BIJBEL VERSUS EGYTOLOGIE - Hoofdstuk 27

advertisement
398
GENESIS
Het boek Genesis, het eerste boek van de Bijbel,
verhaalt uiteraard eerst de schepping, het begin van
de mensheid, en vervolgens de periode van de
zogenaamde oudvaders voor de zondvloed. Na de
zondvloed volgt de spraakverwarring gevolgd door de
eerste beschavingen. Het is deze periode die in dit
werk
alle
aandacht
krijgt.
Het
is
een
geschiedschrijving die door de seculiere historici
ontkend wordt. Vooral de jonge geschiedenis van de
mens volgens Genesis wordt aangevochten. Wanneer
men al de ‘oudvaders’282 en hun leeftijden
achterelkaar rekent, komt men aan een periode van
1656 jaar vanaf de eerste mensen tot aan Noach en de
zondvloed. Betreffende de zondvloed worden 5
hoofdstukken283 aan deze gebeurtenissen gewijd. Het
was een wereldwijde catastrofe die de ondergang van
de voortijd betekende. Vooral in de Verenigde Staten
zijn heel wat werken gepubliceerd die de historiciteit
van de zondvloed bewijzen. Ook Velikovsky wijdde
een boek284 aan deze periode van de geschiedenis van
de mensheid. De Nederlandse vertaling luidt: ‘Aarde
in beroering’, en het boek toont aan hoe de aarde
slechts 4300 jaar geleden door een van haar grootste
rampen getroffen werd. Velikovsky vestigt de
aandacht op tal van wetenschappelijke feiten, zoals
het vinden van koraalriffen in Alaska en Spitsbergen,
282
Genesis 5:1-32
Genesis 6 t/m 10
284
Aarde in beroering ISBN 90 202 3280 0
283
399
Schema 62
Schema 61
400
palmen in Noord-Groenland, niet versteende
beenderen van nijlpaarden in Engeland en Frankrijk,
overblijfselen van ijsberen en poolvossen die samen
met resten van struisvogels en krokodillen in
dezelfde aardlagen gevonden werden. De ramp van
de zondvloed wijzigde het niveau van de oceanen
belangrijk, het klimaat veranderde helemaal en oude
beschavingen werden volledig vernietigd. Het boek
Genesis, waarvan Mozes de auteur is, verhaalt verder
dat enkel Noach, zijn drie zonen en hun gezinnen,
deze ramp overleefden. Met Noach en zijn nageslacht
sluit de HERE God een nieuw verbond. De namen
van de zonen van Noach zijn: Sem, Cham en
Jafeth285. Van deze drie stammen komt de volkenlijst
van Genesis, hoofdstuk 10 voort. De ark, het
reddingsmiddel waarmee ze de grote- of zond-vloed
overleefden, strandde volgens de overlevering op de
berg Ararat286 in het huidige Turkije, en van hieruit
trokken ze naar de vlakte van Sinear waar ze zich
vestigden en een nieuwe beschaving begonnen.
Genesis hoofdstuk 11 verhaalt dat deze mensen één
van taal waren en besloten om een toren te bouwen
die hen samen zou houden. ‘Laten wij ons een naam
maken’ was het motto, en tegen het verbond in,
weigerden zij aanvankelijk om zich te verspreiden en
de aarde te bevolken. Hun leider was Nimrod, de
eerste machthebber op aarde na de zondvloed.
285
Genesis 10
David Rohl plaatst de Bijbelse berg Ararat zuidelijk
van het Van-meer in Koerdistan. En dit op basis van
historische buiten-bijbelse gegevens. Legend – the
Genesis of civilisation – Chapter Four.
286
401
Het oordeel van God was de spraakverwarring287 met
als resultaat dat ze vanuit Babel in alle richtingen per
taalgroep wegtrokken. Mizraïm een nakomeling van
Cham, leidde zijn groep naar het gebied van Egypte
en vestigde daar het begin van de Egyptische
287
Genesis 11:8
402
beschaving. De Bijbel288 noemt Egypte dan ook het
land van Cham. Chronologisch gebeurde dit in de
dagen van Peleg289, een nakomeling van Sem,
ongeveer 2200 voor Christus. Deze informatie
kunnen we in Genesis hoofdstuk 11 vinden, waar al
de nakomelingen van Sem, met leeftijden vermeld
worden. Het is een lijst met jaartallen, die ons van
Sem, de zoon van Noach, helemaal tot Abram leidt.
Een chronologisch overzicht van deze lijst geeft het
volgende resultaat:
Zondvloed: 1656 jaar Anno Mundi:
Sem
Arpachsad 1658
Selah
1693
Heber
1723
Peleg
1757
Rehu
1787
Serug
1819
Nahor
1849
Terah
1878 ..de vader van Abram
Met Terah, de vader van Abram, maak ik de link naar
de jaartallen gerekend vanaf het optreden van
Christus Jezus en dit op basis van de sabbats- en
jubeljaartelling. De reden is dat het boek Genesis290
de geboorte van Abram samen met zijn broers Nahor
en Haran, zogenaamd in hetzelfde jaar vermeldt.
Concordante Bijbelstudie maakt duidelijk dat Abram
weliswaar eerst vermeld wordt, maar niet de
288
Psalm 105:23
Genesis 10:25 & I Kronieken 1:19
290
Genesis 11:26
289
403
Schema 60
Schema 59
404
eerstgeborene van Terah was. Wie de oudste broer
was kan eenvoudig vastgesteld worden. Van Nahor
wordt gezegd291 dat hij trouwde met een dochter van
Haran. Daaruit blijkt dat Haran ouder was dan
Nahor, zodat Haran Abram oudste broer was. Dit
heeft chronologisch tot gevolg dat we niet meer
simpelweg de jaartallen van Genesis hoofdstuk 11
vanaf Terah verder kunnen berekenen. Een uitkomst,
geeft echter wel het terugrekenen vanaf het vierde
regeringsjaar van Salomo, het jaar namelijk dat met
de bouw van de tempel te Jeruzalem begonnen werd.
Op basis van de jubeljaartelling valt het vierde jaar
van Salomo in 1003 voor Christus. Vierhonderd
tachtig jaar daarvoor vond in april 1483 v. Chr. de
Exodus uit Egypte plaats. Met Pinksteren, van
hetzelfde jaar, werd de Thora aan Israël gegeven.
Tussen de Thora (of wet) en de belofte aan Abraham
liggen weer 430 jaar292 wat ons in 1913 voor Christus
brengt. Abraham was toen 75 jaar oud293. Dat brengt
ons in 1989 v. Chr. voor zijn geboorte. Terah, de
vader van Abraham, was toen 128 jaar oud, en tegen
de roeping van Abraham aan, was Terah in zijn
laatste levensjaar en 205 jaar oud. Het fenomeen van
de hoge leeftijden van de oudvaders neemt na Terah
af. Abraham wordt nog 175 jaar oud, maar wanneer
Mozes een van zijn psalmen294 neerschrijft, blijkt al
dat de levensduur van mensen tot 70 en 80 jaar
teruggelopen is. Ik geloof dan ook dat de
291
Genesis 11:29
Galaten 3:17 Nieuwe Testament
293
Genesis 12:1
294
Psalm 90:10
292
405
nakomelingen van Jafeth en Cham, van wie de
leeftijden in Genesis niet vermeld worden, eveneens
zulke ouderdom bereikt hebben en aan de basis
liggen van afgoderij rondom hun persoon. Deze
lieden, zoals Mizraïm de grondvester van het
Egyptische Rijk, werden als goden aanschouwd en
lang na hun dood nog vereerd.
De afgod Osiris, op deze plaat afgebeeld als een
goddelijke mummie. De ogen van Ra kijken op
Osiris neer. De oorsprong van Osiris gaat terug
naar Nimrod.
406
Nimrod is daarvan het beste voorbeeld omdat hij
historisch met de Egyptische god Osiris geassocieerd
kan worden. Wijlen Rev. Alexander Hislop diept dit
gegeven in zijn werk ‘The Two Babylons’ uit. Nimrod
moet net als Osiris gewelddadig aan zijn einde
gekomen zijn. De legende leert dat Osiris van
goddelijke afstamming was en wijs het land regeerde.
Hij had echter een vijandige broer, Seth, die hem
doodde, zijn lijk in stukken hakte en in de Nijl
gooide. Isis, de zus en echtgenote, zocht Osiris en
rustte niet alvorens zij alle 14 delen van het lijk weer
samenbracht. Anubis, een andere Egyptische afgod,
wikkelde het lichaam van Osiris in windsels en
maakte zo de eerste mummie. Isis veranderde daarop
zichzelf in een valkenwijfje en bracht met haar
vleugels de dode Osiris tot leven. Osiris verwekte
daarop bij Isis de troonopvolger. Horus en werd
vervolgens de koning van het dodenrijk. Tot hier in
het kort de essentie van wat de Egyptenaren
geloofden over de dood en het hiernamaals. Zij
geloofden in een goddelijke orde waar alles steeds
herhaald werd en het daarom mogelijk was het lot
van Osiris te delen en een nieuw bestaan in een
hiernamaals te beleven.
Chronologisch krijgen we vanuit Genesis verder het
volgende resultaat:
Voor Christus:
Terah
2117/1912
Abraham
1989/1813
Isaak
1888/1708
Jacob
1829/1681
Jozef
1737/1627
407
Schema 58
Schema 57
408
De jaren van Jacob en Jozef heb ik verankerd met de
Egyptische koningslijsten via de derde dynastie van
Manetho. En via Jacob neem ik nu de draad op met
het geslachtsregister van Christus Jezus volgens de
evangelist Lucas.
DE EERSTE MACHTHEBBERS
Zoals vermeld was Nimrod de eerste machthebber op
aarde na de zondvloed. Zijn koninkrijk strekte zich
uit over Babel, Erech, Akkad en Kalne in het land
Sinear, het huidige Irak. En uit dit land, leert
Genesis295, trok hij naar Assur en hij bouwde Ninevé,
Rehoboth-Ir, Kalah en Resen. Deze geschiedenis is in
de Bijbel niet betrekkelijk op te vatten maar wordt als
absoluut gebracht. Ik toonde aan dat deze
gebeurtenissen op de tijdsbalk rond 2200 voor
Christus plaatsvinden. De gangbare geschiedschrijving hanteert hier ongeveer 6000 tot 4500 voor
Christus voor het begin van het neolithische tijdperk.
Daarnaast hebben we de laatste tien jaar allerhande
fantastische theorieën betreffende de ouderdom van
de sfinx en de grote piramide, die zelfs tot 12.000 v.
Chr. zou teruggaan. Deze onderzoekers zien het
eerste astrologische tijdperk van de leeuw van de
dierenriem rond deze tijd aanvangen. De sfinx wordt
dan verondersteld deze leeuw voor te stellen.
Archeologisch bewijsmateriaal is er niet. Het is puur
speculatie om te veronderstellen dat de Egyptenaren
zo vroeg met de dierenriem bezig waren. Dit laatste
wordt trouwens bevestigd door de dierenriem
afbeelding in de tempel te Dendera.
295
Genesis 10:8-10
409
410
Deze tempel is jong en stamt uit de eerste eeuw voor
Christus, werd ten tijde van Ptolemeeërs gebouwd en
werd gewijd aan Hathor, de godin van wijsheid en
liefde. In het plafond werd de waterman-opstelling
afgebeeld die door dezelfde onderzoekers rond 4300
en 2200 v. Chr. gedateerd wordt. In de eerste eeuw
voor Christus was het watermantijdperk al oude
geschiedenis en normaal zou men het vissentijdperk
als afbeelding verwacht hebben. Vermoedelijk werd
de afbeelding van de Waterman door de Egyptische
priesters in verband gebracht met oudere tijden,
411
dezogenaamde voortijd296. In mijn variant stelt de
waterman-opstelling het begin van de geschiedenis
van Egypte voor; geen 12.000 jaar maar slechts
ongeveer 4000 jaar geleden! Het begin van het
neolithische tijdperk is hiermee astrologisch (voor
zover dat waarde mag hebben) op de tijdbalk
verankerd. Het neolithische tijdperk is een periode
waarin mensen zich vestigen en het land bewerken.
Men spreekt voor het Midden-Oosten van een
cultuurexplosie in deze tijd. De aardlagen in kwestie
getuigen van zich domesticerende mensen die
aardewerk en allerhande werktuigen gebruiken. In
het Bijbelse model is dit de periode volgend op de
spraakverwarring. Op de tijdsbalk zitten we dan,
zoals we al gezien hebben, rond 2200 voor Christus.
De gangbare wetenschap, beïnvloed door de
evolutietheorie, geeft veel hogere jaartallen voor het
begin van de mensheid en de eerste beschavingen in
het Oude Oosten. Zij hanteren daarenboven nog een
‘pre’historie of, anders gezegd, een ‘voor- of
oergeschiedenis’ die alleen door het gebruik van de
archeologische spade aan het licht komt en waarover
we geen schriftelijke bronnen hebben. Het is meestal
een verhaal over anonieme mensen want het gaat
volgens de gangbare wetenschap over een schriftloos
verleden. Om die reden hebben zij de ‘geschiedenis’
in een steen-, brons- en ijzertijd ingedeeld. Hier ligt
het evolutionisme ten grondslag. De drie tijdperken
illustreren een proces van ontwikkeling van
primitieve mensen tot beschaafde. Deze drie
tijdperken worden dan nog eens onderverdeeld in
296
Jesaja 19:12
412
verschillende fasen. De Bijbel297 echter leert dat
bijvoorbeeld metaalbewerking, zoals brons en ijzer,
al plaatsvond voor de vloed. Geen ontwikkeling van
steen, naar brons, naar ijzer maar een gelijktijdig
gebruik van deze materialen naargelang waar ze
gevonden werden. En waar deze metalen niet
gevonden werden ging men op zoek naar gebieden
waar ze wel voorhanden waren. Zo is er de
aanwijzing dat ten tijde van de vierde dynastie in
Egypte, de Sinaï, in verband met grondstoffen zoals
koper en bouwstenen, bezocht werd door de bekende
Sargon I en zijn zoon Naram-Sin. Conventioneel
worden deze heersers circa 2350 voor Christus op de
tijdsbalk geplaatst. Als een gevolg van mijn revisie
van het Egyptische
Oude Rijk schuiven
Sargon I en NaramSin op de tijdsbalk
naar 1641/1483 voor
Christus, de periode
van
de
vierde
dynastie.
Chronologisch is het
dus mogelijk om de
voorgangers
van
Sargon I op mijn
gereviseerde tijdsbalk
tussen 2200 en 1650
v. Chr. te plaatsen!
297
Genesis 4:22
413
Schema 56
Schema 55
414
Vooral het werk van Donovan A. Courville298 heeft
voor mij als een ‘eye-opener’ voor deze periode
gewerkt. Deze onderzoeker toont aan dat alle
koningslijsten en historische perioden in de
tijdsspanne vanaf de spraakverwarring in ca 2200 v.
