Meerjarenprogramma - Gemeente Hardenberg

advertisement
MEERJARENPROGRAMMA
GEMEENTE
H ARDENBERG STAPT STEVIG
OP DE TOEKOMST AF
een nadere uitwerking van de toekomstvisie
en het collegeprogramma 2014 – 2018
Hardenberg
September 2014
INLEIDING
Op 23 april 2013 stelde de gemeenteraad van Hardenberg een nieuwe toekomstvisie “De gemeente
Hardenberg stapt stevig op de toekomst af” vast, na een evaluatie van de oorspronkelijke
toekomstvisie uit 2004. De toekomstvisie bestrijkt het tijdvak 2013 – 2023. De toekomstvisie
2013-2023 voor de gemeente Hardenberg kent drie doelstellingen:



samenhang in diverse gemeentelijke beleidsvelden ondersteunen;
een helder profiel naar buiten toe creëren;
strategische politieke keuzes maken.
De toekomstvisie beschrijft drie programmalijnen: wonen, werken en welzijn. Hieronder worden deze
kort toegelicht. In bijlage 1 is meer achtergrondinformatie over de toekomstvisie en uitgangspunten
van de gemeente opgenomen. Daarin wordt o.a. ingegaan op het gelaagdheidsprincipe (centrale
kernen, grote kernen en overige kernen) en onze kijk op de samenleving .
Wonen
Woningbouw vindt bij de kleine en grote kernen plaats op basis van behoefte met speciale aandacht
voor jongeren en ouderen, bij voorkeur via inbreiding. De meeste woningbouw vindt plaats in
Hardenberg en Dedemsvaart.
De gemeente vindt voorzieningen in de kernen belangrijk, waarbij betrokkenheid van inwoners en
particulier initiatief uitgangspunten zijn. In de kleine kernen is een ontmoetingsplek een ondergrens
voor het voorzieningenniveau. Bundeling en samenwerking zijn hierbij van belang. Centrale
voorzieningen met een uitstraling voor de regio zijn er vooral in de kern Hardenberg gelegen, waarbij
Dedemsvaart een aanvullende functie heeft.
Eigen verantwoordelijkheid en elkaar aanspreken zijn van groot belang in de openbare ruimte en op
het gebied van veiligheid. Bij grote sociale problemen is de gemeente regisseur die partijen bij elkaar
brengt.
Werken
De gemeente concentreert bedrijvigheid en voorzieningen in Hardenberg en Dedemsvaart. In de
kleinere kernen is binnen bestaande bebouwing ondernemerszin mogelijk. De gemeente koestert de
bestaande bedrijvigheid en starters en stimuleert de maakindustrie, recreatie & toerisme en de
(verbrede) agrarische sector als visitekaartje van de gemeente. Ook de zorg is een belangrijke sector.
Welzijn
Het bevorderen van 'zelfredzaamheid' is de beste manier om kwetsbare groepen te helpen. Indien
mensen niet voor zichzelf kunnen zorgen en ook de omgeving geen rol kan spelen, zal de gemeente
(tijdelijk) een vangnetfunctie vervullen en ondersteuning bieden bij het weer zelfredzaam worden. De
gemeente stimuleert vrijwilligerswerk en mantelzorg. De gemeente versterkt de kwaliteiten van de
groene ruimte met een gebiedsgerichte werkwijze.
2
Collegeprogramma
Op 18 april 2014 sloten CDA, CU en PvdA een nieuw college-akkoord “Behoedzaam vooruit!” in de
raad van 24 april 2014 heeft de raad in grote meerderheid ingestemd met het collegeprogramma. De
raad en het college kiezen daarmee voor voortzetting van vastgesteld beleid, maar monitoren dit
beleid goed, zodat tijdig kan worden bijgestuurd.
Vanaf 2015 komen veel zorg- en welzijnstaken naar de gemeente toe. De voorbereidingen hiervoor
zijn al een heel eind op weg. Wij menen goed in staat te zijn de veranderingen te hanteren. Ook de lijn
van bezuinigingen wordt voortgezet. Echter, met enkel bezuinigen redden we het niet. De opgaven
waar de gemeente voor staat vragen om nieuwe denkwijzen, concepten en innovaties en een
slimmere manier van samenwerken en verbinden.
Uitwerking
In dit meerjarenprogramma geven wij een nadere invulling van de Toekomstvisie en hebben wij de
afspraken van het collegeprogramma opgenomen. Op die manier geven wij aan hoe wij de komende
jaren uitvoering willen geven aan beide opdrachten. Het meerjarenprogramma beoogt een verbinding
te leggen tussen de Toekomstvisie, diverse vastgestelde kader- en visienota’s en het onlangs
vastgestelde collegeprogramma en heeft vooral een interne werking voor raad, college en de
bestuursdienst Ommen-Hardenberg.
Het meerjarenprogramma is niet een alomvattend programma waarin alles is opgenomen wat we de
komende jaren gaan doen. Met name de (vaak beleidsarme) ‘going concernzaken’ worden niet
weergegeven. Maar daar waar de Toekomstvisie om een nadere uitwerking vraagt, wordt die in dit
programma gegeven, evenals de afspraken uit het collegeprogramma.
Als bijlage 2 hebben we een schematisch overzicht van de opbouw, doelen en ambities van dit
meerjarenprogramma opgenomen.
Dit meerjarenprogramma is de belangrijkste basis - zowel qua inhoud, als qua opbouw - voor de
begroting 2015 en de jaren daarna. Bij de begroting wordt ook rekening gehouden met de in de
verschillende kadernota’s beschreven ambities en doelen. De begroting zal vervolgens het
sturingsinstrument zijn voor bestuur en de ambtelijke organisatie (bestuursdienst OmmenHardenberg) rond de zogenaamde 3W-vragen: wat willen we bereiken, wat gaan we daar voor doen
en wat mag het kosten?
Hardenberg, 5 augustus 2014
Burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg,
J.M.G. Waaijer
P.H. Snijders
Secretaris
Burgemeester
3
Inhoudsopgave
Inleiding
De Nieuwe werkelijkheid
Programmalijnen, programma’s en beleidsvelden
Programmalijn 1: Wonen
Programmalijn 2: Werken
Programmalijn 3: Welzijn
Rol gemeente
Vertaling naar de begroting
Bijlage 1: Kernbegrippen en uitgangspunten gemeente Hardenberg
Bijlage 2: Alles op een rij
2
5
12
13
20
25
32
35
37
42
4
DE
N I E U W E W E R K EL I J K H E I D
Inleiding
In het afgelopen decennium heeft de gemeente Hardenberg - samen met partners in de publieke en
private sector - vele initiatieven ontplooid. De kracht van Hardenberg (gewoon doen) is in de
afgelopen jaren zichtbaar geworden door de vele resultaten die zijn bereikt. De afgelopen 10 jaar
heeft Hardenberg - mede met inzet van derdengelden - meer dan € 100 miljoen geïnvesteerd in
projecten, zoals het Masterplan Centrum Hardenberg, Theater de Voorveghter, het Vechtpark
Hardenberg, het Vechtdalcollege in Dedemsvaart, MFC’s De Binder, het Trefpunt en De Baron,
verbouwing dorpshuis Lutten, sportvelden De Krim, opwaardering woonomgeving (o.a. in Balkbrug,
Bruchterveld, Gramsbergen en Sibculo), de Nieuwe Veste in Hardenberg, het Lokaal Opleidingen
Centrum (LOC) met MBO-opleidingen, werk en bibliotheek onder één dak en een
Ondernemersstartpunt. Het beeld van Hardenberg over de laatste 10 jaar is: niet alleen papieren
plannen, maar zichtbare resultaten voor de eigen inwoners, maatschappelijke partners en andere
overheden.
Hardenberg heeft zich mede hierdoor ontwikkeld als een gemeente die een functie vervult voor eigen
inwoners én de regio. Met name de kern Hardenberg en de hier aanwezige voorzieningen vervullen
een regionale streekfunctie. De samenwerking binnen de (economische) regio Zwolle kan deze
functie versterken. De gemeente heeft de ambitie om haar functie voor de regio te behouden en een
verbindende schakel te zijn tussen Zwolle en Duitsland, en tussen Twente en Drenthe.
Het tijdsgewricht waarin de gemeente zich nu bevindt is een duidelijk andere dan die achter ons ligt.
In het licht van de economische ontwikkelingen, werkeloosheid, het grotere takenpakket
(decentralisaties), de uitdagingen in het buitengebied en forse bezuinigingen is de investeringsruimte
voor de komende jaren beduidend kleiner. Dit neemt niet weg dat de gemeente ambities heeft en
deze ook wil realiseren.
De strategische opgave van de gemeente laat zich samenvatten als het behouden en waar mogelijk
versterken van de regionale functie in bijvoorbeeld de economisch belangrijke sectoren
maakindustrie, zorg, landbouw/agribusiness en recreatie & toerisme.
De lerende economie
De maatschappij is in beweging. In het sociaal domein zijn er ingrijpende veranderingen als gevolg
van de decentralisaties en bezuinigingen. Maar ook de markt is aan verandering onderhevig, onder
meer door economische ontwikkelingen, demografische ontwikkelingen (meer ouderen, dalende
beroepsbevolking, arbeidsmigratie) en een terugtredende (Rijks)overheid. Tevens verandert de
houding van burgers, instellingen en bedrijven jegens de overheid en elkaar (kritischer,
gelijkwaardiger en meer vraag- dan aanbodgestuurd).
Na de economische crisis kunnen overheden en bedrijfsleven niet terugvallen op economische
ontwikkeling zoals we dat gewend waren. Er is een ander perspectief nodig waarbij we rekening
moeten houden met trendbreuken. Innovatie vindt steeds meer plaats in ketens en netwerken, en
gebeurt door het verplaatsen en koppelen van kennis en toepassingen. Een nieuwe economische orde
vraagt om de overstap van een kenniseconomie naar een lerende economie.
5
Het grootste verschil dat overheden kunnen maken met hun economisch beleid ter ondersteuning
van innovatie en economische ontwikkeling is via de infrastructuur. Dat gaat dan over wegen,
spoorlijnen en digitale verbindingen. Maar ook om goede opleidingen, mensen en veerkrachtige
instituten. Niet het produceren van nieuwe kennis is hierbij van doorslaggevend belang, maar het
kunnen opnemen en toepassen van kennis op andere terreinen en het verbinden van markten en
domeinen. Het zwaartepunt van innovatie is verschoven van technisch vernuft naar gebruik,
verbinding, toepassing en beleving. Het gaat om kenniscirculatie op regionale schaal.
De arbeidsmarkt wijzigt door bedrijfsbeëindigingen en schaalvergroting, maar ook door vergrijzing,
migratie, netwerken en flexibilisering van contracten en standplaats. De moderne economie vraagt
dat mensen bij elkaar komen, ideeën uitwisselen, discussiëren, onderhandelen, leren en creëren. De
rol van de overheid verschuift daarin van sturing naar facilitering.
De regionale economie laat een voorzichtig herstel zien; de globale economie en globalisering nemen
verder toe. Gelijktijdig zien we - als tegenhanger van de globalisering - een zogenaamde lokalisering;
de toenemende hang naar de eigen vertrouwende omgeving, streekproducten en aandacht voor
lokale cultuurhistorie.
Tot slot kan nog genoemd worden de toenemende rol en invloed van Europa op onze samenleving.
Soms rechtstreeks (arbeidsmigratie), soms via landelijke wetgeving (vertaling diverse Europese
richtlijnen).
De decentralisaties
Vanaf 2015 gaat een aantal belangrijke taken naar de gemeente. Het gaat om de volgende taken:
 De Participatiewet: gemeenten krijgen naast de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de
WWB, WSW, ook de verantwoordelijkheid voor een deel van de Wajong.
 De Wmo 2015: vanuit de AWBZ worden de extramurale begeleiding, waaronder individuele
begeleiding, groepsbegeleiding (dagbesteding, inclusief vervoer), kort verblijf en een klein deel
van de persoonlijke verzorging ondergebracht bij de Wmo. Tevens wordt op de Hulp bij het
Huishouden een forse korting doorgevoerd.
 De Jeugdwet: alle onderdelen binnen de jeugdzorg gaan onder de gemeentelijke
verantwoordelijkheid vallen.
Hieronder gaan wij wat uitgebreider in op deze grote verandering voor onze inwoners, maar ook voor
de ambtelijke organisatie van de Bestuursdienst Ommen-Hardenberg.
Slimme manieren van samenwerken
Voor deze nieuwe opgaven krijgt de gemeente geld van het Rijk. Dat bedrag is echter lager dan het
budget dat er de afgelopen periode aan is uitgegeven. Daarom willen wij hier op een andere manier
mee omgaan. Uitgangspunt is dat mensen in eerste instantie voor zichzelf en voor elkaar zorgen.
Wanneer dit niet voldoende lukt, kan de gemeente ondersteunen. Ook wil de gemeente door slimme
manieren van samenwerken kosten besparen. Op deze manier blijft het geld zo veel mogelijk
beschikbaar voor de mensen die het echt nodig hebben.
6
Gebiedsteam Samen Doen
Het gebiedsteam Samen Doen speelt een belangrijke rol in de uitvoering van de nieuwe taken. Dit
wordt vanaf 2015 het aanspreekpunt waar inwoners terecht kunnen met vragen op het gebied van
werk, welzijn, wonen en zorg. De contactpersoon van Samen Doen kijkt samen met de inwoner naar
de situatie en welke ondersteuning nodig is. Hierbij wordt eerst gekeken wat de inwoner zelf kan
doen, of wat mogelijk is met hulp uit de omgeving. Wanneer dit niet voldoende is, wordt gekeken
naar een andere oplossing, zoals vrij toegankelijke voorzieningen (bijvoorbeeld de buurtkamer,
welzijnswerk etc.). Wanneer ook hier geen oplossing in wordt gevonden, komt de maatwerkvoorziening in beeld. Dit zijn diensten die op de persoon zijn afgestemd, bijvoorbeeld een rolstoel of
een woningaanpassing. Deze diensten zijn het duurst en moeten daarom gericht worden ingezet.
Eigen kracht en meedoen
In de nieuwe manier van werken wil de gemeente meer inzetten op de eigen kracht van de inwoner en
de omgeving en meedoen aan de samenleving. Daarom wordt ingezet op preventie, het voorkomen
dat mensen ziek worden en ondersteuning nodig hebben, en het ondersteunen van mantelzorgers en
vrijwilligers.
Ondersteuning bij werk en inkomen
De gemeente is vanaf 2015 ook verantwoordelijk voor mensen met een arbeidsbeperking. Voor de
mensen die op termijn een baan kunnen vinden, wordt het Werkspoor opgezet. Hierin worden
mensen met re-integratie voorbereid op een baan. Ook worden werkgevers benaderd om arbeidsplekken te creëren. Het Participatiespoor richt zich op mensen waarvoor betaald werk niet is
weggelegd. Met het Participatiespoor wordt geprobeerd om ze meer te laten deelnemen aan het
maatschappelijke leven. Van mensen in het Werkspoor en het Participatiespoor wordt een
tegenprestatie verwacht; dit is een maatschappelijk nuttige activiteit. Hierbij wordt zo veel mogelijk
rekening gehouden met de interesses en voorkeuren van de persoon.
Begeleiding van AWBZ naar Wmo
Vanaf 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de functie begeleiding uit de AWBZ. Dit is een
breed aanbod van diensten die variëren van het ondersteunen bij het zelfstandig wonen tot
dagbesteding voor mensen met een licht verstandelijke beperking. Al hoewel de gemeente voorlopig
blijft werken met de organisaties die nu ook al diensten aanbieden aan deze doelgroep , wijzigt de
wijze waarop de begeleiding wordt georganiseerd. Er wordt ingezet op het vergroten van het
groepsaanbod en het terugdringen van individuele ondersteuning.
Hulp bij het huishouden
Op de Hulp bij het Huishouden wordt door het Rijk fors bezuinigd. Dit heeft gevolgen voor de
ondersteuning die de gemeenten Ommen en Hardenberg hierin biedt. De colleges vinden het
belangrijk dat het geld dat ze hiervoor krijgen, wordt ingezet bij de mensen die het het hardst nodig
