Antipsychotica en seksuele bijwerkingen

advertisement
Antipsychotica en seksuele bijwerkingen:
het afwegen van behandelingsstrategieën
Dr. Marrit K. de Boer
Psychiater / onderzoeker
Universitair Medisch Centrum Groningen
Disclosure
Twee studies die mede gefinancierd werden door Lilly en BMS.
Speakers fees van Lilly.
Leerdoelen
Na het volgen van deze workshop weet u:
•Waarom het belangrijk is dat behandelaren actief vragen naar
seksuele bijwerkingen en hoe dit gedaan kan worden.
•Welke behandelingsstrategieën beschikbaar zijn voor seksuele
bijwerkingen van antipsychotica.
•Hoe de keuze voor behandelingsstrategieën afgewogen kan worden.
•Hoe behandelingsstrategieën uitgevoerd en geëvalueerd kunnen
worden.
Opbouw
• Overzicht behandelingsstrategieën antipsychotica-geïnduceerde
seksuele bijwerkingen (korte samenvatting)
•
Zelf oefenen met afname vragenlijst (ASFQ)
•
Casus 1
•
Casus 2
•
Casus 3
Behandelingsstrategieën: algemene interventies
•
Vraag naar actief en routinematig naar ongewenste effecten
(bijwerkingen), inclusief seksuele bijwerkingen
•
Overleg met de patient de “last”
•
Geef uitleg over seksuele bijwerkingen
•
Psychosociale interventies
De Boer et al., J Sex Research, 2014
De Boer et al., Schizophrenia Bulletin, 2015
Medicamenteuze behandelingsstrategieën
•
Dosisverlaging
•
Switchen
• Bv. naar quetiapine, olanzapine, aripiprazol
•
Additiestrategieën
• Dopamine agonist, aripiprazol
• Fosfodiësterase-5-remmer: sildenafil, tadalafil, lodenafil
De Boer et al., Schizophrenia Bulletin, 2015;
De Boer et al., J Clin Psychopharmacology, 2014;
Nunes et al., 2012
Antipsychotics and Sexual Functioning Questionnaire (ASFQ)
•
Semi-gestructureerd interview
•
Inleidende vraag
•
Per onderdeel van seksualiteit een vraag
•
Kan zowel verbetering als verslechtering meten
•
Vraagt naar verandering in seksueel functioneren ten gevolge van
medicatie
•
Psychometrische eigenschappen
• Betrouwbaarheid
• Interne consistentie
• Test-hertest
• Interbeoordelaar
• Validiteit
• Vergelijking met ASEX en SRA
Knegtering et al, 2003; De Boer et al., Schizophrenia Research, 2013
Casus 1
• Een 25-jarige vrouw heeft een eerste psychose doorgemaakt in
het kader van schizofrenie. Ze is sinds een halfjaar ingesteld op
risperidon 1 dd 4 mg. Daarmee zijn de wanen en hallucinaties
afgenomen en sinds 4 maanden niet meer aanwezig.
• In vergelijking met haar normale functioneren heeft ze meer
moeite om tot dingen te komen en kan ook wat minder drukte
aan, maar ze was blij met de afname van psychotische symptomen
in de afgelopen maanden.
• Sinds twee weken lijkt ze echter weer wat achterdochtiger te
worden.
Wat zijn mogelijke redenen voor toegenomen achterdocht?
Casus 1
• Bij navraag blijkt patiënte sinds enkele weken de dosering
risperidon gehalveerd en inmiddels gestaakt te hebben.
• Sinds ze de risperidon gebruikte had ze last van seksuele
bijwerkingen, wat ze hinderlijk vond en spanningen gaf in de
relatie met haar vriend. Ze had het niet met haar behandelaar
besproken omdat ze niet goed wist hoe ze erover moest beginnen.
Wat wilt u nog meer weten?
Casus 1
• Sinds patiënte risperidon gebruikt, is haar seksueel functioneren
verslechterd. Gezien dit beloop in de tijd is het waarschijnlijk dat
het antipsychoticum een belangrijke factor is bij het ontstaan van
deze klachten.
