Theorie Continu of discontinu? 1 verloop of meerdere verlopen? 1 verloop Relatieve invloed van nature of nurture? Nature én nurture Psychoanalyse Discontinu (Psychoseksuele en psychosociale stadia) (universeel) (Aangeboren impulsen zijn geleid en gecontroleerd tijdens de ervaringen gedurende de opvoeding. Vroege ervaringen zijn indicaties voor latere ontwikkeling.) Behaviorisme en sociaal leren theorie Continu Meerdere verlopen Vooral nurture (Ontwikkeling betreft een stijging in geleerd gedrag) (Bekrachtigde en gemodelleerde gedragingen kunnen variëren van persoon tot persoon.) (Ontwikkeling is het resultaat van conditioneren en modelleren. Zowel vroege als latere ervaringen zijn belangrijk.) Piagets cognitieve ontwikkelingstheorie Discontinu 1 verloop Nature én nurture (Stadia v.d. cognitieve ontwikkelingstheorie) (universeel) (Ontwikkeling doet zich voor wanneer de hersenen groeien en kinderen hun aangeboren drive oefenen om de realiteit te ontdekken in een algemeen stimulerende omgeving. Zowel vroege als latere ervaringen zijn belangrijk.) Informatieverwerkingstheorie Continu 1 verloop Nature én nurture (Graduele veranderingen bij kinderen en volwassenen in perceptie, aandacht, geheugen en vaardigheden om problemen op te lossen) (De bestudeerde veranderingen karakteriseren zowat alle kinderen en volwassenen.) (Kinderen en volwassenen zijn actieve, zingevende wezens die hun denken veranderen naargelang hun hersenen groeien en ze geconfronteerd worden met nieuwe omgevingsvereisten. Zowel vroege als latere ervaringen zijn belangrijk.) Ethologie en evolutionaire ontwikkelingspsychologie Continu én discontinu 1 verloop Nature én nurture (Adaptieve gedragingen en sensitieve perioden komen voor bij alle leden van een soort.) (Evolutie en erfelijkheid beïnvloeden gedrag. Leren verleent het grotere flexibiliteit en aanpassingsvermogen. Sensitieve periodes, vroege ervaringen bepalen latere ontwikkeling.) Vygotsky’s socioculturele theorie Continu én discontinu Meerdere verlopen Nature én nurture (Sociaal-gerichte veranderingen in gedachten en gedrag variëren van cultuur tot cultuur.) (Erfelijkheid, hersengroei en dialogen met deskundigere leden van de maatschappij dragen gezamenlijk bij aan ontwikkeling. Zowel vroege als latere ervaringen zijn belangrijk.) (Kinderen en volwassenen ontwikkelen gradueel verscheidene adaptieve gedragingen. Er zijn sensitieve periodes waarin kwalitatief distinctieve capaciteiten opeens opduiken.) (Taalontwikkeling en opleiding leiden tot veranderingen in stadia. Dialogen met deskundigere leden van de maatschappij leiden ook tot continue veranderingen die variëren van cultuur tot cultuur.) Ecologische systeem theorie (Bronfenbrenner) / Levensloopperspectief Continu én discontinu (Er zijn continue vooruiten achteruitgangen. Er zijn opkomsten van nieuwe vaardigheden in stadia.) Methode - Naturalistische observatie - Gestructureerde observatie - Klinisch interview - Gestructureerd interview, Meerdere verlopen Nature én nurture (Biologisch beïnvloede disposities gaan op meerdere levels samen met omgevingsinvloeden om te resulteren in ontwikkeling op unieke manieren.) (De persoonlijke kenmerken en de reacties van anderen hebben een invloed op elkaar op bidirectionele wijze. Zowel vroege als latere ervaringen zijn belangrijk.) Meerdere verlopen Nature én nurture (Ontwikkeling is beïnvloed door meerder, interagerende biologische, psychologische en sociale krachten. Hiervan variëren velen van persoon tot persoon, waardoor diverse wegen van verandering ontstaan.) (Ontwikkeling is multidimensioneel, beïnvloed door erfelijkheid en omgevingsfactoren, met de nadruk op plasticiteit over alle leeftijden heen. Zowel vroege als latere ervaringen zijn belangrijk.) Omschrijving Sterktes Systematische observatie Observatie van gedrag Stelt het alledaagse in natuurlijke leven van de deelnemer contexten voor. Observatie van gedrag in een laboratorium, waar de condities gelijk zijn voor alle deelnemers Geeft iedere deelnemer dezelfde mogelijkheid om het betreffende gedrag te vertonen. Zelfrapportering Flexibele Besluit zo goed als interviewprocedure mogelijk de manier waarin de onderzoeker waarop deelnemers een compleet verslag denken in het dagelijkse van de deelnemers leven. Enorme breedte gedachten verwerft en diepte aan informatie kan verworven worden op korte tijd. Zelf-rapporteringsinstrumenten waarin elke deelnemer Permitteert vergelijkingen tussen de antwoorden van de Beperkingen Mist controle over de condities waaronder de deelnemers geobserveerd worden Brengt mogelijks geen observaties op die gedragingen van de deelnemers in het alledaagse leven typeren. - Resulteert mogelijks niet in accurate rapportering van informatie. - De flexibele procedure maakt vergelijkingen tussen antwoorden van individuen moeilijk. - Brengt niet dezelfde diepte van questionnaires en testen dezelfde vragen krijgt op dezelfde manier deelnemers en een efficiënte data collectie. Onderzoekers kunnen antwoordalternatieven aanbrengen waaraan deelnemers misschien niet dachten bij een open interview. Klinische of ‘case study’ methode Het volledige plaatje Verschaft rijke, van de individuele omschrijvende inzichten psychologische in factoren die werking van een ontwikkeling persoon, verkregen beïnvloeden. door een combinatie van interviews, observaties en testscores Ethnografie Observatie van een Verschaft een cultuur of distinctieve completere omschrijving sociale groep door dan afgeleid kan worden uitgebreide field notes uit één enkel(e) te maken, waarmee de observationeel bezoek, onderzoeker de unieke interview of culturele waarden en questionnaire. sociale processen tracht vast te leggen informatie op als bij een klinisch interview. - Antwoorden zijn nog steeds onderhevig aan inaccurate rapportering. - Is mogelijks afwijkend zijn door de theoretische voorkeuren van de onderzoeker. - De bevindingen kunnen op niemand anders dan de deelnemers worden toegepast. - Is mogelijks afwijkend door de waarden en theoretische voorkeuren van de onderzoeker. - De bevindingen kunnen niet toegepast worden op individuen en settings die anders zijn dan bestudeerd.