Dat jongens en meisjes evenveel potentieel hebben en

advertisement
1
PAGES TOOLKIT
INLEIDING: PAGES TOOLKIT, EEN INSTRUMENT OM AAN GENDERGELIJKHEID TE WERKEN
Dat jongens en meisjes evenveel potentieel hebben en dus gelijke kansen verdienen is voor
de meesten vandaag een evidentie. Als opvoeder, ouder of leerkracht staan we daar nog
nauwelijks bij stil. Toch speelt gender, vaak onbewust, vandaag nog steeds een grotere rol
dan je wel zou denken. Genderstereotypen maken, ook vandaag nog, deel uit van de
dagdagelijkse realiteit van onze kinderen.
Al van bij de blauwe/roze wereld van het kraambed wordt duidelijk hoeveel beelden er
vasthangen aan ‘meisjes’ en ‘jongens’. Ouders, grootouders en anderen gaan vanaf dit prille
begin je spruit (on)bewust anders behandelen naargelang het een jongen of een meisje is.
Het wordt niet alleen snel duidelijk dat er jongens en meisjes zijn (sekse). Ook alle ideeën en
verwachtingen die hieraan vasthangen (gender) krijgen kinderen met de paplepel ingegoten.
Jongens zijn sterker, wilder en avontuurlijker en meisjes zijn braver, taalvaardiger en meer
zorgend, toch?
Uit onderzoek blijkt dat driejarigen al behoorlijk stereotiepe ideeën hebben over wat het
betekent om een jongen of meisje te zijn. Niet alleen het beeld dat ze van anderen hebben,
maar ook hun zelfbeeld wordt hierdoor mee vormgegeven.
Natuurlijk bestaan er ook verschillen tussen jongens en meisjes. Elke ouder of opvoeder
ondervindt regelmatig hoe jongens en meisjes op sommige vlakken anders zijn. In hoeverre
dit aangeboren dan wel aangeleerd is, zullen we wellicht nooit helemaal doorgronden. Wel
zeker is dat al te veel denken in “verschillen” onze kinderen beperkt in hun mogelijkheden.
“Echte” jongens en “echte” meisjes bestaan niet. Een genderbewuste opvoeding houdt
rekening met de verschillen, maar staart zich er niet blind op. Er is immers niet één juiste
manier om een jongen of meisje te zijn.
Voor het PAGES project wordt er vertrokken vanuit een specifieke opvoedingscontext,
namelijk lezen met kinderen. Lezen met kinderen is fantastisch. Het prikkelt hun fantasie,
houdt hun interesse vast en voor ze het zelf doorhebben, hebben ze van alles opgepikt over
de wereld rondom hen.
Alleen loopt het ook daar soms mank. Ondanks de enorme variatie aan fantasierijke boeken
op de markt, zijn de beelden over mannen en vrouwen, jongens en meisjes vaak nog
verrassend stereotiep. Voor het PAGES project werd er kritisch omgegaan met het corpus
aan kinderboeken op de markt. Op welke manier kunnen kinderboeken de kritische geest
Grundtvig PAGES project – 2012- www.rosadoc.be/kinderboeken
2
van onze kinderen aanscherpen? Op welke manier geven deze boeken vorm aan de ideeën
rond gender en etniciteit van onze kinderen? Op welke manier kunnen deze boeken de
maatschappelijke stereotypen rond gender en etniciteit opentrekken?
De “PAGES Toolkit” is een instrument voor opvoeders en leerkrachten. Het toont je hoe om
te gaan met problematische gendervoorstellingen in kinderboeken, maar ook hoe je
uitdagendere boeken kan selecteren die gendergelijkheid actief promoten. Aan de hand van
concrete voorbeelden wordt er getoond hoe je discussies en activiteiten kan opzetten met
kinderen rond thema’s als: respect voor jezelf en anderen, het stimuleren van
genderbewustzijn en hoe kinderen aanmoedigen om keuzes te maken gebaseerd op hun
eigen talenten en interesses, wars van maatschappelijke verwachtingen.
THEORETISCHE BENADERING
I.1. HOE SENSIBILISEREN ROND GENDER GELIJKEHEID EN DIVERSITEIT VIA
KINDERBOEKEN?