Chr. gerangschikt kunnen worden. Zo levert hij het
archeologische299 bewijs voor de verspreiding vanuit
Babel. Verder vinden we in zijn werk de gereviseerde
koningslijst van de Assyriërs, wier oorsprong hij met
de nakomelingen van Abraham300 bij Ketura
verbindt. Daarnaast geeft hij de Hettietenkoningslijst en verder plaatst hij Hammurabi op de
tijdsbalk ten tijde van de Richteren in Israël circa
1400 v. Chr. Kort samengevat kunnen we stellen dat
deze geleerde een revisie levert die het Genesisrelaas
heel aannemelijk maakt. De eerste beschavingen
waren van de nakomelingen van Cham. Nimrod was
een zoon van Kush, de zoon van Cham. Vanuit Sumer
zijn zij naar Egypte getrokken. Maar ook het Indusrijk is voor hun rekening en de eerste beschaving van
Centraal-Amerika moet van hen zijn. Daarnaast
vestigden Sem en zijn nakomelingen zich ook in het
Midden-Oosten. Jafeth trok naar de kustlanden. Van
Flavius Josephus weten we dat de kustlanden, voor
de Joden, het gebied betekenden, vanaf de Don in
Rusland tot aan Cadiz in Spanje. Europa dus. Het
waren de nakomelingen van Jafeth die in de meest
onherbergzame gebieden terechtkwamen.
298
The Exodus Problem and its Ramifications -Volume II
- 1971 AD
299
Volume II Chapter VII
300
Genesis 25
415
Schema 54
Schema 53
416
De Europese beschavingen hebben logischerwijze op
zich laten wachten. We moeten ons de wereld na de
zondvloed voorstellen als een wereld die nog
nageteisterd werd door aardbevingen en andere
natuurrampen. Het waren ‘de dagen van Peleg’, de
periode dat de wereld, volgens Genesis ‘verdeelt’
werd. In het Genesismodel moeten we de
‘continentale drift’ in deze periode zien maar dan
versneld. Tijdens dit gebeuren zoeken de
nakomelingen van Jafeth in Europa nieuwe
vestigingsgebieden. Het zijn steentijdtoestanden! Zij
behelpen zich met materialen die onmiddellijk
voorhanden zijn; steen en hout, maar ook heel snel
koper en brons. Wel blijken zij kennis te hebben tot
het vervaardigen van allerhande tuig. In het
Genesismodel zijn zij immers de nakomelingen van
de torenbouwers van Babel. De grote meerderheid
van mensen die dit werk lezen behoren trouwens tot
de familie van Europese volkeren van wie Jafeth de
stamvader is. De Grieken bijvoorbeeld gaan terug op
een oudvader die ze Japetos of Iapetos noemen.
Iapetos is dan in hun mythologie één van de Titanen
en de vader van Atlas. En voor de Grieken was hij
niet alleen hun voorvader maar de stamvader van het
menselijke geslacht. Het verband met Genesis is
zonder meer duidelijk.
EN ONZE BESCHAVING?
In 57 v. Chr. deed Julius Caesar een verwijzing naar
de Oude Belgen. Dit was de eerste maal in de
geschreven geschiedenis dat de Belgen vermeld
werden. Ik vermeldde al dat dit deel uitmaakt van de
gefabriceerde vaderlandse geschiedenis van het
417
koninkrijk België. Vlamingen, Brabanders en
Limburgers stammen namelijk af van de Salische en
Ripuarische Franken die in de 4de eeuw na Christus,
van over de Rijn komende, onze gewesten in bezit
hebben genomen, waren nieuwaangekomenen en
hadden geen uitstaans met de historische
zogenaamde Gallische Oude Belgen. Opmerkelijk is
dat de Franken zich alleen in het vlakke land
gevestigd hebben. De huidige taalgrens in België
loopt nog steeds langs de oude vestigingsgrens van
onze voorouders, de Franken.
Kaart 18
Het is binnen deze ecosfeer die tussen Noordzee, de
grote rivieren in Nederland en de heuvels in het
zuiden, ligt dat onze voorouders zich ontwikkeld
hebben, en dat het ras en de taal hun huidige vorm
gekregen hebben. Maar waar stamden de Franken,
een Germaanse stam, van af? Aangezien de
beschaving van onze voorouders geen geletterde
418
beschaving was, zoals in de vruchtbare halve maan in
het Midden-Oosten, weten we weinig of niets van
hun oorsprong. Geen koningslijsten of wat dan ook
zijn
beschikbaar.
Het
waren
‘tijden
der
301
onwetendheid’ zoals Paulus in 50 AD de Atheners
aansprak. Nochtans is de Bijbel en vooral de Joodse
overlevering een hulpmiddel om toch een en ander te
kunnen terugvinden. Dat Jafeth, de zoon van Noach,
de stamvader van de Indo-europese volken is, heb ik
in de vorige hoofdstukken al vermeld. De
nakomelingen van Jafeth hebben Europa bevolkt.
Genesis, hoofdstuk 10:
“Dit zijn de nakomelingen der zonen van Noach:
Sem, Cham en Jafeth: hun werden namelijk zonen
geboren na de vloed. De zonen van Jafeth waren
Gomer, Magog, Madai, Javan, Tubal, Mesech en,
Tiras. En de zonen van Gomer ware Askenaz, Rifath
en Togarma. En de zonen van Javan waren Elsia,
Tarsis, de Kittieten en de Dodanieten. Naar dezen
zijn de kustlanden der volken in hun landen
verdeeld, elk naar zijn taal, naar hun geslachten,
onder hun volken..”
De Joodse overlevering leert dat de Germanen in de
lijn van Askenas, de zoon van Gomer terug te vinden
zijn. Sinds de 10de eeuw na Christus wordt de naam
Askenas namelijk in de Joodse literatuur gebruikt
voor Duitsland, demografisch, het grootste
Germaanse land in Centraal Europa. We kunnen dus
aannemen dat wij uit deze lijn afstammen. Zoals ik
schreef, kwamen deze bevolkingsgroepen na de
301
Handelingen 17:15-34
419
spraakverwarring in onherbergzame gebieden
terecht, en werden daarenboven nog meermalen
geteisterd door natuurrampen, als gevolg van een
aardkorst in beweging die zich nog van de zondvloed
aan het herstellen was. Aangezien ik deze
gebeurtenissen in de 23ste eeuw voor Christus plaats,
moet ik wel breken met de gangbare conventionele,
door de evolutietheorie beïnvloede geschiedschrijving. Wat men traditioneel het stenen tijdperk
noemt, onderverdeeld in Jonge- Midden- en Late
Steentijd, die men in Europa rond 8500 v. Chr. laat
aanvangen, dient deze tijd verkort te worden met
ruim 6000 jaar. De verschillende culturen die men
waarneemt
zoals
de
Megaliet,
Klokbeker,
Bankkeramiek en Snoerkeramiek moeten, naar mijn
mening, naast elkaar bestaan hebben. De
zogenaamde Brons- en IJzertijd blijven echter wel op
hun plaats op de tijdsbalk, hoewel ook hier deze
metalen tegelijkertijd gebruikt werden. Europa had
een grote achterstand. Wanneer het Midden-Oosten,
de vruchtbare halve maan, het Neolithicum en de
eerste beschavingen binnengaat, zit ons continent
nog in het zogenaamde Mesolitische cultuurtijdperk.
Dat de Franken niet op één dag302 tot een volk zijn
uitgegroeid is duidelijk. Daar is tijd en ruimte mee
gemoeid. Hun tocht bracht hen waarschijnlijk over
de bergruggen van de Kaukasus, waarna zij in de
huidige Russische vlakte belandden. Daarna
verspreidden zij zich via de grote rivieren Wolga en
Dnjepr naar Centraal Europa. Hun vestiging gebied
was aanvankelijk tussen de rivieren Rijn, Donau en
302
Jesaja 66:8
420
Weischel, toen de Romeinen deze grenzen vanuit het
zuiden bereikten. Daarnaast weten we dat er in de
15de eeuw v. Chr. wereldwijde rampen plaatsvonden.
Deze catastrofes veroorzaakten iedere keer
volksverhuizingen. Zo is het geweten dat de Nieuw
Testamentische Galaten in Asia oorspronkelijk van
de Kelten afstamden. Gehele volksgroepen
doorkruisten het continent op zoek naar vruchtbaar
land om zich opnieuw te vestigen. Zo hebben ook de
Franken en hun voorouders zich in beweging gezet
om uiteindelijk in de Lage Landen bij de zee hun
eindbestemming te bereiken. Wat religie betreft
vereerden onze voorouders voornamelijk drie goden:
Wodan, Thor en Tiwaz. Wodan was een oorlogsgod
van wie de oorsprong in het Oosten lag. Het is de
verdienste van Hislop303 om het ontstaan van alle
religies naar het oude Babylon te verwijzen. Het is
naar de vlakte van Sinear dat uiteindelijk alle volken
hun oorsprong kunnen vinden, ook hun religies. De
verrassing van hun ‘leven’ moet voor de Franken, die
onze gewesten binnenkwamen, het ontmoeten met
een nieuwe godsdienst geweest zijn. In de vierde
eeuw na Christus waren namelijk de eerste
christelijke zendelingen in onze lage landen bij de zee
actief. Zij brachten het evangelie, de blijde boodschap
van het sterven en opstaan uit de dood van de Zoon
van God. De ‘ene’ unieke God van Abraham, de God
van Isaak en de God van Jacob, wiens boodschap nu
naar de einden der aarde uitging en ook de Neder
Landen bereikte. Het is het begin van de geschreven
303
The Two Babylons
421
Schema 52
Schema 51
422
geschiedenis van onze gewesten. Het einde van de
‘tijden der onwetendheid’. Later zouden Frankische
leiders zoals Clodowech (beter bekend als Clovis) en
Karel de Grote en daarna nog vele anderen zich van
het nieuwe christendom meester maken om hun
koninkrijken te vestigen. En vanaf de vestiging van
het Pausdom in Rome in de zevende eeuw na
Christus is het christendom in het westen aan een
eigen geschiedenis begonnen. Het waren ook de
Franken, o.l.v. Karel Martel, die in 732 AD bij de slag
van Poitiers de Arabische invasie van Europa een halt
toeriepen. In de 7de eeuw na Christus was in Arabië
een nieuwe godsdienst opgekomen; de Islam. De
stichter was Mohammed. Hij verenigde de tot dan
toe verdeelde Arabische stammen tot één macht met
het nieuwe geloof in één god als de bindende factor.
Na de dood van Mohammed begonnen zijn opvolgers
een veroveringsoorlog die uiteindelijk het einde van
het Oost-Romeinse Rijk zou betekenen en een grote
bedreiging voor het Westen. Dit werd de eerste maal
gestopt in de 8ste eeuw na Christus. Maar nu wijk ik
af van de oorspronkelijke bedoeling van dit werk.
Namelijk een rechtzetting van de geschiedenis van de
oudheid. Ik wilde beginnen met onze voorouders. Ik
heb getracht hun reisweg te volgen van de vlakten
van Sinear in Babylon naar de Europese wouden
tussen de rivieren Rijn, Donau en Weischel. Van
hieruit kwamen zij de beschaving binnen en
vestigden hun natie. Wat eerst mijn aandacht moet
krijgen is de herziening van de Egyptische
geschiedenis, haar beschaving en oorsprong. Want
aan de orthodoxe, conventionele, chronologie van
Egypte heeft men foutief de buurvolken gekoppeld!
423
HET GESLACHTSREGISTER VAN JEZUS
Het is de evangelist Lucas304 die, zoals we al gezien
hebben, alle namen geeft van de genealogie van Jezus
tot Adam. Jaartallen geeft Lucas niet, maar het is
mogelijk om via historisch bekende namen zoals
Zerubbabel, David en de oudvaders, de lijst
chronologisch op de tijdsbalk te volgen. Hierna volgt
de volledige lijst:
Jezus, een zoon, naar men meende van: Jozef, de
zoon van Eli, de zoon van Matthat, de zoon van Levi,
de zoon van Melchi, de zoon van Jannai, de zoon
van Jozef, de zoon van Mattathias, de zoon van
Amos, de zoon van Nahum, de zoon van Esli, de
zoon van Naggai, de zoon van Maath, de zoon van
Mattathias, de zoon van Semeïn, de zoon van
Josech, de zoon van Joda, de zoon van Joanan, de
zoon van Resa, de zoon van Zerubbabel
(Babylonische Ballingschap), de zoon van Sealthiël,
de zoon van Neri, de zoon van Melchi, de zoon van
Addi, de zoon van Kosam, de zoon van Elmandan,
de zoon van Er, de zoon van Josua, de zoon van
Eliëzer, de zoon van Jorim, de zoon van Maththat,
de zoon van Levi, de zoon van Simeon, de zoon van
Juda, de zoon van Jozef, de zoon van Jonan, de zoon
van Eljakim, de zoon van Melea, de zoon van
Menna, de zoon van Mattatha, de zoon van Nathan,
de zoon van David, de zoon van Isaï, de zoon van
Obed, de zoon van Boaz, de zoon van Salma, de zoon
van Nahasson, de zoon van Aminadad, de zoon van
Admin, de zoon van Arni, de zoon van Hesron, de
304
Lucas 3:23-38
424
zoon van Perez, de zoon van Juda, de zoon van
Jacob, de zoon van Izak, de zoon van Abraham, de
zoon van Thera, de zoon van Nahor, de zoon van
Seruch, de zoon van Rehu, de zoon van Peleg, de
zoon van Heber, de zoon van Sala, de zoon van
Kainan, de zoon van Arpachsad, de zoon van Sem,
de zoon van Noach, de zoon van Lamech, de zoon
van Mathusalem, de zoon van Henoch, de zoon van
Jered, de zoon van Mahalaleël, de zoon van Kenan,
de zoon van Enos, de zoon van Seth, de zoon van
Adam, de zoon van God.
Het feit dat we hier een lijst hebben van alle namen
tussen Adam en Jezus dwingt mij om voor een korte
periode tussen Genesis en de komst van Christus te
kiezen. Geen tien- of honderdduizenden jaren maar
slechts ongeveer vierduizend jaar vanaf Genesis tot
Jezus. De eerste bekende naam in de geslachtslijn
van Jezus Christus is de naam Zerubbabel. Hij leefde
ten tijde van het einde van de Babylonische
Ballingschap. Hij is de eenentwintigste naam vanaf
Jezus in de lijn van David. Het einde van de
Babylonische Ballingschap is als het ware een
breuklijn in de geslachtslijn. Eenentwintig namen
zijn het van Jezus tot Zerubbabel en tot aan David
zijn er dan weer 3 X 7 =’21’ namen. Nahasson plaats
ik op de tijdsbalk ten tijde van de Exodus in de 15de
eeuw voor Christus. Nahasson moet dan daarop in de
woestijn305 gestorven zijn. Zijn nakomeling was
Salma die ten tijde van Jozua en de eerste richters
leefde. Daarop hebben we Boaz waar we met het
305
Numeri 14:29
425
bijbelboek Ruth sowieso in de richteren-periode
terechtkomen met vervolgens Obed, de grootvader
van David. Geen schijven van 25 jaar meer maar
eerder leeftijden van plus tachtig jaar, wat echter wel
een bijbels patroon voor deze periode is. Daarbij
moeten we ook bedenken dat het niet altijd de
eerstgeborene was die in de geslachtslijn van Jezus
zit. In het geval van David is dit Schriftuurlijk
overduidelijk; David was de achtste zoon van Isaï306.
