Geomorfologie: The grand Canyon Voorbereid door: Laura Gysbrechts Datum: 20/06/2014 Bron foto: Google earth, Amerika, Arizona, the Grand Canyon Inhoudsopgave Het ontstaan en de vormgeving van de Grand Canyon ................... 3 I. Het ontstaan van de Grand Canyon ..................................................................... 3 a) De endogene processen ................................................................................ 3 II. De vormgeving van de Grand Canyon ................................................................ 4 a) De exogene processen .................................................................................. 4 b) De rivier en de Canyon worden breder ............................................................ 4 Bibliografie ..................................................................................................... 5 Bijlage............................................................................................................ 6 2 Het ontstaan en de vormgeving van de Grand Canyon I. Het ontstaan van de Grand Canyon Het ontstaan (en de evolutie) van de Grand Canyon in Arizona, te Verenigde Staten van Amerika (kijk figuur 1 in bijlage), is al zo’n twee tot tien miljoen jaar bezig en is nu nog steeds aan de gang. Door de Grand Canyon loopt een rivier die erg belangrijk is, deze is de Colorado. The Grand Canyon is maar één van de negentien canyon’s dat de rivier, de Colorado, heeft gevormd. De vraag die in dit hoofdstuk wordt gesteld en beantwoord is het ontstaan van de Grand Canyon. Hoe en waarom is deze ontstaan en waarom is ze daar ontstaan ? a) De endogene processen De Grand Canyon is een plateau die zich uitstrekt in Arziona (te Verenigde Staten van Amerika). Door dit plateau loopt een rivier, de Colorado. Daar komen we in het exogene proces op terug. De Grand Canyon was niet altijd een vallei met kloven. In het begin was deze vallei een plateau en voor het een plateau was was het zelfs een vlakte. De uitleg die nu gegeven gaat worden kan u volgen met afbeelding twee uit de bijlage. De nummers in de tekst in het vet komen overeen op de afbeelding. Hoe is er een plateau ontstaan op deze vlakte ? Onder de zee heb je de pacifische plaat (= een oceanische plaat) en onder NoordAmerika heb je de Noord-Amerikaanse plaat (= een continentale plaat). Om de platen te situeren is er in de bijlage, afbeelding drie, een kaart toegevoegd. Deze twee platen komen in beweging waardoor de pacifische plaat (= een oceanische plaat, deze is zwaarder dan de continentale plaat) en de continentale plaat in botsing komen. De pacifische plaat duikt onder de continentale plaat (1). Hierdoor ontstaan er aardbevingen, de gebieden met een geel sterretje zijn gebieden met erg veel aardbevingen (2) en word de continentale plaat naar boven geduwd en zo krijg je een gebergte, het gebergte het dichtst tegen de zee, het Sierra Nevada gebergte(3), met elke aardbeving groeit de berg meer en meer. Toch word de continentale plaat zachtjes opzij geduwd (ze wordt samengedrukt omdat de oceanische plaat naar het oosten gaat en de continentale plaat naar het westen, eens ze botsen is er teveel druk en schiet het landschap de hoogte in, dit gebeurd wel over miljoenen jaren heen) waardoor het oosten een beetje mee stijgt (4), dit gaat zéér traag. Terwijl wordt de oceanische korst in de diepte geduwd waardoor ze smelt (5). Het smeltende magma (6) komt terug naar boven en zit vast in een magmakamer, deze magmakamer vormt het gebergte omdat de korst niet flexibel is, waardoor ook de omgeving rond het gebergte gaat opgeheven worden. Doordat het een uitweg naar buiten zoekt duwt het het landschap omhoog tot weer een gebergte, het meest oostelijke gebergte, de Rockey Mountains (7). De korst is erg hard en buigt niet zomaar mee tot een gebergte, ze stijgt mee met het opkomen van het magma. Door dit proces krijg je een plateau (8) die later de Grand Canyon zal vormen. 