn reeds sinds de negentiende eeuw actief, en beide leverden presidenten, die met democratische, vierjaarlijkse verkiezingen worden aangewezen. De lokale bestuursautonomie van de departementen en gemeenten is aanzienlijk, en de burgemeesters worden in rechtstreekse verkiezingen aangewezen. De vaak schrijnende sociale ongelijkheid is één van de wortels van een conflict, dat de Colombiaanse samenleving reeds meerdere generaties verscheurt. Dit conflict, dat noch etnisch, noch religieus, noch zelfs op overtuigende wijze politiek gemotiveerd blijkt, vreet grote hoeveelheden bestuursenergie en middelen. Het “Colombiaans probleem” is in essentie een klassiek bestuursprobleem, eerder dan een “mensenrechtenprobleem” zoals dat van Chili onder Pinochet of van Argentinië onder de generaals. Waarmee nog niet gezegd is dat Colombia geen problemen inzake mensenrechten kent. De groepen die het democratisch staatsgezag op gewapende wijze Pagina 3 van 10 stedenbanden bestrijden, beschikken over aanzienlijke middelen, die zij onder meer uit de drugseconomie halen. De gelijkschaligheid van Antwerpen en Cartagena, de overeenkomsten inzake economische bedrijvigheid, de historische band waarin de steden onder Spaans gezag al verenigd waren, en de culturele gelijkenissen die onder meer van die historische band het product zijn, scheppen een veelheid van concrete samenwerkingsopportuniteiten. negatief positief Contact (e-mail en fax) moeizaam Tijdsverschil van 5 uur (10.00 uur Cartagena = 15.00 Antwerpen) (6 uur bij zomeruur) Slecht imago: Colombia staat bekend als gevaarlijk land (gaat wel niet op voor Cartagena) Stedelijke structuur, wijk genaamd Antwerpen Zowel Europa als de Federale overheid gaan de hulp aan Colombia opvoeren Contactpersoon in Antwerpen : Ipis, An Vranckx Burgemeester Aanwezigheid van vele ngo’s en VNorganisaties Veel samenwerkingsmogelijkheden: cultuur, onderwijs, toerisme, sociale zaken 3. Dakar – Senegal Hoewel in Senegal veel verschillende volken leven, heerst er een grote tolerantie onder deze volkeren. Er zijn veel gemengde huwelijken. Het Wolof en het Frans zijn de gemeenschappelijke talen. Ook de Islam vormt een bindende factor. In Dakar zijn veel Syriërs en Libanezen gevestigd. Zij domineren een deel van de dienstensector en de KMO’s. Vaak hebben ze een arrogante houding tegenover de plaatselijke bevolking. Conflicten met de zwarte bevolking zijn niet denkbeeldig. Senegal staat open voor migranten: wie wil, kan er komen wonen. Wie weg wil, wordt ook niets in de weg gelegd. Veel Senegalesen emigreren naar Frankrijk. Door misoogsten, gronduitputting… trekken veel jongeren naar de stad Dakar. Veel ambachtslieden trekken naar het Noorden: Frankrijk, België, Spanje, Italië… Dakar heeft veel sloppenwijken, slechte huisvesting, onhygiënische woonomstandigheden, grote werkloosheid, prostitutie, te weinig scholen, toename van druggebruik…Lucht- en milieuverontreiniging, gaten in wegen en trottoirs, bedelarij en criminaliteit vormen een groot probleem. Landbouw en visserij zijn nog steeds de traditionele middelen van bestaan. Bouwsector en mijnbouw verschaft werk aan nog geen 10 % van de bevolking om en rond Dakar. Overheid en dienstensector biedt werk aan 15 % van de bevolking, vooral in Dakar. Veel mensen, vooral jonge mannen werken in de informele sector. Het kastesysteem is allang afgeschaft, mag toch zijn de mensen bewust van hun afkomst. Een lage afkomst belet niet dat men het ver kan schoppen, vb de vroegere minister van Buitenlandse Zaken, Pagina 4 van 10 stedenbanden Dhr. Niasse. Er is een grote mate van gelijkheid tussen man, vrouw, jongens en meisjes, volwassenen en kinderen. De interpretatie van de geschriften van de Koran hebben minder invloed op de positie van de vrouw in vergelijking met andere Afrikaanse landen. De familie speelt een belangrijke rol in het dagelijks leven, het gezin is slechts een onderdeel van de familie. De familie legt veel druk op de werkenden binnen de familie. De grootste sociale voorziening is ook de familie. Met de gezondheidszorg is het droevig gesteld, zo ook met het onderwijs. 