Geboorte van een zoon

advertisement
Geboorte van een zoon
De wekelijkse parasha
74. Iesja (Een vrouw)
Uit de Tora: Leviticus 12:1-13:28 (Geboorte van een zoon)
Uit de Profeten: Jesaja 9:5-6, 66:7-11 (Twee geboortes)
Uit het Goede Nieuws: Lukas 2:1-21 (Verzameling)
Voor de zangleider: Psalm 78
JHWH spreekt met Mozes, Hij zegt: Vertel aan de kinderen van Israël over de vrouw die zwanger wordt
en een zoon baart. Zij zal onrein zijn, zeven dagen lang, net als bij haar maandelijkse cyclus. Op de
achtste dag zal het jongetje dat geboren is, besneden worden. Vanaf die dag zal het voor de vrouw nog
33 dagen dagen duren voor zij van haar bloedvloeiing is gereinigd. Tijdens deze periode moet zij het
aanraken van alle heilige dingen vermijden. Ook heeft ze geen toegang tot het Heiligdom, daar kan zij niet
binnenkomen tot de dagen van haar reiniging volbracht zijn. En als zij een dochter baart, dan zal ze twee
keer zeven dagen onrein zijn zoals bij haar maandelijkse cyclus. Haar periode van de reiniging duurt dan
zesenzestig dagen. Als de dagen van haar reiniging voor een zoon of voor een dochter over zijn, zal zij een
lam van een jaar oud als opheffingsgave naar de priester bij de ingang van de Tent van de afgesproken
ontmoeting brengen. Ook zal ze een duif of een tortelduif meenemen als zondoffer. De priester zal de
dieren aannemen als toenaderingsgave voor het aangezicht van JHWH, en verzoening doen voor haar. Dan
zal ze rein zijn van haar bloedvloeiing. Dit is het onderwijs voor een vrouw die een zoon of een dochter
baart.1
De achtste dag
In de eerste hoofdstukken van Leviticus werkt alles toe naar dat belangrijke moment dat JHWH in Israëls
midden komt wonen. Dat gebeurt op de achtste dag van het tweede jaar van de uittocht, een bijzondere dag.
Want precies een jaar eerder werden op die dag de instructies gegeven voor de uittocht. Mozes had gezegd dat
iedereen een lam in zijn huis moest nemen om te koesteren en drie dagen later te slachten als voorbereiding op
de tiende plaag. Deze eerste pesach-viering kwam voor Aharon en zijn zonen weer heel erg dichtbij, toen op de
achtste dag Nadav en Avihoe de dood vonden. De oudste van hen was een jaar eerder gered door het lam dat hij
gekoesterd had. De plagen over Egypte, hadden Aharon en zijn zonen opnieuw van heel dichtbij ervaren, toen hun
zonde en die van Israël gelegd werd op negen stieren die buiten de legerplaats het oordeel erover dragen
moesten. Dit oordeel was steeds niet voldoende geweest om JHWH in volmaaktheid te kunnen naderen. Daarom
werd een tiende oordeel over de zonde voorgeschreven, een zondebok (par 72). Maar net als in Egypte, kwamen
er eerstgeborenen om, terwijl het vuur van JHWH het altaar trof. Hoe is het mogelijk dat, een jaar na Pesach
(het passeren van de dood), in plaats van de nobelen van Egypte, nu twee nobelen van Israël de dood vinden?
Deze week lezen we over de zoon die besneden moet worden op de achtste dag. Weer vloeit er bloed op deze
dag, weer treft het de zoon. Wat betekent dit? En wat is het verband tussen deze passage over de reiniging van
de kraamvrouw, en de voorgaande passages? In deze parasja herhalen we eerst kort de lijn van Leviticus zoals
we die tot nu toe hebben gelezen, om daarna te zien welk prachtig onderwijs er schuilt in deze richtlijnen die
worden gegeven rond de geboorte van een zoon.
1
Leviticus 12:1-7
God die Zich heiligt
Voorzichtig concludeerden we dat Nadav en Avihoe geen verkeerd motief hadden om te naderen met reukwerk.
