Goede voorbeelden van beschrijvingen GB

advertisement
Voorbeeld beschrijving Goed Beschreven
Tekst is afkomstig uit de werkbladbeschrijving van respectievelijke interventie. Teksten dienen puur ter inspiratie, en als
voorbeeld van goed geformuleerde beschrijving.
Goede voorbeelden GB
Bouwen aan sportstructuur op lokaal niveau waardoor meer mensen gaan sporten/bewegen:
Sportdorp
Probleembeschrijving
De aanleiding van de interventie is het oplossen van een probleem dat zich voordoet in veel buurten in de
provincie Groningen.
De aard van het probleem is dat in veel buurten het huidige sport- en beweegaanbod sober en traditioneel
georganiseerd is. Er is vaak alleen voetbal, volleybal, gymnastiek en tennis of er is soms helemaal geen
sportvereniging. Dit sportaanbod kan vaak alleen beoefend worden via een normaal lidmaatschap. Daarmee
sluit het sport- en beweegaanbod niet aan op de behoeften van de inwoners van die buurt. In verschillende
leeftijdsfasen spreken verschillende sporten aan. De verenigingssport weet volwassenen en ouderen nog niet
goed vast te houden. Ouderen sporten graag in informele groepen en sociale ontmoeting is heel erg belangrijk.
Ook jongeren van middelbare schoolleeftijd haken af bij de sportvereniging, terwijl ze wel graag
ongeorganiseerd bewegen en eveneens ontmoeting heel belangrijk vinden. Verschillende leeftijdsgroepen
willen dus graag anders georganiseerd sporten en bewegen. En wanneer het sportaanbod laagdrempelig wordt
aangeboden (lage kosten, in kortere periodes dan een jaar), zullen meer inwoners deel willen nemen.
Het is dus wenselijk om het huidige sport- en beweegaanbod te vernieuwen vanuit de behoefte van de
inwoners en dit onder te brengen bij de bestaande sportverenigingen of onder de paraplu van een lokaal
samenwerkingsverband van deze sportverenigingen. Oprichting van nieuwe sportverenigingen in een kleine
lokale setting is niet wenselijk i.v.m. concurrentie. Bovendien leidt lokale samenwerking tot een sociale
structuur en daarmee tot een verbetering van de leefbaarheid in die buurt. Met leefbaarheid wordt
aangegeven hoe aantrekkelijk en/of geschikt een buurt en gemeenschap is om er te wonen. Het gaat daarbij
onder meer om het welzijn van de inwoners en de tevredenheid over de leefsituatie. Een sociale structuur in
een buurt leidt tot verhoging van de leefbaarheid.
Wat betreft de omvang en de spreiding van bovengenoemd probleem dat het sport- en beweegaanbod
onvoldoende aansluit op de behoefte van de inwoners; de interventie is ontwikkeld in de provincie Groningen.
In Noord-Groningen is sprake van krimp. Uit onderzoek blijkt dat het aantal sportvoorzieningen afneemt. De
sportvoorziening voorziet voor de meerderheid van de inwoners (kleine dorpen 45%, grotere dorpen 75%) in
een ontmoetingsplek. Twee derde van de inwoners sport in de eigen woonplaats en een kwart sport in een
plaats verderop. Het merendeel van de mensen sport dus het liefste in de buurt. Het is daarom zaak om het
voorzieningenaanbod en ook het sport- en beweegaanbod in de kernen op peil te houden en aan te laten
sluiten bij de behoefte van de inwoners.
Ook in de rest van de provincie Groningen sluit het aanbod steeds vaker niet meer aan bij de behoefte van de
inwoners. Voor ouderen en jongeren die vaak minder mobiel zijn, is verschraling van het sportaanbod
problematisch. Hun sociale activiteiten vinden vaak plaats in ongeorganiseerd verband. Drempels om te gaan
sporten en bewegen voor alle leeftijdsgroepen dienen weggenomen te worden.