hebben. Daarom willen de colleges de Hulp bij het huishouden die vooral schoonmaak betreft (HH1)
in principe niet langer vergoeden. Hulp bij het huishouden die ook een meer begeleidend karakter
heeft (HH2) zal wel mogelijk blijven, indien dit noodzakelijk is. De gemeenten informeren alle cliënten
in de loop van 2015 over de veranderingen. In een persoonlijk gesprek wordt de situatie bekeken en
wordt onderzocht wat de cliënt zelf kan doen en op welke punten ondersteuning van de gemeente
beschikbaar is.
7
Hulpverlening aan kinderen en jongeren
De gemeenten waren al verantwoordelijk voor de preventieve jeugdhulp; dit is in de vorm van
opvoedondersteuning geboden vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin. Dit wordt vanaf 2015
aangevuld met jeugdhulp en jeugdbeschermingsmaatregelen. De gemeenten werken hiervoor samen
met de andere gemeenten in de regio IJsselland. Inwoners kunnen bij het gebiedsteam Samen Doen
terecht met vragen over opvoeden en opgroeien. De contactpersoon van Samen Doen brengt samen
met ouders of opvoeders en kinderen de situatie in kaart en zoekt hier de passende ondersteuning
voor.
Persoonsgebonden Budget (PGB)
In de nieuwe regelingen blijft het mogelijk om zorg in te kopen via een Persoonsgebonden Budget
(PGB), maar er gaat wel wat veranderen in de uitvoering hiervan. Nu is het zo dat u bij een PGB de
cliënt zelf geld op zijn rekening krijgt waarmee hij zorg kan inkopen. Vanaf 2015 krijgt hij niet langer
zelf een bedrag uitgekeerd, maar gaat de Sociale VerzekeringsBank (SVB) het geld beheren. De cliënt
kiest zelf bij welke organisatie hij zorg inkoopt, maar de rekening gaat nu naar de SVB. De SVB
betaalt dit met het PGB van de cliënt.
Eigen bijdrage
Voor een groot aantal voorzieningen zal vanaf 2015 een eigen bijdrage van de inwoner worden
gevraagd. Op deze manier willen de gemeenten de zorg betaalbaar houden. De hoogte van de eigen
bijdrage wordt berekend aan de hand van de kosten van de voorziening en de hoogte van het
inkomen. De cliënt wordt hierover altijd vooraf geïnformeerd. Op deze manier blijft de zorg ook voor
mensen met een laag inkomen bereikbaar. Voor mensen met een minimum inkomen bestaat de
mogelijkheid om een beroep te doen op de Bijzondere Bijstand. Voor de ondersteuning vanuit Samen
Doen hoeft geen eigen bijdrage te worden betaald.
Een investerende en inspirerende overheid
Hardenberg wil klaar zijn voor een nieuwe economische orde. Een lerende economie, met mensen en
instituties die voldoende in staat zijn om met veranderingen om te gaan, vormt een goede insteek
voor toekomstige economische ontwikkelingen. Hardenberg wil investeren in sociale infrastructuur,
de fysieke infrastructuur en flexibel ruimtegebruik.
Bovenstaande ontwikkelingen hebben gevolgen voor de gemeente en haar rol in de samenleving. De
gemeente moet nieuwe manieren vinden en snel en flexibel in te springen op maatschappelijke
wensen. Daarbij moet de gemeente ook haar eigen rol nadrukkelijk tegen het licht houden en, in het
verlengde daarvan, naar de rol van de Bestuursdienst Ommen-Hardenberg.
8
Hieronder volgt een overzicht van wat de gemeente wil bereiken (1), wil zijn (2) en wat zij van de
samenleving verwacht (3). Hieruit spreekt een beeld van een gemeente die veel aan de samenleving
zelf wil overlaten, maar gelijktijdig een stevige regie- of stimulerende rol wil blijven spelen.
1. Wat ‘wil’ de gemeente bereiken?
De gemeente Hardenberg wil de kwaliteiten van haar grondgebied, inwoners, bedrijven en de
samenleving benutten en versterken. Biodiversiteit, natuur en landschap spelen daarbij een
belangrijke rol.
Het aanwezige landschap met zijn ruimtelijke kenmerken vormt de kaders voor ruimtelijke
ontwikkelingen. Er moet ruimte zijn voor vernieuwing, maar die moet zo worden vormgegeven dat dit
leidt tot een meerwaarde voor natuur en landschap. Eventueel via compensatie elders. Hierbij gaat
het om de landschappelijke identiteit (beeld, beleving), de natuurwaarden (flora en fauna) en de
cultuurhistorische waarden.
De gemeente Hardenberg gaat uit van economische ontwikkeling vanuit een regionaal perspectief.
Behoud van werkgelegenheid staat voorop. Ondernemers in de regio hebben een enorme spirit,
onderlinge betrokkenheid en uitwisseling. De kansrijke speerpunten voor de regio Hardenberg zijn de
hoogwaardige maakindustrie, landbouw/agribusiness en recreatie & toerisme rond de thema’s
ontdekken, beleven en genieten.
Naast de genoemde sectoren speelt zorg een steeds belangrijkere rol. Tussen zorg en platteland, zorg
en vrijetijdseconomie en zorg en techniek ontstaan nieuwe relaties en doen zich kansen voor. De
gemeente ziet kansen in de preventiekant van zorg waarbij ons prettige woon- en leefklimaat een
grote rol kan spelen.
De gemeente wil de decentralisaties in het sociaal domein invoeren met zo min mogelijk hinder voor
de inwoners. Mensen ervaren dat zorg dichtbij is en dragen de visie die hierbij geldt. Voor mensen die
echt buiten de boot (dreigen te) vallen, biedt de gemeente een vangnet.
De gemeente Hardenberg voert een actief grondbeleid. Centralisatie van bedrijvigheid met aandacht
voor de bestaande sectoren is van groot belang. De woningbouw concentreert zich in de grootste
kernen.
Hardenberg blijft voorloper op het gebied van duurzaamheid: de gemeente wil zoveel mogelijk een
duurzame en energieneutrale gemeente te zijn en daarbij zelf het goede voorbeeld geven. “Schoon,
heel en veilig” staan centraal. Waar de rol van de overheid afneemt en de samenleving zelf meer aan
zet is, wil de gemeente die samenleving zo min mogelijk belemmeren met regelgeving en
voorschriften. Regels om de samenleving in goede banen te leiden en om veiligheid zoveel mogelijk
te waarborgen, moeten democratisch worden vastgesteld én gehandhaafd.
Om beter onderdeel te worden van de lerende economie met kenniscirculatie, is de ontwikkeling naar
flexibele netwerken nodig. Kennis moet van buiten naar binnen worden gehaald en tussen
verschillende sectoren zijn kruisbestuivingen en co-creatie nodig. De tijd is rijp voor een
investeringsprogramma in de sociale infrastructuur, die belangrijk is voor de regionale economie. De
rol van de overheid verandert om als inspirerende gesprekspartner een betrokken verbinder en
intermediair in de regio te kunnen zijn. Juist de gemeente blijkt een katalysator te zijn om netwerken
te openen en te verbinden zodat de kenniscirculatie verbetert.
Samen met de markt, inwoners en instellingen is de gemeente slechts één van de spelers bij
maatschappelijke ontwikkelingen. Met minder regels en procedures krijgen ontwikkelingen van
9
burgers en bedrijven meer ruimte. De gemeente vervult een regierol door doelen te stellen en
samenwerking en ontwikkelingen op gang te brengen. Dit betekent dat gemeente minder
verantwoordelijk is voor realisatie en uitvoering.
Hardenberg is een uitgestrekte gemeente, waar kernen en gebieden verschillende mogelijkheden,
kansen en behoeftes hebben. Kwaliteit verschilt per kern en gebied. Om de gewenste kwaliteit in
deze verschillen en uitgestrektheid te kunnen realiseren, is het denken in lagen een hulpmiddel.
Voor het buitengebied helpt een gebiedsgerichte benadering om de verschillende kwaliteiten goed te
kunnen ontwikkelen. Voor de kernen helpt het om een onderscheid te maken in kleine kernen, grote
kernen en centrale kernen. Voorzieningen kunnen via samenwerking in grote kernen kwaliteit leveren
die dicht bij de mensen is. Soms is centralisatie nodig om het hoge kwaliteitsniveau van de kritische
consument te kunnen realiseren. Op deze wijze kunnen de regionale voorzieningen in de centrale
kernen en de mogelijkheden op vitale platteland elkaar versterken.
Ook levert de gemeente een bijdrage aan de publieke belangen (proces van co-creatie). Dit hoeft niet
altijd een financiële bijdrage te zijn.
2. Wat ‘wil’ de gemeente zijn?
De gemeente Hardenberg kiest voor bundeling en samenwerken. Dat kan op alle gebieden: tussen
mensen onderling (hulpvaardigheid, samenredzaamheid), maar vooral ook tussen voorzieningen,
instellingen, onderwijs, bedrijven, belangenorganisaties én de gemeente. De gemeente heeft hierbij
de rol van regisseur, geen uitvoerder, en faciliteert daar waar nodig geacht. De gemeente ziet kansen
om partijen bijeen te brengen en te faciliteren en is in staat om koppelingen te maken en
dwarsverbanden te leggen. Deze dwarsverbanden bieden de mogelijkheid niet elk probleem vanuit
een nieuwe invalshoek te benaderen, maar een veel meer integrale aanpak te kiezen. De gemeente
wil gebruik maken van kennis die anderen hebben, en wil daarvan zelf ook leren en luisteren naar de
behoeften van de samenleving. Dit houdt in dat de gemeente geen taken van deze partijen
overneemt
De gemeente Hardenberg treedt naar buiten onder het motto “De kracht van gewoon doen”.
Daarmee geeft zij aan dat de gemeente en haar inwoners met beide voeten in de aarde staat,
daadkrachtig is en van aanpakken weet.
Zoals gezegd spreekt hieruit een beeld van een loslatende overheid die gelijktijdig toch wil blijven
meedenken, meepraten én meesturen.
3. Wat verwacht de gemeente van de samenleving
De gemeente Hardenberg gaat uit van een betrokken samenleving en is zelf een betrokken verbindende - overheid. Zorg, onderwijs en onderlinge hulp (noaberschap) staan centraal. Inwoners
begrijpen dat de overheid niet meer alles op zich kan nemen en nemen de ruimte die ze krijgen om
zelf initiatieven te ontplooien. Mensen zorgen in eerste instantie voor zichzelf en elkaar. De gemeente
faciliteert dit en stapt, waar mensen buiten de boot dreigen te vallen, in (vangnetfunctie). Daarbij
geldt dat regels nodig zijn, maar dat de mens voorop staat.
10
Samen sta je sterk
Gelet op de snelle en voortdurende maatschappelijke veranderingen werkt de gemeente steeds
minder met langjarige beleidsplannen en doelstellingen, maar - vanuit langere termijnambities - met
kortere termijnscenario’s en doelstellingen voor de 2 tot 4 jaar om die ambities te bereiken (zoals
bijvoorbeeld geeffectueerd in de Woonvisie).
De gemeente doet dit niet alleen. Samenwerking, afstemming en bundeling moeten leiden tot een
sterkere onderlinge verbinding van voorzieningen en sectoren die elkaar aanvullen en versterken.
Daarin heeft de gemeente een aandeel, maar belangrijker wordt dat onze inwoners, het bedrijfsleven,
de instellingen, verenigingen en andere instanties “meedoen” en daarnaast ook zelf initiatieven van
onderop kunnen ontwikkelen. Daarbij geprikkeld door bezuinigingen en een terugtredende overheid.
De gemeente springt - indien nodig - flexibel en alert in. Hier is maatwerk belangrijk. Er bestaat geen
blauwdrukoplossing voor elk probleem.
Verderop wordt de rol van de gemeente nader uitgediept. Een rol die zich als het ware door de drie
programmalijnen heen vlecht.
11
P R O GR A M M A L I J N EN ,
P R O G R A MM A ’ S E N B E L E I D S V E L D E N
Waar de toekomstvisie zelf vooral ingaat op twee van de drie doelstellingen van de toekomstvisie:
samenhang in beleid en een helder profiel, gaat dit meerjarenprogramma vooral in op de derde
doelstelling van de toekomstvisie: strategische politieke keuze maken, en dan met name voor de
periode 2014-2018.
De drie programmalijnen zijn uitgewerkt in een aantal programma’s die de gemeente in de periode
tot 2018 wil realiseren. Daarbij is onder andere rekening gehouden met het medio 2013 vastgestelde
bezuinigingsplan (Tegen de Stroom in), maar ook met recentelijke vastgestelde of in ontwikkelingen
zijnde (visie)nota’s op het terrein van wonen (Woonvisie 2014), bedrijvigheid (Bedrijventerreinenvisie),
sociaal domein (Visienota sociaal domein, Visienota participatiewet), R&T, Kunst en Cultuur,
landbouw en platteland, onderwijshuisvesting, Promotiebeleid (Gewoon Doen) en het
Handhavingsuitvoeringsprogramma.
De programma’s zijn:
1. Wonen naar wens
2. Duurzaam en bereikbaar
3. Ondernemen
4. Meedoen
5. Gezond en vitaal
6. Samen leven
7. Betrokken bestuur
Elk programma bestaat uit enkele beleidsvelden, die corresponderen met de indeling van de
begroting. In totaal bestaan de beleidsvelden uit 35 speerpunten/ ambities (wat willen we bereiken?),
waarbij tevens is verwoord wat de gemeente daarvoor gaat doen (wat gaan wij daar voor doen?). In
schema hieronder weergegeven.
Wonen
naar
wens
Wonen
Werken
Welzijn
1-5
Duurzaam
en
bereikbaar
Ondernemen
Meedoen
Gezond
en vitaal
Samen
leven
24-26
27-30
Betrokken
bestuur
6-12
13-18
19-23
Rol
gemeente
31-35
De vertaling van het meerjarenprogramma / ambities in jaardoelen en de verdeling van de
beschikbare middelen (wat mag het kosten?) vinden jaarlijks plaats in de begroting.
In bijlage 2 hebben wij alle programmalijnen, programma's, beleidsvelden en meerjarenambities in
een schema gezet.
12
P R O GR A M M A L I J N 1: W O N E N
In dit hoofdstuk beschrijven we de doelstellingen zoals die zijn verwoord in de toekomstvisie.
Aansluitend volgt een korte toelichting1. Daarna wordt een aantal programma’s beschreven met
daarbij de concrete ambities voor de komende jaren.
Doelstellingen toekomstvisie
In de toekomstvisie zijn de volgende doelstellingen beschreven:
 Bouwen op basis van behoefte
 Bouwen voor doelgroepen
 Duurzaam bouwen
 Bieden van een ontmoetingsplek op basis van draagvlak en versterken sociale cohesie
 Zorg voor kwetsbare groepen en onderlinge hulp
 Verbeteren kwaliteit van onderwijs en zorg, voor zover dat een wettelijke taak is
 Verbeteren woon- en ondernemersklimaat
 Bevorderen van een veilige en leefbare woonomgeving
 Bevorderen zelfredzaamheid van de samenleving
 Verminderen regels en deze strikter handhaven
De doelstellingen worden uitgewerkt volgens het zogenaamd gelaagd model. Duurzaam bouwen op
basis van behoefte en voor doelgroepen (jongeren en ouderen) staat voorop. De gemeente voert een
actief grondbeleid en werkt waar mogelijk samen met marktpartijen en woningcorporaties.
We willen inwoners zoveel mogelijk binden aan de gemeente. Basisonderwijs in de kernen en
voorgezet onderwijs en MBO in de grote kernen is daarbij van groot belang. Daarnaast verdient elke
kern minstens één voorziening als fysieke plek voor ontmoeting en sociaal-culturele activiteiten en/of
sport. Daarbij wordt ingezet op bundeling en samenwerking en betrokkenheid van de inwoners.
Samen met die inwoners wil de gemeente werken aan een prettige en rustige en veilige
leefomgeving. Voorzieningen zijn daarnaast ook van belang voor de programmalijn Werken, omdat
met een breed scala aan voorzieningen de gemeente aantrekkelijk blijft voor werkgevers en
werknemers.
Programma’s
De programmalijn Wonen bestaat uit een tweetal programma’s, waarin de doelstellingen voor de
