Document

advertisement
07-12-2010
(Hypo)manische ontwikkeling bij
olanzapine gebruik
Marlijn Vermeiden
Casus – Mw. J. (62 jr)
 2002 opname i.v.m. depressieve- en angstklachten en automutilatie.
 2002-2008 ambulante behandeling met clomipramine, later in
combinatie met quetiapine.
 Eind 2009: angsklachten en slaapproblemen w.v. start olanzapine 1 dd
5 mg. Pte decompenseerde hypomaan. Na staken olanzapine
verdwenen de hypomane klachten. Conclusie: bipolaire II stoornis.
Lithium instellen.
 11-2010: onvoldoende herstel depressieve klachten, second opninion
Erasmus MC P2. Diagnose: depressieve stoornis met vitale
kenmerken.
Klinische vraagstelling
 Indicatie olanzapine:
 matige tot ernstige manische episode bij schizofrenie
 bipolaire stoornis, wiens manische episode eerder op heeft
gereageerd
 Farmacotherapeutisch Kompas: (hypo)manie is geen beschreven
bijerwerking
 Vraag: kan olanzapine een (hypo)manie induceren?
 P: As I stoornis
 I:
Olanzapine gebruik
 C: Placebo
 O: (Hypo)manie
Olanzapine-induced psychotic mania in bipolar
schizo-affective disorder; Benazzi, 1999
 Case-report
 55-jr vrouw met bipolar schizoaffectieve stoornis
 1 week na start olanzapine 20 mg: insomnia, psychomotore agitatie,
prikkelbaarheid en hyperactiviteit, grootheidswanen, versneld denken
 Remissie na enkele dagen staken olanzapine
 Abrupt aanvang en remissie pleiten voor causaal verband met
olanzapine
 Theorie: serotonine > dopamine antagonisme; hypothese: manie
geinduceerd door 5-HT2 blokkade
Placebo-controlled trials do not find association
of olanzapine with exacerbation of bipolar
manie; Baker et al, 2002
 2 studies gecombineerd
 Dubbel-blind gerandomiseerde trials
 Werkzaamheid olanzapine 5-20 mg per dag (n=125) i.v.m. placebo
(n=129) bij behandeling acute bipolaire manie (SCID)
 11-item Young-Mania Rating Scale (Y-MRS)
 Na 3 weken behandeling vergelijking met baseline Y-MRS
Baker et al, 2002 - Resultaten
 Geen sign. verschillen tussen populatie groepen
 Werkzaamheid: gem verbetering Y-MRS olanzapine > placebo
(p<0.001)
 Exacerbatie manie: gem verslechtering Y-MRS olanzapine < placebo (p
= 0.005)
Baker et al, 2002 - Conclusie
 Manie score verslechterd placebo > olanzapine (sign. verschil)
 Case reports manie door atypisch AP = exacerbatie van natuurlijk
beloop bipolaire stoornis
 Olanzapine netto effect = anti-manie
Beperkingen:
 Twee studies gecombineerd
 Geen onderscheid tussen de novo manie en verslechtering bestaande
manie
 3 weken = korte follow-up
 Is er sprake van een kwetsbare subgroep met > risico ontstaan manie
bij atypisch AP gebruik?
Case report - Mania and hypomania with
olanzapine use; Akdemir et al, 2004
 Casus 1:
 33 jr vrouw, paranoide schizofrenie, VG manie  Fam: blanco
 Na 2 wk olanzapine 10 mg: manische kenmerken
 Switch risperidon 6 mg  verbetering
 Casus 2:
 36 jr man, paranoide schizofrenie, VG manie –
 Fam: schizofrenie +
 Na 3 dgn olanzapine 10 mg  “excessive action and talking” met
slaapstoornis
 Ophogen olanzapine 15 mg  onveranderd beeld
Case report - Mania and hypomania with
olanzapine use; Akdemir et al, 2004
 Casus 3:
 18 jr man, schizofrenie
 Fam: blanco
 Verslechtering beeld  start olanzapine 20 mg  meer actief,
spraakzaam, dysfoor, afname impulscontrole en slaapstoornis,
onsamenhangend denken, bizar gedrag
 Verlaging olanzapine 15 mg en start haldol 5 mg  afname
 Casus 4:
 24 jr man, gedesorganiseerd schizofrenie, haldol 15 mg
 Fam: blanco
 Acute psychose  additie olanzapine  na 3 wkn: toename
eigenwaarde, spraakzaam, vrolijk (hypomanie)
Case report - Mania and hypomania with
olanzapine use; Akdemir et al, 2004
 Casus 5:
 33 jr man, paranoide schizofrenie
 Fam: schizofrenie +
 Olanzapine 10 mg  vrolijk, toename grootheidsgevoel
Mogelijke verklaringen:
 Toeval?
 Onderliggende affectieve stoornis?
 Olanzapine veroorzaakt manisch toestandsbeeld?
 Hypothese: hogere affiniteit 5HT2 receptoren
Possible induction of mania of hypomania by
atypical antipsychotics: an updated review of
reported cases; Rachid et al, 2004
 Atypische AP deels antidepressieve werking  neiging tot manische
ontwikkeling?
 MEDLINE search (1999-2003), atypische antipsychotica
 34 casussen geinduceerde (hypo)manie  olanzapine (n=5), risperidon
(n=6), quetiapine (n=5), ziprasidone (n=11), flupentixol (n=6),
amisulpride (n=1)
 Geen (hypo)mane symptomen bij start atypisch AP
Rachid et al, 2004 - Resultaten
 20 casussen suggestief voor causaal verband van atypisch AP bij
ontstaan (hypo)mane symptomen
 snelle remissie (hypo)manie na dosis reductie / staken
 verhoging dosering gaf verslechtering (hypo)manie
 snelle terugval (hypo)manie na herstart zelfde AP (n=2)
 Overige casussen incomplete documentatie: premorbide kenmerken,
symptomatologie, interval tot begin (hypo)manie, overige medicatie
gebruik, dosering medicatie
Rachid et al, 2004 - Conclusie
 Suggestief dat atypische AP effect heeft op stemming en dat causaal
verband bestaat met ontstaan (hypo)manie
 Bewustzijn van mogelijkheid stemmingswisselingen met atypische AP,
voornamelijk bij pten met schizofrenie / schizoaffectieve stoornis
 Netto-effect atypische AP blijft anti-manie
Discussie:
 Hypothese: lage dosering AP resulteert in blokkade 5-HT2A maar geen
D2 receptoren  inductie manische symptomen
 Echter: meerdere casussen (hypo)manie bij hoge doseringen
 Beperking: geen controle studie
Take-home message
 Vraag: kan olanzapine een (hypo)manie induceren?
 Antwoord: causaal verband is niet uitgesloten echter te weinig
onderzoek gedaan
Download