60%van de kinderen gaat naar school. Scholen hebben te weinig middelen, te weinig personeel… Het onderwijs op zich is niet gericht op de leefwereld van de kinderen (taal)Meisjes zijn daar vaak de dupe van. De betere scholen zijn de Katholieke scholen. De universiteit van Dakar kampt met zware problemen door geldgebrek en gebrek aan motivatie. Studenten boycotten de examens, ze worden niet afgenomen of er wordt zwaar gefraudeerd. Studenten die het zich kunnen veroorloven studeren in het buitenland (en blijven er dan ook). De radio is een belangrijk middel om de mensen te bereiken. De Stad Dakar reageerde zeer snel. De gemeentelijke structuur lijkt sterk op de Antwerpse structuur. Er zijn veel gelijkwaardige stedelijke diensten terug te vinden zoals: informatie, internationale relaties, informatica… Dakar heeft reeds vele stedenbanden. Dit is zowel positief als negatief. We kunnen ons de volgende vragen stellen: Wat gaan wij nog als extra te bieden hebben aan Dakar? Hoe kan de stedenband met Antwerpen zich onderscheiden van de anderen banden? Op welke projecten van de andere steden kunnen we eventueel aansluiten? (Donorcoördinatie) Worden de projecten dan niet te technisch? Wat heeft de modale Antwerpenaar aan technische projecten? Hoe kunnen wij gebruik maken van de knowhow van de andere steden gelinkt met Dakar? Hebben we wel het personeel om zo’n omvangrijke stedenband aan te gaan? negatief Geen contactpersoon in Antwerpen Veel stedenbanden positief Stedelijke structuur veel stedenbanden Website Dakarville Burgemeester en gemeenteraadsleden Aanwezigheid van vele ngo’s en VNorganisaties Samenwerkingsmogelijkheden: prioriteiten in integratie van jongeren in maatschappij en beroepsleven, ruimtelijke ordening, verbetering levenstandaard bevolking Communicatie in Frans: stedenband kan opgenomen worden tijdens lessen Frans op school Pagina 5 van 10 stedenbanden 4. Port Gentil – Gabon Het stadsbestuur van Port Gentil reageerde heel snel op de uitnodiging. Na ontvangst van deze reactie heb ik meerdere malen contact proberen te nemen met Port Gentil voor meer informatie. Al deze pogingen zijn mislukt. De communicatie is dus zeer slecht. Een stedenband met Port Gentil lijkt me niet opportuun. 5. Durban – Zuid-Afrika Het contact met Durban is zeer vlot verlopen via telefoon, fax en e-mail. Op vrij korte termijn kon een bezoek geregeld worden. De delegatie van Durban heeft een goede overzicht gekregen van stedelijke samenwerkingsmogelijkheden. De agenda voor het bezoek is grotendeels bepaald door Durban. Durban is de derde grootste stad van Zuid-Afrika, heeft een gemengde bevolking (1 mio van Indische afkomst). Durban rekent nog steeds af met de erfenissen van het apartheidsregime. Grote delen van de bevolking hebben een enorme achterstand. Het HIV percentage is het hoogste van het land. Er zijn extreme verschillen tussen rijk en arm. Durban kent een zeer hoge werkloosheid: 42.6% bij de zwarte bevolking… 4.6% bij de blanke. Door alle maatschappelijke sectoren lopen nog steeds gelijklopende sociale en raciale scheidingslijnen: vb huisvesting nog steeds volgens het apartheidsregime. 