3 II. De vormgeving van de Grand Canyon Nadat het plateau is gevormd, is het aan de exogene processen om van de Grand Canyon te maken wat het vandaag de dag is. Dit is dankzij de rivier, de Colorado. a) De exogene processen De rivier is ontstaan met het opkomen van de Rockey Moutains, waar ze ook ontspringt. Uitmondde doet ze in de Golf van Mexico. Bij het vormen van de Rockey Mountains is de rivier zijn weg naar de zee gaan zoeken. Wanneer het landschap zich naar boven duwde ging de rivier steeds sneller en sneller stromen. Hierdoor ging de rivier zich dieper en dieper insnijden in het landschap. Een rivier wilt altijd rechtdoor (de kortste weg) volgen, al lukt dit niet. Op een gegeven moment moet de rivier uitwijken. Dit kan door diverse redenen. Een rots die in de weg ligt, het reliëf dat de rivier dwingt een beetje opzij te gaan, … (Afeelding 4 in bijlage) Eens de rivier is opgeschoven gaat het water altijd een beetje kronkelen. Zo gaat ze de randen van de rivier raken en deze uithollen. Het water gaat nog sneller stromen waardoor ze nog meer erodeert en meer kronkelend wordt (afbeelding 5 in bijlage). Over de lengte van 2200 km lange stroomloop heeft de rivier, de Colorado, een verval van ruim 3000 meter: op zijn weg naar de zee heeft de rivier zich door de plateau’s gesneden en zo 19 grote canyon’s gecreëerd, Grand Canyon inbegrepen. b) De rivier en de Canyon worden breder Hoe wordt de canyon nu breder? Grijsgroen korstmos dat zich vestigt op de kalksteenrand van de canyonrand. Het houdt vast aan de 40 cm regenval per jaar die op de zuidelijke kloofrand valt. In een chemisch proces maakt het korstmos een organisch zuur aan dat heel langzaam kalksteen oplost. Deeltjes van de opgeloste steen verzamelen zich in de scheuren van de canyon totdat er voldoende groeibodem is zodat een zaadje dat door de wind wordt meegebracht voldoende houvast geeft. Plant na plant volgen elkaar in die groeispleet; elke keer graven de wortels zich dieper en worden de wortels in omvang groter waardoor de omgevende steen in zeker mate druk ervaart. Langzaamaan wordt de weerstand van de steen minder totdat een rotssplinter afbreekt en in de diepte valt. Het is maar de dikte van een bladzijde uit de bijbel, maar toch is de canyon breder aan het worden. Ook is er bovenaan de canyon (door de hoogte) een grote afwisseling van koude en warme. Hierdoor gaat het gesteente uitzetten en dan weer inkrimpen. Rustig aan verkruimeld het gesteente en dwarrelen voortdurend uit de spleten zandkorrels naar de grond toe. Water is en blijft toch de grootste factor voor het uitdiepen en verwijden van de Canyon. In de vorm van regen of gesmolten sneeuw baant het zich een weg in de barsten van de bovenrand van de canyon. Door het bevriezen en ontdooien (de temperatuurswisslingen) van dat water doet het de gesteenten verwijden tot ze splijten. Dit gebeurd het meest door de stormen waar het water naar omlaag stort. Eens in een mensenleven kan de canyon op een paar uur tijd in één regenbui meer veranderen dan door enkele jaren heen. Zo kunnen grote rotsblokken worden losgewrikt en hellingen mee omlaag spoelt (afbeelding 6 in de bijlage). 4 Bibliografie Robert Wallace en de redactie van Time-Life boeken, De Grand Canyon: De wereld der woeste natuur/Time-Life boeken, 10de druk. US: TIME-LIFE Books, 1972. Hannelore Verstappen, Geomorfologie, Leuven, België: Katholieke Hogeschool Leuven, 2013-2014. E. Van Hecke, D. Vanderhallen, A. Callemeyn, Plantyn: Algemene Wereldatlas, Plantyn: Mechelen, België, 2012. Hannelore Verstappen, Geologie: De dynamische aarde, Leuven, België: Katholieke Hogeschool Leuven, 2013-2014. 5 Bijlage Figuur 1: De staat Arizona met de rivier de Colorado. Bron: E. Van Hecke, D. Vanderhallen, A. Callemeyn, Plantyn: Algemene Wereldatlas, Plantyn: Mechelen, België, 2012. Figuur 2: De endogene processen die de Grand Canyon heeft gevormd. Bron: R.J. Lillie, The oregon historical society, geraadpleegd via de URL: http://www.ohs.org/exhibits/traveling-exhibits/150-million-years/the-assemblycontinues-cascadia-subduction-zone.cfm 4 3 2 1 7 8 6 5 6 Figuur 3: Een kaart van alle platen op aarde. Bron: E. Van Hecke, D. Vanderhallen, A. Callemeyn, Plantyn: Algemene Wereldatlas, Plantyn: Mechelen, België, 2012. Figuur 4: Het (beginnen) kronkelen van een rivier. Bron: Het Messeon, geraadpleegd via de URL: http://lessen.museon.nl/ 7 Figuur 5: Hoe een rivier steeds harder begint te kronkelen. Bron: Het Messeon, geraadpleegd via de URL: http://lessen.museon.nl/index.php Figuur 6: Bron: Hannelore Verstappen, Geomorfologie, Leuven, pagina 2 hoofdstuk verwering, België: Katholieke Hogeschool Leuven, 2013-2014. 8