Verder zijn zeven namen van Nahasson tot aan Juda,
een van de twaalf zonen van Jacob, en in de
geslachtslijn van Jezus. Juda kunnen we ‘ongeveer’
op de tijdsbalk plaatsen. Hij was een oudere broer
van Jozef en hoort dus op ca. 1750 voor Christus
geplaatst te worden. Dit geeft ongeveer een
gemiddelde van 40 jaar per persoon voor het
verwekken van nageslacht, wat voor de periode van
de oudvaders in de Bijbel realistisch is. Na Juda zien
we verder vertrouwde namen. Eén merkwaardigheid
blijft en dat is dat de geslachtslijst van Lucas één
naam extra bevat namelijk die van Kainan, de zoon
van Arpachsad. De lijst van het Bijbelboek Genesis,
hoofdstuk 11 gaat van Arpachsad307 naar Selah die
dezelfde persoon zou moeten zijn als Sala die Lucas
opgeeft. De evangelist Lucas werkte blijkbaar met de
Septuagintbijbel, een Griekse vertaling van de
Hebreeuwse Bijbel uit de derde eeuw voor Christus.
De reden voor de extranaam in de Septuagint308 ken
306
I Samuël 16:10
Genesis 11:12-13
308
Het ontstaan van de Bijbel 1979 ISBN 90 70 100 215 –
Wie gaven ons het oude testament? Blz 48
307
426
ik niet. In deel 1 toonde ik aan dat er exact 3000 jaar
liggen tussen Genesis en het inhuldigen van de
tempel van Salomo in 996 voor Christus. Een
persoonlijke reden om o.a. meer gewicht aan de
Masoretische tekst van de Bijbel te geven. Hetzelfde
resultaat merken we bij het geslachtsregister van
Jezus dat de evangelist Matthéüs doorgeeft.
Matthéüs geeft drie maal veertien namen van
Abraham tot David, van David tot de Babylonische
ballingschap en van de ballingschap tot Jezus, de
Christus. Het verschil in namen tussen Lucas en
Mattheüs is dat de evangelist Lucas de wettelijke
lijnopvolging doorgeeft via Jozef en de evangelist
Mattheüs de Koninklijke lijn via Maria volgt. Wat
betreft de naam Kainan in de Septuagintvertaling is
het zo dat we na Sala of Selah, verder de tijd in, met
circa’s moeten werken. De Septuagint309 geeft Kainan
een totaal van 330 levensjaren en 130 bij de geboorte
van zijn erfgenaam. Dit maakt dat de datum van de
zondvloed met 130 jaar verder de tijd ingaat. Een
alternatief jaar is dan 2470 v. Chr. De
spraakverwarring in de dagen van Peleg echter, en
het begin van de eerste beschavingen of koninkrijken
kunnen wel op de tijdsbalk geplaatst worden. Hier
zijn geen verschillen tussen de Masoretische- en de
Septuaginttekst. Ik opteer voor de Masoretische tekst
voor gezaghebbend over de Griekse Septuagint
vertaling. Ik meen dat de Joodse vertalers van het
Oude Testament in Egypte, in de derde eeuw voor
309
F. JOSEPHUS by William Whiston - Dissertation V –
a genealogical table of the patriarchs before and after the
deluge
427
Christus, zich lieten leiden in de wedstrijd tussen
Grieken en Babyloniërs van wie de oudste beschaving
had, en dat daarom aan jaartallen gesleuteld werd.
Dit doet niet af aan de boodschap van de
heilsgeschiedenis die onaangetast bleef. De apostelen
hebben de Septuagint gebruikt wat blijkt uit het boek
Handelingen. Wat getallen betreft hebben zij door de
Heilige Geest dan wel enkele maken het woord
‘omstreeks’310 gebruikt wanneer tijdsspannen
beschreven werden.
DE EERSTE EGYPTISCHE DYNASTIE
Het beginjaar van de eerste dynastie van Egypte is te
achterhalen. Ten eerste door bijvoorbeeld op een
eenvoudige manier de regeringsperioden van de
farao’s van de zogenaamde Sothislijst op te tellen
komt men in 2183 voor Christus te recht voor het
begin van de regering van farao Menes. In een
volgend hoofdstuk zal ik farao Koncharis van de
Sothislijst als de Bijbelse farao van de Exodus
identificeren. De opvolger van Koncharis op deze lijst
is Salatis en deze kan geïdentificeerd worden met de
eerste Hyksos-vorst. Dit is een belangrijke schakel
want zodoende kan men deze lijst en haar jaartallen
gebruiken om naar een mogelijk beginpunt van de
regering van farao Menes te gaan. Het resultaat is het
volgende:
Voor Christus:
Menes
35
2183/2148
1.
Kurodes
63
2148/2085
2.
3.
Aristarchos
34
2085/2051
310
Handelingen 13:18-20
428
4.
5,6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
Spanios
……
Osiropis
Sesonchosis
Amenemes
Amasis
Akesephthres
Anchoneus
Armiyses
Chamois
Miamus
Amesesis
Uses
Rameses
Ramesomenes
Usimare
Ramessesseos
Ramessameno
Ramesse Iubassz
Ramesse Uaphru
Koncharis
36
72
23
49
29
2
13
9
4
12
14
65
50
29
15
31
23
19
39
29
5
2051/2015
2015/1943
1943/1920
1920/1871
1871/1842
1842/1840
1840/1827
1827/1818
1818/1814
1814/1802
1802/1788
1788/1723
1723/1673
1673/1644
1644/1629
1629/1598
1598/1575
1575/1556
1556/1517
1517/1488
1488/1483
Totaal : 700 jaar
Wanneer we 700 jaar vanaf het laatste jaar van
Koncharis optellen met het exodusjaar 1483 voor
Christus, (wat het vijfde en laatste regeringsjaar van
Koncharis was), is het resultaat 2183 voor Christus
voor het begin van de eerste Egyptische dynastie. Dit
jaartal is echter discutabel omdat de Sothislijst
moeilijk als een geheel te hanteren valt. Vooral vanaf
Salatis naar voren gerekend wijkt de lijst met andere
koningslijsten af.
Een andere berekening brengt ons in 2438 voor
Christus voor het begin van de regering van Menes,
429
Schema 50
Schema 49
430
de eerste farao van Egypte. Het is de Turijn Canon
die dit jaartal oplevert wanneer we van mijn
ankerjaar, de exodus in 1483 v. Chr. terug rekenen.
De meeste commentaren zijn het erover eens dat de
Turijn canon, gezien de vele beschadigingen,
onvolledig is. Van de eerste tot het einde de zesde
dynastie echter is de canon duidelijk311 verklaarbaar
en geeft een totaal van 955 jaar voor deze
dynastieën. In het vervolg van mijn verhaal zal ik
duidelijk maken dat de dynastieën van de eerste
tussentijd gelijk liepen met die van het zogenaamde
Oude Rijk.
Een betere berekening, naar mijn mening, brengt
ons ook in het begin van het tweede millennium voor
Christus. De eerste en de tweede dynastie van
Manetho hebben in opeenvolging over Egypte
geregeerd en dit vanuit hun hoofdstad Thinis in
Boven-Egypte. De eerste dynastie geeft Manetho 263
jaar in totaal, gevolgd door de tweede dynastie met
272 tot 302 jaar. De laatste farao van de tweede
dynastie, Sesochris of Chasechemoey, maakte de
invasie van de Hyksos mee en ging zo ten onder.
Door op een eenvoudige manier met deze jaartallen
vanaf de Exodus in 1483 v. Chr. terug te rekenen,
arriveren we in 2018 v. Chr. voor het optreden van
Menes, de eerste farao van Egypte en stichter van zijn
dynastie of huis, wat trouwens de betekenis van farao
zou zijn. Persoonlijk geloof ik sterk in de laatste
variant. Voor menig Egyptoloog zal dit alles heel
simplistisch overkomen. Zij steunen vooral op de
astronomisch-chronologische berekening van Eduard
311
Alan Gardiner, Egypt of the Pharaohs, Chapter IV
431
432
Meyer, een peiler die naar mijn mening op drijfzand
geplaatst is. In de studie die nu volgt is het o.a. mijn
bedoeling om de namen van de Sothislijst met die
van de Abydoslijst en met die van Manetho te
identificeren. Want u hebt het al begrepen, deze
namen zijn verschillend. Sommige zijn vergriekst,
andere werden in de Egyptische taal zonder klinkers
doorgegeven én de farao’s hadden meer dan één
naam! Het is een puzzel, maar dankzij het Bijbelse
plaatje kan veel ingevuld worden. Manetho geeft ons
via Africanus de volgende namen en aantal
regeringsjaren voor de farao’s van de eerste dynastie
van Egypte:
v. Chr.:
Horusnaam:
Menes
62
2018/1956
Narmer
Athothis
57
1956/1899
Aha
Kenkenes
31
1899/1868
Djer
Uenephes
23
1868/1845
Edjo
Usaphaidos 20
1845/1825
Den
Miebiedos 26
1825/1799
Andyye
Semempses 18
1799/1781
?
Bieneches 26
1781/1755
Ka'a
Deze constructie heeft o.a. als resultaat dat Menes in
2018 v. Chr. begint te regeren en dus Zoan of Tanis in
Egypte, chronologisch zeven jaar na Hebron
gebouwd kan worden:
"Toen zij door het Zuiderland optrokken, kwam men
te Hebron; daar woonden Ahiman, Sesai en Talmai,
de kinderen van Enak. Hebron is zeven jaar eerder
gebouwd dan Zoan in Egypte."
433
Kaart 19
434
Elke andere constructie of chronologische variant
neemt de vermelding van Numeri 13: 22 met een
korreltje zout, wat menig onderzoeker ook werkelijk
doet. Dit Bijbelgedeelte kan niet verkeerd
geïnterpreteerd worden. De stad Zoan in Egypte
dateert Bijbels gezien, uit dezelfde periode als het
Hebron van het tweede millennium voor Christus.
Volgens mijn constructie begint Menes kort voor de
geboorte van Abram te regeren. Hij is een tijdgenoot
van Terah, de vader van Abram en van Peleg, in
wiens dagen de aarde verdeeld werd, volgens de
Bijbel. Menes van Egypte kan dus zondermeer met de
Bijbelse Mizraïm312 geïdentificeerd worden. In 1991
v. Chr.; verenigde Menes Egypte in één staat waarna
hij nog 35 jaar, de regeringstijd volgens de Sothislijst,
verder regeert. Herodotos313, de beroemde historicus,
schrijft dat Menes Memfis bouwde en de Nijl daar
kanaliseerde. De opvolger van Menes was Athotis die
dan tijdgenoot van Abram is. In Athotis harem
verzeilde Sarai314, de vrouw van Abram. In 1913 v.
Chr. vertrok Abram namelijk vanuit Haran naar
Kanaan waar echter hongersnood heerste, wat
maakte dat hij zijn tocht naar Egypte voortzette van
oudsher een vruchtbaar land.
Een volgende hongersnood vinden we in de Bijbel315
vermeldt ten tijde van Izaak. Ditmaal echter krijgt
Izaak de opdracht van de HERE God om niet naar
Egypte op te trekken maar om in het land Kanaan, in
312
Genesis 10:7
Herodotos Boek 2:99
314
Genesis 12:10-20
315
Genesis 26:1-6
313
435
Schema 48
Schema 47
436
Gerar, te blijven. Boeiend wordt het dan weer om in
Egyptische bronnen over een hongersnood in Egypte
te kunnen lezen en dit ten tijde van farao Uenephes
van de eerste dynastie, op mijn tijdsbalk een
tijdgenoot van Izaak.
DE TWEEDE EGYPTISCHE DYNASTIE
De opvolger van de laatste farao van de eerste
dynastie Bieneches, was farao Boethos van
Manetho’s tweede dynastie. Manetho geeft via
Africanus deze dynastie de volgende namen en aantal
regeringsjaren:
herzien:
Boethos
38
1755/1717 v. Chr.
Kaiechos
39
1717/1678
Binothris
47
1678/1631
Tlas
17
1631/1614
Sethenes
41
1614/1573
Chaires
17
1573/1556
Nephercheres
25
1556/1531
Sesochris &
48
1531/1483
Chenephres
30 naamsverandering in zijn 18de
regeringsjaar!
Opmerkelijk is wel, dat ik door het gebruik van de
verschillende Egyptische koningslijsten tot twee
belangrijke ankerpunten op de tijdsbalk kom. Vanaf
de exodusdatum in 1483 voor Christus kom ik aan
het begin van de eerste dynastie door de jaartallen
van Manetho van zijn eerste en tweede dynastie terug
te rekenen vanaf de exodusdatum. Het resultaat is
2018 v. Chr. voor het begin van het optreden van
Menes, de stichter van de eerste dynastie of
437
438
koningshuis. De tweede dynastie is aan haar einde
gekomen door een invasie van noordelijken die
helemaal naar het zuiden zijn opgerukt. Het moet
een wanhopige strijd geweest zijn. Het aantal gedode
noordelijken wordt op 47.209 gesteld, afgebeeld als
verwrongen lichamen rond de sokkels van twee
zitbeelden van de laatste farao van de tweede
dynastie namelijk Chasechemoey. De conventionele
Egyptologie316 raadt alleen maar naar de identiteit
van deze ‘noordelijken’. Geen serieus kandidaat-volk
gedurende hun periode is voorhanden. Het kunnen,
volgens mij, alleen de Hyksos -de Bijbelse
Amelekieten- zijn, die voor deze invasie in
aanmerking komen.
Het enorme graf van Chasechemoey te Abydos
bevreemdt eveneens de Egyptologen vanwege de
316
Peter A. Clayton, kroniek van de farao’s – tweede
dynastie
439
omvang en trapeziumvorm. Blijkbaar verwachte men
niet zoveel kennis en techniek gedurende de
conventionele periode van de tweede dynastie. Het
bouwen van dit bijzondere graf in steen wordt op de
bekende Palermosteen vermeld. Dit gegeven is een
anomalie voor de conventionele Egyptologie want
dezelfde Palermosteen vermeldt het bouwen van de
piramide van farao Zoser van de derde dynastie en
vermeld hierbij dat het het eerste bouwwerk in steen
in Egypte was! In mijn variant is er geen enkele
probleem aangezien de tweede dynastie nu
gereviseerd na de derde dynastie op de tijdsbalk
verschijnt. Andere graven van de tweede dynastie
bevinden zich te Sakkara vlakbij de piramide van
Oenas. Dit is in mijn variant niet verwonderlijk als
we bedenken dat de farao’s van de tweede dynastie
tijdgenoten waren van die van de vijfde dynastie. Wel
moet ik opmerken dat tot op dit moment niet alle
namen van Manetho’s lijst door monumenten, door
de archeologie dus, gestaafd worden. Dit is niet
verwonderlijk wanneer we in zulk een grijs en ver
verleden terug trachten te gaan.