komende jaren verder zijn uitgewerkt en toegelicht:
 Wonen naar wens
 Duurzaam en bereikbaar
1
Voor een nadere toelichting zie bijlage 1 en/of de toekomstvisie zelf.
13
Programma 1: Wonen naar wens
Grondexploitatie
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
1. De gemeente streeft naar een gezonde grondexploitatie. De algemene reserve grondbedrijf
bedraagt € 4,9 miljoen.
De gemeente actualiseert jaarlijks de nota grondexploitatie en voert die uit met een realistische
programma voor uitgifte van bedrijfs- en woningkavels, een actueel financieel inzicht.
Ruimtelijke ordening
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
2. Op het gebied van ruimtelijke ordening faciliteert de gemeente ruimtelijke ontwikkelingen
waarmee de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving wordt benut en versterkt en waarmee een
bijdrage wordt geleverd aan een vitale, dynamische en leefbare samenleving en aantrekkelijke
woon- en werkomgeving.
De gemeente actualiseert haar bestemmingsplannen waarmee flexibel kan worden ingesprongen
op wensen en behoefte van inwoners en ondernemers.
De gemeente stelt tevens een structuurvisie op waarmee in hoofdlijnen het ruimtelijk beleid
wordt vastgelegd.
Volkshuisvesting en woningbouw
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
3. De gemeente streeft er - conform de Woonvisie - naar dat huidige en nieuwe inwoners met plezier
wonen in een woning die voldoet aan de woonbehoefte en die past bij de financiële draagkracht
van mensen. Deze woning staat in de omgeving die zij wensen. Inwoners krijgen de ruimte om
eigen verantwoordelijkheid te nemen voor hun leven.
De gemeente spant zich in om op een vraaggestuurde manier voldoende woningen te realiseren,
waarbij extra aandacht is voor de vraag en behoefte van jongeren en senioren. Hiervoor faciliteert
de gemeente de vraag van doelgroepen en individuele bewoners via flexibele plan- en
regelgeving. Daarnaast faciliteert de gemeente nieuwbouw naar behoefte, waarbij efficiënt wordt
omgegaan met ruimte. Inbreiding heeft de voorkeur boven uitbreiding. Hierdoor liggen meer
woningen dichter bij bestaande voorzieningen. Ook daarom wordt gelaagdheid2 toegepast en ligt
prioriteit bij de kernen Hardenberg en Dedemsvaart. De gemeente zal - in samenwerking met
plaatselijke belangen - initiatief van onderop (van de bewoners zelf) faciliteren en er kan ontwikkeld en
gebouwd worden in de kernen indien de behoefte is aangetoond.
De gemeente ontwikkelt en onderzoekt ook (nieuwe) producten en diensten, zoals tijdelijke
bebouwing/verhuur van leegstaande (gemeentelijke) terreinen, zelfrealisatie/collectief particulier
opdrachtgeverschap (CPO), levensloopbestendig bouwen, of een kavelreserveringsregeling.
2
Zie bijlage 1.
14
Ook zet de gemeente zich in voor het in stand houden van een strategische sociale
huurwoningvoorraad, sociale grondprijzen en woningen voor statushouders. Het instrument
‘startersleningen’ wordt vooralsnog gecontinueerd.
De gemeente ondersteunt haar inwoners als het gaat om het bevorderen van sociale samenhang,
informele zorg en leefbaarheid. Zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking
of chronische psychische/psychosociale problemen wordt - zo veel mogelijk in de eigen
leefomgeving – gestimuleerd. Dit geldt ook voor het bieden van opvang.
4. In de gemeente zijn voldoende woningen in de verschillende segmenten (goedkoop, betaalbaar,
midden en duur) voor de huidige en nieuwe inwoners. Om dit te bereiken is het nodig dat het
aantal woningen de komende 4 á 5 jaar met 5% toeneemt ten opzichte van 2013.
Het Woonteam van de gemeente werkt op een markgerichte manier, met (verkoop)begeleiding
gericht op het leveren van maatwerk en het ontzorgen van de klant. Het woningaanbod wordt
voortdurend afgestemd op de woonwensen en -behoeften van inwoners. De gemeente
ontwikkelt gemeentelijke woningbouwplannen kleinschalig en in samenspraak met inwoners. Om
de afstemming tussen het aanbod en de woonwensen vorm te geven, worden bij het ontwikkelen
van het aanbod verschillende methoden ingezet, zoals bewustwordings- en informatiecampagnes
(informatiepunt regio Hardenberg, woonevent, themabijeenkomsten, kavelinformatieavonden,
nieuwsbrieven en een digitaal platform).
Er worden prestatieafspraken met woningcorporaties gemaakt, onder meer gericht op het
verkorten van de wachttijd voor huurwoningen, het beperken van huurlastenverhogingen en
meer aanbod van ‘crisis- en overbruggingswoningen’ en zorgeenheden. Tot slot is er specifiek
beleid ter voorkoming van dakloosheid.
WMO-woonvoorzieningen
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
5. Van de totale woningvoorraad is 20% levensloopbestendig, of levensloopbestendig te maken en
gericht op het zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. 60% Van de inwoners met een
zorgbehoefte woont langer zelfstandig thuis in bestaand vastgoed, waaronder in vrijkomend
(agrarisch) vastgoed. In 2016 woont ten minste 50% van de huishoudens in een
woonservicegebied.
De gemeente stimuleert/bevordert het bouwen boven de wettelijke norm op het gebied van zorg
en duurzaamheid. Daarnaast stimuleert de gemeente door middel van bewustwording dat bij het
ontwerpen van woningen rekening wordt gehouden met volgende levensfases van inwoners.
Vanaf 2015 wordt het aantal beschikbare en benodigde levensloopbestendige/aanpasbare
wooneenheden in de gemeente tweejaarlijks in beeld gebracht.
De transities in de zorg zijn in volle gang, waarbij gemeenten nieuwe taken krijgen om de eigen
kracht en de samenredzaamheid van mensen te versterken en mensen langer zelfstandig te laten
wonen. Dit vraagt om andere huisvesting en zorgverlening voor mensen met een beperking en
ouderen en om innovatie in de zorgverlening. Het kan gaan om een combinatie van de realisatie
van voldoende extramurale beschutte woonvormen, ontwikkeling van domotica en digitale
ondersteuning van zorgverlening, nieuwe samenwerkingsvormen tussen professionals en
vrijwilligers of nieuwe werkwijzen in zorgverlening.
15
Ook de combinatie met de vrijetijdseconomie biedt kansen. De projecten i-Age met grotere
toepassing van domotica en de vakantiedialyses zijn hier voorbeelden van. Ook in de zorgsector
zijn innovaties nodig en mogelijk dankzij kenniscirculatie en kruisbestuivingen tussen sectoren.
De gemeente onderzoekt en verruimt de (planologische) mogelijkheden die
voorwaardenscheppend zijn voor de mogelijkheden om voor aangepast wonen voor doelgroepen,
mantelzorgfaciliteiten en om langer thuis te kunnen wonen met zorg.
De gemeente stimuleert de woonzorgmogelijkheden aan huis door hierover proactief informatie
te verstrekken en positief mee te denken met woonzorgexperimenten.
Bewustwordingscampagnes, zoals ‘Lang zult u wonen’, stimuleren inwoners de woning zodanig
aan te passen dat inwoners langer zelfstandig kunnen blijven wonen. De gemeente zorgt voor
voldoende gebouwen in de buurt en de wijk waar woon-zorggerelateerde functies gehuisvest zijn.
Programma 2: Duurzaam en bereikbaar
Afvalverwijdering en -verwerking
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
6. De gemeente zet in op continueren van de huidige kwaliteit van inzameling tegen zo laag
mogelijke kosten, duurzaam gebruik van grondstoffen door maximale scheiding van waardevolle
grondstoffen en reductie van de hoeveelheid huishoudelijk restafval.
De gemeente gaat over tot het invoeren van fase 2 van omgekeerd inzamelen3, afhankelijk van de
evaluatie van fase 1. De gemeente draagt tevens zorg voor voorlichting ter voorkoming van
zwerfafval en vervuiling van afvalstromen. In het kader van ‘omgekeerd inzamelen’ wordt
onderzocht of- binnen de kaders van het DIFTAR-beleid -het brengen van bepaalde soorten afval
naar de stortplaats Bovenveld aantrekkelijker kan worden gemaakt, waardoor minder afval
illegaal wordt gestort.
Riolering en water
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
7. De gemeente streeft naar een doelmatige inzameling, transport en of verwerking van afvalwater
en overtollig regenwater, opdat de bestemming van een gebied niet structureel wordt
belemmerd. Daarbij streeft de gemeente naar een goed gebruik en een doelmatig beheer van de
riolering.
De gemeente zorgt voor een actueel verbreed Gemeentelijk rioleringsplan (vGRP). De gemeente
voert reguliere werkzaamheden aan het rioolstelsel uit in het kader van goed onderhoud. De
gemeente zal het afkoppelen van bestaande bebouwing en verhard oppervlak adviseren en/of
uitvoeren wanneer het maatschappelijk verantwoord is. Er wordt daarbij een afweging gemaakt
tussen doelmatigheid, duurzaamheid, strategie en kosten. Voor de uitvoering van de
grondwatertaak hanteert gemeente Hardenberg het bij het vGRP vastgestelde grondwaterbeleid.
Binnen de afvalwaterketen wordt de komende jaren intensief samengewerkt.
3
In fase 2 wordt het restafval gebracht naar ondergrondse verzamelsystemen (in de bebouwde kommen), terwijl de huidige
restafvalcontainer gebruikt wordt voor de gescheiden inzameling van de zogenaamde droge herbruikbare materialen (o.a.
kunststofverpakkingen, sap-pakken en blik).
16
Duurzaamheid en milieu
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
8. De gemeente streeft naar duurzame leefomgeving voor alle inwoners en bedrijven met voldoende
energiebronnen. Hardenberg blijft voorloper op het gebied van duurzaamheid, met name bij het
stimuleren van energiebesparende maatregelen, en streeft naar een energieneutrale
gemeenschap.
De gemeente zorgt voor stimuleringsmaatregelen voor energiebesparing. Hiervoor wordt
gezocht naar subsidiemogelijkheden en gunstige fiscale voorwaarden voor leningen.
Activiteiten rond duurzaam (ver)bouwen en energiebesparing worden voorgezet en uitgebreid.
De beleidsmaatregen in de Woonvisie ‘Ruimte voor bewoners’ worden uitgevoerd. De gemeente
streeft er naar om ook voor kleinere stallen verwisseling van ‘asbest voor zonnepanelen’ mogelijk
te maken.
De gemeente wil op termijn energieneutraal worden. Dit betekent dat alle gebruikte energie
binnen de gemeente zelf of in de regio duurzaam wordt opgewekt. Om dit te bereiken zal de
komende jaren vooral worden ingezet op energiebesparing bij particuliere huiseigenaren en
bedrijven en het faciliteren en stimuleren van duurzame energieprojecten.
De gemeente geeft zelf het goede voorbeeld, bijvoorbeeld door duurzaamheidsmaatregelen in de
eigen gebouwen te nemen en het gemeentelijk vastgoed zo te verduurzamen. Concreet wil de
gemeente in 2015 in de eigen gebouwen minimaal 10% energie besparen ten opzichte van het
gebruik eind 2013. Nieuwe gemeentelijke gebouwen en eigendommen zijn met duurzame
materialen gebouwd en zijn energieneutraal. In een nota Vastgoedmanagement wordt dit nader
uitgewerkt.
Het grootste deel van de energievraag in de gebouwde omgeving in de gemeente Hardenberg
betreft woningen. Van deze woningen is het overgrote deel particulier bezit. Het Energieloket
Bewust Duurzaam Thuis blijft zich richten op deze doelgroep en is een goed voorbeeld van
energiebesparing bij huishoudens. Hoewel de gerealiseerde energiebesparing in absolute zin nog
relatief gering is, is gemeente Hardenberg hierin één van de koplopers en deze positie in de
kopgroep willen we de komende jaren behouden door de stevige basis die gelegd is met Bewust
Duurzaam Thuis verder uit te bouwen.
Hardenberg is door de provincie Overijsel en RUD IJsselland gevraagd een rol te vervullen als
regionaal kennispunt Energie & Duurzaamheid. Vanuit dit kennispunt worden aan de hand van de
energiebesparingskansen en mogelijkheden voor de productie van duurzame energie afspraken
gemaakt tussen bedrijven en het bevoegd gezag. Deze afspraken hebben betrekking op
generieke maatregelen en een uitvoerings- en investeringsagenda.
Omdat energiebesparing slechts een deel van de oplossing is bij het realiseren van een
energieneutraal Hardenberg, is daarnaast de ontwikkeling van duurzame energieprojecten van
groot belang. In de afgelopen jaren zijn er diverse projecten voorbereid voor productie van
duurzame energie (bijvoorbeeld groengasproductie Broeklanden, windenergie DedemsvaartZuid).
17
Infrastructuur, bereikbaarheid en verkeersveiligheid
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
9. De gemeente streeft naar een goede bereikbaarheid, het optimaliseren van de regionale
stroomwegen en de fietsverbindingen tussen kernen, woonwijken en voorzieningen. De
gemeente biedt voldoende parkeerruimte op de juiste plek, voor de juiste prijs en voor alle
doelgroepen.
De gemeente blijft intensief betrokken bij het optimaliseren van de N36, N34, N340, N377 en N48
en streeft naar goede (fiets)verbindingen tussen kernen, woonwijken en voorzieningen.
Daarnaast regelt en exploiteert de gemeente de parkeerbehoefte, middels parkeerregulatie
(regels) en een goed functionerend parkeersysteem.
10. De OV-bereikbaarheid verbetert en sluit goed aan op de regionale OV-hoofdinfrastructuur.
Huidige en toekomstige knelpunten in de OV-bereikbaarheid worden geïnventariseerd (2014) en
in samenhang met doelgroepenvervoer en in overleg met externe partijen opgelost. Eigen inzet
en vrijwilligers - en de binnengemeentelijke OV-bereikbaarheid tussen de kernen - spelen hierbij
een belangrijke rol.
Verder wordt ingezet op herstructurering van de stationsomgeving in Hardenberg. De gemeente
zal zich (blijven) inzetten voor een goede bereikbaarheid van zowel de trein als het busvervoer.
Hardenberg groeit met deze verbeteringen uit tot een OV-knooppunt tussen de regio’s Zwolle,
Twente en Drenthe.
In het gebied rond station Hardenberg zijn parallel aan de upgrading van de spoorverbindingen
verschillen ontwikkelingen gaande zoals de sportboulevard, het gezondheidspark, de beoogde
nieuwbouw van het ziekenhuis en de opwaardering van het oude stationsgebouw.
Voor studenten en werknemers is een goede treinverbinding met Twente van groot belang. De
stationsomgeving Hardenberg heeft de potentie om verder uit te groeien tot een regionaal
knooppunt dat de regio’s Zwolle, Twente en Drenthe verbindt en waar diverse economische
ontwikkelingen elkaar kunnen versterken. De gemeente wil zich maximaal inzetten om het vooren natransport te faciliteren. Een goed functionerend OV-knooppunt versterkt de duurzame
Hardenbergse economie.
De volgende elementen zijn daarbij van belang:
• Extra parkeerplaatsen voor fietsers en auto’s aan beide kanten van het spoor
• Een tunnel voor voetgangers en fietsers onder het spoor om de verkeersveiligheid te
verbeteren en gebieden aan elkaar te koppelen
• Herinrichten stationsplein voor betere aansluiting op ander OV
• Het stationsgebouw verdient een nieuwe invulling om de levendigheid en de