• Er is sprake van afgenomen seksueel verlangen, afgenomen
seksuele opwinding (zowel qua subjectief gevoel als afgenomen
vaginale vochtigheid) en het lukt niet meer om een orgasme te
bereiken.
• Op dit moment nemen de psychotische verschijnselen echter toe
omdat ze de medicatie gestaakt heeft. Patiënte wil de risperidon
absoluut niet weer gebruiken, ondanks dat het goed hielp voor de
psychotische verschijnselen.
Wat doet u?
Casus 1
• De behandelaar geeft patiënte uitleg dat seksuele bijwerkingen
frequent voorkomen bij antipsychotica, maar dat de kans daarop
per middel verschilt. Ze besluiten een ander antipsychoticum te
starten met minder kans op seksuele bijwerkingen. Patiënte vindt
het niet nodig om een gezamenlijk gesprek met haar vriend in te
plannen om hem ook uitleg te kunnen geven.
• Patiënte wordt ingesteld op aripiprazol 1 dd 15 mg. Ze voelt zich
onrustig, slaapt slecht en de achterdocht neemt niet af. Bij
verlaging naar 7.5 mg neemt de onrust wel af, maar i.v.m.
persisterende wanen en hallucinaties is er een noodzaak om het
beleid aan te passen.
Wat doet u?
Casus 1
• Patiënte wordt ingesteld op olanzapine 1 dd 15 mg. Daarmee gaat
de psychose vlot in remissie. Qua seksueel functioneren lukt nu
het meestal wel om opgewonden te raken en een orgasme te
krijgen, maar ze heeft toch het idee dat ze minder interesse heeft
in seks dan voordat ze psychotisch werd.
Wat overweegt u met patiënte en wat doet u vervolgens?
Casus 1
• Er vindt een gezamenlijk gesprek plaats met patiënte en haar
vriend, waarbij uitleg wordt gegeven dat schizofrenie invloed kan
hebben op het functioneren van patiënte op meerdere terreinen
van het leven, inclusief haar seksueel functioneren. Daarnaast
kunnen ook antipsychotica invloed hebben.
• Beiden zijn het erover eens dat het qua seksueel functioneren
beter gaat dan onder gebruik van risperidon, maar ze willen graag
kijken of een dosisverlaging olanzapine een gunstig effect heeft op
het afgenomen seksueel verlangen.
• De dosering olanzapine wordt verlaagd naar 1 dd 10 mg, wat
voldoende blijkt als onderhoudsdosering om de psychotische
symptomen in remissie te houden. Daarmee is ook haar seksueel
functioneren naar tevredenheid van patiënte en haar vriend.
Casus 2
• Een 40-jarige man is sinds ongeveer 20 jaar bekend met
schizofrenie en woont begeleid. Eerder heeft hij een paar keer een
relatie van een aantal maanden gehad, maar momenteel heeft hij
geen relatie.
• De psychotische symptomen zijn al een aantal jaren in remissie
onder gebruik van antipsychotica, maar hij ervaart veel
beperkingen in zijn functioneren ten gevolge van negatieve en
cognitieve symptomen. In de loop der jaren heeft hij verschillende
antipsychotica gebruikt.
• Momenteel gebruikt hij olanzapine. Hij heeft last van
gewichtstoename, maar verder bevalt het middel goed.
Casus 2
• Op een ochtend belt hij u als behandelaar met de mededeling dat
hij sinds de vorige avond last heeft van een aanhoudende erectie
die spontaan is ontstaan. Hij voelt zich er niet opgewonden bij en
dacht dat het daarom wel wel af zou zakken.
• Inmiddels wordt het echter wel heel hinderlijk en is het de laatste
uren ook duidelijk pijnlijk. Daarom belt hij u om te overleggen.
Wat is er aan de hand? Wat adviseert u de patiënt? Op welke
termijn? Waarom?
Welke farmacologische mechanismen zijn vermoedelijk betrokken bij
deze bijwerking?
Wat zijn vervolgens uw overwegingen rondom het gebruik van
olanzapine?