I.1.1. WAAROM MET KINDERBOEKEN WERKEN?
Verhalen vertellen maakt deel uit van elke cultuur en samenleving, zij het nu mondelinge
verteltradities of via boeken. Het is duidelijk dat het vertellen, luisteren naar en lezen van
verhalen een essentieel onderdeel is van onze sociale en persoonlijke ontwikkeling.
Van de eerste prentenboeken tot spannende peuterverhalen voorgelezen door ouders,
grootouders en andere opvoeders, de meeste kinderen vandaag groeien op met boeken.
Literaire competentie start met deze eerste interacties. Uit onderzoek blijkt dat het
discussiëren met (jonge) kinderen over de personages, het plot en de tekeningen essentieel
is voor een beter inzicht in de vertelde verhalen en zelfs in de eigen levens ervaringen van
kinderen. Het lezen van boeken is geenszins een eenzame activiteit. Integendeel, het praten
over boeken en personages zijn een inherent aspect van het leesplezier. Bij jonge kinderen
is vooral de interactie met volwassenen belangrijk voor hun inzicht. Later, wanneer kinderen
zelf kunnen lezen, wordt er vooral gediscussieerd binnen de vriendenkring en is de interactie
van opvoeders minder groot. Toch blijven ook dan opvoeders hun stempel drukken op het
leesgedrag: als rolmodellen, adviseurs en uitdagers.
Grundtvig PAGES project – 2012- www.rosadoc.be/kinderboeken
3
Ondanks alles zijn er nog steeds heel wat kinderen die zelden of nooit in contact komen met
boeken. Dit is niet enkel het geval voor kinderen met een niet Europese culturele
achtergrond, maar ook in sommige autochtone socioculturele milieus. Weinig lezen hoeft op
zich geen probleem te zijn in huizen met een rijke orale verteltraditie. Toch kan niet ontkend
worden dat geletterdheid een steeds belangrijkere rol speelt in onze samenleving. Net
daarom is het zo belangrijk dat alle kinderen vertrouwd raken met het lezen van boeken.
Voor kinderen die van thuis uit weinig met boeken in contact komen, is de inbreng van
opvoeders en leerkrachten van extra belang.
Wat maakt het lezen van boeken zo essentieel voor onze kinderen?
Tijdens onze kindertijd gaan we op zoek naar onze identiteit en persoonlijkheid. Wie ben ik?
Wat vind ik leuk? Wat kan ik? We onderzoeken niet alleen onze plaats in onze leefwereld,
maar ook onze plaats in mogelijke leefwerelden. Fictieve personages en verhaallijnen geven
ons de fantastische mogelijkheid om te experimenteren. Om te proeven van andere –
misschien onverwachte - mogelijkheden, om verder te kijken dan onze eigen leefwereld. Dit
scherpt onze fantasie en creativiteit.
Bovendien geven boeken ons de kans met diverse personages mee te leven. Al lezend
ondervinden we dat er verschillende kanten zijn aan de waarheid. Deze ervaringen zijn
essentieel voor het aanscherpen van het empatisch vermogen en tolerantie tegenover
anderen. Een noodzakelijke voorwaarde om stereotiep denken te vermijden.
Het bespreken van stereotiepe voorstellingen van gender en etniciteit in kinderboeken is
belangrijk om verschillende redenen.
In de eerste plaats zullen kinderen die zich niet herkennen in deze stereotypen zich
uitgesloten voelen. Doe ik iets verkeerd? Wat is er mis met mij? Is mijn gedrag/ voorkeur/
interesse fout? Moet het zo? Dit moeten we ten alle tijden vermijden. Er is geen ‘juiste’
manier om een jongen/meisje te zijn. Er zijn heel wat mogelijkheden en ze verdienen
allemaal ons respect.
Ten tweede beperken stereotypen de experimenteerdrang. Ze stellen limieten aan de
ontdekkingstochten van kinderen en jongeren. Soms verhinderen ze dat bepaalde
activiteiten uitgeprobeerd worden. Hierdoor worden jongens en meisjes onbewust in een
bepaalde richting geduwd en missen ze kansen om hun eigen potentieel ten volle waar te
maken.
