Chirurgie - Groene Hart Ziekenhuis

advertisement
Chirurgie
Borstkanker
Inleiding
Deze brochure is bedoeld voor vrouwen die
een behandeling ondergaan vanwege
borstkanker.
Wanneer iemand met kanker te maken krijgt,
is dit een zeer ingrijpende ervaring. Veel
vrouwen willen weten wat deze ziekte
inhoudt en welke behandelingen mogelijk
zijn. U krijgt algemene informatie over
borstkanker, de onderzoeken die kunnen
plaatsvinden en de mogelijke behandelingen. De behandeling die aan u wordt
voorgesteld, is afgestemd op uw persoonlijke
situatie. Daarom komt u wellicht ook
informatie tegen die niet direct op u van
toepassing is.
Ook voor uw partner of naaste kan het goed
zijn om deze brochure te lezen. Dat maakt
het wellicht gemakkelijker om samen over de
situatie te praten. Omdat uw ziekte vaak ook
gevolgen heeft voor uw omgeving, adviseren
wij om altijd iemand mee te nemen naar het
spreekuur. Niet alleen kan deze persoon
vragen stellen, maar twee horen ook meer
dan een. Bovendien kunt u zo thuis nog eens
bespreken wat u hebt gehoord.
Wat is kanker?
Borstkanker is een bepaalde vorm van
kanker.
In totaal zijn er meer dan honderd
verschillende vormen van kanker. De vorm en
de naam die we eraan geven, wordt
bepaald door de plaats in het lichaam waar
de ziekte ontstaat. Elke vorm is een andere
ziekte met eigen kenmerken, zowel qua
klachten, behandelmethoden en kansen op
genezing. Eén ding hebben deze ziekten
echter gemeen: er is sprake van een
ongeremde celdeling.
Wat is celdeling?
Ons lichaam is opgebouwd uit zeer kleine
deeltjes: de cellen. Cellen verouderen of
kunnen worden beschadigd. Daarom is het
noodzakelijk dat er constant nieuwe cellen
worden gevormd. Deze cellen ontstaan door
middel van celdeling.
Bij celdeling ontstaat uit één cel twee nieuwe
cellen, die zich op hun beurt ook weer delen,
enzovoort.
Ongeremde celdeling
Bij kanker is er eveneens sprake van celdeling.
Deze celdeling komt echter niet tot stand
omdat er behoefte aan is. Bij kanker blijven
cellen zich zonder noodzaak delen. Bij
uitbreiding van het aantal kankercellen
ontstaat een opeenhoping van deze
afwijkende cellen. Deze vormen een
kwaadaardige tumor. De tumor woekert
onbeperkt door en dringt op den duur het
omringende weefsel binnen.
Uitzaaiingen (metastasen)
Kankercellen kunnen losraken van een tumor
en via de lymfe en/of het bloed in het
lichaam worden verspreid. Op deze wijze
kunnen kankercellen op andere plaatsen in
het lichaam terechtkomen en daar uitgroeien
tot nieuwe tumoren. Men spreekt dan van
uitzaaiingen (of metastasen).
Een uitzaaiing is geen andere vorm van
kanker; het is een woekering van de
oorspronkelijke kanker, maar op een andere
plaats in het lichaam.
Goedaardig/kwaadaardig
Naast kwaadaardige (maligne) tumoren
komen ook goedaardige (benigne) tumoren
voor.
Een voorbeeld van zo’n goedaardig tumor is
een vetbult. Ook hierbij is er sprake van een
overmatige deling van cellen, maar deze
deling komt op een gegeven moment wel tot
stilstand.
Bij een goedaardige tumor is er geen sprake
van ingroei in omringend weefsel en treden
ook geen uitzaaiingen op. Soms is het nodig
een goedaardige tumor te verwijderen,
bijvoorbeeld als deze klachten veroorzaakt.
Gewoonlijk komt de tumor daarna niet meer
terug.
Alleen bij een kwaadaardige tumor is er
sprake van kanker.
Het lymfestelsel
Zoals u op de voorgaande pagina’s hebt
kunnen lezen, kunnen bij kanker uitzaaiingen
ontstaan via de lymfe en/of het bloed. Het
systeem van bloedvaten is waarschijnlijk wel
bekend. Minder mensen weten hoe het
lymfestelsel eruit ziet en werkt. Daarom volgt
hieronder een beschrijving van dit stelsel. Het
lymfestelsel bestaat uit lymfevaten en
lymfeweefsel (klieren en andere organen).