knooppuntfunctie van het gebied te ondersteunen
11. De verkeersveiligheid verbetert, waarbij het aantal verkeersslachtoffers met lichamelijk letsel op
gemeentelijke wegen de komende vijf jaar daalt met 5 % ten opzichte van 2013.
In het buitengebied wordt op de daarvoor geschikte wegen preventief een 60-kilometer regiem
ingevoerd, dat per 1 januari 2016 geëffectueerd is. Het gemeentelijk budget voor onderhoud van
wegen, waarin verkeerveiligheidsmaatregelen worden meegenomen, wordt op orde gehouden.
18
12. Op het gebied van digitale bereikbaarheid zet het college zich in om de kansen te benutten om
glasvezel ook voor kleine kernen en het buitengebied gerealiseerd te krijgen.
Om succesvolle aanleg te bewerkstelligen is draagvlak en betrokkenheid vanuit de bevolking van
essentieel belang. De gemeente faciliteert initiatieven en fungeert als verbindende schakel tussen
overheden, marktpartijen en bevolking. De markt doet de bewoners en bedrijven een aanbod. Dit
gebeurt mede op basis van de subsidieregeling die de provincie Overijssel heeft vastgesteld. Het
is vervolgens aan de bewoners van het buitengebied om samen met de aanbieder inspanning te
leveren om voldoende deelnemers te verzamelen voor een rendabele aansluiting. De gemeente
kijkt waar gefaciliteerd kan worden om deze ambitie te realiseren.
19
P R O GR A M M A L I J N 2: W E R K E N
Na het benoemen en kort toelichten van de in de toekomstvisie benoemde doelstellingen worden in
het programma ‘Ondernemen’ diverse concrete doelstellingen verwoord.
Doelstellingen toekomstvisie
In de toekomstvisie zijn de volgende doelstellingen beschreven:
 Behoud, versterking en verbreding van de werkgelegenheid
 Concentreren bedrijvigheid in de kernen Hardenberg en Dedemsvaart
 Versterken recreatie & toerisme en zorg als visitekaartje van de gemeente
 Vervullen van een regionale economische rol
 Versterken verbindingen
 Verminderen regelgeving
De gemeente Hardenberg (en de regio Noordoost Overijssel) heeft een redelijk unieke positie. De
bestaande bedrijven zijn voor het grootste deel ontstaan uit decennia lang aanwezige lokale
bedrijvigheid, gesticht en doorontwikkeld door lokale ondernemers. De groei van de
werkgelegenheid die er is geweest, heeft zich vooral gemanifesteerd in deze bedrijven. De meeste
werkgelegenheid zit in de industrie, de zorg en de agrarische sector, maar recreatie & toerisme zijn
belangrijk om als gemeente aantrekkelijk te blijven voor (potentiële) werknemers en werkgevers.
Vanuit de streekfunctie van Hardenberg blijven bereikbaarheid en verbindingen van groot belang. De
kern Dedemsvaart is daarbij complementair. De gemeente wil inzetten op faciliteren van
ondernemers (accountmanagement, ontzorgen). In de visie op de Participatiewet is beschreven dat
de arbeidsmarkt gaat veranderen en dat daarop in wordt ingespeeld. Met name de flexibilisering is
één van de kernpunten van de veranderende arbeidsmarkt. Door goed in verbinding te blijven met
onze partners (ondernemers, onderwijs etc.) wil de gemeente inspelen op de kansen die zich
voordoen.
Een belangrijk thema dat de gemeente oppakt is de werkgeversbenadering (Participatiewet). In dat
kader is het essentieel dat we niet willen dat meerdere organisaties dezelfde werkgevers benaderen,
we groeien toe naar één werkgeversbenadering. Momenteel wordt de uitvoering van de WWB en de
WSW nog door twee organisaties uitgevoerd met een eigen werkgeversbenadering en begeleiding
naar werk. De wens om naar één werkgeversbenadering te gaan heeft hiervoor gevolgen. Er wordt uit
strategisch oogpunt gekeken welke partijen het best in staat zijn de gevraagde dienstverlening tegen
de laagste kosten uit te voeren. We gaan daarbij niet alleen uit van de prijs, maar ook van kwaliteit. De
daadwerkelijke uitvoering van re-integratiediensten en trajecten kan door verschillende partijen
worden uitgevoerd.
Deze programmalijn bestaat uit één programma: Ondernemen, met daarbinnen drie beleidsvelden.
20
Programma 3: Ondernemen
Bedrijven en ondernemers
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
13. De gemeente Hardenberg versterkt haar economische structuur
De gemeente streeft naar economische groei, in het bijzonder ook in de sectoren landbouw
(agribusiness), (maak)industrie en recreatie & toerisme, maar ook in de zorg. Het percentage
werkeloosheid ligt in 2016 onder het landelijk gemiddelde. Het is hiervoor van belang de
economische structuur van Hardenberg te versterken. Daarvoor is een voorwaardenscheppende
rol alleen niet genoeg. Het is van belang verbindingen te leggen en de kennis van het MKB
bedrijfsleven meer te benutten. De gemeente stelt samen met haar partners een economische
uitvoeringsagenda voor de korte en de lange termijn op.
De agenda is gericht op de vraag waar de meeste bedrijven op de lange termijn hun geld mee
zullen verdienen en wat ze bindt aan de regio. Visie en gewenste ontwikkeling staan centraal.
Kernthema's zijn het “wortelen” (binden) van talent en bedrijven, sterker bouwen op de positieve
aspecten van het leefklimaat en “mengen en roeren”, verbindingen leggen tussen relevante
partijen waardoor de gevoelde afstand verkleind wordt.
Het uitvoeringsprogramma bestaat uit vier onderdelen:
1. Awareness: hier is sprake van een duidelijke relatie met goede communicatie; men moet
weten welke mogelijkheden er zijn en wat er speelt. Awareness biedt tevens mogelijkheden
om het beleefde gevoel van “er buiten staan” tegen te gaan;
2. Kennisdeling: hierbij gaat het om ontmoetingen organiseren, rolmodellen/ambassadeurs voor
het bedrijfsleven en een goede communicatie;
3. Projecten: concrete projecten waarin bedrijven samen kunnen werken met andere relevante
partijen (bijvoorbeeld het onderwijs);
4. Strategische agenda met aandacht voor lobby.
De gemeente ondersteunt een initiatief van ondernemers om te komen tot een
“investeringsfonds voor startende ondernemers”, door de ondernemers behulpzaam te zijn bij het
aanboren van fondsen.
14. De kern Hardenberg behoudt haar regionale streekfunctie.
De bedrijvigheid, in het bijzonder op de bedrijventerreinen, vormt een belangrijke motor van de
economie. Bedrijvigheid met een regionale uitstraling wordt bij uitstek in de kern Hardenberg
gevestigd en geconcentreerd, waarbij Dedemsvaart complementair is ten opzichte van de kern
Hardenberg. De gemeente faciliteert en ondersteunt nieuwe en uitbreidingsplannen, onder meer
door inzet van het bedrijvenloket, bedrijvenserviceteam en accountmanagement. De gemeente
draagt daarnaast zorgt voor marketing en promotie van de vestigingsmogelijkheden door onder
meer het organiseren van netwerkevenementen en het versturen van digitale nieuwsbrieven.
15. De vestigings- en uitbreidingsmogelijkheden in Hardenberg en Dedemsvaart zijn verruimd.
De gemeente biedt voldoende bedrijventerreinen aan, afgestemd op de marktvraag en in ieder
geval Hardenberg en Dedemsvaart. Hierbij ligt de focus op het MKB als motor van de lokale
economie en werkgelegenheid. Structurele leegstand op bedrijventerreinen wordt gemonitord,
(her)gebruik van leegstaand en vrijkomend vastgoed wordt gestimuleerd.
21
De gemeente herijkt de gemeentelijke regelgeving voor bedrijventerreinen. Regels moeten meer
kaderstellend zijn vanuit ontwikkelingsplanologie en minder gedetailleerd. De focus ligt op de
hoogwaardige maakindustrie.
De gemeente stimuleert overleg met en inschakelen van stakeholders, zoals vertegenwoordigers
van detailhandelsverenigingen en verhuurders/beleggers.
16. Structurele leegstand in de centra van de grote kernen wordt gezamenlijk met andere partijen
tegengegaan, bijvoorbeeld door het gebruik van leegstaande panden voor andere functies
mogelijk te maken. Verbetering blijkt uit afname van de leegstand.
De gemeente herijkt de Detailhandelsstructuurvisie/koopstromenonderzoek voor de kernen
Hardenberg en Dedemsvaart. Na de centrumplannen in de grote kernen en de kernen van
Gramsbergen en Slagharen, wordt er de komende periode ook aandacht besteed aan het centrum
van Balkbrug. Dit gebeurt zo mogelijk in combinatie met de infrastructurele aanpassingen die
gaan plaatsvinden. De rol van de gemeente is faciliterend en zo nodig initiërend. Bestaande en
mogelijke nieuwe centrumplannen voor de kernen worden beoordeeld en tegen het licht
gehouden met het oog op de economische crisis, veranderende samenstelling bevolking en
opkomst van internetwinkelen. Indien daarvoor aanleiding bestaat worden de plannen aangepast.
De veranderde economische realiteit is in de centra van de (grote) kernen zichtbaar. Het vrij
besteedbare deel van het inkomen van mensen daalt en de groei van het webshoppen zet de
detailhandelbestedingen onder druk. Er zijn ook ontwikkelingen die kansen bieden, zoals de
(deels) groeiende koopkracht van ouderen, ICT-ontwikkelingen en de behoefte aan ontmoeting
en beleving van consumenten. Er zijn kansen voor kleinschalige ondernemers met hun lokale
kennis van de markt en flexibiliteit. Branchegrenzen worden steeds vaker doorbroken en
bedrijven hebben een sterk merk nodig.
Goed personeel, ICT en samenwerking zijn van groot belang. Ontmoeting en kruisbestuivingen
(recreatie en toerisme) zorgen voor innovaties binnen de keten of juist door branches heen.
De gemeente wil met haar ondernemers een nieuwe visie op de stad maken, die inspeelt op de
ontwikkelingen. Er worden pilots en experimenten opgezet voor belevingsgerichte retail die past
bij de krachten van de regio Hardenberg. Ontmoeting en kruisbestuiving tussen diverse sectoren
is ook hier van belang voor kenniscirculatie. De stad biedt een ontmoetingsplek voor
ondernemers en hun bewegelijke netwerken.
In samenwerking met ondernemers(verenigingen), plaatselijke belangen en andere overheden
wordt aangestuurd op een integrale aanpak van leegstand van winkels (herinvulling, tijdelijk
gebruik, mogelijke functiewijziging, visueel aantrekkelijk houden). Het college zet in op
compacte, levenskrachtige, winkelcentra en om, waar nodig en mogelijk, capaciteit uit de markt
te halen. Detailhandelsfunctie ’s zullen daarbij vervangen kunnen worden door b.v. woon- en
cultuurfuncties. In het coöperatief overleg met onze partners in de centra van Hardenberg en
Dedemsvaart willen wij zoeken naar een gezamenlijke visie en nieuwe concepten voor wonen,
werken, leren, ontmoeten en netwerken in het kernwinkelgebied. Hiervoor bestaan geen
blauwdrukken, maar er zal keer op keer maatwerk moeten worden geleverd. Een duidelijke
rolverdeling tussen overheid en markt (ondernemers, huurders, beleggers, eigenaren etc.) is
absoluut noodzakelijk. De gemeentelijke rol is vooral adviserend en faciliterend.
22
Landbouw en agribusiness
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
17. Hardenberg heeft aandacht voor de agrarische sector en het landschap.
Agrarische bedrijvigheid vormt een belangrijke motor van de Hardenbergse economie, waarbij
het aantal bedrijven de komende jaren zal dalen. Het buitengebied van de gemeente moet
daarom voldoende mogelijkheden geven voor reguliere, grootschalige én nieuwe
(landbouw)ontwikkelingen. De gemeente stimuleert en faciliteert de mogelijkheden tot verbrede
landbouw en agribusiness.
Het belang van een gezonde landbouwsector is groot. Niet alleen in relatie tot ruimtelijke
kwaliteit en het landschap maar ook voor de leefbaarheid en als visitekaartje voor toerisme &
recreatie. Hiervoor zijn in het uitvoeringsprogramma landbouw vier ontwikkelthema’s benoemd:
•
•
•
•
Maximaal benutten van de kansen voor vergroening binnen het Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid (GLB)
Versterken en verbinden van agrofood-, biobased- en energieclusters
Stimuleren van innovatie binnen de landbouwsector
Faciliteren en inpassen agrarische bedrijven met voldoende schaalgrootte
Een voorwaarde hierbij is dat er geen onevenredige aantasting van natuur en milieu plaatsvindt.
Bij schaalvergroting gaat het om het effect van de uitbreiding op de omgeving en niet om de
aantallen dieren. Vaak is hiertoe een Milieueffectrapport (MER) nodig. Voor innovatie en het tot
stand komen van crossovers met andere sectoren vinden wij een faciliterende rol voor de
gemeente op zijn plaats.
Vrijkomend agrarisch vastgoed moet voldoende mogelijkheden (gaan) bevatten voor de vestiging
van bijvoorbeeld starters en fungeert daarbij als kraamkamer voor de bedrijventerreinen. Een
goede inpassing in het landschap is daarbij belangrijk. Deze nieuwe functie mag geen
belemmering vormen voor de agrarische bedrijven. Daarnaast spelen verkeersbewegingen in
relatie tot de omgeving een rol. Particulier landschapsbeheer en het vermarkten van
streekproducten wordt gestimuleerd, net als (tijdelijk) gebruik van braakliggende gemeentelijke
terreinen door mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Ook hier geldt dat dit geen afbreuk mag
doen aan de landschappelijke kwaliteit en geen overlast mag veroorzaken.
Recreatie en toerisme
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
18. De gemeente streeft naar economische groei, in het bijzonder ook in de recreatie & toerisme.
Het streven is dat het aantal gasten per jaar en de duur van het verblijf in het Vechtdal en het
Reestdal toeneemt ten opzichte van 2013. De gemeente geeft uitvoering van de beleidsnota R&T:
“Hardenberg, verblijven, vermaken en verbinden in het Vechtdal”, met prioriteit voor het Vechten Reestdal en het ontwikkelen van een A-merk.
De gemeente stimuleert en faciliteert de mogelijkheden voor binnenvertier en verblijfsrecreatie
en speelt in op nieuwe ontwikkelingen.
De gemeente ondersteunt verbetering van de bevaarbaarheid van de Vecht, rekening houdend
met de natuurlijke omgevingskwaliteit.
23
Verder zet de gemeente innovatie van de kampeersector op de agenda, gekoppeld aan de visie op
het terrein van recreatie en toerisme en in samenwerking met Vechtdal Marketing en Recron.
Er komt een onderhoudsprogramma voor recreatieve fiets- en wandelpaden. De gemeente
draagt hier in de vorm van cofinanciering structureel aan bij.
De gemeente volgt de UNESCO-procedure tot mede-aanwijzing van de Ommerschans als
werelderfgoed op de voet. Hierbij moet voldoende aandacht zijn voor de belangen van de
ondernemers en bewoners in het gebied. De gemeente bevordert in ieder geval de toeristische en
erfgoedpromotie die met deze mogelijke aanwijzing samenhangt.
24
P R O GR A M M A L I J N 3: W E L Z I J N
Ook van deze laatste programmalijn worden de doelstellingen weergegeven en vervolgens
uitgewerkt in programma’s en ambities.
Doelstellingen toekomstvisie
In de toekomstvisie zijn de volgende doelstellingen beschreven:



Vergroten zelfredzaamheid van mensen
Het bieden van een (tijdelijk) vangnet voor mensen die buiten de boot (dreigen te) vallen
Behouden en verbeteren kwaliteit groene ruimte
Vanuit de visie op het sociaal domein staat het welzijn van de mensen centraal. Daarbij geldt als
belangrijkste uitgangspunt dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen welzijn en
welbevinden. Zelfredzaamheid – al dan niet ondersteund door de naaste omgeving /
samenredzaamheid – staat voorop. De gemeente ondersteunt alleen waar dat echt nodig is en gaat
uit van de “eigen kracht” van het individu en zijn omgeving. Vanuit deze visie is het belangrijk dat
iedereen meedoet aan de samenleving en werkt. Wie kan werken hoort niet afhankelijk te zijn van een
uitkering.
Preventie is belangrijk. Ondersteuning vindt individueel en op basis van tijdelijkheid plaats. Naast dat
de gemeente van uitkeringsgerechtigden verwacht dat zij er zelf alles aan doen om de uitkeringsduur
zo beperkt mogelijk te houden, vraagt de gemeente waar mogelijk een tegenprestatie.
Vrijwilligerswerk en mantelzorg zijn van groot belang en worden ondersteund. De jeugd heeft hierbij
speciale aandacht.
Dit alles gebeurt vanuit een gebiedsgerichte benadering. Vanuit het perspectief dat de vraag of
behoefte van de inwoner centraal staat, organiseert de gemeente de ondersteuning zo dichtbij
mogelijk. Zowel in fysieke zin (gebiedsgericht) als in sociale zin (laagdrempelig). Behoeften worden
niet in de eerste plaats benaderd vanuit doelgroepen, leeftijden of leefgebieden (lichamelijk beperkt,
jeugd, psychiatrisch, geriatrisch, werk & inkomen e.d.), maar vanuit buurten, wijken en gebieden. De
inwoner met zijn of haar hulpvraag staat centraal, niet (het aanbod van) de instituties.
Ter ondersteuning van het welbevinden van mensen draagt de gemeente zorg voor het koesteren van
de beschikbare groene ruimte. Rust, ruimte en beleving staan daarbij centraal, maar ontwikkeling
blijft mogelijk (gebiedsgerichte benadering). Hier ligt een directe relatie met Wonen (prettige
woonomgeving) en Werken (gunstig vestigingsklimaat)
De gemeente wil de kwaliteiten van inwoners in de samenleving benutten en versterken. Zorg,
onderwijs en onderlinge hulp staan centraal. Uitgangspunt is een betrokken samenleving en daarin
een betrokken overheid. Mensen zorgen in eerste instantie voor zichzelf en elkaar, pas als dat niet
mogelijk is, stapt de gemeente in. De gemeente Hardenberg kenmerkt zich van oudsher als een
samenleving met een sterke sociale samenhang. Dit geeft een sterke basis, mensen zijn bereid elkaar
te helpen, maar het is hierbij belangrijk dat inwoners ook vragen durven neerleggen bij de eigen
omgeving. Er is vaak enige schroom om dat te doen, mensen vinden het eenvoudiger om naar de
gemeente/overheid te stappen met hun vraag.
25
Er blijft aandacht voor de groep die niet midden in de samenleving staat, die tussen wal en schip
dreigt te raken. Daarbij geldt dat regels moeten, maar dat de mens voorop staat. De gemeente durft
het verschil te maken en tegelijkertijd de inwoner en de professional de ruimte te geven.
Voor de komende jaren hebben wij de volgende programma’s ontwikkeld en uitgewerkt.