In de provincie Groningen zijn maar 19 bevolkingskernen met meer dan 5000 inwoners, de andere 133
bevolkingskernen hebben minder inwoners. Het merendeel van deze ‘buurten’ met minder dan 5000 inwoners
in de provincie Groningen heeft te maken met bovenbeschreven problematiek.
Doel
Voorbeeld beschrijving Goed Beschreven
Tekst is afkomstig uit de werkbladbeschrijving van respectievelijke interventie. Teksten dienen puur ter inspiratie, en als
voorbeeld van goed geformuleerde beschrijving.
Met de interventie Sportdorp; Vitale kernen en buurten wordt sport en bewegen aangeboden in buurten
(dorpen, wijken en kernen) en daarbij bijgedragen aan de volgende doelen(cijfers komen voort uit vier jaar
ervaring uit reeds opgezette Sportdorpen):
1) Meer inwoners uit de buurt vaker laten sporten en bewegen
1a. Het verhogen van de sportparticipatie in twee jaar tijd;
- 15% van de inactieve inwoners is actief geworden/gaan sporten
- 15% van de actieve inwoners is meer actief geworden/vaker gaan sporten
- Deelnemende sportverenigingen hebben gemiddeld 15% meer leden
2) Vanuit de behoefte van de inwoners vernieuwd sportaanbod opzetten
2a. Het in twee jaar tijd realiseren van minimaal 15 keer aantrekkelijk nieuw sportaanbod dat aansluit bij de
wensen en interesses van de verschillende doelgroepen
2b. Het in twee jaar tijd hechten van minimaal 10 keer nieuw sportaanbod (structureel wekelijks, maandelijks
of jaarlijks terugkerend) aan de lokale sportverenigingen of ontstaan samenwerkingsverband met eigen entiteit
(stichting/coöperatie)
3) Samenwerking creëren tussen de lokale organisaties in de buurt (om daarmee een bijdrage te leveren aan
verbetering van de leefbaarheid):
3a. Het in twee jaar tijd creëren van een samenwerkingsverband tussen lokale sportaanbieders en andere
lokale organisaties met een eigen entiteit die als zelforganisatie functioneert
Doelgroep
De primaire doelgroep van “vitale kernen en buurten” zijn alle inwoners van buurten. De interventie is gericht
op een leven lang sporten en bewegen en daarom gericht op alle leeftijdsgroepen. Inwoners uit de buurt
bepalen mede voor welke leeftijdsgroep nieuw sportaanbod wordt opgezet.
Daarnaast kan (niet noodzakelijk) er gekozen worden voor een specifieke doelgroep als onderdeel van de
einddoelgroep. Te denken valt aan mensen met een gezondheids- en/of beweegachterstand.
De intermediaire doelgroep zijn de lokale organisaties uit de buurt en haar vrijwilligers en professionals. De
volgende lokale organisaties kunnen deelnemen en hebben daarin de beschreven rol:
- Sportverenigingen (bestuur, trainers en vrijwilligers)
- Andere lokale (sport)aanbieders (bestuur/directie en sportleiders)
- Buurtorganisaties op het gebied van onderwijs; basisscholen, voortgezet onderwijs (communicatie/stimulatie
van leerlingen)
- Buurtorganisaties op het gebied van zorg en welzijn; buurtcentra, fysiotherapiepraktijken, dorpsbelangen,
kinderopvang en jeugdwelzijnsinstellingen (communicatie/stimulatie eigen doelgroep)
De projectleider ondersteunt deze intermediaire doelgroep in de opstartfase van twee jaar. Hij/zij initieert
bijeenkomsten voor de intermediaire doelgroep en ondersteunt hen in de te nemen stappen van de
interventie.
Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat een buurtsportcoach (indien aanwezig) eveneens ondersteuning biedt
bij de lokale uitvoering door bij te dragen in de promotie, communicatie en stimulatie tot deelname van
verschillende doelgroepen en leeftijdsgroepen.
Download