•
•
Lymfevaten
Lymfevaten vormen de kanalen van het
lymfestelsel. Deze kanalen worden vanuit
het weefsel gevuld met een kleurloze
vloeistof, de lymfe. In de lymfe worden
afvalstoffen uit het lichaam opgenomen.
Ook bevinden zich witte bloedcellen in de
lymfe. Via steeds grotere kanalen komt dit
weefselvocht uiteindelijk in de bloedbaan
terecht.
Voordat de lymfe in het bloed komt,
passeert zij ten minste één lymfeklier.
Lymfeklieren
Lymfeklieren zijn de zuiveringsstations van
het lymfestelsel: daarin worden
ziekteverwekkers, vooral bacteriën en
virussen, onschadelijk gemaakt. Verder
worden daar afvalstoffen uit de lymfe
gefilterd. De lymfeklieren bevinden zich op
verschillende plaatsen in ons lichaam.
Borstkanker
In Nederland krijgt ongeveer 1 op de 10
vrouwen borstkanker. Het is de meest
voorkomende vorm van kanker bij vrouwen.
Vóór het dertigste levensjaar is borstkanker
zeldzaam. Daarna komt de ziekte steeds
meer voor. Driekwart van alle
borstkankerpatiënten is ouder dan vijftig jaar.
Borstkanker komt ook voor bij mannen, zij het
in veel mindere mate dan bij vrouwen.
Zoals bij alle vormen van kanker, is er bij borstkanker sprake van ongeremde celdeling.
De afwijkende cellen blijven zich delen en
groeien uit tot een kwaadaardige tumor. Als
de tumor niet wordt verwijderd of bestraald,
wordt deze steeds groter en bestaat de kans
dat de kwaadaardige cellen zich uitzaaien
naar de lymfeklieren. Meestal bevindt de
eerste aangetaste lymfeklier zich in de oksel
aan de kant van de aangedane borst.
Op de tekening ziet u een afbeelding van de
lymfeklieren in de directe omgeving van een
van de borsten.
Kankercellen kunnen zich ook via het bloed
uitzaaien. Deze cellen kunnen op die manier
ver
van de oorspronkelijke tumor uitgroeien tot
een metastase. Dat kan bijvoorbeeld
gebeuren in de botten. We spreken dan niet
van botkanker maar van een botmetastase
afkomstig van borstkanker. Bij borstkanker
kunnen ook uitzaaiingen optreden in andere
organen, bijvoorbeeld in de longen en de
lever. Zoals bij de meeste kankersoorten geldt
ook voor borstkanker dat vroege ontdekking
de kans op genezing vergroot.
Oorzaken
Over de oorzaken van borstkanker is nog
weinig met zekerheid bekend. Wel weten we
dat sommige vrouwen een wat grotere kans
op borstkanker hebben dan andere vrouwen.
Dit zijn vrouwen:
• die eerder borstkanker hebben gehad;
• van wie de moeder of één of meer zusters
borstkanker hebben (gehad), vooral in die
gevallen waarbij borstkanker vóór de
overgang werd vastgesteld.
Evenals alle andere vormen van kanker is
borstkanker niet besmettelijk.
Bij 5 tot 10% van alle patiënten is erfelijkheid
de doorslaggevende factor bij het ontstaan
van borstkanker.
Een erfelijke vorm van borstkanker
onderscheidt zich op een aantal punten van
een ‘gewone’ borstkanker. Zo wordt de
erfelijke vorm meestal op jongere leeftijd
vastgesteld, namelijk tussen dertig tot vijftig
jaar. Daarnaast wordt bij patiënten met zo’n
erfelijke vorm van borstkanker vaak niet één
maar een aantal van deze tumoren in de
borsten vastgesteld.
voelbaar is, krijgen ook een
mammalokalisatie.
Over genoemde onderzoeken zijn aparte
folders beschikbaar, vraag gerust hiernaar
wanneer u deze niet hebt ontvangen.
Hieronder krijgt u een globale beschrijving
van de schildwachtklier-scintigrafie en de
mammalokalisatie.
•
Behandeling
Bij de behandeling van borstkanker kunnen
verschillende methoden worden toegepast:
• een operatie (chirurgie);
• een bestralingskuur (radiotherapie);
• een behandeling met medicijnen die de
celdeling remmen (chemotherapie);
• een behandeling met
hormoonpreparaten (hormonale
therapie).
De behandeling is gericht op genezing van
de patiënte. Vaak adviseert uw behandelend
arts een combinatie van
behandelingsmethoden. Bij de keuze voor
behandeling(en) speelt onder andere de
grootte van de tumor een rol. Meestal wordt
een operatie geadviseerd. Er is echter een
kleine groep vrouwen bij wie het beter is om
eerst te starten met chemotherapie.