32%van de gezinshoofden zijn vrouwen. Weinig KMO omwille van de lage opleidingen. Wat onderwijs betreft volgt 37% van de zwarte kinderen geen secundair onderwijs, minder dan 1% vat hogere studies aan. negatief positief Slecht imago: Durban is een gevaarlijke stad Zeer grote stad: 3 miljoen Durban zelf heeft geen eigen beleidsplan: wel de 10 oorspronkelijke “districten”. Er wordt werk gemaakt van één globaal actieplan Stedelijke structuur Zuid-Afrika is een prioriteitsland voor de Vlaamse Overheid. In het kader van de convenanten is er een bijkomend budget voorzien voor steden die verzusteren met een Zuid-Afrikaanse stad Contact (e-mail en fax) vlot Burgemeester en gemeenteraadsleden Aanwezigheid van vele ngo’s en VNorganisaties Website Durban Veel samenwerkingsmogelijkheden Pagina 6 van 10 stedenbanden Stedenbanden met Chicago, Rotterdam en Leeds rond veiligheid, kunst en cultuur, milieu… Prioriteiten: expertise ivm met havenmanagement, milieu 6. Taomasina (Tamatave) – Madagaskar Madagaskar is onafhankelijk sinds de jaren 60. Net zoals Suriname is het een multicultureel land. Het verschil is dat de bevolking onderling minder gemengd is. Je hebt de Aziatische bevolking, de Arabieren en de Afrikanen. Een deel van de bevolking wordt beschouwd als adellijk, de Merina. Hun macht is zwaar ingeperkt na de onafhankelijkheid. Zij zijn wel de rijksten, de kinderen gaan meestal in Frankrijk naar school en zij die terugkeren vormen de elite van de maatschappij. Afstammeling van een slaaf zijn, wordt zeer negatief bekeken. Een deel van de bevolking stamt af van piraten die met de plaatselijke vrouwen trouwden. De rijke bevolking houdt er een kastensysteem op na. Er is geen plaats voor gelijkheid. Madagaskar is een zeer arm land, hoewel er zeer rijke mensen leven. De kloof tussen rijk en arm is alleen maar groter geworden de laatste jaren. Sociale voorzieningen zoals gezondheidszorg en onderwijs zijn ingestort. De rijken gaan naar de dokter op naburige eilanden. Er is veel criminaliteit. Toch begint de werkende jeugd weer uit te gaan. Disco’s en restaurants openen weer. 45% van de bevolking is analfabeet. In 1990 ging slechts 40% van de jongeren naar school. Het niveau op school is vrij laag en gebeurt hoofdzakelijk in het Frans. Nu worden veel taalscholen opgericht die zich toespitsen op het Engels en informatica. Deze scholen worden ondersteund door Amerika en Engeland. Gezinnen met 14 kinderen zijn niet ongebruikelijk. In de steden zijn gezinnen beperkt tot 4 kinderen. Het eerste kind wordt meestal geboren als de moeder 24 is. Er bestaat kinderarbeid vooral op het platteland. Ngo’s en missionarissen concentreren hun werk vaak op het opvangen van kinderen en daklozen, het bouwen van scholen… De globalisering vindt ook zijn weerslag op de economie van Madagaskar. Ondernemers moeten medicijnen en voer in Europa kopen. De vleesindustrie is niet opgewassen tegen de gesubsidieerde Europese vleesindustrie. Enkel de textielhandel blijft nog winstgevend. Amerika en Europa leggen Madagaskar geen textielquota op in tegenstelling tot Aziatische landen. Madagaskar produceert vooral kinderkledij. De vereniging voor Vrouwelijke ondernemers verzet zich actief tegen de globalisering. Toerisme komt moeilijk op gang wegens de slechte infrastructuur. Eigenlijk is Madagaskar vooral interessant voor rugzaktoeristen. Volgens cijfers van de wereldbank staat Madagaskar vijfde op de lijst van de meest afhankelijke landen en is ze het twaalfde meest geholpen land. De bevolking gelooft niet in hulpgeld. Er zijn veel mislukte ontwikkelingsprojecten. Men vermoedt dat geld verdwijnt in de zakken van corrupte politici. Momenteel zijn er nationale verkiezingen. Er zouden nogal wat onlusten zijn in de steden. Men vermoedt dat de verkiezingen ( die nu nog aan de gang zijn) niet correct zijn verlopen. Pagina 7 van 10 stedenbanden De voorouder verering houdt de cultureel verscheiden bevolking bijeen. Maar het zorgt ook voor armoede en culturele elementen gaan verloren. Erfenis bestaat niet: huis en hele inboedel worden gesloten na de dood van de eigenaar. Niets mag verkocht worden aan buitenlanders. Om dit te omzeilen kopen buitenlanders de Madagaskariaanse nationaliteit van corrupte ambtenaren. negatief positief Huidige nationale verkiezingen verlopen problematisch: relletjes in de