Grundtvig PAGES project – 2012- www.rosadoc.be/kinderboeken
4
Ten tweede beperken stereotypen de experimenteerdrang. Ze stellen limieten aan de
ontdekkingstochten van kinderen en jongeren. Soms verhinderen ze dat bepaalde
activiteiten uitgeprobeerd worden. Hierdoor worden jongens en meisjes onbewust in een
bepaalde richting geduwd en missen ze kansen om hun eigen potentieel ten volle waar te
maken.
Ten derde zullen kinderen die steeds weer geconfronteerd worden met dezelfde (vaak erg
stereotiepe) voorstellingen van ‘anderen’, bijvoorbeeld met een andere etnische
achtergrond, lezen , niet gestimuleerd worden om verschillende perspectieven te
overwegen. Door een gebrek aan diversiteit in voorstellingen, bestaat de kans dat zij deze
voorstellingen voor waarheid aannemen en er zich ook naar gaan gedragen.
Kortom, stereotiepe voorstellingen in boeken beperken kinderen. Boeken die een grotere
diversiteit in genderrollen en etniciteit vertonen, hebben het potentieel in zich tot het
stimuleren van zelfvertrouwen , empathie en communicatie tussen erg diverse maar
gelijkwaardige personen.
I.1.2. STEREOTYPEN: DEFINITIE EN IMPACT
i.1.2.1. Etnische stereotypen
RACISME: VAN OUDE NAAR NIEUWE VARIANTEN
Onze huidige samenleving is in recente jaren geëvolueerd naar een meer politiek correcte
samenleving. Openlijke vormen van racisme, in de jaren 1930, 1940 en 1950 nog schering
en inslag, zijn vandaag maatschappelijk onaanvaardbaar. Desondanks sluimert er onder de
oppervlakte nog heel wat vijandigheid tegenover etnische minderheden.
De levensomstandigheden van bepaalde groepen etnische minderheden is vandaag de dag
nog verre van ideaal. Zij nemen nog steeds niet ten volle deel aan het publieke leven. De
cijfers voor tewerkstelling en politieke participatie zijn nog steeds geen correcte afspiegeling
van het aanwezige potentieel. Integendeel, etnische minderheden zijn nog steeds
oververtegenwoordigd op alle sociaal achtergestelde domeinen.
Laten we enkele vormen van impliciete intolerantie of racisme bekijken.
SYMBOLISCHE RACISME
Symbolisch racisme legitimeert vijandigheid tegenover etnische minderheden gebaseerd op
de waarden van gelijkheid en individualiteit die aan de grondslag liggen van onze Westerse
samenleving.
Grundtvig PAGES project – 2012- www.rosadoc.be/kinderboeken
5
Bijvoorbeeld, als wij allemaal gelijk zijn, dan krijgt iedereen wat hem/haar toekomt,
gebaseerd op zijn/haar inspanningen. Deze visie blijft blind voor de informele discriminaties
in onze samenleving en doet ondersteuningsmaatregelen zoals quota en dergelijke van de
hand als omgekeerde discriminatie.
AFKERIG RACISME: op een armlengte afstand.
De afkerige racist worstelt met de contradictie tussen de eigen principes van
gelijkwaardigheid en de vijandigheid tegenover ‘de andere’ . Zijn oplossing bestaat meestal
uit het vermijden van contact met etnische minderheden. Haat en vijandigheid worden hier
vervangen door ongemak en vermijdingsgedrag wat helaas ook resulteert in uitsluiting en
discriminatie.
VERDRAAIING VAN PERCEPTIE
Bij onrecht of moeilijkheden wordt de perceptie vaak gekleurd door stereotiepe
vooroordelen. Moeilijkheden veroorzaakt door individuen van een etnische minderheid
worden benadrukt. Etniciteit wordt uitdrukkelijk naar voor geschoven als oorzaak voor het
gedrag van bepaalde individuen.
