Palliatieve zorg In opdracht van Laurens en de Hogeschool Rotterdam Begeleid door D. A. Verberne-Nuijten Janka van Emaus Linda de Bode Fatima Lamech Wasoo Myrlidou Michelle Metz Jeroen In den Braekt Joris van der Voort PMG Groep 48 28-6-2013 Inhoud Voorwoord .............................................................................................................................................. 2 Inleiding ................................................................................................................................................... 3 Wat houdt het begrip kwaliteit van leven in? ......................................................................................... 4 Factoren die een rol spelen bij de kwaliteit van leven van de palliatieve zorgvrager ............................ 6 Welke meetinstrumenten bestaan er om de kwaliteit van leven van de palliatieve zorgvrager te meten? .................................................................................................................................................... 7 Voorwaarden voor het leveren van goede palliatieve zorg .................................................................... 9 Onderzoek ............................................................................................................................................. 11 Inleiding ............................................................................................................................................. 11 Resultaten .......................................................................................................................................... 11 Conclusie ............................................................................................................................................ 12 Discussie............................................................................................................................................. 12 Aanbevelingen ................................................................................................................................... 12 Literatuurlijst ......................................................................................................................................... 13 Wat houdt het begrip kwaliteit van leven in? ................................................................................... 13 Factoren die een rol spelen bij de kwaliteit van leven van de palliatieve zorgvrager ....................... 13 Welke meetinstrumenten bestaan er om de kwaliteit van leven van de palliatieve zorgvrager te meten? ............................................................................................................................................... 13 Voorwaarden voor het leveren van goede palliatieve zorg .............................................................. 13 Bijlage .................................................................................................................................................... 14 1 Voorwoord PMG staat voor Projectmatig en Multidisciplinair werken aan Grootstedelijke Vraagstukken. Gedurende onderwijsperiode 3 en 4 van dit studiejaar, hebben wij in groepsverband, een project uitgevoerd met verschillende disciplines. Onze opdrachtgever voor deze opdracht was zorginstelling Laurens met als opdracht onderzoek te verrichten binnen de palliatieve zorg geleverd door Laurens. Onze contactpersoon vanuit Laurens was mw J. Schemkes en mw. D. Verberne-Nuijten was onze begeleidster vanuit de Hogeschool Rotterdam. Wij wilden graag meewerken aan het project om ervaring op te doen in multidisciplinair samenwerken. Voor dit project hebben wij gekozen voor het onderwerp: kwaliteit van leven in de laatste levensfase van de