Meedoen
Gezond en vitaal
Samen leven
Programma 4: Meedoen
Participatie en werkgelegenheid
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
19. De gemeente bevordert zelfredzaamheid en participatie, waarbij meer mensen zonder werk een
betere aansluiting tot de arbeidsmarkt vinden.
De gemeente richt zich op dienstverlening aan werkgevers, zodat meer mensen met een
uitkering en/of een beperking aan het werk komen. Hiertoe wordt ingezet op het maken van
(banen)plannen met werkgevers, met extra aandacht voor arbeidsgehandicapten en jongeren.
De gemeente wil werken met het principe van een eigen bijdrage in de vorm van meedoen en het
leveren van een tegenprestatie, met name gericht op maatschappelijke participatie.
Uitgangspunt hierbij is maatwerk.
Het plaatsen van mensen met een beperking op de arbeidsmarkt wordt ondersteund. Het liefst in
reguliere banen, eventueel met (financiële) ondersteuning. Waar mogelijk maakt de gemeente
sluitende afspraken met werkgevers, waarbij partijen zich aan elkaar committeren.
De gemeente bekijkt de mogelijkheden om werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt in te
zetten bij bijvoorbeeld het onderhoud van openbaar groen of om taken van onderwijzend
personeel te verlichten.
De gemeente wil een eenduidige benadering van werkgevers en geeft onder andere via het
Dienstenbedrijf en de één-werkgeversbenadering uitvoering aan de Participatiewet. De
gemeente onderzoekt daarnaast de mogelijkheid om een Zorg- of WMO-bedrijf in te stellen voor
het werk als gevolg van de uitvoering van de drie decentralisaties, al dan niet onder eigen
verantwoordelijkheid en/of in samenwerking met andere gemeenten en zorgaanbieders die actief
zijn in het werkgebied. Doelstellingen zijn het creëren van een vernieuwend extramuraal aanbod
en behoud van werkgelegenheid in de zorg binnen de gemeente door middel van een innovatieve
organisatievorm.
De kennisoverdracht aan burgers op het terrein van zorg wordt goed georganiseerd.
26
Bijstand en gemeentelijk minimabeleid
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
20. Het aantal ‘huishoudens met een inkomen van minder dan 110% van het sociaal minimum’ daalt
tot onder de 10% (in 2013 was dit percentage 10,7%).
Ingezet wordt op preventief, activerend en curatief beleid . Er dient adequate schuldhulpverlening
te zijn, gericht op preventie en het voorkomen van terugval. Hierbij wordt de eigen kracht van
betrokkenen en hun directe omgeving ingeschakeld.
In het kader van de aanpak van armoede wordt het onafhankelijk Meldpunt Schulden voortgezet
en wordt gestreefd naar een netwerkorganisatie van maatschappelijke organisaties en financiële
instellingen. Er wordt onderzocht in hoeverre ook volwassen minima via korting gebruik kunnen
maken van de culturele en sportieve mogelijkheden in de gemeente.
Onderwijs en educatie
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
21. Het percentage vroegtijdige schoolverlaters daalt naar 1% in 2018. Jongeren hebben een
startkwalificatie van minimaal een Havo-diploma of MBO-niveau 2.
De gemeente stimuleert en faciliteert de aansluiting van het (MBO- en waar mogelijk HBO-)
onderwijs op de arbeidsmarkt. Ook spant de gemeente zich in om meer afstudeermogelijkheden
(onderzoeken, projecten) voor hoger opgeleiden in de regio beschikbaar te krijgen.
Hiervoor zoekt de gemeente samenwerking met MBO-/HBO-scholen en werkgevers in de
sectoren techniek, toerisme, zorg en zakelijke dienstverlening. De gemeente streeft naar behoud
en uitbreiding van het Regionaal Techniekcentrum (RTC) tot volwaardig techniekcentrum met
aandacht voor verduurzamen van productieprocessen, mechatronica, duurzame energie en
crossovers met andere sectoren.
In het kader van leerplicht/RMC (regionaal meld- en coördinatiecentrum) voert de gemeente
diverse taken en projecten uit.
22. De gemeente blijft werken aan een goede afstemming met het onderwijsveld.
De gemeente blijft inzetten op voor- en vroegschoolse educatie van kinderen. Het aanbod wordt
doorontwikkeld en er wordt invulling gegeven aan de afspraken rond de overdracht van voornaar vroegschool.
De visies van de gemeente en het onderwijs worden verder uitgewerkt; dit richt zich o.a. op de
zorgstructuur in en om de school, de inzet van de ondersteuning, het leerlingenvervoer, de
Participatiewet, leerplicht, voorzieningen op grond van Wmo, de inzet van PGB’s en de
onderwijshuisvesting.
27
WMO-welzijn
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
23. Het vrijwilligerswerk wordt intensief ondersteund. Door gebiedsgericht werken neemt de inzet
van vrijwilligers toe. Sociale cohesie en informele zorg (waaronder mantelzorg) worden versterkt.
De verschuiving van formele naar informele zorg vraagt om het intensiveren van de
ondersteuning van vrijwilligers(organisaties) en mantelzorgers. Deze ondersteuning wordt
geïntensiveerd. Samen met mantelzorgers en vrijwilligers(organisaties) en de gebiedsteams zal
onder andere ingezet worden op informatie en advies, maatwerkondersteuning en waardering.
De hulp aan vluchtelingen blijft binnen de bestaande budgetten goed georganiseerd en adequaat
gefaciliteerd.
Programma 5: Gezond en vitaal
Openbare gezondheidszorg
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
24. De gezondheid en vitaliteit van de inwoners neemt toe. Inwoners doen minder snel een beroep op
zorg/ondersteuning. Dit moet blijken uit de gezondheidsmonitor van de GGD en de
vitaliteitsmonitor die in het kader van het project Vitaal Vechtdal wordt uitgevoerd.
De gemeente blijft gerichte sport- en spelactiviteiten stimuleren voor doelgroepen met een
verhoogd risico op gezondheidsproblemen.
‘Vitaal Vechtdal’, met als doel de preventieve werking die uitgaat van de verschuiving van
aandacht voor zorg en ziekte naar gezondheid en gedrag, wordt doorontwikkeld. Daarvoor is
inzet op een betere samenwerking tussen financiers (zorgverzekeraars en gemeenten) en
zorgverleners noodzakelijk.
De gemeente spant zich in voor behoud en de regionale functie van streekziekenhuis in
Hardenberg. Dit wordt samen met de ontwikkeling van zorggerelateerde voorzieningen nabij het
ziekenhuis met zorgpartners en marktpartijen opgepakt. Functies op de sportboulevard worden
zo mogelijk gecombineerd met het te ontwikkelen gezondheidspark bij het ziekenhuis.
De gemeente blijft actief op het gebied van alcoholmatiging en een gezonde eetstijl. Kinderen (en
via hen hun ouders) zijn de belangrijkste doelgroep. Voorlichting en preventieprogramma’s zijn
met name gericht op het terrein van middelengebruik/verslaving en overgewicht.
De gemeente blijft gerichte sport- en spelactiviteiten stimuleren voor doelgroepen met een
verhoogd risico op gezondheidsproblemen. Hierbij richt de gemeente zich niet alleen op ouderen,
maar ook op jongeren. De gemeente werkt via de JOGG-aanpak (jongeren op gezond gewicht).
De inzet op bredeschool en combinatiefunctionarissen op het gebied van sport en cultuur blijft
gehandhaafd. Ook vroegsignalering speelt hierbij een rol. Met het oog op de preventie moeten
voorschoolse educatie en het primair onderwijs een adequate rol krijgen in de gebiedsteams
binnen het Sociaal Domein.
28
25. Sociale cohesie en informele zorg (waaronder mantelzorg) worden versterkt.
Bij het uitgaan van de eigen kracht hoort ook keuzevrijheid voor de inwoner door de inzet van een
Persoonsvolgend budget en het voldoen van een eigen bijdrage in financiële zin en in natura (als
tegenprestatie). Vanuit het perspectief dat de vraag of behoefte van de inwoner centraal staat,
organiseert de gemeente de ondersteuning zo dichtbij mogelijk, zowel in fysieke zin
(gebiedsgericht) als in sociale zin (laagdrempelig).
Jeugdgezondheidszorg en jeugdhulp
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
26. Het bieden van toegang tot alle vormen van ondersteuning en hulp via de gebiedsteams. De
informatie over en hulp bij het opvoeden en opgroeien is laagdrempelig aanwezig voor de
kinderen / jongeren, hun ouders en professional. De signalering van zorgen/ problemen is zodanig
georganiseerd, dat in een vroeg stadium hulp kan worden gegeven. Hierbij uitgaande van de
eigen kracht, de inzet van de hulp in de directe leefomgeving van het gezin en een integrale
benadering.
De gemeente ziet toe op de nieuwe manier van werken (meer risicogericht)van de
jeugdgezondheidszorg en het concentreren van het aantal consultatiebureaus. Aandacht krijgt de
screening op spraak- en taalstoornissen. We zetten in op eigen kracht en het sociale netwerk van
de jongeren/het gezin. We werken volgens het principe één gezin – één plan – één hulpverlener en
zoeken samenwerking met andere toegangen tot hulpverlening. Het Centrum voor Jeugd en
Gezin wordt geïntegreerd in de gebiedsteams. Het aangaan van inkoopcontracten of/
subsidierelaties met de regionale zorginstellingen geschiedt regionaal.
Programma 6: Samen leven
Openbaar groen en openluchtrecreatie
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
27. De woonleefomgeving van onze inwoners is veilig, gezond en prettig en wordt door de inwoners
als “goed” gewaardeerd.
De gemeente blijft inzetten op gebiedsgericht werken via de Plaatselijke Belangen, om ideeën,
initiatieven, signalen en klachten op te pakken, indien de gemeente daarbij een rol heeft. Ook
blijft de gemeente werken aan een openbare ruimte die schoon, heel en veilig is door middel van
de uitvoering van diverse - periodiek te actualiseren - beheer- en uitvoeringsplannen.
Met het wegvallen van middelen op het terrein van groene diensten zal de gemeente meer dan
voorheen een faciliterende rol vervullen op het gebied van het landschap. Een rol waar de focus
ligt op samenwerken met het maatschappelijke partners en het aanjagen en verbinden van
initiatieven op het terrein van landbouw en het landschap. Een rol waar de gemeente slechts
beperkt middelen voor beschikbaar heeft en die een andere manier van werken vraagt. Een rol
waar de gemeente haar bedrijfsleven en maatschappelijke partners ook helpt aan subsidies van
hogere overheden. Een en ander zoals beschreven in het Uitvoeringsprogramma
landschapsontwikkelingsplan.
29
Bij nieuwe ruimtelijke initiatieven in het buitengebied past de gemeente waar nodig de
kwaliteitsimpuls groene omgeving toe om zo de ruimtelijke kwaliteit van de groene ruimte te
verbeteren. Bij ruimtelijke kwaliteit wordt gedacht aan een goede ruimtelijke inpassing en het
geven van een kwaliteitsimpuls. Om uitvoering te kunnen geven aan de ‘Visienota landbouw’ en
het ‘landschapsontwikkelingsplan’ moet een cofinancieringsbudget verstrekt worden en een
landschapsfonds ingesteld.
De informatie over de effecten op de volksgezondheid van intensieve veehouderij en van
bestrijdingsmiddelen in de bollenteelt, is duidelijker geworden. Momenteel zijn er nationale
onderzoeken over deze onderwerpen gaande, onder meer door de Nationale Gezondheidsraad.
Uit dit onderzoek kan naar voren komen of landelijke regels worden aangepast en of de gemeente
nog aanvullende maatregelen kan of moet nemen.
De vestigings- en gebruiksmogelijkheden voor toerisme, kunst, cultuur, natuur en waterbeheer
zijn in het Reestdal en het Vechtdal toegenomen. Deze gebieden zijn mede waardevol voor de
positieve effecten op de beleving van het woon- en leefklimaat in de woongebieden. De
gemeente faciliteert nieuwe initiatieven en attendeert ondernemende partijen op potentiele
(subsidie-)mogelijkheden.
Sport en accommodaties
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
28. De gemeente streeft naar passende voorzieningen op het gebied van cultuur, sport, zorg,
winkelgebieden en onderwijs. Onderhoud en exploitatie van de sport- en cultuuraccommodaties
is een gedeelde verantwoordelijkheid.
Met het oog op de streekfunctie moet het voorzieningenniveau in Hardenberg en Dedemsvaart
voldoende aantrekkelijk blijven. In de kleinere kernen moet in ieder geval één ontmoetingsplek
aanwezig zijn.
Om de voorzieningen op peil te houden zijn “samenwerking en bundeling” en “gelaagdheid”
leidende principes van gemeentelijk beleid. Ondersteuning van vrijwilligers wordt hiervoor
gefaciliteerd. Financiële (on)mogelijkheden en vraaggericht werken kunnen hierbij botsen met
gelaagdheid. Het streven is om, daar waar sprake is van een meervoudig voorzieningenvraagstuk,
verschillende participanten samen te brengen en in 2015 een toekomstvisie te maken met het oog
op multifunctioneel gebruik.
De gemeente stimuleert en ondersteunt bundeling van sportvoorzieningen. Privatisering of het
overdragen van exploitatie en beheer van sportvoorzieningen heeft de voorkeur. Het streven is de
privatisering van buitensportvoorzieningen in 2018 af te ronden. De gemeente stimuleert en
ondersteunt samenwerking van clubs en organisaties, waardoor sportvoorzieningen effectiever
worden benut. Bij een duidelijk publiek belang wordt een eventuele bijdrage van de gemeente
overwogen.
Het integraal huisvestingsplan voor basisscholen wordt uitgevoerd, ook met als doel voldoende
scholen beschikbaar en bereikbaar te houden op het platteland. De kwaliteit en de capaciteit van
de basisscholen sluit zo veel mogelijk aan bij de leerlingprognoses, waarbij rekening wordt
gehouden met de bereikbaarheid van de scholen en de maatschappelijke rol van het onderwijs.
30
29. Meer sportverenigingen vervullen een actieve, maatschappelijke rol. Daarmee leveren zij een
positieve bijdrage aan de leefbaarheid in de wijk, buurt, dorp of stad
De gemeente stimuleert en faciliteert sportverenigingen om, binnen hun mogelijkheden en
afgestemd op de lokale wensen en behoeften in het kader van de WMO, actief een
maatschappelijke rol te (gaan) vervullen.
Kunst, cultuur en monumentenzorg
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
30. De gemeente streeft naar herkenbaarheid op het gebied van kunst, cultuur en cultureel erfgoed
en wil de deelname aan activiteiten vergroten.
Om de herkenbaarheid van de gemeente te verhogen worden kunst, cultuur en cultureel erfgoed
ingezet in de lokale en regionale promotie en marketing. In diverse zomeractiviteiten worden, in
samenwerking met diverse sectoren en naburige gemeenten, de gemeente Hardenberg en het
Vechtdal en het Reestdal op de kaart gezet. Daarbij stimuleert en borgt de gemeente de
samenwerking van culturele organisaties en partijen.
De gemeente draagt zorg voor een laagdrempelig cultureel aanbod. De gemeente faciliteert de
lokale partijen die middels samenwerking een breed en betaalbaar aanbod ontwikkelen. Daarbij
wordt de kwaliteitsontwikkeling van cultuureducatie (binnen- en buitenschools) gefaciliteerd en
ondersteund. Korte cursussen maakt het voor jongeren mogelijk om kennis te maken met de
diverse culturele disciplines. Hierdoor worden jongeren gestimuleerd om zichzelf te ontwikkelen
en deel te nemen aan culturele activiteiten.
De gemeente maakt kunst in de openbare ruimte toegankelijker. Om het draagvlak te vergroten
krijgen inwoners een actieve rol in uitbreiding en onderhoud van kunstobjecten en cultureel
erfgoed in de openbare ruimte.
31
ROL
GEMEENTE
In de programmalijnen wordt beschreven welke rol de gemeente heeft om de doelstellingen te
bereiken. Wat daarbij telkens terug komt is dat de gemeente een beperkte rol heeft en anderen een
steeds grotere rol pakken/opeisen. De gemeente is één van de spelers in de netwerksamenleving,
waarbij de gemeente als beheerder van de openbare ruimte en veiligheid nog wel een specifieke
eigen taak heeft en in het bijzonder het algemeen belang dient te bewaken.
De markt, inwoners en instellingen zijn de belangrijkste initiatiefnemers en uitvoerders van
ontwikkelingen. Het is van groot belang om dit te onderkennen. De gemeente kan de samenleving
niet maken of sturen, ze kan wel interventies plegen om het publieke belang te dienen. De positie van
een gemeente in de samenleving, die zich door enige bescheidenheid laat kenmerken, heeft grote
consequenties voor haar rol en werkzaamheden.
Een en ander impliceert dat van inwoners en bedrijven wordt verwacht dat zij zelf actiever worden in
het van oudsher publieke domein. Uiteraard alleen indien zij dat wensen. Dat vraagt een omslag in
denken, die deels al is ingezet. Zowel bij inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven, maar
ook bij de bestuursdienst, ons eigen bestuur en de politiek. Dit vraagt om een open en flexibele
houding, maar – als zich een keer een incident voordoet – ook om een recht rug en proberen te
voorkomen dat we in de regelreflex schieten.
In 2012 is de Bestuursdienst Ommen-Hardenberg opgericht. De gemeente verwacht van deze
bestuursdienst kwaliteit en tijdigheid voor een aanvaardbare prijs. De Bestuursdienst moet de
uitvoering van dit meerjarenprogramma oppakken, inclusief de veranderende rol van de
gemeentelijke overheid. Waar nodig kijkt het gemeentebestuur samen met de Bestuursdienst naar de
meest effectieve en efficiënte organisatievorm. Dit is een (continu) proces dat overigens al is ingezet
met de bezuinigingen en de transities in het sociaal domein.
Uitgewerkt in werkwijze gemeentelijke overheid
De gemeente wil minder regels en procedures om meer ruimte te geven aan ontwikkelingen van
burgers en bedrijven. Ook wil de gemeente meer klant- en vraaggericht werken, in plaats van
aanbodgericht en haar inwoners betrekken bij het vormgeven van beleid. Met interactief beleid kan
de gemeente goed horen wat de wensen en mogelijkheden zijn in de samenleving. Daarbij kan
worden aangesloten bij de zogenaamde “overheidsparticipatietrap”. Het idee is dat de overheid de
ladder alleen ‘opklimt’ als dat echt nodig is (en dus zo veel mogelijk loslaat).
|-| Reguleren
|-| Regisseren
|-| Stimuleren
|-| Faciliteren
|-| Loslaten
(overheidstaken en -verantwoordelijkheden uit wet- en regelgeving)
(overheid hecht aan regie in eigen hand en deelt de realisatie met andere partijen )
(overheid bevordert dat anderen oppakken waar zij zelf niet kan of moet handelen)
(overheid faciliteert initiatief van anderen als zij meerwaarde en belang inziet)
(overheid laat taak los en heeft geen bemoeienis op inhoud en proces)
Hoewel de trend is dat de overheid steeds meer loslaat, is duidelijk dat de overheid afhankelijk van
het beleidsterrein en de maatschappelijke omstandigheden steeds een andere rol kiest. Alle treden
van de trap worden dus gebruikt. De opgave is om zo laag mogelijk op de trap te blijven.
De gemeente is actief in haar bestuurlijke en externe netwerken om de gemeente Hardenberg met de
doelstellingen uit deze toekomstvisie goed te positioneren in de complexe samenleving.
De gemeente krijgt een grotere externe oriëntatie met de samenwerking en participatie van burgers,
bedrijven, instellingen en medeoverheden.
32
De gemeente is steeds minder verantwoordelijk voor realisatie en uitvoering. Wel vervult de
gemeente op een aantal terreinen waar een publieke taak ligt een regulerende en een regierol. Deze
rol houdt in dat de gemeente kaders en doelen stelt en samenwerking, ontwikkelingen op gang
brengt, processen stuurt en bewaakt. Ook levert de gemeente een financiële bijdrage aan de publieke
belangen. Ten slotte stimuleert en faciliteert de gemeente gewenste ontwikkelingen met
bijvoorbeeld pilots, planologische medewerking en regels die ruimte geven en zo min mogelijks
obstakels opleveren. Regels zijn een middel, geen doel.
De rol van de gemeente verschuift van uitvoering naar regie en van aanbodgericht naar klant- en
vraaggericht en het ondersteunen van het particulier initiatief, bijvoorbeeld op het gebied van
duurzaamheid (duurzaamheidsfonds). Waar mogelijk maken we gebruik van (markt)partijen die de
uitvoering oppakken.
De rol van de gemeente bestaat uit het programma Betrokken bestuur.
Programma 7: Betrokken bestuur
Dienstverlening en burgerzaken
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
31. Inwoners, ondernemers en andere klanten van de gemeente zijn meer tevreden over de
dienstverlening, bij persoonlijk-, telefonisch en digitaal contact en de dienstverlening sluit aan bij
de klantbehoefte.
Het verbeteren van de (digitale) bereikbaarheid van gemeente via website en het
klantcontactcentrum van de bestuursdienst blijft een speerpunt. Daarnaast blijft de gemeente
investeren in account-, relatie- en casemanagement voor bedrijven. De gemeente denkt mee in
netwerken waar zij kan én waar zij een rol heeft. Uitvoering vindt zoveel als mogelijk plaats door
de samenleving/gemeenschap zelf.
Er komt een onderzoek naar alternatieven voor forensen- en toeristenbelasting, mits de sector
een passende tegenprestatie levert. Het resultaat moet budgetneutraal zijn. Daarnaast wordt de
gemeentelijke begroting vanaf 2016 in een – zoveel als mogelijk – voor ieder goed leesbare en
begrijpelijke vorm uitgebracht.
32. Inwoners, instellingen en bedrijven zien de gemeente als eerlijke partner die vanuit haar eigen rol
positief bijdraagt aan hun wensen en belangen en ze zijn tevreden over de mate van
betrokkenheid bij gemeentelijke trajecten, waarbij ze de ruimte krijgen om mee te denken en
adviseren.
Gebiedsgericht werken wordt gecontinueerd, zowel in het fysieke domein (openbaar gebied) als
in het maatschappelijk domein. De gemeente laat beter zien wat haar rol is en wat ze voor
inwoners, bedrijven en andere doelgroepen kan betekenen. Indien partners bij herhaling niet
voldoen aan gemaakte afspraken, trekt de gemeente zich terug en worden overlegplatformen
afgebouwd.
33
De gemeente betrekt inwoners en betrokkenen bij de ontwikkeling van beleid (co-creatie). De
gemeente wil daarbij steeds minder werken met kant en klare voorstellen, maar de samenleving
oproepen om gebruik te maken van haar eigen kracht. De gemeente denkt mee waar zij kan en zij
een rol heeft. Uitvoering vindt zoveel als mogelijk plaats door de samenleving/gemeenschap zelf.
De schuldpositie van de gemeente dient een ‘houdbare schuld’ te zijn. Hiervan is sprake zolang de
netto schuldquote, berekend volgens de landelijk geaccepteerde formule, niet boven de 130%
uitkomt. Gemeentelijke heffingen worden - met inachtneming van de in 2013 gemaakte
afspraken in het kader van de bezuinigingen - in principe alleen met de inflatiecorrectie verhoogd.
De verdeling van de totale opbrengst van de onroerende zaakbelastingen naar die van eigenaren
van woningen en die van andere gebouwen wordt heroverwogen ten opzichte van eerdere
besluitvorming hierover.
Rijksbudgetten voor het sociale domein worden uitsluitend daarvoor gebruikt. De drie
centralisaties binnen het maatschappelijk domein worden budgettair neutraal doorgevoerd. Voor
Europese en provinciale subsidies voor projecten en/of evenementen wordt cofinanciering
georganiseerd. Tot slot worden de voor- en nadelen van een bestuurlijke fusie met de gemeente
Ommen en de haalbaarheid daarvan binnen twee jaar onderzocht.
33. Inwoners, instellingen en bedrijven zorgen voor een gezamenlijke promotie, een breed gedragen
beeldmerk en grotere naamsbekendheid van Hardenberg (regiocampagne). Het uiteindelijke doel
is huidige bewoners en ondernemers vast te houden, nieuwe inwoners en ondernemers aan te
trekken, bezoekers en toeristen voor regio Hardenberg te interesseren en zo economische spinoff te realiseren.
De gemeente investeert de komende jaren in de regiomarketing, onder de vlag van de campagne
‘Regio Hardenberg. De kracht van gewoon doen’. De gemeente neemt een regisserende en
faciliterende rol aan en legt verbindingen, waardoor partijen zoveel mogelijk zelf aan zet zijn
binnen de regiomarketingcampagne. Hierbij wordt gestreefd naar verlenging en verbreding van
het toeristische seizoen, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van arrangementen met
cultuurvoorzieningen (theater, bioscoop, festivals). Tevens ontwikkelt de gemeente samen met
partners een duurzaam citymarketingbeleid.
Openbare orde en veiligheid
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
34. Bewoners ervaren een verbetering in de beleving en de veiligheid van hun woonleefomgeving.
De gemeentelijke handhavingsverplichtingen worden geïnventariseerd en vervolgens wordt een
prioritering aangebracht. In het kader van preventie worden de inwoners beter voorgelicht over
veiligheidsrisico’s. De gemeente geeft uitvoering aan het jaarlijks vastgestelde beleidsplan op het
gebied van Toezicht en Handhaving. De gemeente verscherpt de handhaving op klachten over
onder andere geluid, verkeer en aantasting van de groene ruimte om overlastsituaties te
verminderen. De afwikkeling van klachten over en het toezicht op deze aspecten krijgt een
hogere prioriteit in de handhavingsuitvoeringsprogramma’s en de daadwerkelijke uitvoering.
34
Bestuur en Bestuursondersteuning
Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?
35. Raad en college worden goed, tijdig en efficiënt ondersteund en voorzien van de benodigde
informatie en middelen om te kunnen voldoen aan de volksvertegenwoordigende, kaderstellende
en controlerende rol en het ten uitvoer brengen van beleid. Dit betreft de reguliere taken van de
organisatie zoals secretariële, adviserende en administratieve ondersteuning van raad (griffie) en
college.
VERTALING
N A A R DE B E G R O T I N G
Zoals in het eerste hoofdstuk aangegeven: dit meerjarenprogramma vormt een belangrijke basis voor
de begroting 2015 e.v.
Hierna volgt een overzicht van de beleidsvelden zoals die zijn ingedeeld bij de programmalijnen en de
programma’s. Hiermee maakt de gemeente inzichtelijk over welke beleidsvelden we het hebben en
schetst het de vertaling van het meerjarenprogramma naar de begroting. De financiële vertaling per
beleidsveld vindt plaats in de begroting.
Indeling begroting 2015 op hoofdlijnen
Programmalijn
Programma
Beleidsveld
Toekomstvisie
Meerjarenprogramma
Begroting
1 Wonen naar wens