DIFFERENTIËRING
Het benadrukken van de onafhankelijke waarde van elke cultuur, maar ook de
onverzoenbaarheid van verschillende culturen. Deze visie benadrukt de noodzaak tot
segregatie om de eigenheid van elke cultuur te bewaken.
Al deze vormen van racisme impliceren een zekere sociale afstand tussen de meerderheid en
de minderheid. Leden van de minderheid voelen zich afgewezen en niet opgenomen in de
samenleving, wat segregatie verder in de hand werkt. Door de jaren heen werden 3
verschillende houdingen tegenover migranten aangenomen:
De eerste is een assimilatiestrategie: de meerderheid omarmt een minderheid waarvan
verwacht wordt dat ze hun verschillen opgeven ten voordele van de heersende cultuur. Dit
impliceert in zekere zin het erkennen van de cultuur van de meerderheid als superieur.
De tweede is een fusie strategie, waarbij een hogere synthese verwacht wordt door het
vermengen van verschillende culturen in één smeltkroes. Elke cultuur bezit waardevolle
kwaliteiten. Deze positieve elementen zullen zorgen voor een intens relatie tussen de
verschillend culturen met een mengcultuur tot het uiteindelijk gevolg.
Bovenstaande strategieën zijn gericht op het opheffen van de verschillen tussen culturen.
Grundtvig PAGES project – 2012- www.rosadoc.be/kinderboeken
6
De derde strategie is deze van cultureel pluralisme, waarbij de verschillen niet alleen
behouden blijven, maar ook gewaardeerd als onderdeel van het cultureel erfgoed. Deze
strategie streeft de vredevolle co-existentie van verschillende culturen na.
Deze strategie lijkt erg effectief, maar is niet zo simpel als het lijkt. Ze houdt het gevaar van
totale cultuurrelativisme in zich: er zijn geen universele waarden. Alles wordt gezien in
relatie tot het cultuur en de afkomst van het individu.
I.1.2.2. Gender stereotypen
In de huidige samenleving valt er nog steeds niet te ontsnappen aan man-vrouwstereotypen.
Ouders, opvoeders, televisie, boeken, vrienden, collega’s, religies, … we worden overladen
met ideeën en verwachtingen over wat het betekent om een jongen of een meisje te zijn.
Deze verwachtingen overstijgen de louter biologische verschillen tussen mannen en
vrouwen. Om hier beter inzicht in te krijgen, maakt men een onderscheid tussen ‘sekse’ en
‘gender’.
Het concept gender slaat op het sociale geslacht, de ideeën en verwachtingen rond
‘mannelijkheid’ en ‘vrouwelijkheid’. Deze zijn sociaal en cultureel bepaald en worden
voortdurend veranderd, verfijnd en bijgeschaafd. Dit in tegenstelling tot sekse, het
biologische geslacht, de biologische verschillen tussen mannen en vrouwen. Deze zijn
universeel en (meestal) onveranderlijk.
Gender vestigt er de aandacht op dat biologische verschillen vaak vertaald worden in sociale
ongelijkheid waardoor de ene groep in een ondergeschikte positie ten opzichte van de
andere groep worden geduwd als gevolg van stilzwijgende afspraken en normen, die op een
bepaald moment, in een bepaalde samenleving worden gemaakt. Afhankelijk van de situatie
en maatschappelijke context moeten soms jongens en mannen en soms meisjes en vrouwen
het onderspit delven.
Gender speelt een grote rol in ieders leven. Op het persoonlijke niveau geeft gender mee
vorm aan ons zelfbeeld en het beeld dat anderen van ons hebben. Van vrouwen verwacht
men bijvoorbeeld dat ze meer emotioneel en zorgend zijn, bij mannen verwacht men eerder
rationaliteit en competitiegeest. Gender ordent onze samenleving. Zo delen we op in
‘mannenberoepen’ en ‘vrouwenberoepen’. Maar het blijft niet bij ordenen alleen. We
kennen er ook verschillende waarderingen aan toe. Waarbij in de meeste culturen
mannelijkheid hoger gewaardeerd wordt dan vrouwelijkheid. Gender sluipt (vaak onbewust)
ook in onze regelgeving. Opvattingen rond mannen en vrouwen zitten vervat in onze
gewoontes en gebruiken. Ze bepalen wat kan (en wat niet) in onze samenleving. Kortom,
genderverwachtingen vinden hun doorslag in onze gewoontes, in onze regels, onze taal en in
ons denken. (Meer info: kwestie gender op www.rosadoc.be)
Grundtvig PAGES project – 2012- www.rosadoc.be/kinderboeken
7
Ben je man of vrouw of word je het? Zogenaamd mannelijke en vrouwelijke eigenschappen
'kleven' aan de respectieve sekse zodat het lijkt alsof ze natuurlijk zijn en altijd samen
voorkomen, ook al heeft iedereen zowel 'mannelijke' als 'vrouwelijke' eigenschappen. Bv.