palliatieve zorgvrager in Laurens. Wij hebben aan de hand van het gekozen onderwerp besloten een literatuurstudie te doen. Door middel van een enquête hebben wij verschillende gegevens verzameld. In de enquêtes staat de vraag, welke activiteiten of middelen er nodig zijn om de kwaliteit van leven van de palliatieve zorgvrager te verbeteren, centraal. Ons doel was, inzicht te geven in de wensen van palliatieve zorgvragers bij Laurens. Wij willen. Mw. J. Schemkes en Mw. D. Verberne-Nuijten bedanken voor de hulp bij het tot stand komen van dit project. Ik wens u veel leesplezier. 2 Inleiding In de praktijk vandaag de dag, is vaak terug te zien dat patiënten wel de zorg krijgen die ze nodig hebben, maar dat niet specifiek gefocust wordt op de kwaliteit van leven van cliënten. Verpleegkundigen weten, in de palliatieve levensfase, vaak precies welke zorg de cliënt nodig heeft om lichamelijk in orde te blijven of niet te snel achteruit te gaan, maar er wordt niet gekeken welke waarden de cliënt als belangrijk ervaart om de kwaliteit van leven hoog te houden of te verbeteren. Goede palliatieve zorg draait niet alleen om het ondersteunen van cliënten in hun laatste levensfase, door bijvoorbeeld wonden te verzorgen, maar draait vooral ook om het weten wat de cliënt als fijn en prettig ervaart. Door bijvoorbeeld een praatje te maken met mensen, gaat de verpleegkundige niet alleen met de substantiële dimensie, maar ook met de relationele dimensie van de cliënt, aan de slag. Er wordt weinig gevraagd, aan de cliënt, hoe hij of zij, zijn/haar kwaliteit van leven beoordeelt en wat er mogelijk gedaan zou kunnen worden om deze kwaliteit van leven te verbeteren. Met betrekking tot dit probleem heeft onze projectgroep in opdracht van Mw. J. Schemkes onderzoek gedaan naar de kwaliteit van leven van de palliatieve patiënten. In ons plan van aanpak voor dit project stond ons doel als volgt beschreven: “Onze projectgroep zal dus onderzoek doen naar de kwaliteit van leven bij de palliatieve patiënten van Laurens, hoe zij de kwaliteit van leven ervaren in de fase waarin zij zorg verleend krijgen van Laurens. Om de hoofdvraag: “Hoe breng je de kwaliteit van leven van de palliatieve zorgvrager in kaart?” te beantwoorden, hebben we als projectgroep een aantal deelvragen opgesteld. Deze deelvragen/deelonderwerpen hanteren we als speerpunten voor ons verslag: Wat houdt het begrip kwaliteit van leven in? Welke factoren spelen een rol bij de kwaliteit leven van de palliatieve zorgvrager? Welke meetinstrumenten bestaan er om de kwaliteit van de palliatieve zorgvrager te meten? Wat zijn de voorwaarden van het leveren van goede palliatieve zorg?” Deze vragen hebben wij getracht te beantwoorden vanuit het oogpunt van de palliatieve zorgvragers binnen Laurens, met behulp van de gegevens die wij verzameld hebben met ons onderzoek. Daarvoor hebben wij enquêtes verspreid onder de palliatieve zorgvragers, die bij Laurens zorg krijgen. Wij vragen hen hierin naar hun mening betreffende hun kwaliteit van leven. Het doel is om zo de meningen/ervaringen van de palliatieve zorgvragers over de kwaliteit van leven te verzamelen. Deze meningen/ervaringen geven weer, wat volgens hen nodig is om een goede kwaliteit van zorg te krijgen, zodat de kwaliteit van leven zoveel als mogelijk behouden blijft. Aan de hand van de verkregen informatie uit de enquêtes zullen wij een conclusie beschrijven en enkele aanbevelingen doen. Ook beschrijven wij enkele aanbevelingen voor de Hogeschool Rotterdam. Het eindverslag zullen wij aanbieden aan Mw. J. Schemkes en Mw.Verberne-Nuijten. Daarnaast zullen wij de gevonden informatie en aanbevelingen toelichten in een presentatie op 26 juni 2013, waarvoor wij Mw. J. Schemkes, ook zullen uitnodigen. 