Herstelacademies-zelfregienetwerken

advertisement
Eleonoor Willemsen en Cora Brink, LPGGz, 2015
Projectplan Herstelacademies-Zelfregienetwerken1
Herstellen doe je zelf, maar niet alleen
1. Inleiding
Voor u ligt een projectplan voor de bevordering van het ontstaan van sterke netwerken voor
zelfregie en herstel. In deze inleidende paragraaf staat uitgelegd wat de aanleiding van het project
heeft gevormd en in welke ontwikkelingen dit project past. In paragraaf twee wordt de doelstelling
beschreven. In de derde paragraaf beschrijven we de beoogde resultaten en de aanpak van het
project en in de vierde de planning en begroting.
Achterstanden in herstel en participatie
Centraal in dit project staan mensen met een psychische kwetsbaarheid. Mensen die zelf soms door
de nadrukkelijke aanwezigheid van hun kwetsbaarheid hun kwaliteiten en mens-zijn uit het oog zijn
verloren. Hoewel zij dezelfde levenswensen hebben als andere burgers, verkeren ze vaak in een
nadelige positie om hun wensen te realiseren. Zij hebben dan ook achterstanden in lichamelijke
gezondheid, behandeling, veiligheid, inkomen, arbeid en relaties. Veel mensen met een psychische
kwetsbaarheid hebben een klein netwerk, beschikken over weinig hulpbronnen en vervullen een
beperkt aantal maatschappelijke rollen. (Over de Brug)
Herstel is mogelijk
Er zijn steeds meer voorbeelden van mensen met een psychische kwetsbaarheid die het lukt om
weer maatschappelijk te gaan participeren, om te herstellen. Mensen die zich weer durven zien als
méér dan hun diagnoses en kwetsbaarheid. Die weer positief over zichzelf gaan denken. Die weer
met hun kwaliteiten aan de slag gaan, weer uitdagingen aangaan en weer durven geloven in een
betekenisvol leven. Ook uit verschillende studies blijkt dat mensen met een psychische
kwetsbaarheid wel degelijk kunnen herstellen (Over de Brug, p28).
Veelzijdige praktijk in Nederland
Nederland kent al jaren organisaties die net als de Engelse recovery colleges mensen aanspreken op
hun kwaliteiten en de ruimte geven om te experimenteren met sociale en maatschappelijke rollen.
Dit zijn de regionale cliëntenorganisaties, die bottom-up zijn ontstaan en zich bottom-up verder
ontwikkelen. Scholing is een van de activiteiten, maar daarnaast zijn er nog veel meer herstel- en
zelfregiebevorderende activiteiten, al naar gelang de behoefte en inzet van de bezoekers. Daarnaast
worden er nieuwe ‘herstelacademies’ opgezet. Initiatiefnemers zijn zowel ggz-zorgaanbieders als
onafhankelijke partijen en de invulling van deze herstelacademies loopt sterke uiteen.
1
In het Bestuurlijk Akkoord is dit project gelabeld als ‘Herstelacademies’. Vanwege de al bestaande veelzijdige
praktijk in Nederland hanteren we voor dit project de naam Herstelacademies-zelfregienetwerken.
1
Aanleiding: onvoldoende ruimte voor herstel
Mensen met een psychische kwetsbaarheid blijven op het vlak van ondersteuning en participatie ver
achter bij andere groepen en komt in landelijke regionale en lokale discussies nog onvoldoende aan
bod. Er is vaak onvoldoende effectieve ondersteuning en stimulering voor deze ‘doelgroep’.
Onderzoek wijst uit dat bepaalde ondersteuningsbehoeften het meest onvervuld blijven, met name
behoeften op het gebied van gezondheid, gezelschap, participatie en persoonlijk herstel. Mensen
met een psychische kwetsbaarheid geven zelf aan meer ondersteuning te willen om deel te kunnen
nemen aan de samenleving. (Over de Brug)
Huidige situaties: grote regionale verschillen en losse organisaties
Er is al een enorme rijkdom aan organisaties waar mensen met een psychische kwetsbaarheid een
laagdrempelige en veilige ruimte hebben om samen met anderen aan hun herstel te werken. Maar
deze zijn er nog niet in alle regio’s. Ook verschilt het sterk per organisatie welke activiteiten en
mogelijkheden ze in huis hebben en in hoeverre er een sterke financiële basis is. En ook de mate
waarin samengewerkt wordt met andere organisaties die iets kunnen betekenen in de ondersteuning
van herstelprocessen van mensen met een psychische kwetsbaarheid verschilt enorm. Tenslotte is
ook de bekendheid van dit soort initiatieven sterk verschillend.