Verder is er bevestiging van mijn revisie uit
orthodoxe hoek. Sir Alan Gardiner317 toont aan dat
namen van de farao’s van de tweede dynastie,
gevonden werden op een schrijfbord daterend uit het
Oude Rijk samen met namen van farao’s van de
vierde en de vijfde dynastie. De bekende Palermosteen waarnaar ik al verwees vermeldt ook het
gebruik van koper ten tijde van de tweede dynastie.
In het orthodoxe model is dit een axioma. Volgens
317
Alan Gardiner, Egypt of the Pharoahs, Chapter 15
440
mijn revisie helemaal niet abnormaal want hier valt
de periode van de tweede dynastie binnen het Brons
tijdperk.
DE ABYDOS KONINGSLIJST
Het is de koningslijst van Abydos die verdere
ankerpunten levert. Deze opgave bevindt zich nog
steeds op de muren van de gang in de ‘Hal der
Voorvaderen’ in de tempel van Seti I. Men ziet Seti
met zijn jonge zoon Ramses II, in aanbidding voor
een lijst van de cartouches van 76 koningen,
chronologisch in twee rijen, vanaf Menes, de eerste
koning van Egypte. De lijst is echter niet volledig en
het is duidelijk dat namen van voorgangers zoals de
Hyksos- en Amarna-koningen op de lijst niet
voorkomen maar afgewezen werden. Voor de periode
die ik nu behandel, namelijk die van het Oude Rijk
zijn er geen namen weggelaten en is de lijst bruikbaar
in mijn reconstructie. De zestien eerste namen van de
lijst kunnen namelijk met de farao’s van de eerste en
tweede dynastie geïdentificeerd worden. De
zeventiende naam maakt de ‘link’ naar de derde
dynastie.
441
Naam:
Manetho dyn:
Horusnaam:
Mena I
Menes
Narmer
Teta
Athotis
Aha
Ateth
Kenkenes
Djer
Ata
Uenephes
Edjo
Hesepti
Usaphaidos
Den
Merbap
Miebiedos
Andjyeb
Semsu
Semempses
Kebh
Bieneches
Ka’a
Betchau
Boethos
Kakau
Kaiechos
Ba en neter
Binothris
Uatch nes
Tlas
Senta
Sethenes
Tchatchai
Chaires
Nebka
Nepherchers
Tchesersa
Sesochris & Cheneres
De hierna vermelde namen regeren contemporain
Teta
III
Zoser Teti
Setches
Ra nefer ka
Senefru
IV
Khufu
Tetf Ra
Khaf Ra
Men kau Ra
Shepseskaf
Userkaf
V
Sahu Ra
Kakaa
Neferf Ra
Usr en Ra
Men kau Heru
442
Tetka Ra
Unas
Teta
VI
Userka Ra
Meri Ra
Mer en Ra
Neferka Ra
Mer en ra saemsaf
Neterka ra
Menka ra
Neferkara
VII – X
Neferka ranebi
Tetka ra maa …
Neferkarakhentu
Merenheru
Senefer ka
Ka en ra
Neferka ra tererel
Neferkaheru
Neferka ra pepisenb
Seneferka annu
… Kau ra
Neferkau ra
Neferkau heru
Nefertka ari ra
hiatus Neb kheru ra
XI
Mentoehotep
Seankhka ra
Mentoehotep II
hiatus – (zevenjarige hongersnood)
Sehetepab ra
XII Amenemhat I
Kheper ka ra
Senwosret I
Nub kau ra
Amenemhat II
Kheper kha ra
Senwosret II
443
Kha kau ra
Maat en ra
Maa kheru ra
-- hiatus – Hyksos periode
Neb pehtet ra
Tcheser ka ra
Aa kheper ka ra
Aa kheper en ra
Men kheper ra
Aa kheperu ra
--hiatus – Ethiopische periode
Men kheperu ra
Neb maat ra
-- hiatus – Amarna periode
Tcheser kepheru rasetepenra
-- hiatus -Men pehtet ra
Men maat ra
Senwosret III
Amenemhat III
Sobekneferoe
XVIII Amasis
Amonhotep I
Thothmoses I
Thothmoses II
Thothmoses III
Amonhotep II
Thothmoses IV
Amonhotep III
HOREMHEB
Sethi I
Ramses I
Tot hier de volledige lijst, zoals hij heden op de
muren van de tempel van Sethi te Abydos te vinden
is. De Sothislijst echter, heeft 25 namen vanaf de
eerste koning Menes tot aan de farao van de Exodus,
Koncharis. Volgens de Abydoslijst zijn er slechts 16
koningen tot het einde van de tweede dynastie.
Volgens mijn model zijn de farao’s volgend na
Tchesersa tijdgenoten van elkaar en regeerden de
verschillende dynastieën samen over Egypte. Ik zal in
een volgend hoofdstuk aantonen dat o.a. de vierde
dynastie, dus de koningen vanaf nummer 20 van de
Abydoslijst, behorende tot de vierde, vijfde en zesde
dynastie gelijktijdig over Egypte geheerst hebben. De
zesde dynastie was dominant, maar dat zal ik in het
444
verloop van deze studie duidelijk maken. En ook de
tweede dynastie liep voor een belangrijk gedeelte
contemporain met de hiervoor vermelde konings
huizen. Vanuit orthodoxe hoek318 wordt erop
gewezen, en voor hen onbegrijpelijk, dat namen van
tweede dynastie farao’s op een schrijfbord van farao’s
van de vierde en vijfde dynastie van het Oude Rijk
voorkomen. Dit alles wijst volgens mij duidelijk op
co-regentschappen, op samen regeren.
DE DERDE EGYPTISCHE DYNASTIE
Het is de verankering van de
regeringsjaren van farao Zoser
van de derde dynastie, met de
Bijbelse gegevens over de
oudvaders van Israël, die
bepalend is voor een belangrijk
gedeelte van de reconstructie
van het Oude Rijk. Over farao
Zoser
is
er
tijdens
de
Ptolemaeïsche tijd een inscriptie
gemaakt over een hongersnood die Egypte teisterde
en zeven jaar duurde. De vergelijking met de
vermelding in het boek Genesis van de Bijbel over de
zevenjarige hongersnood van Jozef is frappant en het
kan haast niet anders dan dat beide vermeldingen
over één en dezelfde periode handelen en een
eenmalig feit weergeven. Hongersnood was een
fenomeen dat in het vruchtbare land Egypte haast
niet voorkwam. De enkele vermeldingen over
hongersnoden zijn dan ook alle terug te voeren naar
318
Alan Gardiner, Egypt of the Pharoahs, Chapter 15
445
de
periode
die
de
Schema 46
Schema 45
446
Bijbel
ten
tijde van Jozef beschrijft. Wanneer daarenboven er
zowel in Egyptische als in Hebreeuwse bronnen over
een tijd van zeven jaar gesproken wordt, dwingen
deze gegevens ons tot een hernieuwd schikken van de
Egyptische koningslijsten, maar dan verankerd met
de historische Bijbelse gegevens.
Het Bijbelse kader waarbinnen de derde Egyptische
dynastie moet passen is: vanaf de Exodus met
daaropvolgend het geven van de Thora aan Israël,
liggen er 430 jaar tot aan de belofte van de HERE
God aan Abraham319. Dit brengt ons in het jaar 1913
voor Christus. Flavius Josephus320 maakt ons
319
320
Galaten 3:17
Joodse oudheden Boek 2, XV,ii
447
duidelijk dat deze periode in twee schijven van 215
Schema 44
448
Schema 43
jaar te verdelen is; het tweede gedeelte speelt zich in
Egypte af. In 1698 voor Christus kwam Jacob met
zijn zonen en hun familie, 75 personen in totaal, in
Egypte aan. Zij waren uitgenodigd door Jozef, Jacobs
elfde en tevens lievelingszoon, die op dat moment
onderkoning of grootvizier van Egypte was. Jacob
was op dat moment 130 jaar oud en de hongersnood
teisterde al twee jaar de wereld.
De Bijbelse hongersnood van
zeven jaar heeft zodoende de jaren
1700 tot 1693 voor Christus. De
zeven jaar van overvloed gaan van
1707, het jaar dat Jozef dertig jaar
oud was en onderkoning van
Egypte werd, tot 1700 voor
Christus wanneer de hongersnood
aanvangt. Het was in zijn 18de
jaar dat farao Zoser vermeldt dat
deze hongersnood voorbij321was.
Het 18de jaar van Djozer was 1693/1692 voor
Christus en dit jaar wordt dus een ankerpunt voor de
hele dynastie op de tijdsbalk. Manetho geeft ons via
Africanus de volgende lijst van Griekse namen van
alle koningen van zijn derde dynastie:
Manetho:
Africanus:
Monumenten:
Necherophes
28
Sa-nekht-Nebka
Tosorthros
29
Neter-khet Zoser
Tyris
7
321
C&AH vol XIII part 2 – Joseph and Imhotep – John W.
Hand
449
Mesokhris
Soyphis
Tosentasis
Aches
Sephuris
Kerpheres
17
16
19
42
30
26
Sechemchet
Chaba
Hoeni
Africanus geeft negen koningen op die in totaal 214
jaar regeren. Van de meeste namen van deze negen
koningen is echter archeologisch weinig of niets
bekend. Men neemt aan, op basis van de
monumenten die Egypte rijk is, dat slechts vijf
koningen in aanmerking komen. En op basis van de
Abydoslijst hebben we inderdaad met vijf koningen
rekening te houden. De stichter was dan Sanekht of
Nekherofes die 28 jaar regeerde, waarna deze
opgevolgd werd door Zoser die 29 jaar regeerde.
Door de verankering van Zoser’s ‘18de jaar’ met het
einde van de hongersnood bekomen we volgende
jaartallen voor de derde dynastie:
1738/1710
Nekherofes
1710/1681
Zoser
1681/1674
Sechemchet
1674/1668
Chaba
1668/1641
Hoeni
De conventionele geschiedschrijving heeft voor Zoser
de jaren 2668/2649 voor Christus: een verschil van
958 jaar voor het begin van Zoser’s regering. Eén van
beide constructies zit dus glansrijk fout.
Verantwoordelijke voor het plaatsen van de regering
van Farao Zoser in 2600 v. Chr. is, zoals ik
aangetoond heb, Eduard Meyer. Het is opmerkelijk
450
dat recente radiocarbonouderdoms-testen van
gedeelten van de mummie van Zoser een veel jongere
datum voor de farao opleverden322. Er wordt melding
gemaakt van ‘vele’ eeuwen! Voor mij is dit een bewijs
dat ik op het juiste spoor zit. Fundamenteel
vasthouden aan de Bijbel als historisch betrouwbaar
is altijd lonend.
De grootvizier van Zoser was Imhotep, en menig
onderzoeker stelde al dat Imhotep de Bijbelse Jozef,
zoon van Jacob en onderkoning van Egypte was!
Imhotep, wat betekent: ‘Hij die komt in vrede’, was
de meest geliefde vizier van heel Egypte. Een ambt
waar hij aan de basis van ligt. Later werd hij in
Egypte niet alleen de patroon van menig ambacht,
maar ook een legendarisch en vergoddelijkt figuur.
Zijn naam en titels die gevonden worden op
monumenten in Egypte geven te kennen welke hoge
positie hij als niet-koninklijke Egyptenaar bezat. Hij
was Opzichter over de Zieners wat hem verbindt met
de ziener-priesters van On; verder was hij
onderkoning, de Eerste voor de Koning, Architect.
Zijn mummie is nooit gevonden! Dit is niet zo
verwonderlijk, als we bedenken dat de Israëlieten ten
tijde van de exodus het gebeente van Jozef
meenamen. Imhotep was ook de architect van de
eerste piramide in Egypte, de zogenaamde trappiramide van Zoser. Deze piramide werd door de
Egyptenaren met ‘ri’ aangeduid, wat ‘trap naar de
hemel’ betekent.
Is het niet boeiend om hier mogelijk de droom van
Jakob, de vader van Jozef als basis in te herkennen?
322
Mark Lehner, The Complete pyramids – pagina 88
451
Jakob droomde te Bethel een droom van een ladder
waarvan de top tot aan de hemel reikte, met engelen
die op en neder daalden323. Ook het hemelse
Jeruzalem dat beschreven wordt in het laatste boek
van de Bijbel Openbaring 21 kan wat vorm betreft als
piramide gezien worden. Later is het occulte op
Egypte neergedaald en daardoor is deze materie,
wanneer verkeerd geïnterpreteerd, gevaarlijk. In het
begin echter zijn Egypte en de farao door de HERE
God van Israël gezegend. Jakob, de aartsvader,
zegende Farao, staat er geschreven in Genesis324 en
door het handelen van Jozef werd Egypte van de
hongerdood gered. Het land Gosen waar Israël zich
mocht vestigen is tot een zegen geworden. Ver weg
van het zondige Kanaän kon Israël daar tot een volk
uitgroeien.
Over het tempelcomplex van Zoser te Sakkara
kunnen we verder vernemen dat de Egyptologen325
vermoeden dat deze tempel en piramide zonder plan
en dus experimenteel gebouwd moet geweest zijn.
Geen enkele Egyptische bron stond model, noch
heeft de constructie enig effect gehad op latere
Egyptische doden- of godentempels!
De naam Imhotep zou ook Ptah-hotep kunnen zijn.
De betekenis is dezelfde: “Kom in vrede”. Van
Ptahhotep zijn er saga’s bewaard gebleven uit de
derde dynastie. Ptah-hotep leefde 110 jaar: dezelfde
leeftijd die de Bijbel aan Jozef toekent. Jozef wordt in
323
Genesis 28:10-22
Genesis 47:10
325
Margaret A. Murray, The Splendour that was EGYPT,
Hoofdstuk 5, Art & Science
324
452
de Bijbel ook met de Egyptische plaats On of
Heliopolis in verband gebracht326. Hij was namelijk
getrouwd met de dochter van Potifera, priester van
On en overste van de lijfwacht van de farao. On was
het centrum van verering van de Egyptische god Ra
of Re, de zonnegod. Het boek Genesis vermeldt dat
Farao aan Jozef een nieuwe naam gaf; Safenat
Paneach. De betekenis hiervan blijft onduidelijk
maar meer dan waarschijnlijk betekend het
“Behouder van het leven” Jozef was dertig jaar toen
hij onderkoning van Egypte werd. In de Bijbel de
leeftijd voor een levietische priester. In het Nieuwe
Testament kunnen we in het boek Handelingen in
het relaas van Stefanus’ verdediging God’s doel met
de lotgevallen van Jozef lezen: “...en Izak verwekte
Jakob en Jakob de twaalf aartsvaders. En de
aartsvaders verkochten uit naijver Jozef naar
Egypte, maar God was met hem, en verloste hem uit
al zijn verdrukkingen en gaf hem genade en wijsheid
tegenover Farao, de koning van Egypte, die hem
aanstelde tot hoofd over Egypte en over zijn gehele
huis. En er kwam hongersnood over geheel Egypte
en Kanaän en grote verdrukking, en onze vaderen
vonden geen voedsel...”