steden; massale betogingen vanaf 28 jan 2002; leger en politie hebben voorlopig de kant van het volk gekozen, krantenknipsels in bijlage De burgemeester Roland Ratsiraka is mogelijk familie van de president Didier Ratsiraka. (Is de president corrupt?) Kleine stad Stedelijke structuur Burgemeester en gemeenteraadsleden Aanwezigheid van vele ngo’s en VNorganisaties: Madagaskar is zeer afhankelijk van buitenlandse donoren: dit komt het eigen initiatief niet ten goede. Aanwezigheid van vele ngo’s en VNorganisaties Maar 2 uur tijdsverschil: 12.00 uur Antwerpen is 14.00 uur Taomasina (tijdens zomeruur maar 1 uur verschil) Contact fax tamelijk vlot Samenwerkingsmogelijkheden: jeugdbeleid, onderwijs, informatisering, milieu (natuurrampen), sociale gezondheidszorg… ruimtelijke ordening, stadsplanning Stedenbanden: culturele uitwisselingen met Le Port (Réunion), projecten rond universiteit en groenvoorziening met La région de Haute Normandie (Frankrijk) B. AANDACHTSPUNTEN BIJ DE KEUZE VAN DE PARTNERSTAD 1. Vooropgestelde criteria Alle steden beantwoorden aan de criteria in meer of mindere mate. De voorselectie was al gebeurd op basis van onze criteria. Uiteraard scoren ze niet allemaal even goed op alle criteria. Wij hebben deze steden uitgekozen, maar zij hebben ons ook gekozen. Dit was voor ons een eerste manier om uiting te geven aan het wederzijds aspect van de stedenband. Bij de criteria moeten we toch een aantal opmerkingen maken: Lokale overheid: het is duidelijk: een lokaal bestuur hier is anders dan een lokaal bestuur in de rest van de wereld. Het decentralisatieproces mag dan wel ingezet zijn Pagina 8 van 10 stedenbanden in heel de wereld, maar de graden van decentralisatie verschillen heel hard. Situationele factoren als armoede, analfabetisme, uitgestrektheid van gebied… bepalen mee de aard van de decentralisatie. Taal: In ex-kolonies wordt nog vaak de taal gebruikt van de ex-kolonisator. In sommige landen is het vanzelfsprekend (Suriname) In andere landen wordt het door de bevolking toch wel als een vorm van onderdrukking gezien. In het geval van Dakar staat het gebruik van het Frans de ontwikkeling van de eigen taal in de weg. De bevolking ziet de overheid (president…) als de brave meelopertjes van de machtige Franse Staat. De Unie van de Franssprekende landen wordt eerder beschouwd als een middel van Frankrijk om zijn macht in de wereld te behouden, dan als een middel om de arme Franssprekende landen te emanciperen en een sterkere positie te geven in de wereld. In Taomasina staat men behoorlijk negatief tegenover de Franse taal zeker na de uitlatingen van Chirac naar aanleiding van de verkiezingen. Samenwerking met universiteiten: de UFSIA heeft een fonds opgericht voor studenten in ontwikkelingslanden: het Fonds Pater Louis Bruyns. Misschien kunnen we de stedenband hieraan koppelen. De procedure om tot één stad te komen heeft al bewezen dat we gaan samenwerken met een partner die wel degelijk van ons verschilt. Algemeen kan ik stellen dat de besturen die we contacteerden veel formeler werken: de burgemeester of betrokken ministerie antwoordt persoonlijk. In sommige gevallen werkt dit zeer traag: samenwerking met Marokkaanse steden is enkel mogelijk via de ministeries: zij moeten toelating geven. Probleem is wel dat de ministeries zeer traag werken. Wij hebben de neiging alles vooruit te laten gaan: we stellen deadlines op. Dit werkt niet. Wij hebben de neiging alles een soort dringendheid mee te geven. Die bestaat definitief niet in het zuiden (antwoord van een ambassade op de dringendheid van het indienen van de projectfiche: ze (=het stadsbestuur) zullen het morgen zeker doen… als het weer het toelaat (bij 40°moet je niet verwachten dat ze werken)) We hebben de projectfiche vanuit ons perspectief opgesteld, uiteraard zijn de antwoorden verschillend qua inhoud en