De mogelijkheden voor de doelgroep om aan hun herstel te werken zijn al met al onvoldoende en
sterk afhankelijk van waar je woont. Daardoor zitten er veel mensen thuis die graag weer
maatschappelijke rollen zouden willen ontwikkelen.
Deze constateringen zijn mede aanleiding geweest voor het Bestuurlijk Akkoord toekomst GGZ 2013
(verlengd) en voor de werkafspraken transitie langdurende intramurale ggz. Voorliggend projectplan
wordt gefinancierd met middelen die vrijgekomen zijn als voortvloeisel van deze afspraken.
Bestuurlijk akkoord
In het Bestuurlijk Akkoord toekomst GGZ 2013 (verlengd) is afgesproken een plan van aanpak op te
stellen voor de behandeling, begeleiding en ondersteuning van mensen met ernstige psychische
aandoeningen in Nederland. Kenniscentrum Phrenos heeft dit plan van aanpak geschreven, onder de
titel ‘Over de brug’2. Een van de aanbevelingen uit dit Plan van aanpak is om de oprichting van
regionale herstelacademies te bevorderen ten behoeve van een specifieke doelgroep: cliënten met
ernstige psychische aandoeningen. In deze herstelacademies zou hun positie – en die van hun
naasten – kunnen worden versterkt. In het rapport worden als mogelijk aanbod en activiteiten van
deze centra genoemd: zelfhulp, het werken aan innovaties in de zorg, ondersteuning bij participatie
en belangenbehartiging op bestuurlijk niveau. Het Landelijk Platform GGZ wordt genoemd als
regievoerder van deze aanbeveling. De eerder genoemde recovery colleges in Groot-Brittannië zijn
inspirerende voorbeelden voor deze herstelacademies.
2
‘Over de brug; Plan van aanpak voor de behandeling, begeleiding en ondersteuning bij ernstige psychische
aandoeningen’ (KC Phrenos, 2014)
nmn
2
Werkafspraken transitie langdurende intramurale ggz
In de werkafspraken transitie langdurende intramurale ggz is afgesproken dat VWS jaarlijks
investeert in innovatie cliëntondersteuning- en communicatie en een screeningsinstrument. VWS
heeft als invulling hiervan het LPGGz opdracht gegeven om de regionale cliënt- en
familieondersteuning te versterken, zoals beschreven in het projectvoorstel Cliënt- en
familieondersteuning langdurende ggz. Onderdeel van deze opdracht is de versterking, verspreiding
en inbedding van initiatieven op het gebied van zelfregie en individuele ondersteuning. Hierbij ligt
het zwaartepunt op activiteiten die door cliënt- en familie-initiatieven zelf ontwikkeld worden.
Herstelacademies-zelfregienetwerken
In dit projectplan komen twee lijnen samen: de versterking, verspreiding en inbedding van zelfregieinitiatieven zoals beschreven in het projectvoorstel Cliënt- en familieondersteuning langdurende ggz
en de vorming van herstelacademies zoals genoemd in Over de Brug.
Insteek is om voort te bouwen op de huidige organisaties voor zelfregie en herstel, en deze te
bundelen en versterken om te komen tot sterke netwerken. Binnen deze netwerken passen allerlei
organisaties die herstel- en zelfregiebevorderende activiteiten voor mensen met psychische
aandoeningen bieden. De recovery colleges in Engeland vormen daarbij een belangrijke
inspiratiebron. Herstelacademies maken samen met nog veel meer organisaties en activiteiten, deel
uit van deze netwerken. Daarom hanteren we voor dit project de naam “Herstelacademieszelfregienetwerken”.