Er is nog een aanwijzing dat de Bijbelse farao van de
hongersnood Zoser was! In de Haggada327 uit de
Joods-Rabbijnse literatuur wordt ons verteld dat
toen Jozef farao’s droom uitlegde, de koning om een
326
Genesis 41:45
Jewish Encyclopedia – gedeelte Mikkez van Sefer haJasjer
327
453
teken vroeg waardoor hij zou weten dat de verklaring
waar was. Jozef vertelde hem dat de koningin, die op
het punt stond te bevallen, een zoon zou baren die de
volgende farao zou zijn. De farao - naar mijn
overtuiging Zoser van de derde dynastie - was
verbaasd dit te horen, aangezien hij al een twee jaar
oude zoon had die hem, bij een normale gang van
zaken, als farao zou opvolgen. Jozef verklaarde echter
dat zijn zoon zou sterven en dat de jongste de
toekomstige farao zou worden. In het graf van Zoser,
de beroemde trappiramide, is een mooie albasten
grafkist gevonden met daarin de resten van een kind
van ongeveer acht jaar oud.328
328
Peter A. Clayton, Kroniek van de farao’s – 3de dynastie
– de trappenpiramide van Saqqara
454
Een andere begrafenis beschrijft de Bijbel329 met de
dood van de aartsvader Jacob. Deze werd namelijk
naar het Egyptische gebruik gemummificeerd en
daarop naar Kanaan gebracht ter bijzetting in de
spelonk in het veld Machpela nabij Mamre. De
Bijbel330 leert uitdrukkelijk dat de balseming van het
lichaam van Jacob naar Egyptisch gebruik
geschiedde. De balseming duurde 40 dagen en 70
dagen hebben de Egyptenaren hem beweend. Dit zijn
dezelfde getallen die Herodotos331 ons meedeelt
wanneer hij de Egyptische gewoonten betreffende
mummificeren in zijn werk neerschreef. Moest ooit
het lichaam van Jacob in Israël, door archeologen,
gevonden worden dan zal de mummie, naar mijn
mening, van de derde dynastie blijken te zijn. Het
was ten tijde van deze dynastie trouwens dat met de
praktijk van het mummificeren begonnen werd332.
Van de farao’s van de eerste en de tweede dynastie
werden tot op heden geen stoffelijke resten
teruggevonden.
De Egyptologie en Jozef
Volgens de gangbare geschiedschrijving plaatst men
Jozef in Egypte ten tijde van de tweede
tussenperiode, wanneer de Hyksos over Egypte
regeerden. Het is een periode waar weinig over
geweten is en men neemt aan dat ten tijde van de
329
Genesis 49:29
Genesis 50:1-3
331
Herodotos Boek 2, 86
332
Margaret A. Murray, The Splendour that was EGYPT,
1949 AD, chapter IV Religion, Burial customs.
330
455
Aziatische overheersing van Egypte er ruimte was
voor iemand zoals Jozef. Deze plaatsing op de
tijdsbalk geeft wel problemen met enkele historische
feiten die gekend moeten zijn.
De god Seth
Zo vereerden de Hyksos de afgod Seth333. De Hyksos
verkozen deze godheid boven alle andere goden van
Egypte wiens erediensten vervolgd werden. De
Bijbel334 leert echter dat Jozef getrouwd was met
Asnath, de dochter van Potifera, de priester van On.
Deze plaats On, in de Griekse taal Heliopolis
genoemd, was het middelpunt van de Egyptische
eredienst van de zonnegod Re. Een belangrijk
argument, volgens mij, tegen de plaatsing van Jozef
op de tijdsbalk ten tijde van de Hyksos. Ik kan me
geen eredienst van de god Re ten tijde van deze niets
ontziende vreemde heersers voorstellen.
De noodzaak van een tolk
Genesis 42: 22 “Toen antwoordde Ruben hun: Heb
ik u niet gezegd: bezondigt u niet aan de knaap!
Maar gij hebt niet geluisterd. Nu wordt zijn bloed
van ons geëist. 23 Zij wisten echter niet, dat Jozef
hen verstond, want zij gebruikten een tolk. 24 Toen
wendde hij zich van hen af en weende. Daarna
keerde hij tot hen terug en sprak met hen; hij nam
Simeon uit hun midden en liet hem in hun bijzijn
binden.”
333
334
Alan Gardiner, Egypt of the Pharaohs, Chapter VII
Genesis 41:45
456
Kanaänitisch was de taal van de Hyksos-heersers. We
hebben gezien dat de Hyksos te identificeren zijn met
de Bijbelse Amalekieten. Amalek was een nazaat van
Esau, de zoon van de aartsvader Jacob. Hun talen
en/of dialecten waren verwant en vooral voor elkaar
verstaanbaar zoals tegenwoordig het geval is tussen
bijvoorbeeld Limburgs en plat Duits. Egyptisch
echter was een vreemde taal335. Indien Jozef ten tijde
van de Hyksos leefde zou een tolk overbodig geweest
zijn en zouden de broers niet onachtzaam met elkaar
gecommuniceerd hebben.
DE KRONEN VAN FARAO
Voor speciale gelegenheden had de farao een serie
hoofddeksels en kronen voorhanden. De eerst
bekende was de witte kroon van Boven-Egypte en
later de rode kroon van Beneden-Egypte. Vanaf
Farao Zoser is ook de dubbele kroon bekend. De
betekenis was in de eerste plaats religieus
bedoeld. Wanneer Zoser, als een gevolg
van
de
hongersnood
en
Jozefs
voorbereidingen, in controle was over
geheel Egypte, dan is de logica voor het
dragen van de dubbele kroon niet ver te
zoeken. De religieuze betekenis was dat zowel Seth
als Horus als goden over gans Egypte heerste. Ook
andere goden konden aan dit pantheon toegevoegd
worden. In het licht van de hier geleverde herziening
der chronologie van Egypte is wordt de dubbele
kroon van Zoser duidelijk. Als een gevolg van de
335
Psalm 114:1
457
politiek van Jozef waren de andere huizen of
dynastieën horig aan de derde dynastie.
Hedjet. De kroon van Boven-Egypte
was als een grote punthoed en was in
gebruik van het begin van de eerste
dynastie onder farao Menes zoals
afgebeeld op het zogenaamde Narmerpalet.
Deshret. De kroon van Beneden-Egypte
was gemaakt in de vorm van een stoel
met een kleiner voorstuk en een hoge
rug. De afbeelding is deze van
Mentoehotep de eerste farao van de
elfde dynastie.
Pschent. De dubbele kroon was een
combinatie van de Hedjet en de
Deshret en stelde de unificatie van
geheel Egypte voor. Farao Zoser was de
eerste farao die deze constructie op het
hoofd zette. De foto stelt de god Horus
voor die de dubbele kroon op het hoofd
heeft en stamt van een muurreliëf uit
de graftombe van Horemheb.
Nemes. In feite niet meer dan een
hoofddeksel. Het was gemaakt van
doek en rond het hoofd bevestigd. Het
voorstuk was versierd met de uraeus
Wadjet en de gier Nekhbet.
458
Khepresh. Vanaf de 18de Dynastie
kwam de blauwe kroon in gebruik, ook
wel de oorlogskroon genoemd. Aan de
voorzijde vinden we zoals bij de Nemes
weer de uraeus en de gier weergegeven.
DE VIERDE EGYPTISCHE DYNASTIE
De vierde dynastie volgde in 1641 v. Chr. de derde
dynastie op. Ik maak gebruik van het werk van
Courville336, van wie de studie baanbrekend voor mij
was. Ik wijk wel van zijn revisie af en volg een eigen
variant, maar dat neemt niet weg dat zijn werk een
leidraad is voor het juist begrijpen van de
verhoudingen tussen de verschillende Egyptische
dynastieën. Courville stelt dat de koningen met de
nummers 7 tot 13 op de Sothislijst, de koningen van
de vierde dynastie van Manetho zijn. Ik volg deze
theorie en aanvaard de jaren der regeringsperioden
van de Sothislijst als correcter dan die door Manetho
doorgegeven worden. Het resultaat is het volgende:
SOTHISLIJST:
MANETHO:
7. Osiropis
23
Snefroe
29
Khufu-Suphis
63
8. Sesonchosis
49
Khafra-SuphisII
66
9. Amenemes
29
Menkaura
63
10. Amasis
2
Rhatoises
25
11. Akesephthres 13
Bickcheres
22
12. Anchoneus
9
Seberches
7
13. Armiyses
4
Thamfthis
9
336
The Exodus Problem and its Ramifications Volume I
The pre-famine period
459
Ik opteer voor de identificatie en de jaartallen van de
Sothislijst, omdat ze een sleutel vormen in mijn
reconstructie. Er zijn namelijk exact 129 jaar tussen
1641 v. Chr., zijnde het laatste jaar van Hoeni, farao
van de derde dynastie, en 1483 v. Chr., het jaar van
de Exodus, met het einde van het Oude Egyptische
Rijk. De volgende jaartallen zijn het resultaat:
ABYDOS:
1641/1612
Snefroe
20. Seneferu
1612/1589
Khufu
21. Khufu
1589/1540
Khafra
22. Tef Ra
1540/1511
Menkaura
23. Khafra
1511/1509
Rhatoises
24. Menkaur
1509/1496
Bickcheres
1496/1487
Seberches
25. Shepsesk
1487/1483
Thamfthis
Khufu
wordt
meestal
geïdentificeerd met Cheops van
Herodotos en is de vermeende
piramidebouwer
op
het
Gizehplateau!
In
KRONOS
toonde ik aan dat niet Khufu van
de vierde dynastie de bouwer
van de beroemde piramide is,
maar Achnaton, de ketterkoning
van de achttiende dynastie.
Het enige archeologische bewijs dat we van Khufu
alias Suphis I hebben, is een klein (7,6 cm hoog)
ivoren beeldje van de koning op zijn troon met zijn
Horusnaam erop vermeld.
Hoewel men verkeerdelijk de Grote Piramide te
Gizeh als zijn graftombe aanziet en er verder niet
460
naar zijn graf gezocht wordt, beweer ik dat ergens in
Egypte zijn graf te vinden is. En hoogstwaarschijnlijk
werd het graf al gevonden maar niet als dusdanig
herkend. In april 2002 ontdekte een Zwitsers/Frans
team van egyptologen een piramide, of althans de
resten ervan, op een site te Aboe Roash. De
Egyptologen dateerde de piramide ten tijde van
Djedefre, een zoon van
Khufu.
Interessant
voor mijn studie is het
rapport
van
het
archeologische
team
waaruit duidelijk blijkt
dat
de
piramide
restanten die van farao
Khufu
zijn
en
Djedefre’s
laatste
rustplaats naast de
piramide
van
zijn
vader was:
”During the excavation the team discovered the
enclosure wall that went from the north to the south
until stopping at the southeast angle. They found
that this wall continued to the west. The general
design of this wall showed a small area on the south
side of the enclosure wall where they discovered a
building that was completely unknown. After
cleaning the area they found what they called a
satellite pyramid. The base of the pyramid is
approximately 20 arms long on each side and is five
courses tall. It only appears from the south side. It is
approximately 1.60 - 2.00 meters high. This
pyramid it is located approximately 10 arms from
461
Schema 42
Schema 41
462
the south east angle of the pyramid of King Djedefre.
The newly discovered pyramid is situated at the
exact angles and layout as the pyramid of Djedefre.
In the middle of the north façade of the newly
discovered pyramid a shaft was found that is
approximately four arms deep. (H. 1.50 m. L. 1.50
m.) In the rubble of this shaft they found a large
block that was used to seal the sub-structure of the
pyramid. They discovered a corridor in the substructure that went from the north to the south.
Connected to this corridor is one entrance to a
chamber on the east side and two entrances to two
chambers on the west side. Inside the pyramid
several artifacts were discovered. Some were
similar to the tiles used for decoration in the
southern tomb of Djoser at the Step Pyramid in
Saqqara! But the most important find they made
was of a large Alabaster plate with the inscription:
HR MD DDW HWFW which is the Horus name of
Khufu!”
Wat bij orthodoxe studies337 opvalt, is dat het de
Egyptologen bevreemdt dat Khufu door nabij Memfis
op het Gizeh plateau, zijn vermeende tombete
bouwen, van de klassieke begraafplaats is afgeweken.
Ook merken Egyptologen338 op, dat Khufu niet uit
Memfis afkomstig was, maar uit Midden-Egypte, niet
ver van het huidige Beni Hassan. Snefroe, de
voorganger van Khufu, bouwde zijn piramide bij
337
Peter A. Clayton, Kroniek van de Farao’s – Het Oude
Rijk – 4de dynastie
338
Breasted, A History of Egypt – hoofdstuk 6
463
Dahsjoer, 45 km ten noorden van Meidoem. Deze
piramide is overigens van een slechtere kwaliteit dan
die van het Gizehplateau! Merkwaardig vind ik ook
dat er drie piramides aan Snefroe worden
toegeschreven. Twee in Meidoem en één in
Dahschoer. In de nabijheid van de drie piramides,
werden steles van farao Snefroe gevonden.
Tegelijkertijd weten we echter dat er rond de persoon
van Snefroe een ware cultus onstaan was. Het is dan
niet onlogisch op vele plaatsen een verwijzing naar
hem terug te vinden. Naar mijn mening is een van
deze piramides aan Khafre toe te schrijven. Khufu’s
opvolgers waren zijn jong gestorven zoon Djedefre
die zeer kort regeerde en Khafre, de andere
vermeende piramidebouwer van Gizeh.
Ook de tombe van Djedefre vinden we niet nabij
Memfis op het Gizehplateau, maar meer noordelijk te
Aboe Roash zoals vermeldt. Wanneer men beelden
vergelijkt van de constructies tussen enerzijds het
Gizehplateau en anderzijds het bouwwerk van
Djedefre te Aboe Roash valt onmiddellijk de
erbarmelijke staat van deze laatste piramide op.
Waar is de kennis gebleven die aan de grondslag van
de piramide van Cheops lag in vergelijking met die
464
van Djedefre. Mark Lehner339, een archeoloog en
onderzoeker, noemt het dan ook een anomalie. Tenzij
men naar mijn mening inziet dat de piramide van
Djedefre er eerst was en die van Cheops/Achnaton
eeuwen later. Eveneens merken de Egyptologen op
dat Djedefre terugkeerde naar een vroegere
bouwstijl. Volgens mijn revisie is er geen ‘terugkeer’
naar een vroegere bouwstijl. Maar moet men de
farao’s Khufu, Khafre en Menkaura, in een ander
tijdperk te zoeken. Het was dan ook met enige
verbazing dat ik kennis nam van het feit dat
Menkaura een niet afgewerkte piramide heeft340 en
wegens niet verklaarbare orthodoxe redenen aan de
bouw van een tweede piramide op het Gizeh plateau
begon. En ook van de laatste koning van de vierde
dynastie,
Shepseskaf,
willen
de
orthodoxe
Egyptologen ons leren dat Shepseskaf het Gizeh
plateau links liet liggen en terugkeerde naar de oude
begraafplaats van de derde dynastie bij ZuidSakkara. Het lijkt logischer dat alle koningen van de
vierde dynastie in hetzelfde gebied hun tombe
hebben.