Het nemen van de kolen van het kampvuur was fout, maar waarschijnlijk geen bewuste fout. Ik denk dat ze
impulsief gehoor gaven aan hun verlangen om JHWH te kennen, en vervolgens uit overmoed een fout maakten,
waardoor ze schuldig waren. Bij de joden is hier ook veel over nagedacht. De dood van deze priesters op de
achtste dag, werd door sommige rabbijnen in verband gebracht met kidoesj hasjem, de heiliging van Gods Naam.
Voor de heiliging vinden we natuurlijk een bewijs in de tekst, want Mozes spreekt erover. Maar wat is dan
heiliging? En waarom betekent de heiliging van JHWH de dood van twee mannen die Israël voorgaan in het
verlangen om JHWH te dienen? Waarom gaat de heiliging van JHWH gepaard met het vloeien van bloed?
De verzoening van Israël
Binnen het joodse denken verwijst de term kidoesj hasjem naar het verzoenend martelaarschap door
rechtvaardigen, zodat anderen aan het oordeel kunnen ontkomen. 2 Dáárdoor zou Gods naam geheiligd worden. De
ernst hiervan, en de pijn die ermee gepaard ging, deden Aharon zwijgen. Ondanks dit zware gebeuren, zagen we
vorige week dat Aharon en zijn overgebleven zonen, plaatsvervangend voor Israël, konden eten en feestvieren
met God. Maar zij weigerden hun priesterlijke taak om verzoening te doen voor het volk, door het vlees van de
zondebok te verbranden. Daarmee gaven ze hun onvermogen aan om verzoening te bewerken voor Israël. Zouden
zij de verzoening van Israël op dat moment in verband hebben gebracht met de dood van Nadav en Avihoe? In
elk geval is het zo, dat ondanks dat de verzoening niet door Aharon en zijn overgebleven zonen bewerkt werd,
deze verzoening wel plaatsvond! Kon dat door de plaatsvervangende dood van Nadav en Avihoe? Door hun dood
werd Israël onderwezen over de prijs voor verzoening! Vooruitziende op de rechtvaardige zoon van JHWH die de
dood van de zondebok zou ondergaan, kon Israël in de woestijn gemeenschap hebben met hun God, na de dood
van Nadav en Avihoe.
Een zoon is ons gegeven
In onze parasja wordt gesproken over de vrouw die een zoon voortbrengt. De zoon wordt geboren in onreinheid.
Zeven dagen van onreinheid zijn er besloten over de vrouw die hem voorbrengt. Op de achtste dag vloeit het
bloed van de zoon, op de dag dat de vrouw niet langer onrein wordt genoemd(!), en de dagen van haar reiniging
beginnen. Na die dagen mag ze het huis van JHWH weer binnengaan.
Bijbels gezien staan zeven dagen voor de volledige schepping en is de achtste dag de dag van het nieuwe begin.
Deze dag van het nieuwe begin, blijkt een dag van dood en gebrokenheid en pijnlijk snijden te zijn. De
besnijdenis op de achtste dag kunnen we in verband brengen met de dood van Nadav en Avihoe op de achtste
dag. Het lijkt erop dat dit een soort van 'besnijdenis' is van het volk Israël! Een pijnlijk snijden, met als gevolg
dat Israël werd aanvaard en opnieuw mocht beginnen met JHWH, zoals Adam in de Tuin van Eden (par 72).
Zo wordt ook de nieuw geboren zoon op de achtste dag aanvaard als een nakomeling van Israël, een zoon van de
belofte. Want de achtste dag laat niet alleen pijnlijk de gebrokenheid zien die deze schepping nog beheerst,
maar ziet ook uit op het herstel dat komen zal, wanneer er wél verzoening plaats zal vinden door de dood van een
eerstgeborene! Met dat herstel is Israël verbonden, als het volk dat hierin een sleutelrol vervullen zal. Het leven
van een Israëliet begint op de achtste dag waarop hij in verbond 'gesneden' wordt met JHWH. Een verbond
waarin hij zowel de gebrokenheid als het zicht op het herstel aanvaardt uit de hand van zijn Vader JHWH. Deze
dag is de eerste dag van de reiniging van de vrouw, die drieëndertig dagen duren zal. De geboorte van de zoon
verwijst zo naar de toekomstige geboorte van Israël als volmaakt volk van God, een geboorte die niet los te
denken is van een andere zoon: Jesjoea. Toen zijn bloed vloeide, hoefde de vrouw Israël niet langer onrein te
zijn, hoewel ze nog een periode van reiniging moest ondergaan. Maar in deze periode, die nog altijd duurt, heeft
zij zicht op die achtste dag waarin de schepping volmaakt hersteld zal zijn en zij weer binnen mag komen in het
Huis van JHWH omdat zij nu werkelijk gereinigd is, door het bloed van haar zoon.