Programma Regie in de regio
Dit project wordt uitgevoerd in sterke onderlinge samenhang met twee andere projecten:
- De Taskforce GGZ gaat het gesprek met gemeenten aan om vooral de mogelijkheden van
mensen met een psychische kwetsbaarheid voor het voetlicht te brengen.
- Het project Cliënt- en familieondersteuning richt zich op de versterking van de rol van
cliënten- en familie-organisaties. Een deel van het project HerstelacademiesZelfregienetwerken wordt uit dit project gefinancierd.
Deze twee projecten vormen samen met het project beschreven in voorliggend projectplan het
programma Regie in de regio.
3
2. Doelen: op weg naar sterke netwerken voor zelfregie en herstel
Doelen: verheldering, versterking, verbinding en profilering
1. Verheldering van hoe sterke zelfregienetwerken er uit kunnen zien, via de ontwikkeling van een
duidelijke en breed gedragen visie op hoe mensen gefaciliteerd kunnen worden bij de regie over
hun herstelproces. We maken dit concreet in basisfuncties of bouwstenen die in elke regio
aanwezig moeten zijn en in het overdraagbaar maken van kennis over het realiseren van deze
basisfuncties. Landelijke en lokale partijen committeren zich aan het realiseren van deze visie.
2. Versterking van cliënten- en familieorganisaties die met zelfregie en herstel bezig zijn, onder
meer door de vorming van onderlinge netwerken voor kennisuitwisseling en
themabijeenkomsten.
3. Verbinding van zelfregie-organisaties met andere organisaties waarbinnen mensen vanuit eigen
regie kunnen werken aan hun herstel. Het gaat onder meer om verbindingen met gemeenten,
verzekeraars, zorg- en welzijnsorganisaties, sociale ondernemingen en onderwijsinstellingen.
Uitgangspunt is dat zelfregie-organisaties hierbij dienen als basis voor en voorlopers binnen
herstelacademies-zelfregienetwerken en vernieuwingen binnen zorg en welzijn.
4. Profilering van de onder 1 genoemde basisfuncties of bouwstenen en het werk van zelfregieorganisaties door allerlei communicatie-activiteiten en gesprekken met landelijke stakeholders
om het draagvlak voor de zelfregienetwerken te vergroten.
Ambitie: sterke netwerken voor zelfregie en herstel
Dit project draagt bij aan de vorming van sterke landelijke en regionale netwerken voor zelfregie en
herstel. Zodat alle mensen met een psychische kwetsbaarheid toegang hebben tot de steun die ze
nodig hebben voor hun eigen persoonlijke herstelproces. Zodat het cliëntenperspectief in elke regio
krachtig naar voren wordt gebracht bij de vorming van een totale herstelgerichte omgeving voor
mensen met een psychische kwetsbaarheid. Zodat in elke regio alle functies van herstelacademieszelfregienetwerken voldoende beschikbaar en toegankelijk zijn. Dit draagt bij aan de in Over de Brug
genoemde doelstelling van 25% toename van persoonlijk en maatschappelijk herstel.
Deze netwerken hebben globaal de volgende kenmerken:
-
-
De werkwijze van de organisaties in het netwerk wordt gekenmerkt door begrippen als
zelfregie, empowerment, ervaringsdeskundigheid, peer support, bottum-up,
cliëntenperspectief, herstel, door en voor, en openheid
In het netwerk moeten alle basisfuncties of bouwstenen aanwezig en toegankelijk zijn.
De basisfuncties in het netwerk én de zelfregienetwerken als geheel zijn vindbaar en
herkenbaar voor doelgroep, verwijzers en financiers.
Er wordt samengewerkt met anderen die ondersteuning bij zelfregie en herstel bieden.
Er wordt voortdurend gewerkt aan behoud en verbetering van kwaliteit, onder meer door
landelijke uitwisseling van kennis en ervaringen.
Er is structurele financiering en voldoende beslisruimte.
Herstelacademies-zelfregienetwerken in deze vorm vormen een motor voor het realiseren van een
brede herstelondersteunende omgeving. Ze vormen laagdrempelige niches in de samenleving waar
mensen met een psychische kwetsbaarheid zich welkom voelen en op eigen tempo kunnen groeien
in verschillende rollen.