Grondexploitatie

Ruimtelijke ordening

Volkshuisvesting en woningbouw

WMO-woonvoorzieningen
Wonen
2 Duurzaam en bereikbaar 
Afvalverwijdering en -verwerking

Riolering en water

Duurzaamheid en milieu

Infrastructuur, bereikbaarheid en verkeersveiligheid

Bedrijven en ondernemers

Landbouw en agribusiness

Recreatie en toerisme
Werken
3 Ondernemen
35
Welzijn
4 Meedoen
5 Gezond en Vitaal
6 Samen leven

Participatie en werkgelegenheid

Bijstand en gemeentelijk minimabeleid

Onderwijs en educatie

WMO-welzijn

Openbare gezondheidszorg

Jeugdgezondheidszorg en jeugdhulp

Openbaar groen en openluchtrecreatie

Sport en accommodaties

Kunst, cultuur en monumentenzorg

Dienstverlening en burgerzaken

Openbare orde en veiligheid

Bestuur en Bestuursondersteuning
Rol gemeente
7 Betrokken bestuur
36
B I J L A G E 1 K E R N B EG R I P P E N
HARDENBERG
E N U I T G A N G S P U N T E N G E M E EN T E
In de toekomstvisie en het bezuinigingsprogramma “Tegen de Stroom in” zijn enkele kernbegrippen
en uitgangspunten verwoord. Hieronder worden deze weergegeven.
Kernbegrippen en nadere uitgangspunten
Voor het bereiken van de gemeentelijke ambities hanteert de gemeente een aantal kernbegrippen.
Hulpmiddelen en criteria die steeds terugkomen in het gemeentelijk beleid. Het gaat om:
 kwaliteit
 zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid
 gelaagdheid en
 bundeling & samenwerken.
Kwaliteit
Kwaliteit betekent een prettige, rustige en veilige woonomgeving. Het betekent een actieve
bevolking, met de zorg voor elkaar, de leefomgeving en de gemeente Hardenberg. Kwaliteit is ook de
eigenheid van de kernen. Kwaliteit gaat ook over goede en eigentijdse voorzieningen.
Kwaliteit betekent een mooie groene ruimte waar mensen graag komen en waar de natuur zich kan
ontwikkelen. Kwaliteit betekent de diversiteit aan landschappen met bijvoorbeeld de Vecht en de
Reest, maar ook de mogelijkheden voor landbouw en toerisme.
Kwaliteit betekent aandacht voor duurzaamheid en een voorbeeldfunctie van de gemeente. Kwaliteit
betekent ten slotte de ondernemingszin van de mensen als kurk van onze regionale economie.
Zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid
De gemeente gaat daarbij uit van de eigen kracht van de samenleving. Dat geldt voor bedrijven,
organisaties en inwoners, zowel op individueel niveau als gezamenlijk.
De mensen, de kernen en de bedrijven kunnen het beste zelf de gewenste kwaliteit realiseren. De
gemeente is daarbij slechts één van de spelers bij maatschappelijke ontwikkelingen. Burgers en
bedrijven krijgen van de gemeente de ruimte en alleen indien echt nodig ondersteuning om
initiatieven te ontplooien. Juist de betrokkenheid van mensen en bedrijven maakt dat kwaliteit voor
de lange termijn kan worden gerealiseerd: de direct belanghebbenden zijn dan namelijk zelf
verantwoordelijk. De gemeente zal haar eigen regelgeving hiervoor zoveel mogelijk beperken en in
overleg met betrokkenen zoeken naar oplossingen als regels in de weg staan. Maatwerk staat daarbij
voorop. De gemeente wil dit uitwerken in een ontwikkelingsgerichte ruimtelijke ordening en het
stellen van prioriteiten in de overige regelgeving.
Het gebeurt dat mensen er niet alleen uitkomen. De rol van de gemeente is dan om mensen weer
zelfredzaam te krijgen. Het accent ligt bijvoorbeeld op re-integratie en het ondersteunen van
mantelzorg. Het gebeurt ook dat mensen initiatieven ontplooien met een publiek belang, zoals het
organiseren van voorzieningen voor sport en welzijn via particulier initiatief. De gemeente kan dan
helpen met een financiële bijdrage. De hoogte van die bijdrage is afhankelijk van de mate waarin de
politiek gewicht toekent aan het publieke belang van deze zaken en het draagvlak binnen de
samenleving. De gemeente zal zaken bewust niet zelf uitvoeren, omdat dit zelfredzaamheid en de
eigen kracht van de samenleving tegenwerkt.
37
Gelaagdheid
Hardenberg is een uitgestrekte gemeente, waar kernen en gebieden verschillende mogelijkheden,
kansen en behoeftes hebben. Kwaliteit verschilt per kern en gebied. Om de gewenste kwaliteit in
deze verschillen en uitgestrektheid te kunnen realiseren, is het denken in lagen een hulpmiddel.
Voor het buitengebied helpt een gebiedsgerichte benadering om de verschillende kwaliteiten goed te
kunnen ontwikkelen. Voor de kernen helpt het om een onderscheid te maken in kleine kernen, grote
kernen en centrale kernen. Voorzieningen kunnen via samenwerking in grote kernen kwaliteit leveren
die dicht bij de mensen is.
Soms is centralisatie nodig om het hoge kwaliteitsniveau van de kritische consument te kunnen
realiseren. Op deze wijze kunnen de regionale voorzieningen in de centrale kernen en de
mogelijkheden op vitale platteland elkaar versterken.
Bundeling & samenwerking
In onze complexe en dynamische samenleving vormen mensen, bedrijven, instellingen en de
gemeente levende verbindingen. Samenwerking biedt de mogelijkheid om kennis en ervaring te
delen en van elkaars sterke punten gebruik te maken. Trends, ICT, economie en natuur houden niet
op bij de gemeentegrenzen, bestuurlijke samenwerking is nodig om gemeentelijke doelstellingen te
kunnen realiseren. Voorzieningen kunnen bijvoorbeeld via samenwerking en bundeling meer kwaliteit
leveren. Bedrijven, onderwijs, zorginstellingen en gemeente kunnen in onderling overleg een
meerwaarde realiseren.
Bovenstaande kernbegrippen zijn in het kader van de visie op het sociale domein uitgewerkt in een
vijftal uitgangspunten. Deze uitgangpunten zijn echter voor de gehele samenleving / alle
gemeentelijke beleidsterreinen geldig. De uitgangspunten zijn:
 meer inwoner, minder overheid
 meer buurt/wijk, minder centraal
 meer preventief, minder curatief
 meer integraal, minder versnipperd
 meer collectief, minder individueel
Meer inwoner, minder overheid
Inwoners en hun omgeving zijn eerst zelf aan zet voor de kwaliteit van de samenleving. Daarvoor is
soms ondersteuning nodig. De gemeente stimuleert goede initiatieven in de samenleving, maar
neemt deze niet over. De gemeente is vooral verantwoordelijk voor de toegang tot de voorzieningen
en voor de integrale en sluitende aanpak van zeer kwetsbare inwoners. De gemeente zorgt voor een
vangnet voor mensen die buiten de boot (dreigen te) vallen. Daarnaast heeft de gemeente een
belangrijke rol in het versterken van de kracht van mensen.
Meer buurt/wijk, minder centraal
De gemeente ziet de wijk als het schaalniveau dat bij uitstek geschikt is voor het organiseren van
ondersteuning aan bewoners. Een wijk heeft een menselijke maat waardoor hulpverlening die dicht
bij de inwoner wordt georganiseerd efficiënt en effectief kan zijn. Per wijk/buurt kan gedifferentieerd
inzet worden gepleegd. Wijk/buurtgericht waar het kan, centraal waar het moet.
Meer preventief, minder curatief
Voorkomen is beter dan genezen. Zowel vanuit sociaal als financieel oogpunt. Genezen vergt altijd
meer tijd en energie dan voorkomen. Bovendien geeft voorkomen over het algemeen positievere
energie dan genezen.
38
Meer integraal, minder versnipperd
De gemeente wil de inwoner centraal stellen, niet de regelingen of organisaties. Dit betekent o.a.
minder regeldruk (maar regels wel handhaven) voor inwoners en bedrijven.
Meer collectief, minder individueel
De individuele situatie van de inwoner staat centraal. Maatwerk het adagium. Toch ligt de oplossing
niet primair bij individuele voorzieningen. Naast eigen inzet en inzet van het sociale netwerk, gaat de
inzet van algemene en collectieve voorzieningen voor individuele voorzieningen.
Afwegingskader bezuinigingen 2013 (Tegen de stroom in): ‘Mensen maken en kleuren de
gemeente’
Hiermee symboliseren wij de kracht die er is in onze samenleving. Dit is in de afgelopen jaren
zichtbaar geworden door de vele resultaten die zijn neergezet. Door samenwerking binnen een sterke
sociale structuur is er veel gerealiseerd. Iedere kern doet het op zijn eigen manier en dat maakt dat er
diversiteit is die kleur geeft aan onze gemeente. In de hele gemeente zijn vele vrijwilligers actief om
hun voorzieningen in stand te houden zodat mensen elkaar kunnen ontmoeten en er lokale binding is.
Deze inzet zien we ook terug bij de vele vrijwilligers en mantelzorgers die zich inzetten voor de
medemens.
Het noaberschap en het naar elkaar omzien leeft gelukkig in onze gemeente. Iets dat we moeten en
ook willen koesteren en stimuleren, omdat het ons sterk maakt en we deze kracht uit de samenleving
ook nodig hebben om onze huidige én nieuwe taken, waaronder de decentralisaties en deze
omvangrijke bezuinigingsopdracht, aan te kunnen. Samen maken en kleuren we de gemeente!
De belangrijke thema’s voor de komende jaren zijn:
1.
Bestendiging van de streekfunctie in Noordoost Overijssel;
2.
Lokaal binden, gemeentelijk verbinden;
3.
Iedereen kan meedoen;
4.
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst;
5.
Dienstverlenend naar elkaar;
6.
Kostenbewustzijn en kosteneffectiviteit
Bestendigen streekfunctie in Noordoost Overijssel
De strategische opgave voor de komende jaren is er op gericht om de centrumfunctie die Hardenberg
heeft in de regio Noordoost Overijssel te bestendigen en waar mogelijk door te ontwikkelen. De
belangrijkste reden is de keiharde noodzaak, mede gezien de ligging van Hardenberg in de regio, om
de bestaande voorzieningen met een regionale functie, voor de inwoners uit de regio te kunnen
behouden en daarmee de centrumfunctie van Hardenberg te kunnen bestendigen.
Ook een gezond economisch klimaat in het hebben van voldoende werk en werkgelegenheid en een
goede bereikbaarheid via de weg en het spoor horen daarbij.
Lokaal binden, gemeentelijk verbinden
Binnen het principe van de gelaagdheid uit de toekomstvisie is het creëren van ontmoetingsplekken
in de kernen een middel geweest om bij te dragen aan lokale binding. Inmiddels beschikt iedere kern
over een ontmoetingsplek. Dit varieert van een sportveld tot een buurthuis of een trapveldje of
speelplaats. Wij vinden dat iedere kern ten minste een ontmoetingsplek moet hebben. Het is daarbij
uiteindelijk de gemeenschap zelf die bepaalt of voorzieningen in stand kunnen worden gehouden,
omdat ze worden gedragen door de inwoners of bezoekers.
39
Via het principe van de gelaagdheid wordt een duidelijk onderscheid gemaakt voor de twee grootste
kernen uit onze gemeente, Hardenberg en Dedemsvaart. Met name in deze kernen zullen de
bovenlokale voorzieningen behouden moeten blijven die voor de inwoners uit de hele gemeente, de
regio en bezoekers belangrijk zijn. Dit zijn de voorzieningen waar iedereen uit de gemeente gebruik
van kan maken en plekken waar mensen uit de verschillende kernen elkaar kunnen ontmoeten. Wij
vinden dat met name in de kernen Hardenberg en Dedemsvaart voorzieningen aanwezig moeten
blijven die nodig zijn om gemeentelijk te kunnen verbinden.
Iedereen kan meedoen
Uitgangspunt is dat iedereen mee moet kunnen doen in onze samenleving. Werk en werkgelegenheid
zijn daarbij een belangrijke randvoorwaarde. Daar valt ook vrijwilligerswerk onder! Vrijwilligers en
mantelzorgers worden steeds belangrijker bij het laten functioneren van de (lokale) samenleving. We
willen dat faciliteren en ondersteunen. Datzelfde geldt voor de inzet op onze relatie met
ondernemers, het faciliteren bij vergunningverlening (minder regels) en beschikbaarheid van
geschikte bedrijventerreinen.
Bij het uitgangspunt van meedoen staat de eigen verantwoordelijkheid van mensen voorop
(zelfredzaamheid). Ieder mens is in eerste instantie verantwoordelijk voor zijn eigen welbevinden.
Waar hulp nodig is, wordt in eerste instantie uitgegaan van de eigen kracht en de samenredzaamheid
vanuit het sociale netwerk waarin iemand participeert. Maar daarmee is niet alles gezegd: er kunnen
zich omstandigheden voordoen waardoor mensen het (tijdelijk) niet alleen redden. De gemeente wil
dan ondersteunend zijn en ziet haar rol vooral in uitvoering van haar primaire taken: zorg voor bed,
bad en brood. De inzet is in eerste instantie gericht op de preventieve kant, maar zal in noodzakelijke
gevallen ook het vangnet zijn. Daarbij geldt dat er regels moeten zijn, maar dat de mens voorop staat.
Verschil durven maken, en de inwoner en de professional ruimte geven.
In een tijd waar de zorgvraag toeneemt en de financiële middelen afnemen zijn rechten daarbij geen
vanzelfsprekendheid meer. Voorzieningen en zorg komen enkel nog terecht bij de mensen die het