meisjes zijn zorgend, jongens zijn ondernemend.
Of de verschillen tussen mannen en vrouwen aangeboren of aangeleerd zijn is een eeuwige
discussie. Wat is het aandeel van genetische, biologische factoren en van sociale, culturele
factoren (opvoeding, media,…)? Deze vragen vormen de kern van het natuur-cultuur debat
over man-vrouwverschillen. Tegenwoordig is er steeds meer consensus dat zowel
biologische als sociale elementen hun invloed hebben. Hoe zwaar elk doorweegt en hoe de
beïnvloeding gebeurt, is nog onderwerp van discussie.
Al wie met kinderen werkt, merkt regelmatig op dat jongens en meisjes anders zijn. Jongens
zijn vaak energieker, houden meer van fysieke spelletjes en hebben een stevige
competitiedrang. Meisjes zijn taalvaardiger, hebben een betere fijne motoriek en zijn vaak
socialer. Of niet? Populaire psychologieboeken spelen gretig in op deze herkenbare
genderstereotypen en geven ons zo het valse gevoel dat jongens en meisjes van twee
verschillende planeten komen. Toch zijn de verschillen tussen jongens en meisjes niet zo
groot als we soms denken. Wetenschappelijk onderzoeken stelden heel weinig verschillen
tussen jongens en meisjes vast en als die er waren, was het verschil niet zo heel erg groot.
Integendeel, de verschillen vallen in het niets vergeleken met de gelijkenissen. De
gemiddelde jongen en het gemiddelde meisje blijken erg gelijk te zijn in vaardigheden,
competenties en interesses.
Hoe komt het dan dat we toch erg veel man-vrouwverschillen lijken te ervaren? We blijken
vooral te zien wat we verwachten te zien. Uit onderzoek blijkt dat heel wat van die
waarneembare verschillen ingegeven worden door onze eigen onbewuste
genderverwachtingen. Zo werd ooit getest hoe goed jonge moeders de gelaatstrekken van
een baby kunnen interpreteren. Eén groep vrouwen luisterde eerst naar een uitleg over
baby Jane en kreeg vervolgens foto's van deze baby te zien. De tweede groep zag precies
dezelfde foto's, maar dacht dat het om baby John ging. Wat bleek? De vrouwen die dachten
een meisjesbaby te zien, ontdekten veel meer nuances en gevoelens in het babygezichtje.
De meeste mensen verwachten nu eenmaal dat een meisje gevoeliger is, terwijl dat zeker
niet zo hoeft te zijn. Bij een gelijkaardig onderzoek kregen moeders babygehuil te horen, dat
ze ook weer moesten interpreteren. De vrouwen die dachten dat er een jongetje huilde,
vonden dat hij boos klonk. En volgens de moeders die een meisje meenden te horen, klonk
het gehuil bang.
Deze onbewuste vooroordelen passen we net zo goed op onszelf toe. Onderzoekers legden
twee klassen lagere schoolkinderen eenzelfde opdracht op: teken deze (geometrische) figuur
na. In de ene klas vertelden ze erbij dat het om een wiskundetest ging, de andere klas dacht
Grundtvig PAGES project – 2012- www.rosadoc.be/kinderboeken
8
mee te doen aan een tekentest. Wat bleek? De meisjes die dachten een tekentest te
ondergaan scoorden significant beter dan de meisjes uit de wiskundetestgroep. Bij de
jongens was er geen verschil te merken tussen de prestaties bij een wiskunde dan wel
tekentest.