Op het Gizeh plateau zijn er nog enkele
funderingsresten die Egyptologen bevreemdt. Het is
de tombe van een vrouwelijke heerser of farao die
men op het einde van de vierde dynastie dateert. De
conventionele geschiedschrijving ziet in deze vrouw
uiteraard
de
koningin-moeder
van
Khufu;
Hetepheres. Op de tombe vond men een inscriptie
339
The complete Pyramids – Djedefre at Abu Roash
The exodus problem and its ramifications- Volume I –
the pre-famine period V.
340
465
die luidt: ‘De moeder van twee koningen van Opper
en Beneden-Egypte’. En op de ingang van graniet
vond men een gegrift portret van de koninginmoeder met valse baard en de Uraeus op het hoofd;
symbool van Koninklijke macht. Wat Egyptologen
bevreemdt en een mysterie blijft is het feit dat te
Aboesir ook een piramide van dezelfde heerseres
gevonden werd. In mijn variant echter zou de tombe
op het Gizehplateau behoord kunnen hebben aan
Tije, de moeder van Achnaton en, wie weet, van
Smenchkare. De titel geeft in ieder geval een hint in
deze denkrichting.
De prachtige grafgiften, in
1925 door de Amerikaanse
archeoloog
Reisner
ontdekt, getuigen van een
vergevorderde kunstvorm
en zijn volgens mij in de
Amarnatijd te dateren. De
archeologen
vermoeden
dat veel in de oudheid verwoest werd wat alleen
verklaarbaar is in de Beeldenstorm die door
Horemheb en zijn opvolgers is uitgevoerd. Dit alles
blijft wel gissen en is zuiver als postulaat aan te
nemen. En de tegenstrijdigheden blijven en worden
aangevuld. Zo kan men in het British Museum een
rood granieten blok341 bekijken met de horusnaam
van Khufu erin vermeld. Merkwaardigheid voor de
orthodoxie is dat het blok, tot hun verbazing, te
Bubastis in de Nijldelta gevonden werd, ver weg van
het Gizeh plateau. Nog een bijkomend argument om
341
91.5 cm lang en 53.3 cm breed
466
mijn stelling dat Khufu niet de piramidebouwer van
Gizeh is, serieus te nemen, is het ontbreken naar deze
daad op de zogenaamde Palermosteen. Dit fragment
geeft de koningen van het Oude Rijk op met telkens
een bepaalde merkwaardige gebeurtenis per
regeringsjaar van de genoemde farao’s. Men zou dus
kunnen verwachten dat bij de regeringsperiode van
Khufu er een vermelding naar de bouw van dit
wereldwonder zou voorkomen. In de mij beschikbare
bronnen vind ik nergens enige vermelding over de
bouw van de Grote Piramide.
Er is een hele evolutie van kennis geweest voor men
tot de perfectie van het Gizeh plateau gekomen is. De
Egyptologen draaien, door hun identificatie van
Khufu met Cheops, de rollen om en geven zo ruimte
voor de meest fantastische oorsprongstheorieën van
de piramide van Cheops.
DE ZESDE EGYPTISCHE DYNASTIE
In dit hoofdstuk wil ik de link leggen met de
historische gegevens van het Bijbelboek Exodus.
Zoals ik al aangetoond heb, was de derde dynastie
van Egypte het koningshuis dat Jozef als
onderkoning had, en Jakob en zijn familie ten tijde
van de hongersnood asiel verleende. Tevens toonde
ik aan dat verscheidene dynastieën, in feite families
of huizen, in dezelfde periode over Egypte of een deel
ervan heersten. Voor het vervolg van mijn verhaal
moet ik nu op zoek naar een dynastie die in het
Bijbelse plaatje van Exodus past. De Bijbel342 leert
dat nadat Jozef op 110- jarige leeftijd gestorven was,
342
Exodus 1:8-9
467
er een farao aan de macht kwam die Jozef niet
gekend had, noch de weldaden die hij voor Egypte
gedaan had. Deze farao zag de in grote getalle
toegenomen Israëlieten als een bedreiging en
verdrukte hen. De Israëlieten moesten slavendienst
verrichten en onder dwangarbeid de voorraadsteden
Pithom en Raämses bouwen.
Daarna deed de farao een poging tot genocide op het
Israëlitische volk, door middel van een bevel alle
mannelijke kinderen die geboren werden in de Nijl te
werpen. En gedurende deze tijdsspanne werd Mozes
geboren. Hij werd drie maanden verborgen gehouden
en daarna in een biezen mandje, bestreken met asfalt
en pek, door zijn moeder in het riet aan de oever van
de Nijl geplaatst. Het verhaal is wereldwijd bekendDe
dochter van Farao vindt het kind langs de oever van
de Nijl, heeft medelijden en adopteert hem als zoon
van de dochter van Farao. Het kind krijgt van haar de
naam Mozes, wat betekent: ‘uit het water
getrokken’343. Mozes zal hierop veertig jaar aan het
343
Exodus 2:10
468
hof van farao verblijven terwijl hij onderwezen wordt
in alle wijsheid van de Egyptenaren. De Bijbel344
verhaalt verder dat hij machtig was in woorden en
werken. ‘Een man van geloof’, zo beschrijft het
Nieuwe
Testament345
hem. De Bijbelse346
definitie van geloof is de
volgende: ‘Het geloof nu
is de zekerheid der
dingen, die men hoopt,
en het bewijs der
dingen, die men niet
ziet’. En het is dit geloof
dat maakte dat Mozes
uiteindelijk
weigerde
om door te gaan voor
een zoon van Farao’s
344
Handelingen 7:22-23
Hebreeën 11:23-29
346
Hebreeën 11:1
345
469
dochter en liever met zijn volk, de Israëlieten
verdrukking onderging. En nadat hij een Egyptische
wachter, die een Israëliet mishandelde, gedood had,
vluchtte hij naar Midian om de wraak van Farao, die
hem naar het leven stond, te ontlopen. In Midian
vindt Mozes asiel, wordt er goed onthaald, huwt met
Zippora, de dochter van Rehuël, de priester van
Midian en is gedurende 40 jaar te gast in dit land.
Daarna kunnen we in de
Bijbel347 lezen, dat na die
lange tijd van twee
perioden
van
ieder
veertig jaar, de koning
van Egypte sterft. We
moeten dus op zoek naar
een farao van een
dynastie die meer dan
80
jaar
regeerde.
Uitsluitend Farao Pepi II
van de zesde dynastie,
die volgens Manetho’s
lijst 100 jaar regeert,
komt
voor
deze
tijdspanne in aanmerking! Ik gebruik dan ook de
Bijbelse chronologische gegevens om de zesde
dynastie op de tijdsbalk te plaatsen. De regering van
Pepi II laat ik eindigen in het najaar van 1484 voor
Christus. Dit geeft Mozes de nodige tijd om van
Midian naar Egypte te reizen om daar van de nieuwe
farao, de opvolger van Pepi II, de exodus van Israël te
eisen. Jaartallen betreffende regeringsduur hebben
347
Exodus 2:23
470
we van Manetho via Africanus. Manetho geeft de
zesde dynastie vijf koningen:
Naam:
regeringsduur:
Othoes/Teti
30
Phios/Pepi I
53
Methusuphis/Merenre
7
Phiops/Pepi II
100
Menthesuphis/Merenre II
1
Deze regeringsduur heeft op de tijdsbalk volgend
resultaat:
Merenre II
1483/1484
Pepi II
1484/1584
Merenre I
1584/1591
Pepi I
1591/1644
Teti
1644/1674
Het jaar 1674 voor Christus zag het begin van de
zesde dynastie. Deze familie van heersers regeerde
vanuit Memfis. Teti en Pepi I hebben Jozef of
Imhotep dan nog gekend. Want deze laatste sterft in
1627 voor Christus op 110-jarige leeftijd. De piramide
van Teti, nabij Sakkara, wordt tot op de dag van
heden door de lokale bevolking de gevangenispiramide348 genoemd! De traditie leert dat de ruïne
van de gevangenis van Jozef nabij de piramide van
Teti te vinden was. Merenre I, de zoon van Pepi II,
regeerde maar kort waarna de macht naar Pepi II
ging. Hij is de farao van de verdrukking en bewerkte
door zijn weigering Israël te laten vertrekken, het
einde van het zogenaamde Oude Rijk. Deze laatste
348
The Exodus Problem and its Ramifications – volume I
– the Famine of Joseph V.
471
term is van de Egyptologie; een term die in feite niet
meer toepasselijk is omdat duidelijk kan aangetoond
worden dat de meeste dynastieën contemporain met
elkaar waren. Ook ‘de eerste tussenperiode’ die de
Egyptologen na het Oude Rijk laten volgen wijs ik af.
En ook het Middenrijk hoort in deze reconstructie
niet thuis. Na het ineenstorten van het centrale
bestuur, als een gevolg van de Tien Plagen en de
vernietiging van het gros van het leger in de Rode Zee
verviel Egypte in economische crisis en politieke
wanorde.
Daarboven kwam nog de invasie van de Amoe, de
gevreesde Aziaten, de Bijbelse Amalekieten, die kort
na de Exodus de Nijldelta binnenvielen. Manetho
sluit de zesde dynastie af met een koningin genaamd
Nitocris, vermoedelijk de vrouw en opvolgster van
Merenre, die in de chaotische periode volgend op de
Exodus geregeerd heeft. Ook Herodotos349 verwijst
naar Nitocris. Buiten haar vermeldt Herodotos alleen
Min of Menes en farao Moiris als regerende vorsten
voor de grote Sesostris die met Thothmosis III van
het Nieuwe Rijk geïdentificeerd wordt. Vanaf
Sesostris geeft Herodotos wel een hele reeks
koningen op die achtereenvolgens over Egypte
geheerst hebben. Dat Herodotos slechts drie namen
voor Sesostris vermeldt, getuigd van de ‘Damnatio
Memoriae’ dat Egypte getroffen heeft als gevolg van
de inval van de Hyksos of Amalekieten. We moeten
ons voorstellen dat na de dood van Pepi II, de
dertiende dynastie in het machtsvacuüm trad, en dat
Mozes bij zijn terugkeer in Egypte voor farao
349
Herodotos boek 2, 100
472
Koncharis stond. Deze verschillende vorstenhuizen
regeerden in onderlinge afspraak. Eveneens geloof ik
dat door de zeer hoge leeftijd van Pepi II deze op het
laatst van zijn regering al heel wat macht had
ingeboet tegenover de andere families of dynastieën.
Dat er een overgang van macht van de ene naar de
andere dynastie of huis had plaatsgevonden blijkt
vanuit de Griekse vertaling van de Bijbel. In het boek
Handelingen van het Nieuwe Testament hoofdstuk 7,
lezen we het verhaal van Stefanus die voor het
Sanhedrin staande in het kort de geschiedenis van
Israël bracht. Stefanus zei het volgende over de farao
van de verdrukking: “Doch naarmate de tijd der
belofte, waarwede God Zich aan Abraham
verbonden had, naderde, vermeerderde het volk en
vermenigvuldigde zich in Egypte, totdat er over
Egypte een andere koning aan het bewind kwam,
die Jozef niet gekend had. Deze nam list te baat
tegenover ons geslacht en handelde slecht et de
vaderen, en liet hen hun zuigelingen te vondeling
leggen, opdat het volk zich niet zou voortplanten.”
In de Griekse vertaling staat er het woord ‘heteros’
voor wat ‘een andere’ betekent. ‘Heteros’ betekent
echter ‘een gans andere’ in plaats van het normale
Griekse woord ‘allos’ wat gewoon anders betekent,
binnen een zelfde soort. Het gebruik van het Griekse
‘heteros’ betekent dat een andere farao van een ander
huis de macht overnam. En dit sluit aan bij Exodus
1:8 waar de Septuagint het woord ‘Heteros’ gebruikt
voor het Hebreeuwse woord ‘hadash’ (nieuw) en het
Griekse ‘aneste’ voor het Hebreeuwse ‘kum’
473
(opstaan) wat betekent opstaan in de zin van
iemands plaats innemen.
Mozes en de duur van het verblijf van Israël
in Egypte
Mozes bereikte een leeftijd van 120 jaar, leert de
Bijbel350. Veertig jaar hiervan bracht hij door in
Egypte, 40 jaar in ballingschap in Midian en 40 jaar
in de woestijn met de Israëlieten. Mozes kan dus
eenvoudig op de tijdsbalk verankerd worden. Hij
leefde van 1563 tot 1443 voor Christus. Hij was een
afstammeling van Levi, één van de twaalf zonen van
Jacob. Zijn geslachtslijst vinden we in het Bijbelboek
I Kronieken351. Er zijn vier namen vanaf Mozes tot
Levi. Mozes was de zoon van Amram, die de zoon
was van Kehath, de zoon van Levi. Ongeveer 200 à
250 jaar gaan er over dit geslacht wat een gemiddelde
van 50 à 60 jaar per naam geeft. Een gemiddelde dat
voor deze periode accepteerbaar is. Ook is het niet
altijd de eerstgeborene die de geslachtslijn doorzet!
In het geval van David is dit overduidelijk. Hij was de
achtste352 zoon van Isaï. De duur van het verblijf van
de Israëlieten in Egypte is dan 215 jaar zoals
Josephus353
leert.
Daarenboven
is
er
de
Septuagintbijbel die in Exodus:12:40, Kanaan samen
met Egypte voor de periode van 430 jaar vermeldt.
Het geslachtsregister van Mozes met slechts vier
namen van Levi tot Mozes past alleen in dit model.
350
Deuteronomium 34:7
I Kronieken 6:1-3
352
I Samuël 16:10
353
Flavius Josephus – Joodse oudheden – Boek.2,XV,ii
351
474
Ook het geslachtsregister van Manasse, broer van
Efraïm, beiden zonen van Jozef, die in Egypte
geboren werden, past alleen in het korte
verblijfmodel! Van Manasse354 tot Zelafead355 bij de
Exodus zijn er vijf namen, namelijk: Manasse,
Machir, Gilead, Hefer en Zelafead. Hierbij is nog op
te merken dat de Bijbel vermeldt dat Jozef356, de
kinderen van Machir op zijn knieën heeft gehad.
Gedeelte
van
een
hongersnood tafereel
ten tijde van de
regering van farao
Oenas van de vijfde
dynastie. Men ziet een
rij
van
duidelijk
uitgehongerde mensen
afgebeeld.
Deze
afbeelding
werd
gevonden
in
de
restanten van Oenas'
piramide die zuidelijk
van farao Zoser's
piramide gevonden werd. De binnenkant van de
piramide is versierd met hieroglyfen, de
zogenaamde piramideteksten. In het hier geleverde
variant dateert de hongersnood van het einde van
Oenas regeringsperiode en zijn de tien Bijbelse
plagen de oorzaak van de hongersnood.
354
I Kronieken 7:14-20
Numeri 27:1
356
Genesis 50:23
355
475
DE VIJFDE EGYPTISCHE DYNASTIE
Farao Oeserkaf was volgens Manetho de eerste farao
van deze dynastie. De oorsprong wordt verhaald in
de papyrus-Westcar. De Egyptologen357 plaatsen deze
papyrus in de twaalfde dynastie en stellen dat de
feiten ongeveer 500 jaar later zijn opgetekend. In
mijn model zijn de vijfde en de twaalfde dynastie
contemporain. Oeserkaf was een kleinzoon van
Djedefre, de opvolger van Khufu die kort regeerde.