Zicht op de achtste dag
Jesjoea heiligde Gods naam door zijn martelaarschap. Hij zal bij zijn tweede komst aan Israël gegeven worden,
om haar te leiden uit de ballingschap waarin de twaalf stammen op dit moment (al dan niet verborgen) verblijven.
Zullen wij ons dan laten onderwijzen door hem, die de liefde tot zijn broeders tot in de dood wist vast te
houden? Zullen we van hem leren om ook de naam van JHWH te heiligen door het lijden in ons eigen leven met
dankzegging te aanvaarden als Gods weg om Zijn schepping te reinigen? De reiniging van de vrouw ging door het
2
Zie David Flusser 'Het verzoenend sterven van de martelaar'
bloedvloeien. Zo zal ook de schepping gereinigd worden door het vloeien van het bloed, dat begonnen is in Genesis
vier. In 33 dagen mocht de vrouw geen heilige dingen aanraken. Zo kunnen wij in onze tijd van reiniging het
heilige van JHWH niet bereiken! We kunnen er slechts iets van zien in een waas, ernaar verlangen en ernaar
streven door Jesjoea's voorbeeld in ons leven te weerspiegelen (zie ook Op. 6:9, 10 en 18:24). Dat doen we door
in ons leven het zicht op de achtste dag vast te houden, ondanks de prijs die daarmee verbonden is. Daarbij zien
we uit naar de dag dat de Messias van Israël zich openbaren zal en de andere zoon van God, Israël, met hem zal
opstaan in nieuw leven! De achtste dag, die in de Tora gepaard gaat met het vloeien van bloed en met
gebrokenheid, geeft ons zicht op de achtste dag die straks het échte nieuwe begin zal zijn van de herstelde
schepping.
Verdieping
Dit blok geeft enkele onafgemaakte denklijnen en vragen voor diepere studie. Zo kunnen we een steeds beter
beeld krijgen van het onderwijs dat JHWH ons geeft door Zijn Tora. Als basis voor diepere studie is het goed
om het boekje “Hebreeuws denken” door te nemen. Dit kunt u vinden op onze website.
Tussen de gebeurtenissen op de achtste dag in Leviticus, en de geboorte van een zoon die besneden
wordt op de achtste dag, lezen we over de spijswetten. Deze wetten (chokiem) maken onderscheid tussen
dieren die al dan niet geschikt zijn om te eten. Welk onderwijs schuilt daarachter in het licht van de
achtste dag? Wat zegt dat over Israël en de volken?
 Waarom wordt voor een dochter de tijd van onreinheid en reiniging verdubbeld? Heeft dat te maken met
de dood van Nadav en Avihoe, een verdubbeling van de eerstgeborene die in Egypte stierf? Welke
verdubbelingen van oordeel vinden we nog meer in de Bijbel? En wat betekent dat?
 De geboorte van een zoon, gaat niet alleen over Jesjoea, maar ook over Israël zagen we. Als we dat voor
ogen houden, wat leren we dan over Israël in Lukas 2?
 Rondom Jesjoea verzamelen zich eerst herders en vervolgens een hemelse schare. Waar doet dat aan
denken in Openbaring? Wat zegt dat over het scheppingsdoel dat JHWH voor ogen heeft?

Volgende week lezen we:
Leviticus 13:29-59 (Door JHWH geslagen), Jesaja 57:14-21 (Verbrijzelden), Lukas 5:12-26 (Genezen).
Voor de zangleider: Psalm 79
© 2013 Kees Bloed, illustraties Tobias Lengkeek
www.sjemajah.nl
Immanuël, Gemeente van het Levende Woord
Tel 078 6990097, Fax 078 6990098, Mob 0629 065138
Email: [email protected]
Web: http://www.immanuel-gemeente.nl
De wekelijkse parasha
Wees van harte welkom op iedere Sabbatmorgen en ervaar dat de vreugde van JHWH onze kracht is.
Plaats van samenkomst: “De Havenkerk”, Ieplaan 9, 2951 CB Alblasserdam, om 10.30 uur
Download