4
3. Beoogde resultaten en aanpak
Aansluiten bij regionale ambities, prioriteiten en behoeften
Hieronder worden de beoogde resultaten en aanpak beschreven. Belangrijk in dit project is dat goed
aangesloten wordt bij de ambities, prioriteiten en behoeften die in de regio’s spelen. Dit geldt zowel
voor de inhoudelijke keuzes (welke thema’s pakken we op) als voor de keuzes voor proces en vorm
van de activiteiten/producten. Dit betekent dat er regelmatig getoetst wordt of de gemaakte keuzes
nog aansluiten bij ontwikkelingen in de verschillende regio’s. Een bijeenkomst kan dan een serie
gesprekken worden, een leaflet kan veranderen in een uitgebreidere digitale publicatie.
Beoogde resultaten
1. Er is een breed gedragen visie op regionale zelfregienetwerken, concreet gemaakt in basisfuncties
of bouwstenen die in elke regio aanwezig moeten zijn om persoonlijk en maatschappelijk herstel van
mensen met een psychische kwetsbaarheid te faciliteren. Ook wordt aandacht besteed aan hoe deze
basisfuncties of bouwstenen gefinancierd kunnen worden. Deze visie en bouwstenen worden
verwoord in een handzame brochure voor gemeenten en verzekeraars en een wat uitgebreidere
handreiking voor uitvoerende organisaties.
2. Zelfregie-organisaties zijn versterkt en verduurzaamd; en kunnen een sterke positie innemen in
het regionale netwerk, onder meer door onderlinge uitwisseling van kennis en ervaring. Over
10 thema’s samenhangend met die sterke positie is kennis verzameld en overdraagbaar gemaakt in
de vorm van leaflets. Dit zijn zowel organisatie-thema’s als inhoudelijke thema’s. De zelfregieorganisaties zijn voor burgers, verwijzers, samenwerkingspartners, gemeenten en voor elkaar goed
vindbaar en herkenbaar gepresenteerd via onder meer het internet.
3. In 10 regio’s zijn regionale zelfregienetwerken gerealiseerd of versterkt door nieuwe verbindingen
te leggen en/of door te werken aan het realiseren van nog missende bouwstenen. Leidend voor de
keuze van de regio’s en voor de regionale agenda’s die in deze regio’s uitgevoerd gaan worden is het
kunnen realiseren van een toename van persoonlijk en maatschappelijk herstel.
4. De bekendheid van zelfregie-organisaties en zelfregienetwerken is vergroot, waardoor ze beter
vindbaar en toegankelijk zijn voor mensen met een psychische kwetsbaarheid zelf en de organisaties
waar zij contact mee hebben. Ook de bekendheid van de visie op regionale zelfregienetwerken,
geconcretiseerd in de bouwstenen, is vergroot, waardoor ook andere regio’s kunnen gaan werken
aan het versterken van de regionale zelfregienetwerken.
Aanpak: voorbereiding
Om het project goed aan te laten sluiten bij wat er in de regio’s speelt, starten we met het in kaart
brengen van de vragen en ambities van de verschillende regio’s door bezoeken aan regionale
cliëntenorganisaties, andere herstelinitiatieven en cliënten- en familievertegenwoordigers. We
werken toe naar breed gedragen agenda’s per regio, met daarin activiteiten aansluitend bij de drie
projecten van het programma regie in de regio: herstelacademies-zelfregienetwerken, cliënt- en
familie-ondersteuning en de Taskforce. Dit geeft informatie over de thema’s die spelen in de
verschillende regio’s, het geeft input voor de ontwikkeling van een visie op regionale
5
zelfregienetwerken en het maakt het mogelijk een onderbouwde keuze te maken voor in welke
regio’s we de vorming of versterking van regionale zelfregienetwerken gaan ondersteunen.
Daarnaast wordt voor het hele programma Regie in de regio een inventarisatie uitgevoerd van
actieve cliënten- en familieorganisaties in de verschillende regio’s.