En Oeserkaf was getrouwd met een dochter van
Menkaura, wat chronologisch tot gevolg heeft dat
Oeserkaf tijdens de Menkaura-regering over zijn deel
van Egypte begon te heersen. Dit geeft slechts een
zestigtal jaar ruimte voor de ganse dynastie tot de
Exodus in 1483 v. Chr. De regeringsduur van 248
jaar die Manetho via Africanus opgeeft voor de ganse
dynastie moet ik afwijzen. De verschillende farao’s
die Manetho vermeldt hebben samen geregeerd. En
daarenboven vinden we in de Abydoslijst één koning
minder vermeld.
MANETHO: regeringsjaren:
ABYDOS:
Usercheres
28
26. Oeserkaf
Sephres
13
27. Sahura
Nephercheres
20
28. Kakaa
Sesires
7
29. Neferfra
Cheires
20
Rathures
44
30. Usrenra
Mencheres
9
31. Menkau
Tancheres
4
32. Tetkara
Onnos
33
33. Unas
357
Peter A. Clayton, Kroniek van de farao’s – 5de dynastie
476
Mijn stelling, dat deze heersers niet achter elkaar
geregeerd hebben, maar tegelijkertijd, zie ik
bevestigd door de inscriptie in een grote kalkstenen
schijndeur uit het graf van de edelman Ptahsjepses in
Sakkara, momenteel in het British Museum. Deze
man beschrijft hoe hij onder vier farao’s van de vijfde
dynastie diende, en hoe hij van zijn geboorte tot zijn
dood leefde onder zeven koningen, de laatste twee
van de vierde dynastie gevolgd door de eerste vijf van
de vijfde dynastie. Het lezen van werken van
conventionele
Egyptologen
geeft
dikwijls
opheldering. Zo verwijst Alan Gardiner358 naar
graftempels van de vijfde en de zesde dynastie en
toont aan dat de weergegeven reliëfs soms identiek
dezelfde zijn en volgens hem van elkaar gekopieerd.
358
Alan Gardiner, Egypt of the Pharaohs, Hoofdstuk IV
477
Zo schrijft hij dat de tombe van Farao Sahoere van de
vijfde dynastie een muurreliëf heeft met een scène
van krijgsgevangen Libische stamhoofden samen met
buitgemaakt vee. Zelfs de opgegeven aantallen van
krijgsgevangenen en vee kloppen nauwkeurig met de
gegevens gevonden in de dodentempel van Pepi II
van de zesde dynastie. In mijn reconstructie is er
geen sprake van plagiaat. De farao’s Sahoere en Pepi
II waren tijdgenoten van elkaar, met Sahoere
ondergeschikt aan Pepi II.
De koningen van de vijfde dynastie bouwden hun
grafmonumenten zuidelijk van Gizeh te Sakkara. De
conventionele Egyptologie schrijft over de vijfde
dynastie dat deze de traditie van hun voorgangers
478
van de vierde dynastie afwees door in Sakkara hun
doden te begraven.
DE ELFDE DYNASTIE
Het is nu ook mogelijk om de farao’s van de elfde
dynastie op de tijdsbalk hun gereviseerde plaats te
geven. Geen Middenrijk zoals de orthodoxie leert
maar een contemporain regeren met andere
koningshuizen. De Bijbelse zeven jaar van
hongersnood zijn ankerpunt. Mentoehotep III was de
laatste farao van de elfde dynastie. Gegevens over
deze schimmige koning zijn er nauwelijks. Enkele
fragmenten met zijn naam erop zijn bewaard
gebleven en meestal geeft men hem een regeerduur
van ongeveer zes jaar; een periode die ik
chronologisch tijdens de hongersnood laat vallen.
Zijn voorgangers krijgen op deze manier de volgende
jaren:
Naam:
regeringsperiode:
Mentoehotep II
1700/1712
Mentoehotep I
1712/1762
Antef III
1762/1771
Antef II
1771/1819
Antef I
1819/1838
Betreffende de hongersnood hebben we schriftelijke
bronnen uit de elfde dynastie. Zo is er de inscriptie
van Yty, een prins van Gebelen:
"Ik onderhield Gebelen ten tijde van de honger. Ik
stelde tien kudden van geiten samen met
verantwoordelijke mensen per kudde. Ik stelde twee
kudden runderen samen en een kudde met ezels. Ik
fokte allerlei vee. Ik maakte dertig schepen en
479
daarna nog eens dertig schepen, en ik bracht graan
voor Yny en Hefat nadat Gebelen bevoorraad
was…"
DE TWAALFDE EGYPTISCHE DYNASTIE
Deze dynastie had vooral mijn aandacht in mijn
eerste studiewerk; ‘Van Noach tot Christus’ dat in
1987 gepubliceerd werd. In dit werk volgde ik geheel
de lijn van Dr. Courville die de twaalfde dynastie met
Jozef verbond. In feite is ‘Van Noach tot Christus’
een studiewerk dat het onderzoek van verschillende
mensen samenbracht. Inmiddels zijn we meer dan
twintig jaar verder en ben ik door zelfstudie tot eigen
conclusies gekomen. Ik identificeerde eerder in dit
werk de derde en de zesde dynastie als de
koningshuizen die vooreerst Israël toestonden om
Egypte binnen te komen en Jozef als onderkoning
van Egypte had, maar daarna de Israëlieten
verdrukten. De twaalfde dynastie had aanvankelijk
haar hoofdstad in Thebe in Boven-Egypte. Later
richtte de eerste farao Amenemhat I een nieuw
machtscentrum op tussen Thebe en Memfis genaamd
Itj-taoey wat betekent: ‘Grijper van beide landen’. De
juiste locatie van deze nieuwe hoofdstad is tot op
heden niet gevonden. Amenemhat I regeerde dus ten
tijde van Jozef; ik vermoed dat de verplaatsing van
de hoofdstad met de politiek van Jozef te maken had.
Een overzicht van de farao’s van Manetho’s XII
dynastie geeft op mijn tijdsbalk het volgende
resultaat:
Manetho:
Abydoslijst:
Ammenemes
59.Sehetepabra
Sesonchosis
60.Kheperkara
480
Ammanemes
Sesostris
Lachares
Ameres
Ammenemes
Scemiophris
61.Nubkaura
62.Kheperkhara
63. Khakaura
64. Maatenra
"hiatus"
65.Maakherura
Africanus, die Manetho kopieerde geeft de dynastie
een totaal van 160 jaar. Eusebius echter geeft een
totaal van 245 jaar. Daarnaast hebben we de
beschadigde Turijncanon met afwijkende jaartallen.
Het zijn echter de monumenten die jaartallen geven
maar vooral te kennen geven dat er coregentschappen tussen de verschillende farao's
hebben plaatsgevonden. Mijn variant is als het volgt:
Regeringsjaartallen voor Christus:
Amenemhat I
1693/1664
29
Senwosret I
1664/1619
45
Amenemhat II
1649/1614
35
Senwosret II
1618/1595
23
Senwosret III
1595/1547
48
Amenemhat III
1576/1528
48
Amenemhat IV
1531/1523
8
Sobekneferoe
1523/1519
4
Amenemhat I
Senwosret I
Amenemhat II
Senwosret II
Senwosret III
Amenemhat III
Amenemhat IV
-
Sothislijst identificatie:
Rameses
Ramessemenes
Usimares
Ramesseseos
Ramessameno
Ramesse Iubasse
breuk 481
Sobekneferoe
Twee sleuteljaren of navigatiepunten gebruik ik om
de twaalfde dynastie op de tijdsbalk vast te pinnen.
Vooreerst is er de vermelding in Egyptische
bronnen359 dat er een zevenjarige periode was zonder
koning voor de elfde dynastie, de voorganger van de
twaalfde! Ik postuleer dat het de Bijbelse zevenjarige
hongersnood was, dat voor deze breuk zorgde. Het
begin van de regering van Amenenhat I, eerste farao
van deze nieuwe dynastie, plaats ik dus in 1693 voor
Christus, het chronologische einde van de
hongersnood.
Het andere sleuteljaar is het jaar 1523 v. Chr.,
Courville houdt het voor mogelijk dat Amenemhat
IV, ‘Mozes’ zou kunnen geweest zijn, die als prins van
Egypte,
Amenemhat
III
moest
opvolgen.
Sobekneferoe is, volgens Courville, de dochter van de
farao, die korte tijd geregeerd heeft, na de vlucht van
Mozes in 1523 v. Chr. naar Midian.
Sir Alan Gardiner360 houdt het verdwijnen van
Amenemhat IV in verband met een mogelijke
familietwist of erger. In mijn variant laat ik
Amenemhat IV tot aan de dood van Amenemhat III
samen regeren. Daarna ging de macht naar de
dertiende dynastie. Ik stelde al dat veel dynastieën
van Manetho in feite families waren die de macht
met elkaar deelden en dus contemporain waren. Op
deze manier kunnen we Jozef als onderkoning van
359
Alan Gardiner, Egypt of the Pharaohs, hoofdstuk VI
Egypt of the Pharaohs – Hoofdstuk 6 – The rise and fall
of the Middle Kingdom
360
482
farao Zoser van de derde dynastie hebben met de
andere dynastieën of huizen in een ondergeschikte
rol. Na de dood van Jozef is de zesde dynastie als
dominante factor naar voor getreden, om op haar
beurt later bij het ouder worden van Pepi II, de
macht te moeten delen met anderen. Zoals ik schreef
regeerde de eerste farao van de twaalfde dynastie van
Manetho in de periode dat Jozef onderkoning van
Egypte was. Ik geloof dan ook, dat de verplaatsing
van de hoofdstad van Thebe naar een nieuwe locatie
dichter bij Memfis, te maken heeft met Jozef en zijn
voorraad schuren. Het Bahr-Yoesoefkanaal moet uit
deze periode dateren! De Bijbel361 leert dat ten tijde
van de zeven jaar van overvloed, Jozef al het voedsel
in het land Egypte verzamelde. Toen de hongersnood
begon was het de derde dynastie die de voedselbevoorrading controleerde en daardoor, naar mijn
mening, een machtsbasis had. De andere huizen of
dynastieën kwamen naar Jozef, alias Imhotep, om
voedsel. In het graf van Imhotep, ten oosten van de
piramide van Senwosret I, werden twee houten
beelden van deze farao gevonden. Voor de
conventionele geschiedschrijving een axioma. In
mijn variant wel verklaarbaar. Beide dynastieën
waren contemporain. Dat Courville gelijk had in zijn
stelling dat de twaalfde dynastie kort voor de invasie
van de Hyksos of Amalekieten aan haar eind kwam,
zie ik bevestigd door de Abydoslijst waar Sethi zijn
voorgangers van de achttiende dynastie laat
aanvangen na Manetho’s twaalfde dynastie. Deze lijst
heeft dus duidelijk heel wat hiaten en is alleen
361
Genesis 41:46-57
483
bruikbaar mits vergelijking en bevestiging door
andere bronnen. Ook ontbreekt op de Abydoslijst één
naam wanneer we Manetho’s koningslijst van de
twaalfde dynastie er naast leggen. Ik meen dan ook
dat het de naam Amenemhet IV is die door Sethi I
‘deleted’ werd. Misschien heeft Courville dan ook
gelijk met zijn identificatie van Amenemhat IV met
Mozes als prins van Egypte.
De geschiedenis van Mozes' Ethiopische veldtocht
zoals Flavius Josephus362 die beschrijft laat ik na de
dood van Senwosret III in 1545 v. Chr. plaatsvinden.
Mozes is dan 18 jaar oud. Josephus verhaalt over een
Ethiopische invasie die deze indringers tot Memfis en
de zee bracht. In hun paniek richten de Egyptenaren
zich tot orakels en zieners. Josephus schrijft dat God
hun het advies gaf een beroep op Mozes te doen.
Daarop verzocht de farao zijn dochter Thermuthis
om Mozes ter beschikking te stellen als zijn
opperbevelhebber. Mozes verdreef daarop met succes
362
Joodse oudheden Boek II, x, 1
484
485
de Ethiopiërs uit Egypte en rukte op zijn beurt Nubië
binnen. Zijn tocht leidde hem tot aan Saba. De
hoofdstad van de Nubiërs of Ethiopiërs die later
onder de Pers Cambyses tot Meroë omgedoopt werd.
Ik kan me voorstellen dat na de dood van Senwosret
III de Nubiërs van de gelegenheid gebruik maakten
om hun verloren gebied ten tijde van de regering van
Senwosret terug te winnen en daarna Egypte op het
eigen grondgebied de doodsteek te geven. Het is een
geschiedenis die alleen Josephus voor deze
tijdsperiode opgeeft. Egyptische bronnen zwijgen
over een Nubische invasie in deze tijd. Egyptologen
merken wel op dat er heel weinig inscripties van
Amenemhat III, de opvolger van Senwosret in Egypte
te vinden zijn. Ook over de opvolger Amenemhat IV
is weinig bekend. Het is Josephus en de historische
gedeelten uit de Bijbel die voor deze periode de
ontbrekende invulling geven.
REUZEN
Een merkwaardigheid aan Senwosret III was zijn
enorme lichaamslengte. Manetho vermeldt (wat niet
zijn gewoonte was) over Senwosret een lengte van 4
el 3 palmen 2 duimbreedten – meer dan twee meter!
Als de stelling van Courville klopt dat Senwosret de
farao van de verdrukking was moeten de Israëlieten
zich als sprinkhanen gevoeld hebben. Een tijdgenoot
van Senwosret III, volgens mijn variant, was farao
Chaires van Manetho's tweede dynastie (Tchatchai
van de Abydos lijst). Deze laatste farao had volgens
Africanus een lichaamslengte van 5 el 3 palmen363 of
363
Alan Gardiner, Egypt of the Pharaohs – Hoofdstuk 15
486
ongeveer 2,60 meter. Het vinden van de stoffelijke
resten van deze farao's zou opheldering kunnen
geven maar tot op heden werden de mummies van
deze heren niet gevonden.
Het vinden van reuzenmummies zou de ontdekking
van de eeuw voor Egypte worden. Waren deze farao's
afstammelingen van de Bijbelse Nefilim? Een vraag
waar moeilijk op geantwoord kan worden. Het is
487
algemeen geweten dat de Egyptenaren zich met
schedelboringen en dergelijk bezig hielden. Peuteren
in de hersenmaterie kan allerhande fenomenen, zoals
buitengewone groei, opleveren.
"De reuzen364 waren in die dagen op de aarde, en
ook daarna, toen de zonen Gods tot de dochters der
mensen kwamen, en zij hun (kinderen) baarden; dit
zijn de geweldigen uit de voortijd, mannen van
naam."
Genesis 6:4
De Bijbelse nefilim dateren voornamelijk van voor de
Grote Vloed van Noach. Hoewel het Schriftwoord
'ook daarna' vermeldt. En inderdaad wanneer de
Israëlieten onder leiding van Jozua het beloofde land
Kanaan in 1483 voor Christus verspiedden en veertig
jaar later effectief binnentrokken is er in de Bijbel
sprake van nefilim of reuzen:
"Ook zagen wij daar de reuzen, Enakieten, die tot de
reuzen behoren, en wij waren als sprinkhanen in
onze eigen ogen en ook in hun ogen." Numeri 13:33
En ook David moest het honderden jaren later
opnemen tegen de reus Goliath:
"Toen trad een kampvechter uit het leger der
Filistijnen naar voren. Hij heette Goliath, uit Gath.
