VADER EN ZOON (voor Thomas, Wessel en Felix) Tekst: Kees Verhaar en Ed Jansen, muziek: Nicolaas Duin 1. Zoon: Altijd weer in de vakantie ga ik met mijn vader mee Naar het dorp om brood te kopen, lekker samen met z´n twee Mamma ligt dan nog te slapen, soms doet zij ook maar alsof Auto starten, ramen open, met z´n tweeën door het stof Vader: Samen onderweg in Frankrijk, rijdend door de ochtendzon Pratend over niets en alles, ´k wou dat ´t altijd zo kon Met m´n zoon een stukje rijden, krantje kopen en weer terug Eén gevoel, ook zonder praten, ach de jaren gaan zo vlug Refr.: Samen: Want als ik huil, dan huil ik mee En als ik lach, lach ik voor twee En ben ik blij, dat is toch prachtig We blijven samen, Vader:al word ik tachtig Samen: Zo vader en zo zoon Dat lijkt zo heel gewoon Mijn vriend voor heel het leven Eeuwig duurt wel even 2. Zoon: Eenmaal in die Franse winkel, vreemde woorden overal Weet mijn vader waar hij zijn moet, weet hij wat hij kopen zal Doet alsof hij écht de taal spreekt, duwt het wagentje vooruit De caissière bij de kassa ziet er o zo fransig uit Vader: Grote flessen limonade vullen plotseling de kar Die heb ík toch niet gepakt toch, ben ik écht zo in de war.?! Nou ja goed dan, laat maar gaan dan, maar nu snel de winkel uit Want als wij hier nog langer blijven, koopt íe ook nog al het fruit Refr. 3. Zoon: Als wij terug zijn bij het huisje, ligt er niemand meer in bed Borden staan al op de tafel en de koffie is gezet Als wij straks hebben gegeten, gaan wij samen naar het strand Zwemmen, kaarten, potje voetbal tot wij moe zijn en verbrand Vader: Ach dit zijn dan die momenten dat een vader vader is Die hij nooit meer zal vergeten, ook niet als hij tachtig is Samen met mijn kinderen kind zijn, ouder worden in de tijd Wat er ooit nog zal gebeuren, nooit wil ik ons leven kwijt Refr.