Aanpak lijn 1: Verhelderen
We gaan een heldere en breed gedragen visie ontwikkelen op hoe mensen binnen
zelfregienetwerken gefaciliteerd kunnen worden om vanuit eigen regie hun leven weer op kunnen
pakken. Dit doen we in nauwe samenwerking met regionale en landelijke organisaties. We maken dit
concreet in basisfuncties of bouwstenen die in elke regio aanwezig en toegankelijk moeten zijn om
de persoonlijke en maatschappelijke herstelprocessen van verschillende deeldoelgroepen te
faciliteren. Daarbij gaat het om wat er moet zijn, maar ook aan welke inhoudelijke criteria dit moet
voldoen om daadwerkelijk bij te dragen aan herstel. Hierbij wordt ook verkend hoe deze bouwstenen
gefinancierd kunnen worden.
Ook verzamelen we kennis over het realiseren van deze basisfuncties of bouwstenen en maken deze
overdraagbaar. Dit doen we door gebruik te maken van wat in eerdere programma’s is ontwikkeld en
dit te vertalen naar de gewijzigde context van uitvoeringspraktijk en wet- en regelgeving. Hierbij
besteden we ook aandacht aan de positionering van zelfinitiatieven in de hervorming van de
langdurende zorg, in samenwerking met Movisie, VNG en ZN. Zo wordt de ontwikkelde visie
toekomstbestendig. Ook maken we gebruik van wat bekend is over wat werkt (effectiviteit, evidencebased) in de ondersteuning van mensen bij hun herstel.
Aanpak lijn 2: Versterken
Versterken van (het landelijke netwerk van) zelfregie-organisaties, onder meer door het faciliteren
van het onderling leren en versterking van een gezamenlijke visie. Dit doen we op verschillende
manieren, aansluitend bij vragen en ambities vanuit de regio’s. Concreet denken we aan landelijke
en regionale bijeenkomsten en aan het zichtbaar maken van welke organisaties voorlopers zijn op
welke thema’s, zodat organisaties met vragen op die thema’s hen kunnen vinden. Zo worden
onderlinge netwerken gevormd en gevoed, waarbinnen ook na afloop van de projectperiode kennis
zal worden uitgewisseld. De rol van deze organisaties in de regionale netwerken is een belangrijk
thema, net als het realiseren van duurzame financiering. Doel is dat deze organisaties een sterke rol
kunnen vervullen in de regionale en lokale netwerken, zoals onder meer beschreven in Over de Brug.
Er komen dus zowel thema’s aan de orde op het vlak van organisatorische versterking, als
inhoudelijke thema’s. De activiteiten in deze lijn worden opgepakt in nauwe afstemming met onder
meer het project Client- en familie-ondersteuning.
Aanpak lijn 3: Verbinden
In tien regio’s gaan we aan de slag met het versterken van de regionale zelfregienetwerken. Hierbij
sluiten we aan bij wat er regionaal speelt. We willen komen tot sterke verbindingen van zelfregieorganisaties onderling en met andere organisaties waarbinnen mensen vanuit eigen regie kunnen
werken aan hun herstel. Als blijkt dat belangrijke bouwstenen missen in de regio, terwijl die wel
kunnen bijdragen aan een toename van persoonlijk en maatschappelijk herstel, zullen we samen met
6
de regionale organisaties werken aan het realiseren van nieuwe projecten of activiteiten. Hierbij
wordt van begin af aan gezocht naar duurzame vormen van financiering.
Het gaat onder meer om verbindingen met gemeenten, verzekeraars, zorg- en welzijnsorganisaties,
sociale ondernemingen en onderwijsinstellingen. Uitgangspunt is dat zelfregie-organisaties hierbij
dienen als basis voor en voorlopers binnen herstelacademies-zelfregienetwerken en vernieuwingen
binnen zorg en welzijn. Zij kunnen ook een brug vormen tussen het sociale domein en het
zorgdomein.
Bij de keuze voor de regio’s wordt gekeken naar of er werkbare ambities zijn en of er een
georganiseerde groep cliënten is die met deze ambities aan de slag kan en wil. Hierbij wordt een
combinatie gemaakt van regio’s waar nog niet zoveel zelfregie-organisaties zijn en regio’s waar dat al
wel het geval is.