Hij was zes el en een span lang365."
I Samuel 17:4
364
Vertaling van het Hebreeuwse Nefilim. Kan ook
vertaald worden met 'geweldigen'.
365
2,78 meter
488
© Handboek bij de Bijbel – K.A. Kitchen, J.N.
VOORHOEVE – DEN HAAG, 1976
Zoals de orthodoxie het gefabriceerd heeft.
Zoals het er gereviseerd uitziet
489
EEN OVERZICHT VAN DE VERSCHILLENDE
EGYPTISCHE KONINGS-HUIZEN.
De Archaïsche Tijd
Het Oude Rijk
Het Midden Rijk
2018 / 1483 BC
1738 / 1483 BC
1700 / 1483 BC
Dynastie I, 2018/1755 BC
Menes
Narmer
Athothis
Aha
Kenkenes
Djer
Uenephes
Edjo
Usaphaidos
Den
Miebiedos
Andjyeb
Semempses
?
Bieneches
Ka'a
2018/1956
1956/1899
1899/1868
1868/1845
1845/1825
1825/1799
1799/1781
1781/1755
Dynastie II, 1755/1483 BC
Boethos
Bedjau
Kaiechos
Kakau
Binothris
Banutjeren
Tlas
Wadjnas
Sethenes
Sendi
Chaires
Aka
Nephercheres
Neferkare
Sesochris
Cheneres
1755/1717
1717/1678
1678/1631
1631/1614
1614/1573
1573/1556
1556/1531
1531/1483
Dynastie III, 1738/1641 BC
Necherophes
Sa nekht nebka
Tosorthros
Djozer Djozer
Soyphis
Sechemchet
Sephuris
Chaba
1738/1710
1710/1681
1681/1674
1674/1668
490
Hoeni
?
1668/1641
Dynastie IV, 1641/1483 BC
Snefroe
Nebma e
Khufu
Medjuro
Khafra
Kheper
Menkaura
Kakhe
Rhatoises
Bickcheres
Seberches
Shepseskhe
Thamfthis
1641/1612
1612/1589
1589/1540
1540/1511
1511/1509
1509/1496
1496/1487
1487/1483
Dynastie V, ca.1570/1483 BC
Usercheres
Irma e
Sephres
Nephercheres
Sesires
Cheires
Rathures
Mencheres
Tancheres
Onnos
Wadjtowe
1570/????
????/????
????/????
????/????
????/????
????/????
????/????
????/1516
1516/1483
Dynastie VI, 1674/1483 BC
Teti
Pepi I
Merenre I
Pepi II
Merenre II
1674/1644
1644/1591
1591/1584
1584/1484
1484/1483
491
Dynastie XI, 1838/1700 BC
Antef I
Antef II
Antef III
Mentoehotep I
Mentoehotep II
Dynastie XII, 1693/1519 BC
Amenemhat I
Sothis : Rameses
Senwosret I
Ramessemenes
Amenhemhat II Usimares
Senwosret II
Ramesseseos
Senwosret III
Ramessameno
Amenemhat III
Ramesse Iubasse
Amenemhat IV (Mozes)
Sobekneferoe
Dynastie XIII + XIV, 1519/1483 BC
Wegaf
Amenemhat V
Hor
Sobekhotep II
Chendjer
Sobekhotep III
Neferhotep I
Sobekhotep IV
Ay
Neferhotep II,
Koncharis
Nehesy XIV
1838/1819
1819/1771
1771/1762
1762/1712
1712/1700
1693/1664
1664/1619
1649/1614
1618/1595
1595/1547
1576/1528
1531/1523
1523/1519
1519/????
????/????
????/????
????/????
????/????
????/????
????/????
????/????
????/????
????/1483
Eerste tussenperiode
1483 / 1049 BC
Dynastie VII +VIII, 17 farao's in ongeveer 20 jaar tijd
492
Dynastie IX + X, ongeveer 30 en 120 jaar
Hyksos/Amalek Dynastie XV,
Africanus : 6 farao's in 284 jaar
Eusebius : (x) farao's in 250 jaar
Josephus : 6 farao's in 254 jaar
Hyksos/Amalek Dynastie XVI,
Africanus : 32 farao's in 518 jaar
Eusebius : 5 farao's in 190 jaar
Josephus : totaal 511 jaar
Dynastie XVII (hoofdstad Thebe), ca.1140/1049 BC
Sobekemsaf
1140/1135
Antef
1135/????
Tao I
????/????
Tao II
1049/????
Kamose
1052/1049
Het Nieuwe Rijk
Dynastie XVIII
Ahmose
Amonhotep I /
Chebron
Thothmosis I
Thothmosis II
Hatsjepsoet
Thothmosis III
Amonhotep II
1049 / 664 BC
Bondgenoot Saul
1049/1024
1024/1000
Schoonvader
Salomo
1000/991
Koningin van
Scheba
Sisak/Sesesotris
Feroos
493
998/986
986/964
986/930
941/910
Ethiopische Tussenperiode in het Nieuwe
Rijk – ZERA
Thothmosis IV
Amonhotep III
Amonhotep IV
Achnaton
Smenkhkare
Toetanchaton
Eje
Horemheb
Proteus
Rampsinitos
Cheops
803/765
765/726
726/687
Chefren
Mykerinos
Asychis
687/684
684/675
675/671
671/664
Dynastie XXIV
Tefnakhkt Anysis
Bokchoris
736/728
728/722
De Ethiopiërs / Kushieten in Egypte
Dynastie XXV
Kashta
754/747
Pianchi
747/724
Sjabaka
Sabakoos
724/709
Sjebitkoe
712/700
Tirhaka
715/702 702/672
Tanutamon
672/664
De Libiërs in Egypte
Dynastie XXII
Sheshonk I
776/765
494
Osorkon I
Sheshonk II
Takelot I
Osorkon II
Takelot II
Sheshonk III
Pami
Sheshonk V
Osorkon IV
Harsiëse
Dynastie XX
Setnakhkt
Ramses III t/m
XII
765/747
747
747/722
725/722
716/691
737/684
678/684
684/647
647/632
721/711
Sethoos
12 Koningen
730/???
720/670
Dynastie XXIII
Petubast
Osorcho
Psammus
788/748
748/740
740/730
Dynastie XXVI
Amaes
Stephinates
Nechepsos
Necho I
Psamtik I
Necho II
Necho
Psammis
Apries
Hofra
Amasis
760/722
722/696
696/683
683/675
675/621
621/605
605/598
599/582
582/525
495
Psammenitos
525
Dynastie XIX
Ramses I
623/621
Sethi I
621/608
Ramses II
610/584
Merenptah
584/574
Amenmesse
Sethi II
Siptah
Tawosret
574/571
571/565
565/559
559/557
Dynastie XX
Setnakhkt
Sethoos
Ramses III t/m XII 12 Koningen
Late Tijd557/332
730/699
720/675
Dynastie XXVII t/m XXXI, Perzen
Dynastie XXI, Priesterdynastie – 4de eeuw voor
Christus.
496
EEN GEESTELIJK INTERMEZZO
Wat bezielt mij om met geschiedenis bezig te zijn?
Heeft het geestelijk gezien nut? Vragen die ik me af
en toe stel aangezien veel van mijn vrije tijd naar de
studie der geschiedenis gaat. Een tijd terug las ik het
boek, een soort autobiografie, van Richard von
Weizsäcker, getiteld: VIER TIJDPERKEN HERINNERINGEN. Wat me hierin vooral aansprak
was een citaat over het belang van geschiedenis:
“De oudtestamenticus Gerhard von Rad maakte een
diepe indruk op mij. Hij bood mij inzicht in de kracht
die de herinnering in het menselijk bestaan heeft. In
religieuze betekenis heeft het Joodse geloof dit
misschien het meest diepgaand beseft. Voor het
jodendom is het geloof in God het geloof in de
werken van God in de geschiedenis. Het Oude
Testament, de Joodse Bijbel, is tegelijkertijd hun
geschiedenisboek. Hun herinnering is als gevolg
daarvan hun ervaring van Gods werkzaamheid in
hun eigen geschiedenis en daarmee tevens hun hoop
op verlossing, dat wil zeggen op de overwinning van
de verscheurdheid, op de hereniging van het
verdeelde. Herinnering is in deze betekenis voor hen
het geheim van de verlossing. Wie echter vergeet,
verliest het geloof.”366
Dit citaat geeft in een notendop de definitie van het
belang der geschiedenis weer. De God van de Bijbel
heeft ingegrepen in de geschiedenis. Het jaar 30 na
Christus is ‘chronologisch’ op de tijdsbalk het jaar
van de verlossing der wereld van de dood -door de
366
Vier Zeiten. Erinnerungen - blz. 85 - ISBN 90 254
2206 3 NUGI 641.
497
dood en opstanding van de Gezalfde, de Zoon van
God-. Het Lam van God, geslacht van voor de
grondlegging der wereld367, kwam ‘in’ de tijd zijn
Schepping vrijkopen. Chronologisch ligt dit in het
jaar 1999 n.Chr. 1969 jaar achter ons. De geboorte
van het Lam Gods reeds 2003 jaar. Niemand
herdacht naar mijn weten zijn tweeduizend jarige
verjaardag in 1996 AD! Maar dat heeft te maken
met een anders tellen en daarom is de studie der
chronologie zo belangrijk en boeiend.
EPILOOG
Mijn erkentelijkheid moet ik uitdrukken aan de
volgende personen, zonder welke ik niet tot deze
studie zou gekomen zijn. In alfabetische volgorde zijn
dat Dr.Arie Dirkzwager, Mr.Kerkhof, Roeland Klein
Haneveld en Dr.ir.C.Noorlander.
Mijn eerste contact was in 1975 met Mr. Kerkhof en
Dr.Arie Dirkzwager, die hun enthousiasme
betreffende de werken van Velikovsky met mij
deelden en de aanzet waren om verder te studeren.
Tot wederschrijven
Robert de Telder
Het laatst bijgewerkt in september 2009 AD
367
Openbaring 13:8
498
Robert de Telder, jaargang
1948, geboren te Antwerpen
behoeft geen introductie
meer. Zijn eerder verschenen
boeken over de geschiedenis
van de oudheid (Van Noach
tot Christus 1987, Kroniek van
het oude Israël 1993 en
Kronos 2000) leggen
getuigenis af van zijn kennis
ter zake. De Telder is
autodidact die sinds 1975 door
het bestuderen van de bijbel tot verdere studie van de
volken der oudheid en hun chronologie is gekomen.
Zijn publicatie ‘Genesis versus Egyptologie’ worde
terzijde gelegd door de conventionele, orthodoxe
systeemdogmatici en allen die in de illusie leven dat
wat er de laatste 100 jaar over Egypte en het MiddenOosten werd geschreven dogmatisch vast staat. “
Toen ik voor de eerste maal het Oude Testament met
de geschiedenis van het Joodse volk las, werd bij mij
de honger gewekt naar het beter kennen van de
geschiedenis van de oudheid en dan vooral van de
buurvolken van Israël; Egypte en Assyrië. Zoals de
geschiedenis van Egypte, eind 19de eeuw na Christus,
werd geschreven, vind men Israël daar niet in terug.”
zegt Robert De Telder. Nochtans is de geschiedenis
van Israël onlosmakelijk met die van Egypte
verankerd. Abraham is er ten tijde van een
hongersnood naar toegetrokken en diens vrouw Sarai
verzeilde zo in de harem van een niet bij naam
genoemde farao. Daarna kunnen we lezen over een
andere hongersnood en Jozef, een van de oudvaders,
499
die het tot onderkoning van Egypte schopt. Later
volgt de verdrukking en slavernij van het Israëlitische
volk in Egypte met daarop de tien plagen en de
exodus uit Egypte onder leiding van Mozes naar het
Beloofde Land Kanaan. Tijdens de periode van de
richters zwijgt de bijbel over Egypte als grootmacht.
Wel wordt Amalek nu als ‘eerste der volken’
genoemd. De bovenvermelde historische feiten
worden in de bijbel op de tijdsbalk tussen de 17de en
de 15de eeuw voor Christus gedateerd. Een revisie van
de Egyptische dynastieën dringt zich dan ook op en
het variant dat Robert De Telder brengt verklaart
veel en is het onderzoeken waard. Het variant dat hij
voor Egypte levert is gebaseerd op de lijst van farao’s
die Herodotos, de vader der geschiedenis, heeft
overgeleverd. “Het ontrafelen van de geschiedenis,
zegt de Telder, is iets buitengewoons spannend en
opwindend. Het doorgeven van deze materie met het
geschreven woord is echter niet altijd eenvoudig.
Dikwijls verval ik in het dor opsommen van jaartallen
en feiten. Moest dit aanvankelijk uw bevinding zijn
bij het lezen raad ik u aan naar hoofdstuk 13 en 14 te
gaan en gefascineerd te raken door het zich
ontvouwende alternatief”.
500
Literatuurlijst
Bijbel, NBG 1951 AD
The NIV Study Bible, 1984 AD
Herodotos,
HET
VERSLAG
VAN
MIJN
ONDERZOEK, vertaald, ingeleid en van commentaar
voorzien door Hein L. van Dolen, 1995 AD
Flavius Josephus, vertaald en van commentaar
voorzien door William Whiston, 1867 AD
Cecil Torr, MEMPHIS AND MYCENAEA, 1896 AD
F.J. Kerkhof, CHRONOLOGIE, 1975 AD
Donald W. Patten, Ronald R. Hatch, Loren C.
Steinhauer, THE LONG DAY OF JOSHUA, 1977
Donovan A. Courville, THE EXODUS PROBLEM
and its Ramifications, 1971 AD
Dr. F. De Graaff, ISRAEL HELLAS ROME, 1993
Immanuel Velikovsky, EEUWEN IN CHAOS,
WERELDEN IN BOTSING, DE ZEEVOLKEN,
RAMSES II EN ZIJN TIJD, OEDIPUS EN
ECHNATON, MENSHEID ZONDER GEHEUGEN,
AARDE IN BEROERING, 1950-1979 AD
J.H. Breasted, GESCHICHTE AEGYSTENS, 1960
Margaret A. Murray, THE SPLENDOUR THAT
WAS EGYPT, 1949 AD
Peter A. Clayton, KRONIEK VAN DE FARAO’S,
1995 AD
Jane B. Sellers, THE DEATH OF GODS IN
ANCIENT EGYPT, 1992 AD
Joyce Tyldesley, HATCHEPSUT THE FEMALE
PHARAOH, 1996 AD
Christine El Mahdy, TUTANKHAMEN THE LIFE
AND DEATH OF O BOY KING, 1999 AD
501
Donald B. Redford, EGYPT, CANAAN, AND
ISRAEL IN ANCIENT TIMES, 1992 AD,
AKHENATEN THE HERETIC KING, 1987 AD
Alan Gardiner, EGYPT OF THE PHARAOHS, 1964
502
Download