3 Wat houdt het begrip kwaliteit van leven in? De verklaring van het begrip kwaliteit van leven is: Het functioneren van een persoon op fysiek, psychisch en sociaal gebied, zoals die persoon het functioneren zelf ervaart. Kwaliteit van leven bestaat uit objectieve aspecten (als gevolg van de gezondheid, een bepaalde beperking hebben) en subjectieve aspecten (het oordeel van de persoon over zijn gezondheid). De belangrijkste vraag is hoe iemand zijn gezondheid ervaart. Er zijn vier domeinen waar kwaliteit van leven uit bestaat: - lichamelijk (pijn) - psychisch (angst of depressie) - sociaal ( gezin ,vriendenkring) - autonomie (welke dingen kan de patiënt nog zelf) Een aantal factoren die een rol spelen bij de kwaliteit van leven zijn: materiële levensstandaard, economische risico’s, lichamelijk welbevinden/gezondheid, opleiding en beroep, maatschappelijke participatie en vertrouwen, sociale verbanden en relaties, fysieke risico’s, milieu en leefomgeving en mentaal welbevinden. Om deze factoren te verduidelijken zullen ze hieronder stuk voor stuk worden uitgewerkt. Materiële levensstandaard. Met materiële levenstandaard wordt het niveau van welvaart van een persoon bedoeld. Hierbij kun je dus ook denken aan de koopkracht van een persoon. Dit alles draagt bij aan de keuzevrijheid die mensen hebben om hun leven in te richten. Toch blijkt dit niet een zeer grote invloed te hebben, op het geluk wat mensen daardoor ervaren. Wanneer iemand mooie dingen kan kopen, omdat hij of zij genoeg inkomsten heeft, leidt dit al snel tot gewenning waardoor het dus geen grote invloed heeft op het geluk en kwaliteit van leven. Zeker bij de palliatieve zorgvrager speelt dit een minder grote rol. Economische risico’s. Hiermee wordt de onzekerheid die mensen hebben over de materiële levensstandaard in de toekomst bedoeld. Dit door bijvoorbeeld verlies van inkomen waardoor er minder in eigen levensonderhoud kan worden voorzien. Vooral nu er gekort wordt op de pensioenen en ook in de zorg, kan het voor ouderen nog best wat stress en onzekerheid opleveren. Dit zorgt weer voor een beperkt welbevinden. Lichamelijk welbevinden/gezondheid. Men geeft aan dat goede gezondheid grote invloed heeft op een beter welbevinden en dus ook op de kwaliteit van leven van mensen. Aangezien palliatieve zorgvragers te maken hebben met een verminderde gezondheidstoestand, door het hebben van een chronische/niet meer te genezen ziekte, zal dit grote invloed hebben of hebben gehad op de kwaliteit van leven. Ook het lichamelijk welbevinden is van belang. Hierbij wordt niet alleen de conditie van het lichaam bedoeld, maar ook de verzorging ervan. Hiervoor zijn palliatieve zorgvragers vaak afhankelijk van hulp. 4 Opleiding en beroep. Wanneer iemand een hogere opleiding heeft gehad, heeft dit ook invloed op de manier van leven en de mogelijkheden om de levensloop te bepalen. Uit onderzoek wijst dan ook dat opleiding samenhangt met inkomen, levensduur, gezondheid en maatschappelijke participatie (OECD, 2011). Het heeft dus allemaal indirecte invloed op de kwaliteit van leven. Ook het beroep dat uitgevoerd wordt, vaak nadat een bepaalde opleiding is afgerond, is van belang bij het welzijn van mensen. Hierbij gaat het niet alleen om het inkomen, maar ook om de persoonlijke ontwikkeling en het zelfvertrouwen wat het beroep geeft. Maatschappelijke participatie en vertrouwen. Hierin wordt het contact, van cliënten, met anderen bedoeld. Dit kan vrijwilligerswerk, buurtbetrokkenheid enz. zijn. Deze factoren dragen bij aan het persoonlijke welzijn. Bij ouderen is dit echter vaak familie, vrienden en kennissen, andere cliënten en verzorgenden. Wanneer mensen goed maatschappelijk kunnen participeren, zitten ze lekkerder in hun vel. Door participatie in de maatschappij wordt ook het sociale netwerk verhoogd. 