Leessprong – ik lees met hup: doelen Toetsen VVKBaO Thema 9: Muziek Toets 1: Technisch lezen 1. Woorden lezen van het type: - woorden, samengesteld uit twee naamwoorden; - tweelettergrepige woorden met het voorvoegsel ‘be-’, ‘ver-’ en ‘ge-’; - tweelettergrepige woorden met uitgang ‘-te’, ‘-de’, ‘-er’, ‘-ter’, ‘der’, ‘-en’, ‘-ste’, ‘-je’, ‘-tje’, ‘-pje, ‘-pel’; - tweelettergrepige woorden met een gedekte klinker; - eenlettergrepige woorden met samengestelde medeklinker bij het begin of het einde van een woord. - Correct en nauwkeurig lezen zonder woorden of letters te vervangen en om te keren, weg te laten en over te slaan, in een andere volgorde te lezen, toe te voegen, zonder te haperen, te herhalen, te pauzeren (Le.2.2.1.7) (A) - Nadenken over de plaats van klanken in woorden door te discrimineren, te analyseren, te synthetiseren, klanken te vervangen … (Tb.6.2) (V) - Het analyseren, synthetiseren en hardop lezen van eenlettergrepige woorden met verschillende structuren (Le.2.2.1.4) (V) - Het analyseren, synthetiseren en hardop lezen van bijzondere grafemen (Le.2.2.1.4) (V) Toets 2: Begrijpend lezen 1. Woorden met open en gesloten lettergreep lezen en begrijpen 2. Woorden in verkleinvorm lezen en begrijpen 3. Woorden met ‘aai’, ‘ooi’, ‘eeu’, en ‘oei’ lezen en begrijpen Het analyseren, synthetiseren en hardop lezen van woordstructuur in meerlettergrepige en samengestelde woorden (Le.2.2.1.4) (A) - Correct en nauwkeurig lezen zonder woorden of letters te vervangen en om te keren, weg te laten en over te slaan, in een andere volgorde te lezen, toe te voegen, zonder te haperen, te herhalen, te pauzeren (Le.2.2.1.7) (A) - Nadenken over de plaats van klanken in woorden door te discrimineren, te analyseren, te synthetiseren, klanken te vervangen … (Tb.6.2) (V) - Het analyseren, synthetiseren en hardop lezen van tweelettergrepige woorden met verschillende structuren: grondwoord en achtervoegsels (Le.2.2.1.4) (V) - Correct en nauwkeurig lezen zonder woorden of letters te vervangen en om te keren, weg te laten en over te slaan, in een andere volgorde te lezen, toe te voegen, zonder te haperen, te herhalen, te pauzeren (Le.2.2.1.7) (A) - Nadenken over de plaats van klanken in woorden door te discrimineren, te analyseren, te synthetiseren, klanken te vervangen … (Tb.6.2) (V) - Het analyseren, synthetiseren en hardop lezen van tweelettergrepige woorden met verschillende structuren: bijzondere grafemen (Le.2.2.1.4) (V) Toets 3: Begrijpend lezen 1. Zelfstandig aan een opdracht werken 2. De goede zin bij een prent aanduiden Kinderen ontwikkelen tot autonome leerders (W.O.-0.8) (V) Talige boodschappen waarnemen: de associatie van talige en niet-talige informatie (Le.1.2) (V) Toets 4: Begrijpend lezen 1. Zelfstandig aan een opdracht werken 2. Een tekst lezen en begrijpen Kinderen ontwikkelen tot autonome leerders (W.O.-0.8) (V) - Boodschappen begrijpen: beluisterde verhalen, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen (L.2.2.2.1) (V) - Talige boodschappen integreren: op vragen antwoorden, … (L.3.2.2) (A) Toets 5: Stellen 1. Een of twee zinnen bij een prent schrijven 2. Een vervolg bij een verhaal bedenken Teksten uitschrijven, rekening houdend met de afstand en met het verwerkingsniveau: onvolledige beelden aanvullen (Le.2.2.4) (V) Teksten uitschrijven, rekening houdend met de afstand en met het verwerkingsniveau: onvolledige beelden aanvullen (Le.2.2.4) (V) Toets 6: Taalbeschouwing 1. Het juiste woord in een zin invullen Nadenken over de samenhang tussen woorden en de objecten, handelingen en kenmerken waarnaar ze verwijzen (Tb. 19.1) (V) 2. Het verwijswoord in een zin vinden en Nadenken over woorden (signaalwoorden, kunnen aangeven naar wie het verwijst. verwijswoorden) die structureel belangrijk zijn in de tekst, om zo de tekst beter te begrijpen (Tb.17.2) (A) 3. Het juiste relatiewoord invullen Nadenken over woorden (signaalwoorden, verwijswoorden) die structureel belangrijk zijn in de tekst, om zo de tekst beter te begrijpen (Tb.17.2) (A) - Nadenken over de samenhang tussen woorden en de objecten, handelingen en kenmerken waarnaar ze verwijzen (Tb. 19.1) (V) 4. Aanduiden welk woord niet in de rij past Woorden onderscheiden en erover nadenken: weggelaten woorden in een reeks (L.1.2.2) (V)