Aanpak lijn 4: Profileren
Via verschillende communicatie-activiteiten werken we aan de bekendheid van de bouwstenen, de
regionale netwerken en de zelfregie-organisaties binnen deze netwerken. Dit versterkt de
vindbaarheid en toegankelijkheid voor mensen met een psychische kwetsbaarheid en hun verwijzers.
Ook versterkt het de mogelijkheden voor samenwerking met andere organisaties, omdat het profiel
van de betrokken organisaties en netwerken duidelijker is. Bekendheid van en commitment aan de
bouwstenen bevordert dat ook buiten de tien regio’s die dit project kan bedienen netwerken worden
versterkt.
We brengen de bouwstenen, de regionale netwerken en de zelfregie-organisaties binnen deze
netwerken onder de aandacht door een heel scala aan communicatie-activiteiten. De meerwaarde
en effectiviteit van de verschillende bouwstenen brengen we in kaart op basis van bestaand en zo
nodig nieuw uit te voeren onderzoek.
Samenwerking
Er wordt samengewerkt met een heel scala aan landelijke en regionale partners. Landelijk gaat het
onder meer om de verschillende beroeps- en vakverenigingen (V&VN, LHV, LVVP, NIP, NVvP,
NVMW), landelijke koepels van verschillende aanbieders (MOgroep, VNG, GGZ Nederland, RIBW
alliantie, Federatie Opvang, ZN, InEen, MeerGGZ), kenniscentra (Movisie, Trimbos, de werkplaats
herstelondersteuning van Phrenos, HEE) en patiënten-, cliënten- en familie-organisaties (Ypsilon,
Anoiksis, VMDB, Depressie Vereniging, Labyrint-In perspectief, Stichting Borderline). Regionaal kan
het gaan om cliënten- en familie-organisaties, zelfregie-organisaties, cliëntgestuurde initiatieven,
gemeenten, sociale teams, werkprojecten, activeringscentra, welzijnsorganisaties, zorginstellingen,
maatschappelijk ondernemers, burgerinitiatieven. Hierbij gaat het nadrukkelijk om organisaties in
het sociale domein én in het GGZ-domein. Inhoudelijk is er onder meer een link met de
ontwikkelingen rond de sociale (wijk)teams, de participatiewet en inclusief beleid.
Daarnaast wordt samengewerkt met relevante andere projecten, zoals Zorg Verandert, Samen Sterk
zonder Stigma, Aandacht voor Iedereen en het intersectorale en interdepartementale project
Bevordering participatie van mensen met psychische problemen onder leiding van het Ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Er wordt gebruik gemaakt van de resultaten van onder meer de
projecten Open voor Werk, LIVE en Lokale versterking.
7
4. Planning en begroting
Planning
Lijn
Voorbereiding
Activiteiten
Projectplan uitwerken
Regionale vragen en ambities in kaart
Lijn 1: verhelderen Informatie verzamelen
Schrijven korte publicatie en handreiking
Lijn 2: versterken
3 themabijeenkomsten met leaflets
7 themabijeenkomsten met leaflets
Lijn 3: verbinden
Maken regionale agenda’s
Uitvoering regionale agenda’s
Lijn 4: profileren
Communicatie-activiteiten
Onderzoek
Slotbijeenkomst
Periode
Maart tot september 2015
Juni tot december 2015
Eerste helft 2016
Najaar 2015
2016
2015
2016 en 2017
Doorlopend
2016
Februari 2017
Begroting
Vanuit het project Cliënt- en familieondersteuning wordt met name de uitwerking van lijn 1, 2 en 4
van voorliggend projectplan gefinancierd. De Bestuurlijk Akkoord gelden worden ingezet voor het in
kaart brengen van de regionale vragen en ambities (voorbereiding), voor het realiseren van regionale
zelfregienetwerken met daarbinnen herstelacademies (lijn 3) en daarnaast voor het verhelderen van
visie en bouwstenen (lijn 1).
Dit is een openbare versie van het projectplan, waar de uitgewerkte begroting niet in opgenomen is.
8
Download