5 Factoren die een rol spelen bij de kwaliteit van leven van de palliatieve zorgvrager Kwaliteit van leven, en dan vooral het subjectieve welzijn van de cliënt, speelt een steeds belangrijkere rol bij (palliatieve) zorgvragers. Bij palliatieve zorgvragers spelen dan ook meerdere aspecten van het leven, dan alleen de gezondheidstoestand, een rol. Hierdoor moet er bij de zorgverlening ook met meerdere aspecten van het leven rekening worden gehouden. Dit om de kwaliteit van leven bij de zorgvrager zo hoog mogelijk te houden. Voor onze PMG opdracht hebben we ook enquêtes gehouden om er achter te komen wat de palliatieve zorgvrager belangrijke factoren voor kwaliteit van leven vindt. In onze enquête hebben wij onder andere naar de volgende onderwerpen gevraagd: Inspraak De palliatieve zorgvrager heeft graag zelf de regie over de laatste levensfase. Hierbij vinden ze het belangrijk om mee te kunnen praten over de geleverde zorg en hierover hun mening te kunnen geven zodat de zorg zo nodig aangepast kan worden. Dit hebben wij bevraagd omdat, met eigen inspraak van de patiënt ook een groot stuk zelfstandigheid terug wordt gegeven aan de patiënt wat uit andere studies ook naar voren komt als belangrijke levenswaarde. Familie De palliatieve zorgvrager ervaart steun van de familie als zeer prettig. Ze vinden het fijn dat hun naasten ze steunen in dit moeilijke proces. Ze ervaren uit de steun veel kracht en het verzacht hun lijden enigszins. Tijd voor de palliatieve zorgvrager De palliatieve zorgvrager vindt het prettig als de zorgverlener tijd heeft om met hem of haar een praatje te maken. Soms hebben ze daar behoefte aan als het ze allemaal te zwaar wordt. Ze ervaren veel steun uit zo’n kort gesprekje. Serieus genomen worden De palliatieve zorgvrager vindt het belangrijk dat de verpleging hem of haar serieus neemt bij zijn klachten. Als de patiënt bijvoorbeeld zegt pijn of kou te ervaren dan moet hierop actie worden ondernomen door de verpleging. De zorgverlener kan niet voelen wat de patiënt ervaart, dus moet de palliatieve zorgvrager serieus worden genomen. 6 Welke meetinstrumenten bestaan er om de kwaliteit van leven van de palliatieve zorgvrager te meten? Voordat er verder zal worden ingegaan op meetinstrumenten voor het meten van de kwaliteit van leven, zal eerst gekeken worden hoe de kwaliteit van leven gemeten wordt zonder specifiek meetinstrument en ook hoe dit gedaan wordt binnen onderzoeken en studies. Allereerst is er een stuk overgenomen uit de ethische leerlijn van de opleiding verpleegkunde aan de Hogeschool Rotterdam. Hier wordt ook gesproken over het meten van de kwaliteit van leven alleen zonder specifiek meetinstrument. Bij deze meting wordt specifiek gekeken naar een paar aspecten van het leven die een rol zouden spelen bij de kwaliteit van leven en hoe mensen deze kwaliteit ervaren. De aspecten die hierbij apart benoemd worden zijn; De subjectieve beleving, het fysieke functioneren en het sociale functioneren. Bij deze manier van onderzoek is de uitkomst dus afhankelijk van de eigen beleving van de patiënt en zullen er dus sneller verschillen optreden, in de uitkomst van de kwaliteit van leven tussen mensen met dezelfde aandoening. Er is na gevraagd of er bij Laurens al een specifiek meetinstrument was om de kwaliteit van leven te meten. Volgens mevr. J. Schemkes, medewerkster bij Laurens, was er bij Laurens nog geen instrument aanwezig om de kwaliteit van leven bij mensen te meten. Na enig online onderzoek blijkt, dat er verscheidene klinimetrie aanwezig is om de kwaliteit van leven (ook wel QoL: Quality of Life) van mensen te meten. Er zijn verscheidene QoL Questionnaires. De verschillende questionnaires zijn bedoeld voor verschillende doelgroepen. Zo zijn er bijvoorbeeld questionnaires speciaal bedoeld voor