Onderzoek
U hebt al een aantal onderzoeken achter de
rug, zoals een punctie en een mammografie.
Het kan zijn dat voor de operatie nog enkele
onderzoeken plaatsvinden, zoals een foto
van uw longen, een echografie van de lever,
een botscan of een
schildwachtklierscintigrafie. Vrouwen bij wie
de borstafwijking zo klein is dat deze niet
•
Schildwachtklierscintigrafie
Met de schildwachtklierscintigrafie wordt
bepaald of er uitzaaiingen van de tumor
zijn in de lymfeklieren van uw oksel. Dit
gebeurt door die lymfeklier op te sporen
die als eerste uitzaaiingen bevat. Deze
lymfeklier wordt de schildwachtklier
genoemd. Wanneer de schildwachtklier
geen uitzaaiingen bevat, hoeven de
overige klieren in uw oksel niet te worden
verwijderd. Uit onderzoek blijkt namelijk
dat bij een ‘schone’ schildwachtklier de
kans op uitzaaiingen in andere
lymfeklieren zeer klein is.
U krijgt de eventuele schildwachtklierscintigrafie de dag voor de operatie, soms
wordt deze op de dag van de operatie ‘s
ochtends verricht.
Mocht het tijdens de operatie niet lukken
de schildwachtklier op te sporen dan
wordt gelijk een okselkliertoilet uitgevoerd.
Daarbij worden uw okselvet en
lymfeklieren verwijderd. Houdt u daarom
rekening hiermee.
De schildwachtklier en het gezwel worden
na de operatie onderzocht, dit duurt
ongeveer tien dagen. Als blijkt dat er in uw
schildwacht-klier een uitzaaiing zit, volgt
meestal een tweede operatie waarbij alle
lymfeklieren in uw oksel worden verwijderd
(okselkliertoilet).
Het inspuiten van de radioactieve stof in
uw borst kan een kort moment
onaangenaam zijn. Het onderzoek kent
geen noemenswaardige risico’s.
Mammalokalisatie
Wanneer bij u het gezwel zo klein is dat
deze niet voelbaar is, krijgt u een mammalokalisatie. Dit betekent ‘plaatsbepaling in
de borst’. Een dergelijk kleine afwijking
wordt nogal eens ontdekt bij vrouwen die
aan het bevolkingsonderzoek hebben
deelgenomen. Soms bestaat de afwijking
alleen uit een groepje kalkvlekjes,
zogeheten micro-calcificaties.
Voorafgaand aan de operatie wordt de
afwijking met behulp van een metalen
draadje in de borst gemarkeerd, zodat uw
chirurg precies weet welk stukje weefsel hij
moet verwijderen. Het markeren gebeurt
onder röntgendoorlichting of met behulp
van geluids-golven (echografie).
Dit onderzoek kan pijnlijk zijn en kent geen
noemenswaardige risico’s.
Borstoperatie
Er zijn twee soorten borstoperaties: een borstsparende behandeling en een
borstamputatie (afzetting).
Het is goed te weten dat na een
borstamputatie de mogelijkheid van
borstreconstructie bestaat.
U kunt dit het beste in een vroeg stadium met
de chirurg bespreken. Over borstreconstructie
zijn aparte informatiefolders beschikbaar.
•
Borstsparende behandeling
De borstsparende behandeling omvat
een operatie en een bestralingskuur.
De chirurg verwijdert de tumor met een
randje omringend gezond weefsel en
neemt ook de schildwachtklier (en
eventueel de okselklieren) aan uw
aangedane kant weg. Het is hierbij vaak
onvermijdelijk of zelfs noodzakelijk om de
zenuw die tussen de okselklieren doorloopt, door te snijden. Als gevolg hiervan
kunt u aan de binnenkant van de
bovenarm een prikkelend, dof of pijnlijk
gevoel ervaren. Dit gevoel is blijvend,
maar veel vrouwen ervaren dit in de loop
van de tijd als minder hinderlijk.
De patholoog heeft ongeveer tien dagen
nodig om uw borstweefsel en de
weggenomen klieren te onderzoeken.
Daarna kan de arts bepalen of naast de
radiotherapie een andere
vervolgbehandeling nodig is. Uiteraard
bespreekt hij dit met u.
Vier of vijf weken na uw ontslag, krijgt u
een bestralingskuur om eventueel in uw
borst achtergebleven kankercellen te
vernietigen.