lengte. Een contactpersoon die goed op de hoogte is van de lokale situatie maakt deze culturele verschillen overbrugbaar. In de toekomst moeten we daar zeker rekening mee houden. Struikelpunt bij veel stedenbanden blijkt het contact en de communicatie te zijn. 2. Samenwerking uit wederzijds belang De stedenband is wederzijds. Dit betekent dat we er allebei iets aan moeten hebben. De verwachtingen van de partnerstad kunnen wij niet formuleren, maar wat willen wij? Wat moet die stedenband voor ons opbrengen? Wat zijn onze verwachtingen? Wat willen we veranderd zien? Wat kan de partnerstad ons leren? Als we in acht nemen dat de stedenband gericht is op het verlenen van bestuurlijke assistentie, versterking van de lokale bestuurskracht… dan meen ik dat vele mensen cynisch zullen zeggen dat we niets van de partnerstad kunnen leren. De keuze van onze partner moet gericht zijn op onze verwachtingen. M.a.w. met welke partner kunnen wij het best onze verwachtingen vervullen? Pagina 9 van 10 stedenbanden Ik meen dat de stedenband voor ons in de eerste plaats een ‘raam’ moet zijn naar de wereld. In onze maatschappij is er een tendens om aan navelstaarderij te doen. Als je kijkt naar het televisiejournaal dan zie je dat het regionaal nieuws veel langer duurt dan het internationaal nieuws. Ook in kranten wordt er weinig aandacht besteden aan internationaal nieuws. We hechten meer belang aan zaken die achter onze hoek gebeuren, terwijl we geen oog hebben voor zaken die ver weg gebeuren en op langer termijn een zwaarder effect kunnen hebben op onze leefwereld. De stedenband moet de mensen een (juister) beeld geven over de wereld. De mensen zijn dan de Antwerpse bevolking en in het bijzonder de jeugd. De ‘wereld’ moet dichterbij de Antwerpse bevolking gebracht worden. (In een stad met aanzienlijk wat vreemdelingen klinkt dit natuurlijk wat vreemd) Communicatie is hierbij zeer belangrijk. Eens te meer blijkt het belang van de taal. Een samenwerking met Paramaribo is dan natuurlijk ideaal: taal vormt geen probleem voor schoolwerking binnen verschillende leeftijdscategorieën of voor gewone volkse mensen. In een eerste fase hebben we steden uitgekozen op basis van voordracht door een ngo, hogere overheid, vroegere contacten… Met de denktank hebben we de lijst van kandidaatsteden herleid tot 18 steden. Van deze steden reageerden er 6. We hebben momenteel min of meer een idee van de prioriteiten en voorstellen van de partnersteden. Dit moet natuurlijk verder onderzocht worden via een eerste echte kennismakingsronde wanneer we onze definitieve partner gekozen hebben. Informatie, kennis over de stad en haar bevolking is het eerste actiepunt. Met de informatie die we nu hebben weten we nog steeds niet genoeg. Daarom is het zeker belangrijk om dit jaar, in 2002, de aandacht te vestigen op het kennismaken. Een bezoek aan onze stad (cfr.Durban), waarbij niet alleen de stedelijke diensten bezocht worden, maar de plaatselijke ngo’s, belangstellenden, studenten, gemeenteraadsleden, adviesraden ook de kans krijgen om de delegatie van de partnerstad te ontmoeten, verfilming door ATV… Het verlenen van bestuurlijke assistentie, versterking van de lokale bestuurskracht… is vrij vaag wat betreft werking. Natuurlijk zijn we geen ngo en gaan we niet aan ontwikkelingshulp doen, maar wat gaan we dan wel doen: capaciteitsopbouw, versterking van de lokale democratie, versterking van de civiele maatschappij…? Gaat het hier dan om louter technische projecten die uitgevoerd worden door de betrokken stedelijke diensten? Concrete projecten kunnen alleen in overleg met de partner geformuleerd worden. Dus wordt het in eerste instantie afwachten wat de partnerstad concreet aan verwachtingen gaat definiëren. Maar het mag zeker niet bij technische projecten blijven, contact/ informatie met burger is even belangrijk. Pagina 10 van 10