mensen met Parkinson. Bij de bronnen staat tevens ook een website vermeld waar een groot aantal Quality of Life questionnaires opstaan voor verschillende doelgroepen. Hoewel de vragen in deze questionnaires natuurlijk zo specifiek mogelijk aan de doelgroepen zijn gekoppeld, kan er wel worden gesproken dat de onderwerpen van de vragen in grote lijnen hetzelfde zijn. Zo is te zien dat 2 onderwerpen steeds weer terug komen, dat zijn: de mate van zelfstandigheid in het dagelijks leven en de sociale contacten. Nu is het begrip zelfstandigheid nog heel groot, vaak wordt dit opgedeeld in kleinere deelonderwerpen zoals; bewegen, naar buiten gaan, zelfstandigheid in het huishouden en nog allerlei variaties hier op. Zo lijkt het er dus op dat mensen zelfstandigheid en sociale contacten altijd belangrijk vinden. Bij de sociale contacten gaat het er vooral om wie dit zijn, hoe vaak ze gesproken of gezien worden en de rol van deze sociale contacten voor mensen. Er zijn dus in de verschillende questionnaires wel generieke elementen en waarden van leven die worden uitgevraagd. Bij palliatieve patiënten zou bijvoorbeeld dus gevraagd kunnen worden wat zij graag weer zelf zouden willen gaan doen en vervolgens kan er met een fysiotherapeut of ergotherapeut gekeken worden of deze doelen nog haalbaar zijn. Mocht dit zo zijn, dan zou de patiënt dit met behulp van één van de disciplines weer kunnen gaan oefenen om zo de mate van zelfstandigheid proberen te verbeteren. 7 Bij alle questionnaires over de kwaliteit van leven is er eigenlijk onderscheid te maken in 2 groepen. Er zijn questionnaires waarmee kwalitatief onderzoek gedaan wordt, door open vragen te stellen. En questionnaires waarmee kwantitatief onderzoek gedaan wordt, door specifieke vragen te stellen waarop geantwoord moet worden met een cijfer. Het voordeel van een kwantitatieve questionnaire is dat deze duidelijk is, makkelijk door te nemen en te vergelijken met andere questionnaires. Het nadeel is dat er in een kwantitatieve questionnaire minder of geen gelegenheid is om de gemaakte keuze toe te lichten en er ook geen klachten of opmerkingen geuit kunnen worden. Het voordeel van een kwalitatieve questionnaire is dat iemand uitleg kan geven waarom hij/zij vindt dat zijn/haar kwaliteit van leven goed of slecht is. Mensen kunnen ook klachten omtrent hun kwaliteit van leven duidelijk uiten. Het nadeel is dat een kwalitatieve questionnaire minder overzichtelijk is en ook minder concreet, het is dus ook lastiger om verschillende questionnaires met elkaar te vergelijken. Een kwantitatief onderzoek is dus vooral bedoeld voor een grotere populatie, als hier in resultaten met elkaar moeten worden vergeleken. Wanneer de populatie vrij klein is, is een kwalitatief onderzoek meer op zijn plaats. Er kan dan specifieker ingegaan worden op de zorgvrager en zijn mening, om zo te kijken hoe de kwaliteit van leven verbeterd zou kunnen worden. Wanneer je de zorg voor je palliatieve patiënt zo specifiek mogelijk zou willen houden, zou er dus gekozen kunnen worden een kwalitatief onderzoek af te nemen, waarin iemand echt zijn/haar ideeën kwijt kan over de kwaliteit van leven zoals die ervaren wordt. Zo koppelt iemand niet alleen maar ergens een cijfer aan, maar kan de zorgvrager ook specifiek zeggen wat hij of zij weer graag zou willen doen, of waar hij of zij tegenaan loopt. Hierdoor kan de zorgverlener een zo specifiek mogelijk behandelplan per patiënt maken en dit met elke patiënt doorspreken. Er is dus veel meer ruimte voor inbreng van de patiënt dan bij een kwantitatief onderzoek waar een patiënt alleen maar cijfers kan invullen. Overigens is kwantitatief onderzoek binnen de palliatieve zorg wel weer geschikt om vergelijkingen tussen patiënten te trekken, zeker wanneer het zou gaan om vergelijkingen of verschillen tussen grote populaties patiënten. Kwantitatief onderzoek zou dan een objectiever beeld geven aan de onderzoeker en het vergelijken van de resultaten zou veel tijd schelen. Er kunnen bij kwantitatief onderzoek ook gemiddeldes worden berekend, om zo heel duidelijk effecten aan te tonen. 