De bestralingsperiode duurt in totaal
ongeveer zeven weken. In deze tijd krijgt u
vier à vijf keer per week bestraling. U
wordt hiervoor niet opgenomen, maar
gaat voor iedere bestraling naar een
academisch ziekenhuis. Omdat wij een
samenwerkingsverband hebben met het
Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC)
gaan de meeste patiënten naar Leiden.
•
Borstamputatie
Bij een borstamputatie wordt uw gehele
borst verwijderd. Soms is het nodig om
zekerheidshalve ook een gedeelte van de
borstwand-spieren te verwijderen zodat
de tumor ruim wordt weggehaald. Bij deze
operatie wordt eveneens de
schildwachtklier (en eventueel de
okselklieren) aan uw aangedane kant
weggenomen. Het is hierbij vaak
onvermijdelijk of zelfs noodzakelijk om de
zenuw die tussen de okselklieren
doorloopt, door te snijden. Als gevolg
hiervan kunt u aan de binnenkant van de
bovenarm een prikkelend, dof of pijnlijk
gevoel ervaren. Dit gevoel is blijvend,
maar veel vrouwen ervaren dit in de loop
der tijd als minder hinderlijk.
Ook bij deze ingreep heeft de patholoog
ongeveer tien dagen nodig om het borstweefsel en de weggenomen klieren te
onderzoeken. Daarna kan de arts
bepalen of vervolgbehandeling nodig is.
Uiteraard bespreekt hij dit met u. Meestal
kan na een borstamputatie de bestraling
achterwege blijven.
Risico’s na een borstoperatie
Bij iedere ingreep is een kans op
complicaties.
Ook bij een borstoperatie is een normaal
risico op complicaties aanwezig. Door een
narcose kan bijvoorbeeld longontsteking of
trombose van de aders in de benen
voorkomen of kan een
nabloeding of wondinfectie optreden.
Specifiek voor een borstoperatie zijn:
• Seroomvorming
Vaak hoopt, als gevolg van de operatie,
het wondvocht (seroom) zich op in het
wondgebied. Wanneer de
vochtophoping zo groot is dat u er last
van hebt, dan wordt deze via een naald
aangeprikt en weggezogen. Dit is soms
•
•
meerdere keren noodzakelijk maar is niet
pijnlijk.
Stijve arm en schouder
Door de operatie kan de beweeglijkheid
van uw arm en schouder aan de
geopereerde kant minder worden. U krijgt
daarom oefeninstructies mee. Zie hiervoor
de folder Oefeninstructies na
borstoperatie en/of verwijdering
lymfklieren in de oksel. Meestal kunt u na
een paar maanden uw arm en schouder
weer vrijwel normaal bewegen.
Dikke arm
Wanneer bij de operatie uw okselklieren
zijn verwijderd, wordt het lymfevocht
vanuit die arm minder gemakkelijk
afgevoerd. Hierdoor kunt u een dikke arm
krijgen. De kans hierop na verwijdering
van de okselklieren is 5 tot 10 procent.
Dat wil zeggen dat van iedere honderd
vrouwen, ongeveer vijf tot tien hiervan last
krijgen. U kunt voor lymfoedeem worden
behandeld door de fysiotherapeut.
Daarom: hebt u klachten, raadpleeg dan
uw (huis-)arts of de verpleegkundige.
Meer informatie vindt u in de folder
Lymfoedeem.
Er ontstaat extra lymfevocht als u te veel
zwaar werk doet met de arm van de
aangedane kant of wanneer u aan die
arm of hand een ontsteking krijgt. Ontzie
daarom uw arm en draag handschoenen
bij huishoudelijk werk en tuinieren.
Na de operatie
De uitkomst van het onderzoek van het
weggenomen weefsel wordt besproken in
het overleg dat wij hebben met het Leids
Universitair Medisch Centrum. De uitslag en
de vervolgbehandeling die wordt
geadviseerd, bespreekt uw chirurg zo snel
mogelijk met u.
Het kan zijn dat een tweede operatie
noodzakelijk is, bijvoorbeeld omdat er
uitzaaiingen in de schildwachtklier zijn
gevonden. Het kan ook zijn dat u als advies
krijgt om chemotherapie, hormonale therapie
of radiotherapie te volgen, of een
combinatie van deze therapieën.
Zoals gezegd komt bij een aantal vrouwen
een erfelijke vorm van borstkanker voor. Deze
kans is niet groot: van de honderd vrouwen
hebben vijf tot tien vrouwen deze vorm. Van
een erfelijke vorm van borstkanker kan sprake
zijn wanneer er bijvoorbeeld veel borstkanker
bij u in de familie voorkomt. Dit kan echter
ook toeval zijn en hoeft niet te betekenen dat
u per definitie deze erfelijke vorm hebt.