echt nodig hebben. De totale bekostiging van de ondersteuning bestaat niet alleen uit de middelen
die de gemeente van het Rijk ontvangt. Vanuit het eigen kracht principe willen we een eigen bijdrage
vragen in de vorm van een geldelijke bijdrage en/of een eigen bijdrage in natura (als tegenprestatie).
Ook hier zal maatwerk geleverd worden. Het uitgangspunt dat de echt kwetsbare groepen in onze
gemeente zoveel mogelijk moeten worden ontzien, blijft van kracht.
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst
De Hardenbergse gemeenschap hecht een grote waarde aan de jeugd. Wij onderschrijven dit en wij
willen daar zo veel als mogelijk rekening mee houden. Investeren aan de voorkant, dat geldt vooral
waar het de inzet en ondersteuning voor onze jeugd betreft. Kinderen en jongeren moeten op een
goede en veilige manier kunnen opgroeien. Ontwikkelingsmogelijkheden voor onze jonge inwoners is
van groot belang. Het kan dan gaan om onderwijs en zorg, maar ook om mogelijkheden voor sport en
cultuur. De jeugd voorbereiden om vanuit eigen keuzes en zelfredzaamheid invulling te kunnen geven
aan hun leven.
40
Dienstverlenend naar elkaar
Als gemeente hebben we dienstverlening hoog in het vaandel staan. Waar we een groot beroep doen
op het behoud van het noaberschap in de samenleving, vinden we dat wij als gemeente ook
dienstverlenend moeten blijven naar onze inwoners, bedrijven en bezoekers toe. Het uitgangspunt
van meedenken blijft daarin voor ons een belangrijke voorwaarde. Dat betekent wat ons betreft niet
dat alles moet blijven zoals het was. Een veranderende samenleving vraagt om een veranderende
dienstverlening.
Wat ons betreft is hier ruimte voor innovatie. Uitgangspunt is dat er aansluiting moet zijn bij de
behoeften van de verschillende doelgroepen die in onze klantenkring zijn te onderscheiden4.
Kostenbewust en kosteneffectief
Een gemeente draait op gemeenschapsgeld. Daar hoort verantwoord omgaan met dat geld bij. Zeker
in tijden dat het voor velen moeilijker wordt. Kostenbewustzijn houdt wat ons betreft ook
kostendekkendheid van tarieven in. Aan de andere kant betekent dit voor ons ook dat inwoners en
gebruikers zich bewust zijn van de (maatschappelijke) kosten van (individuele) voorzieningen
Door het beleid van de ‘kanteling’ voort te zetten, wordt (met het oog op het verkrijgen van draagvlak
voor de aanpak op het gebied van het sociaal domein: meer burger, minder overheid) getracht het
kostenbewustzijn en de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en maatschappelijke organisaties te
vergroten.
Waar we als gemeente voor de gemeenschap kosten maken om voorzieningen in stand te houden,
denk hierbij bijvoorbeeld aan het rioleringsstelsel, dan past het ook om de kosten die hiermee
gemoeid gaan, middels heffingen, door te berekenen aan de gemeenschap. Daar past bij dat de te
maken kosten dan ook zo laag als mogelijk worden gehouden. Waar middelen van het Rijk worden
gekort, wordt het voor ons steeds lastiger om zaken te blijven bekostigen. Als uiterste middel kan
gekeken worden naar de OZB. Wij kiezen hierbij voor "nee, tenzij …" en willen dat middel enkel en
alleen inzetten als daar een voorziening of een taak tegenover staat die het waard is om hiervoor een
extra bijdrage van onze bedrijven en woningbezitters te vragen.
Het uitgeven van gemeenschapsgeld vraagt om een grote mate van kostenbewustzijn en
kosteneffectiviteit. Investeringen worden alleen gedaan als er sprake is van een maatschappelijk
rendement dat opweegt tegen de inzet van de kosten. In de bedrijfsvoering moet het optimum
worden bereikt tussen inzet van mensen en middelen en de diensten en producten die door de
gemeente moeten worden geleverd. Wij vragen de grootst mogelijk efficiency van de Bestuursdienst
Ommen-Hardenberg5.
Ditzelfde vragen wij ook van onze gesubsidieerde instellingen, instanties en partijen. Kwaliteit van
samenwerking en bundelen van maatschappelijke organisaties staat daarin wat ons betreft voorop.
Daarbij hoeden wij wel ook voor de herkenbaarheid voor de burgers. Instanties moeten dicht bij de
burger staan en geen grote, bureaucratische gedrochten op afstand worden. De gemeente zal zich
hier, meer dan voorheen, als regisseur opstellen.
4
Daarbij hebben we uiteraard ook aandacht voor diegenen die minder snel met de digitale middelen kunnen omgaan.
Telefoon en fysiek contact blijft altijd mogelijk.
5
Een en ander is uitgewerkt in het bezuinigingsprogramma “Tegen de Stroom in” van juli 2014.
41
B I J L A G E 2:
ALLES OP EEN RIJ
Programmalijn Programma
Beleidsveld
Meerjarenambitie
Wonen
Grondexploitatie
1.
Wonen naar
wens
Ruimtelijke
ordening
Volkshuisvesting en
woningbouw
WMOwoonvoorzieningen
De gemeente streeft naar een gezonde
grondexploitatie. De algemene reserve
grondbedrijf bedraagt € 4,9 miljoen.
2. Op het gebied van ruimtelijke ordening
faciliteert de gemeente ruimtelijke
ontwikkelingen waarmee de ruimtelijke
kwaliteit van de omgeving wordt benut
en versterkt en waarmee een bijdrage
wordt geleverd aan een vitale,
dynamische en leefbare samenleving en
aantrekkelijke woon- en werkomgeving.
3. De gemeente streeft er - conform de
Woonvisie - naar dat huidige en nieuwe
inwoners met plezier wonen in een
woning die voldoet aan de woonbehoefte
en die past bij de financiële draagkracht
van mensen. Deze woning staat in de
omgeving die zij wensen. Inwoners
krijgen de ruimte om eigen
verantwoordelijkheid te nemen voor hun
leven.
4. In de gemeente zijn voldoende woningen
in de verschillende segmenten
(goedkoop, betaalbaar, midden en duur)
voor de huidige en nieuwe inwoners. Om
dit te bereiken is het nodig dat het aantal
woningen de komende 4 á 5 jaar met 5%
toeneemt ten opzichte van 2013.
5.
Van de totale woningvoorraad is 20%
levensloopbestendig, of
levensloopbestendig te maken en gericht
op het zo lang mogelijk zelfstandig
kunnen blijven wonen. 60% Van de
inwoners met een zorgbehoefte woont
langer zelfstandig thuis in bestaand
vastgoed, waaronder in vrijkomend
(agrarisch) vastgoed. In 2016 woont ten
minste 50% van de huishoudens in een
woonservicegebied.
42
Duurzaam en
bereikbaar
Afvalverwijdering
en -verwerking
6. De gemeente zet in op continueren van
de huidige kwaliteit van inzameling tegen
zo laag mogelijke kosten, duurzaam
gebruik van grondstoffen door maximale
scheiding van waardevolle grondstoffen
en reductie van de hoeveelheid
huishoudelijk restafval.
Riolering en water
7.
De gemeente streeft naar een
doelmatige inzameling, transport en of
verwerking van afvalwater en overtollig
regenwater, opdat de bestemming van
een gebied niet structureel wordt
belemmerd. Daarbij streeft de gemeente
naar een goed gebruik en een doelmatig
beheer van de riolering.
Duurzaamheid en
milieu
8.
De gemeente streeft naar duurzame
leefomgeving voor alle inwoners en bedrijven
met voldoende energiebronnen. Hardenberg
blijft voorloper op het gebied van duurzaamheid, met name bij het stimuleren van
energiebesparende maatregelen, en streeft
naar een energieneutrale gemeenschap.
Infrastructuur,
bereikbaarheid en
verkeersveiligheid
9. De gemeente streeft naar een goede
bereikbaarheid, het optimaliseren van de
regionale stroomwegen en de
fietsverbindingen tussen kernen,
woonwijken en voorzieningen. De
gemeente biedt voldoende
parkeerruimte op de juiste plek, voor de
juiste prijs en voor alle doelgroepen.
10. De OV-bereikbaarheid verbetert en sluit
goed aan op de regionale OVhoofdinfrastructuur.
11. De verkeersveiligheid verbetert, waarbij
het aantal verkeersslachtoffers met
lichamelijk letsel op gemeentelijke wegen
de komende vijf jaar daalt met 5 % ten
opzichte van 2013.
12. Op het gebied van digitale
bereikbaarheid zet het college zich in om
de kansen te benutten om glasvezel ook
voor kleine kernen en het buitengebied
gerealiseerd te krijgen.
43
Werken
Ondernemen
Bedrijven en
ondernemers
13. De gemeente Hardenberg versterkt haar
economische structuur
14. De kern Hardenberg behoudt haar
15.
16.
Welzijn
Meedoen
Landbouw en
agribusiness
17.
Recreatie en
toerisme
18.
Participatie en
werkgelegenheid
19.
Bijstand en
gemeentelijk
minimabeleid
20.
Onderwijs en
educatie
21.
22.
Gezond en
vitaal
WMO-welzijn
23.
Openbare
gezondheidszorg
24.
regionale streekfunctie.
De vestigings- en uitbreidingsmogelijkheden in Hardenberg en
Dedemsvaart zijn verruimd.
Structurele leegstand in de centra van de
grote kernen wordt gezamenlijk met
andere partijen tegengegaan,
bijvoorbeeld door het gebruik van
leegstaande panden voor andere functies
mogelijk te maken. Verbetering blijkt uit
afname van de leegstand.
Hardenberg heeft aandacht voor de
agrarische sector en het landschap.
De gemeente streeft naar economische
groei, in het bijzonder ook in de recreatie
& toerisme.
De gemeente bevordert zelfredzaamheid
en participatie, waarbij meer mensen
zonder werk een betere aansluiting tot de
arbeidsmarkt vinden.
Het aantal ‘huishoudens met een
inkomen van minder dan 110% van het
sociaal minimum’ daalt tot onder de 10%
(in 2013 was dit percentage 10,7%).
Het percentage vroegtijdige
schoolverlaters daalt naar 1% in 2018.
Jongeren hebben een startkwalificatie
van minimaal een Havo-diploma of MBOniveau 2.
De gemeente blijft werken aan een goede
afstemming met het onderwijsveld.
Het vrijwilligerswerk wordt intensief
ondersteund. Door gebiedsgericht
werken neemt de inzet van vrijwilligers
toe. Sociale cohesie en informele zorg
(waaronder mantelzorg) worden
versterkt.
De gezondheid en vitaliteit van de
inwoners neemt toe. Inwoners doen
minder snel een beroep op
zorg/ondersteuning. Dit moet blijken uit
de gezondheidsmonitor van de GGD en
de vitaliteitsmonitor die in het kader van
het project Vitaal Vechtdal wordt
uitgevoerd.
44
25. Sociale cohesie en informele zorg
Jeugdgezondheidszorg en jeugdhulp
Samen Leven
Openbaar groen en
openluchtrecreatie
Sport en
accommodaties
(waaronder mantelzorg) worden
versterkt.
26. Het bieden van toegang tot alle vormen
van ondersteuning en hulp via de
gebiedsteams. De informatie over en
hulp bij het opvoeden en opgroeien is
laagdrempelig aanwezig voor de
kinderen / jongeren, hun ouders en
professional. De signalering van zorgen/
problemen is zodanig georganiseerd, dat
in een vroeg stadium hulp kan worden
gegeven. Hierbij uitgaande van de eigen
kracht, de inzet van de hulp in de directe
leefomgeving van het gezin en een
integrale benadering.
27. De woonleefomgeving van onze
inwoners is veilig, gezond en prettig en
wordt door de inwoners als “goed”
gewaardeerd.
28. De gemeente streeft naar passende
voorzieningen op het gebied van cultuur,
sport, zorg, winkelgebieden en onderwijs.
Onderhoud en exploitatie van de sporten cultuuraccommodaties is een
gedeelde verantwoordelijkheid.
29. Meer sportverenigingen vervullen een
Kunst, cultuur en
monumentenzorg
Rol gemeente
Betrokken
bestuur
Dienstverlening en
burgerzaken
actieve, maatschappelijke rol. Daarmee
leveren zij een positieve bijdrage aan de
leefbaarheid in de wijk, buurt, dorp of
stad.
30. De gemeente streeft naar
herkenbaarheid op het gebied van kunst,
cultuur en cultureel erfgoed en wil de
deelname aan activiteiten vergroten.
31. Inwoners, ondernemers en andere
klanten van de gemeente zijn meer
tevreden over de dienstverlening, bij
persoonlijk-, telefonisch en digitaal
contact en de dienstverlening sluit aan bij
de klantbehoefte.
32. Inwoners, instellingen en bedrijven zien
de gemeente als eerlijke partner die
vanuit haar eigen rol positief bijdraagt
aan hun wensen en belangen en ze zijn
tevreden over de mate van
betrokkenheid bij gemeentelijke
trajecten, waarbij ze de ruimte krijgen om
mee te denken en adviseren.
45
33. Inwoners, instellingen en bedrijven
Openbare orde en
veiligheid
Bestuur en
bestuursondersteuning
zorgen voor een gezamenlijke promotie,
een breed gedragen beeldmerk en
grotere naamsbekendheid van
Hardenberg (regiocampagne). Het
uiteindelijke doel is huidige bewoners en
ondernemers vast te houden, nieuwe
inwoners en ondernemers aan te trekken,
bezoekers en toeristen voor regio
Hardenberg te interesseren en zo
economische spin-off te realiseren.
34. Bewoners ervaren een verbetering in de
beleving en de veiligheid van hun
woonleefomgeving.
35. Raad en college worden goed, tijdig en
efficiënt ondersteund en voorzien van de
benodigde informatie en middelen om te
kunnen voldoen aan de
volksvertegenwoordigende,
kaderstellende en controlerende rol en
het ten uitvoer brengen van beleid.
46
Download