8 Voorwaarden voor het leveren van goede palliatieve zorg De palliatieve fase is de fase in een ziekteproces waarbij genezing redelijkerwijs niet meer te verwachten is. Het geven van palliatieve zorg is vooral gericht op het verlichten van het lijden, waarbij comfort en kwaliteit van het leven voorop staan. Het bieden van comfort gebeurt op verschillende gebieden: de zorg moet bijdragen aan het lichamelijk, psychosociaal of spiritueel welbevinden de palliatieve zorg moet op een respectvolle manier worden verleend het zorgaanbod moet worden afgestemd op de behoeften van zorgvrager de inzet van de zorg moet in relatie staan tot de resultaten ervan. De palliatieve zorg kan erg intensief zijn. Zeker in de thuiszorg is dit het geval, doordat er vaak verschillende hulpverleners over de vloer komen. Vaak wordt de intensieve palliatieve zorg thuis te zwaar voor de patiënt en zijn naaste(n), waardoor er vaak besloten wordt om de zorgvrager te laten opnemen in een instelling. De zorg moet voldoen aan bepaalde voorwaarden en kwaliteitseisen. Om goede palliatieve zorg te verlenen zijn de volgende punten van belang: Mantelzorg. Aanwezigheid van een naaste is erg belangrijk in de palliatieve fase van iemands leven. Je kunt hierbij denken aan de partner, kinderen en familieleden. Veel mantelzorgers geven aan de palliatieve zorg zwaar te vinden, zeker wanneer de laatste fase een lange tijd duurt. Dan kan emotionele en lichamelijke uitputting optreden. Technologische hulpmiddelen kunnen dan uitkomst bieden voor de mantelzorger om de zorg beter vol te kunnen houden. Behoud van autonomie. Bij autonomie gaat het vooral om het ‘keuzes maken voor’ en ‘de regie kunnen voeren over’ het eigen leven. De zorgvrager bepaalt zelf de behandeling en de zorgverlening. Communicatie en afstemming. Dit is binnen de zorgverlening een zeer belangrijk aspect. Soms vormt dit een probleem, vooral wanneer hulpverleners of patiënten onderling niet dezelfde taal spreken. Dit probleem kan voorkomen worden door voortdurend na te vragen of de patiënt de informatie goed begrijpt. Ook afstemming van de zorg is erg belangrijk. Wanneer de afstemming goed is, is het voor de patiënt en naaste duidelijk wie, wat, wanneer doet. Veiligheid. Veiligheid heeft er vooral mee te maken dat patiënten altijd beroep kunnen en durven doen op de deskundige en hulpverleners. De rust die de patiënt hierdoor krijgt, zorgt voor minder verspilling van energie. Die energie kan dan gebruikt worden voor andere belangrijke dingen als: samenzijn met dierbaren of afscheid nemen van het leven. 9 Hulpmiddelen en voorzieningen. Voor het leveren van goede palliatieve zorg zijn vaak ook hulpmiddelen en bepaalde voorzieningen nodig. Hier zal de omgeving vaak voor moeten worden aangepast. Er zullen juiste, op individuele problemen afgestemde hulpmiddelen moeten worden aangevraagd. Bij zulke hulpmiddelen kun je denken aan een antidecubitusmatras bij een bedlegerige patiënt. Voor niet bedlegerige patiënten is het belangrijker dat het toilet en de voorzieningen om te wassen, goed te bereiken zijn. Dit allemaal voor het gemak van de palliatieve zorgvrager. Privacy, rust en sociale contacten. Het komt vaak voor dat het bed van de palliatieve zorgvrager in de huiskamer staat. Het is belangrijk dat de zorgvrager nog wel voldoende privacy heeft. Dit kun je regelen door er bijvoorbeeld een afgeschermd deel van de huiskamer van te maken. Zo kan iemand zich terugtrekken wanneer dit gewenst is en heeft