Weefselvloeistof Constant intern milieu Door negatieve terugkoppeling Negatief betekent omkerend Bloedplasma Hoge registratie -> Remming Interne milieu Homeostase Normwaarde Lage registratie -> Stimulering Niveau wat gelijk moet blijven Intensiteit stofwisseling Basisstof 1 Homeostase Moet constant blijven Lichaamstemperatuur Warmteproductie Activiteit spieren Warmteafgifte Bloed -> Verwijd bloedvaten Huid -> Zweten Opslag Bouw Centrale zenuwstelsel Glycogeen in lever en spieren Blijft in lichaam maar buiten interne milieu Vet in onderhuids bindweefsel en geel beenmerg Grote hersenen Kleine hersenen Hersenstam Ruggenmerg Basisstof 2 Bouw ZS Perifere zenuwstelsel Zenuwen Animale ZS Bewust Vegatieve ZS Onbewust Functie Parasympathisch ZS Rust Orthosympathisch ZS Actief Autonome ZS Stap 1: In Zintuigcellen ontstaan impulsen door prikkels Receptoren Stap 2: Zenuwcellen geleiden impulsen naar het CZS verwerken deze en geleiden impulsen van CZS Conductoren Stap 2: Spieren/Klieren reageren op impulsen. Effectoren cellichaam Impulsen worden voortgeleid Uitlopers Basisstof 2 Werking ZS naar cellichaam toe Dendriet Axon van cellichaam af Myelineschede Lange uitloper Bestaan uit cellen Schwann Insnoering (ruimte tussen Schwann cellen Synapsen Neuronen (zenuwcellen) Sensorische neuronen Gevoelscellen Plaats waar impuls van ene cel naar andere cel gaat Receptor -> CZS Lang dendriet, Korte axon Motorische neuronen Bewegingscellen CZS -> effectoren Meer korte dendrieten, 1 lange axon Schakelneuronen Schakelcellen Geheel in CZS sensorische -> motorische Gevoelszenuw 3 typen zenuwen: Uitlopers van sensorische neuronen Bewegingszenuw Uitlopers van motorische neuronen Gemengde zenuw Uitlopers van sensorische en motorische Voortgeleiden van impulsen langs het celmembraan Impulsgeleiding Fases Rust Binnenkant celmembraan - lading (10mV) Actiefase Binnenkant celmembraan korte tijd + lading Na actiefase Herstelfase Basisstof 3 Impulsen Korte tijd geen impulsen voortgeleiden Grootte van verandering in lading Impulssterkte Aantal impulsen per tijdseenheid door neuron Impulsfrequentie Hoe sterker de prikkel, hoe hoger impulsfrequentie Bij neuronuitlopers met myelineschede Sprongsgewijze impulsgeleiding Van insnoering naar insnoering Grotere geleidingssnelheid Prikkeldrempel Kleinste prikkelsterkte die een impuls veroorzaakt Kunstmatige prikkeling Impulsen in 2 richtingen voortgeleid Synapsknopjes Presynaptisch element Bouw Basisstof 3 Synapsen Synapsspleet Veel mitochondriën Synaptische blaasjes met transmitterstof Aanvoerend axon Transmitterstof Exciterend Kunnen impulsenveroorzaken. Tussen synapsknopjespostsynaptisch membraan Inhiberend Ontspant Acetylcholine, dopamine, adrenaline, noradrenaline Postsynaptisch membraan Nodig om lichaam te beschermen Vaste, snelle, onbewuste reactie op bepaalde prikkel Basisstof 3 Reflexen Reflexboog Zorgen voor houdingen en processen in lichaam Weg die impulsen afleggen bij een reflex Receptor Bestaat uit Effector Sensorisch neuron ruggenmerg schakelneuronen motorisch neuron Energie nodig Assimilatie Parasympathisch deel Rust Impulsen via 2 zenuwen naar doelwitorganen Verlaging ademfrequentie en hartritme Basisstof 4 Autonome ZS Versnelling vertering Dissimilatie Orthosympathisch deel Actie Energie vrijmaken Impulsen via ganglia naar doelwitorganen Verlaging vertering Verhoging ademfrequentie en hartritme Regelt ademfrequentie Ademcentrum Inspanning -> Hoge pCO2 -> impuls ademcentrum -> impuls ademhalingsspieren -> Sneller ademhalen Geven impulsen aan ademcentrum Chemoreceptoren Basisstof 4 Ademen In Aorta en halsslagaders Sinusknoop In het hart Endocriene klieren Interne milieu Blijft in bloed Basisstof 5 Externe milieu Exocriene klieren Hele lichaam Hormoonklieren Hypofyse Schildklier Eilandjes van Langerhans Hormoonstelsel Zenuwstelsel Langzaam Bijnieren Langdurig Geslachtsklieren Snel Kortdurend Thyroxine Progesteron Genregulatie Hormonen in vet oplosbaar Testosteron Langzamer Kunnen door celmembraan heen Basisstof 5 Hormonen Kunnen niet door celmembraan heen Sneller Second messenger Niet in vet oplosbaar Insuline Glucagon