Wanneer wij vermoeden dat bij u sprake kan
zijn van een erfelijke vorm van borstkanker,
dan bespreken wij dit met u. Zonodig
verwijzen wij u door voor een
erfelijkheidsonderzoek.
De mammacareverpleegkundige
Tijdens uw bezoek aan ons ziekenhuis zult u
de mammacareverpleegkundige
ontmoeten.
De mammacareverpleegkundige is een
verpleegkundige die gespecialiseerd is in de
zorg rondom borstkanker. Zij geeft
aanvullende informatie over de ziekte, de
behandeling en helpt u met het omgaan met
de gevolgen hiervan.
De mammacareverpleegkundige is aanwezig
op de polikliniek Chirurgie (Bleulandlocatie)
van dinsdag tot en met donderdag van 09.00
- 16.00 uur. Wanneer u wilt, wordt uw afspraak
aansluitend aan uw gesprek met de chirurg
gepland.
Bent u opgenomen op een van de verpleegafdelingen op de Jozef- of Bleulandlocatie
dan bezoekt de mammacareverpleegkundige u op de afdeling.
U kunt de mammacareverpleegkundige
bellen van dinsdag tot en met
vrijdagochtend tussen 9.00 - 16.00 uur op
telefoonnummer (0182) 505967. Buiten deze
tijden kunt u inspreken op het
antwoordapparaat en wordt u zo spoedig
mogelijk teruggebeld.
Contact met lotgenotes
Het kan zijn dat u tijdens de periode van
onderzoek en behandeling, maar ook
daarna behoefte hebt aan contact met
medepatiënten. Mogelijk voelt u zich
daardoor minder onzeker doordat u uw angst
en verdriet kunt delen. Ook kunnen deze
lotgenoten u allerlei praktische informatie
geven.
Dit zogeheten lotgenotencontact is mogelijk
via de BorstkankerVereniging Nederland.
Deze patiëntenorganisatie is eenmaal in de
maand in ons ziekenhuis aanwezig. Zie
hiervoor de folder Inloopmiddagen voor
vrouwen met borstkanker. Wilt u meer weten
over de activiteiten van deze vereniging, kijk
dan op www.kankerpatiënt.nl of
bel naar het landelijk nummer (030) 2917222.
De BorstkankerVereniging Nederland heeft
tevens een contactgroep opgericht die zich
speciaal richt op jonge vrouwen. Deze groep
is voor vrouwen tot 45 jaar. Voor informatie
over deze groep kunt u bellen naar: (030)
2917227.
Meer informatie
Wilt u meer informatie dan kunt u terecht bij:
• Nederlandse Kankerbestrijding/KWF
telefoon: 0800 - 0226622
internetsite: www.kwfkankerbestrijding.nl
• Integraal Kankercentrum West
telefoon: (071) 525 97 59
internetsite: www.ikc.nl/ikw
Vragen?
Voor informatie over het ziekenhuis kunt u
terecht op onze internetsite: www.ghz.nl.
Ook kunt u bellen naar het algemene
informatienummer (0182) 505050.
Vanaf het moment dat u te horen hebt
gekregen dat u borstkanker hebt, komt er
veel op u af.
U komt terecht in een ‘medische molen’ en
het kan lijken alsof u daar zelf geen invloed
meer op kunt uitoefenen.
Wij willen graag benadrukken dat wij het
belangrijk vinden dat u zelf bepaalt wat
gebeurt. Oftewel: dat u degene bent die de
regie heeft over uw leven. Stel daarom gerust
uw vragen en laat het ons weten wanneer u
twijfels hebt of ergens mee zit. Neem ook
voldoende bedenktijd bij het nemen van
beslissingen.
Hebt u vragen over uw persoonlijke situatie of
ziekte, dan kunt u deze het beste bespreken
met uw behandelend specialist of de
mammacare-verpleegkundige. Om geen
vragen te vergeten, kunt u deze van te voren
opschrijven.
De brochure Kanker … in gesprek met je arts
kan hierbij een hulpmiddel zijn. Hierin staan
een aantal vragen welke u kunt stellen om
informatie over uw ziekte en behandeling te
krijgen.
Ook kunt u uw situatie met uw huisarts
bespreken. Tijdens uw behandeling wordt
deze regelmatig door ons ziekenhuis
geïnformeerd over het verloop en de
behandeling van uw ziekte.
Colofon
uitgave : Groene Hart Ziekenhuis, Gouda
productie : Marketing & Communicatie
februari 2009
04.04.054
Download