iemand zijn/haar eigen plekje. Toch zie je ook dat veel patiënten in een instelling worden opgenomen. Hierbij is het belangrijk dat ze dicht in de buurt van directe familieleden komen te wonen. Ook een eigen kamer en de mogelijkheid voor bezoek van familie, zijn van belang bij een fijne, laatste fase van iemands leven. Veel zorgvragers en betrokkenen hebben in de palliatieve fase van iemands leven vaak behoefte aan contact met lotgenoten. Hiervoor kunnen patiëntenverenigingen en lotgenotengroepen veel steun bieden in deze zware en moeilijke tijd. De WHO heeft ook een aantal uitgangspunten voor goede palliatieve zorg geformuleerd, namelijk bij palliatieve zorg: is niet de genezing maar een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven het doel is de dood een normaal, natuurlijk proces, dat niet vertraagd of versneld wordt; is er aandacht voor lichamelijke én psychische klachten; worden de psychologische en spirituele aspecten in de zorg geïntegreerd; is er emotionele ondersteuning voor de patiënt is er emotionele ondersteuning voor de naasten wordt, indien nodig vanuit een team zorgverleners gewerkt; indien nodig ook na het overlijden van de patiënt (ondersteuning bij verliesverwerking). 10 Onderzoek Inleiding Voor het onderzoek dat verricht is, is een enquête opgesteld met hierin vragen aangaande de kwaliteit van leven die palliatieve zorgvragers van Laurens ervaren, in de periode dat zij zorg krijgen, die verleend wordt door Laurens. Er is gekozen voor een kwalitatief onderzoek, omdat er op deze manier duidelijk bij elke bevraagde persoon gekeken kon worden, welke punten zij als belangrijk zouden ervaren voor de kwaliteit van leven en of dat deze punten ook de punten waren die uit de literatuurstudie naar voren kwamen. Als meerdere mensen los van elkaar dezelfde punten zouden benoemen die zij als belangrijk ervaren en deze ook nog eens terug te vinden zouden zijn in de literatuurstudie, dan zouden deze punten in een eventueel meetinstrument verwerkt kunnen worden en specifiek kunnen worden uitgevraagd. De enquêtes met antwoorden zijn terug te vinden in de bijlage. Resultaten Vooraf moet worden vermeld dat van de 10 uitgezette enquêtes er uiteindelijk 3 beantwoord terug zijn gekomen. De meeste mensen vonden de enquête te confronterend. De 3 bevraagde mensen, waren mensen van verschillende leeftijden en geslachten, het onderzoek betrof: een vrouw van 99-jarige leeftijd, een man van 70-jarige leeftijd en een vrouw van 80-jarige leeftijd. Ondanks dat er verschil zat in leeftijd en geslacht, zijn er uit de enquête wel een aantal punten naar voren gekomen, die de bevraagden ervaren als waarde die in relatie staan tot de kwaliteit van leven. Sommige van deze waarden kwamen in meer enquêtes naar voren. Dit zijn de onderwerpen die hoofdzakelijk in de enquêtes naar voren kwamen: Onderwerp Genoemd in enquête Sociale contacten 2 Zelfstandigheid/ onafhankelijkheid 3 bewegen 2 Uiterlijke verzorging 1 Buitenshuis activiteiten 2 Bij 2 enquêtes kwam naar voren dat mensen toch graag iemand hadden om een praatje mee te maken, ook gaven ze aan familie als belangrijk te beschouwen en het zien van familie was ook een belangrijke waarde voor hen. Uit alle 3 de enquêtes kwam naar voren dat mensen graag wat meer zelfstandig zouden willen zijn, bij 2 enquêtes kwam vooral naar voren dat dit de indeling van de dag betrof. De ondervraagden zouden graag zelf hun dag en zorgmomenten in delen. Grappig genoeg was de derde hier juist heel tevreden mee, alleen gaf deze derde ondervraagde wel aan graag meer zelfstandig te willen zijn in het bewegen voor zover dit mogelijk was. 11 Voor de 2 mensen die nog konden bewegen, werd bewegen ook als belangrijke waarden beschouwd. Hier kwam ook weer een stuk zelfstandigheid in terug. Ook was het doen