Casus 2
• Olanzapine wordt geswitcht naar sertindol. Zijn eetlust is (naar
wens) wat afgenomen en psychotische symptomen zijn in remissie
gebleven.
• Toch maakt hij zich zorgen. Laatst kwam hij er tijdens masturbatie
achter dat ‘er niets meer uitkomt’ (geen ejaculatie), terwijl hij wel
een gevoel van orgasme ervoer.
Wat is er aan de hand? Wat legt u uit aan patiënt?
Kan deze bijwerking ook bij andere antipsychotica voorkomen? Zo ja,
welke?
Wat zijn de onderliggende farmacologische mechanismen?
Casus 2
Bindingscapaciteit van antipsychotica
D1
D2
5HT1a
5HT2a
5HT2c
α1
α2
H1
M1
Amisulpride
?
+++
0
0
0
0
0
0
?
Aripiprazole*
+
++++
+++
++
++
++
++
++
0
Chlorpromazine
+
+++
0
+++
++
+++
?
+++
+
Clozapine
+
+
+
+++
++
+++
+
+++
+++
Haloperidol
++
+++
0
+
0
++
++
+
0
Olanzapine
++
++
0
+++
++
++
+
++++
+++
Perphenazine
?
++++
+
+++
+
++
+
+++
0
Pimozide
0
+++
+
++
0
+
?
0
0
Quetiapine
+
+
+
+
0
++
+
++
+
Risperidone
++
+++
+
++++
++
+++
+++
+++
0
Sertindole
?
+++
++
++++
++++
+++
+
+
0
Thioridazine
++
++
+
++
++
+++
?
++
+
Ziprasidone
++
+++
++
++++
++
+++
+
+++
+
* = Partial dopamine agonist; D = dopamine receptor; 5HT = serotonin receptor; α = alpha-adrenergic receptor (or
alpha-adrenoceptor); H = histamine receptor; M = muscarinic receptor (a subtype of acetylcholine receptor). Affinity
for receptors: 0 = absent or very low (Ki value >1000); + = low (Ki value 100-1000); ++ = moderate (Ki value 10-100);
+++ = high (Ki value 1-10); ++++ = very high (Ki value <1); ? = unknown.
Correll, 2010; Leysen & Gommeren, 1984; Richtand et al., 2008
Casus 3
Een 32-jarige vrouw die haloperidol gebruikt rapporteert galactorroe,
een onregelmatig menstruatiepatroon en een afgenomen seksueel
verlangen
Wat zijn mogelijke oorzaken van deze klachten?
Casus 3
Is er een reden om het prolactine te bepalen?
Stel dat het prolactine verhoogd is, is dat dan ook de reden van het
afgenomen seksueel verlangen?
Stel dat het prolactine verhoogd is, waar moet differentiaal
diagnostisch nog aan gedacht worden?
Casus 3
• Hoe kan het dat sommige antipsychotica het prolactine meer verhogen
dan op basis van hun receptorbinding aan de D2 receptor verwacht zou
worden?
%
70
60
50
Classic AP
Clozapine
Olanzapine
Quetiapine
Risperidone
Aripipirazole
Serum
Prolactin1200
Levels
1000
(ME/L)
40
800
Classical
Clozapine
Olanzapine
Quetiapine
Risperidone
Aripiprazole
600
30
400
20
10
200
0
0
Sexual Dysfunction
Knegtering et al. 2008; De Boer et al. 2011
Prolactin
Conclusie
Samenvatting van de belangrijkste onderdelen van de workshop. U weet:
•Waarom het belangrijk is dat behandelaren actief vragen naar seksuele
bijwerkingen en hoe dit gedaan kan worden.
•Welke behandelingsstrategieën beschikbaar zijn voor seksuele
bijwerkingen van antipsychotica.
•Hoe de keuze voor behandelingsstrategieën afgewogen kan worden.
•Hoe behandelingsstrategieën uitgevoerd en geëvalueerd kunnen
worden.
Dank voor uw aandacht!
[email protected]
Download