Lees hier de samenvatting.

advertisement
Steven Paas, Liefde voor Israël nader bekeken: Voor het
Evangelie zijn alle volken gelijk, Kampen: Brevier april
2015.
Samenvatting
Sympathie voor het hedendaagse Israël is voor de
auteur vanzelfsprekend, evenals christelijke liefde voor
de Joodse naasten. Bestrijding van antisemitisme of
Jodenhaat beschouwt hij als een belangrijke opdracht.
Maar zijn die positieve gevoelens onbegrensd en
kunnen ze een portaal vormen naar religieuze liefde of
verering? Paas onderzoekt nieuwe en oude vormen van
Israëlliefde, die na de Holocaust – mede als reactie
daarop – zijn ontstaan of opnieuw nadruk hebben
gekregen. Hij keert zich tegen doorslaande sympathie
en blinde verering van Israël met een ideologisch
karakter. Echte liefde voor het Joodse volk kan niet
heen om de fundamentele tegenstelling tussen het
Christendom en het Judaïsme, waarbij de aanvaarding of verwerping van Jezus
Christus het criterium is. Dat staat een ‘abrahamitische oecumene’ in de weg.
De schrijver ziet geen Bijbelse reden om verwachtingen voor en van het huidige
Israël hoger af te stemmen dan die ten aanzien van enig ander volk. Het
Evangelie van Gods genade kent geen nationale of etnische privileges meer.
Dit boek beoogt bij te dragen tot een Bijbelse beoordeling van verwachtingen voor én van
Israël, die na de verschrikkingen van Auschwitz zijn herleefd en nieuw zijn gevormd. Extra
aandacht is geschonken aan de uitzonderlijke hoop en liefde voor Israël van orthodoxe
christenen, die beslist geen ‘Israëlisten’ of ‘Christenzionisten’ willen worden genoemd. In
acht hoofdstukken komen de volgende aspecten aan de orde.
Hoofdstuk 1 beschrijft de aard van de liefde in de relatie tot Israël. Het Evangelie staat
religieuze liefde voor idolen niet toe, maar vraagt om christelijke naastenliefde die gevoed
wordt door Gods liefde. Hoofdstuk 2 bespreekt de kern van de Bijbel, die tegelijk de sleutel is
tot het verstaan van het Nieuwe Testament én het Oude Testament. Dat gebeurt aan de hand
van de christocentrische Schriftvisie van kerkhervormer Maarten Luther. Voor Luther is
Gods liefde, belichaamd door Jezus Christus, het allesbeheersende centrum van de
openbaring.
De hoofdstukken 3 en 4 laten zien hoe dit beginsel zich verhoudt tot Luthers
geschriften over de Joden. Die hebben een missionaire bedoeling, gericht als ze zijn op de
bekering van de Joden, maar zijn met het oog op de Joodse godsdienst, het Judaïsme, ook
apologetisch en polemisch van aard. Luther wijst het Judaïsme onomwonden van de hand,
omdat daarin geen plaats is voor Jezus als Gods Zoon en Messias. Als kind van zijn tijd heeft
Luther helaas ook onaanvaardbare uitlatingen over de Joden gedaan, waarmee hij onbewust
en onbedoeld latere antisemieten in de kaart heeft gespeeld. Hoofdstuk 5 definieert het
verschil tussen enerzijds het noodzakelijke principiële christelijke verzet tegen de religie van
het Judaïsme en anderzijds het steeds weer de kop opstekende kwaad van het antisemitisme (=
Jodenhaat). Christendom en antisemitisme zijn onverenigbaar.
Hoofdstuk 6 geeft een overzicht van de verschillende gestalten van Gods
genadeverbond vanaf het Paradijs tot de komst van Christus. De belangrijkste zijn het
eeuwige verbond met Abraham en het verbond met Israël, dat is voltooid en opgenomen in
Christus, in Wie het zich uitstrekt tot alle volken. Hoofdstuk 7 trekt die lijn door en laat zien
dat in Christus de etnische verschillen tussen de volken zijn opgeheven. Het nabijbelse Israël
heeft geen exclusieve verbondsstatus meer. Het is niet beter of minder en niet hoger of lager
dan andere volken. Er zijn in principe geen Bijbelse verwachtingen voor Israël die niet ook
voor de andere volken gelden. Hoofdstuk 8 verdedigt het Evangelie van vrije genade als een
bijzondere boodschap voor gewone volken, inclusief het Joodse. De prediking ervan moet
worden gezuiverd van etnische en wettische inmengingen of condities, die haar voor Joden én
niet-Joden onverstaanbaar en krachteloos dreigen te maken.
Een bibliografie met primaire en secundaire literatuur is toegevoegd. Het boek is extra
toegankelijk gemaakt door een register.
Steven Paas (1942) is theoloog, Universiteit van Amsterdam (doctoraal –
MTh) en Theologische Universiteit van Apeldoorn (PhD). Voorheen was hij
legerofficier, journalist, docent godsdienst, en in Malawi lector aan een
predikantenopleiding en predikant. Hij publiceerde over o.a. Westerse en
Afrikaanse kerkgeschiedenis en de bewegingen van het Christenzionisme en
het Israëlisme. Paas is initiatiefnemer van een lexicografisch project en heeft
een woordenboek samengesteld voor gebruikers van het Chichewa/
Chinyanja, de meest verbreide taal van Centraal-Afrika.
Paperback 208 p. | ISBN 9789491583728 | € 18,50
[email protected]
Download