van activiteiten buitenshuis belangrijk voor hen. Eén ondervraagde gaf aan, dat hoewel zij 99 is, zij het nog altijd belangrijk vind er goed uit te zien. Uiterlijke verzorging zag zij dus als belangrijke waarde. Conclusie Bij alle 3 de enquêtes zijn eigenlijk wel een paar onderwerpen naar voren gekomen, die mensen typeren als belangrijk voor hen bij de kwaliteit van leven. Sommige van deze onderwerpen kwamen in verschillende enquêtes ook nog met elkaar overeen. Het lijkt er dus op dat er inderdaad generieke elementen zijn voor mensen bij de kwaliteit van leven. Zo zijn sociale steun, zelfstandigheid/onafhankelijkheid en bewegen (wat ook een deel zelfstandigheid in zich heeft) toch vaak veel terugkerende punten. Ook activiteiten buitenshuis wordt 2 maal expliciet vernoemd, dit betreft natuurlijk ook een stukje bewegen en natuurlijk ook een vorm van contact met de buitenwereld. Dit hoeft geen vorm van contact te zijn zoals bij de sociale contacten, maar meer interactie tussen mens en natuur. Discussie De zeggingskracht van dit onderzoek is zeer laag, dit vanwege de zeer geringe populatie. Aanbevelingen Het is dan ook aan te raden om een vervolg onderzoek te houden, waarbij niet alleen de palliatieve zorg binnen Laurens wordt uitgevraagd, maar die van meerdere palliatieve zorgvragers, ook buiten Laurens. Dit omdat het in dit onderzoek gaat om de kwaliteit van leven en de waarden die mensen hier aan koppelen. De waarden die mensen koppelen aan de kwaliteit van leven zal afhangen van wie deze persoon is en niet zo zeer door welke zorginstelling deze persoon geholpen wordt. In een vervolg onderzoek zou dus dieper in gegaan kunnen worden op deze onderwerpen en aan deze onderwerpen ook een apart cijfer kunnen worden gekoppeld. Van deze 3 onderwerpen is ook al met enige zekerheid te zeggen dat deze als aparte onderwerpen zouden terug kunnen komen in een meetinstrument. Wanneer mensen aangeven dat zij deze onderwerpen ook als belangrijke waarden ervaren, kan de zorgverlener hier ook naar handelen en zo de kwaliteit van leven van de zorgvrager zo optimaal mogelijk houden. 12 Literatuurlijst Wat houdt het begrip kwaliteit van leven in? 2002. Definitie WHO 2002 [internet] WHO; World Health Organisation. (aangehaald op 17-06-2013) bereikbaar op: http://www.palliatievezorg.nl/index.php?s_page_id=867 Factoren die een rol spelen bij de kwaliteit van leven van de palliatieve zorgvrager 2011. Subjectief welzijn: welke factoren spelen er een rol? [internet] CBS; Centraal Bureau voor de Statistiek. (aangehaald op 09-04-2013) bereikbaar op: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/50FF24EAD783-40E4-B13C-9D7CAF89E8E7/0/2011k4p85b15art.pdf 2009. Ethiek in de klinische praktijk [Literatuur] G. Hawley (aangehaald op 17-06-2013) Welke meetinstrumenten bestaan er om de kwaliteit van leven van de palliatieve zorgvrager te meten? 2006. Het vaststellen van kwaliteit van leven bij cliënten in de ouderenzorg [internet] NIVEL. (aangehaald op 09-04-2013) bereikbaar op: http://www.palliatief.nl/Portals/31/publicaties/Hetvaststellen-van-kwaliteit-van-leven-bij-clienten-in-de-ouderenzorg-2007-2.pdf 2000. QUALITY OF LIFE [Internet] Lisa C. Welch. (aangehaald op 07-06-2012) bereikbaar op: http://www.chcr.brown.edu/pcoc/quality.htm Voorwaarden voor het leveren van goede palliatieve zorg Onbekend. Kwaliteit [internet] Kiesbeter.nl (aangehaald op 15-04-2013) bereikbaar op: http://www.kiesbeter.nl/zorg-en-kwaliteit/palliatievezorg/kwaliteitseisen/ 13 Bijlage Bijgevoegd zijn de 3 enquêtes die wij terug hebben gekregen. Vanwege dat de teruggestuurde enquêtes allen in PDF formaat waren konden ze niet toe gevoegd worden aan, noch aan een WORD-bestand nog aan een PDF-bestand. Om deze reden is gekozen de enquêtes als bijlage in een mail te plaatsen. 14