Meer over genderstereotypen en hoe ze onze persoonlijkheid vormen vind je op
http://www.rosadoc.be/ehbf/EHBF/gendertirade.htm
Genderstereotypen stellen limieten aan de ontdekkingstochten van kinderen en jongeren.
Soms verhinderen ze dat bepaalde activiteiten uitgeprobeerd worden. Hierdoor worden
jongens en meisjes onbewust in een bepaalde richting geduwd en missen ze kansen om hun
eigen potentieel ten volle waar te maken. Een genderbewuste opvoeding helpt kinderen en
jongeren keuzes te maken gebaseerd op hun persoonlijkheid, los van de heersende
stereotypen.
I.1.3. CRITERIA VOOR HET ANALYSEREN VAN KINDERBOEKEN NAAR GENDER EN ETNICITEIT
Voor het analyseren van kinderboeken naar gender en etniciteit wordt er vooral gekeken
naar de personages in het verhaal: wat is hun sekse? Hoeveel mannen/vrouwen komen er
voor? Waar bevinden ze zich (binnen, buiten, werkdomein, huiselijk domein,…)? Wat doen
ze? Wat is hun relatie met de andere personages?
Volgende vragen kunnen dienen als richtlijn voor een eerste evaluatie:








Hoeveel mannelijke/vrouwelijke personages zijn er in het verhaal?
Zijn het vooral mannen/vrouwen of komen beide ongeveer even vaak voor?
Wie zijn de mannelijke/vrouwelijke personages? (mensen, dieren, dieren in
mensenkleren)
Hoe zien de mannelijke/vrouwelijke personages eruit? Kan je hen onmiddellijk
identificeren als man of vrouw/meisje of jongen? Of is het niet onmiddellijk duidelijk?
Draagt de vrouw/het meisje vb. een schort, lang haar, spelden, juwelen, enz…
Wie zijn de hoofdpersonages van het verhaal en de nevenpersonages?
Zijn de rollen van mannen en vrouwen gelijkwaardig of is er een machtsrelatie?
Zijn er neutrale personages in dit boek? Is daar een duidelijke aanleiding toe?
Is er een overheersende etniciteit in dit boek of weerspiegelt dit boek etnische
diversiteit?
Om na te gaan of een boek gender neutraal is, is het noodzakelijk dat sommige personages
nader bekeken worden.
Grundtvig PAGES project – 2012- www.rosadoc.be/kinderboeken
9
Volgende vragen kunnen hierbij helpen:






Is dit personage man of vrouw, kind of volwassene?
Is dit een hoofdpersonage of nevenpersonage?
Hoe zien de kleren en de accessoires eruit? Welke kleuren genieten de voorkeur? (vb.
blauw voor jongens, roze voor meisjes)
Welke activiteiten doet dit personage op school/werk/dagdagelijkse bezigheden/vrije
tijd?
Hoe is zijn/haar persoonlijkheid en gedrag?
Welke relaties heeft dit personage met de andere personages? Heeft dit personage
enkel contact met personages van hetzelfde geslacht of is er een mix?
Kortom, is het hoofdpersonage een klein meisje met blond lang haar, in roze kleren met een
eenhoorn als vriend en komt ze bijna nooit buiten? Dan heb je te maken met heel wat
genderstereotypering. Dat geldt ook voor moeders die enkel huishoudelijke taken verrichten
of enkel in contact komen met kinderen of andere vrouwen, vaders die altijd buitenhuis zijn
of de krant lezen,…
Soms zijn de stereotypen meer subtiel aanwezig. Kijk ook eens naar de achtergrond. In een
doorsnee reële straat vind je ook mannen met buggy’s en vrouwelijke buschauffeurs
bijvoorbeeld. Representeren de details in de achtergrond van de scenes een reële diverse
wereld?
Bovenstaande vragen geven je een beter zicht op de genderstereotypen die al dan niet
weergegeven worden via de boeken de we lezen.
Grundtvig PAGES project – 2012- www.rosadoc.be/kinderboeken
Download