1848 ~ 1868 Veel conflicten

advertisement
Hoofdstuk 3
1
• Nederland = representatieve democratie
Wat betekent dit??
2
Verandering van Republiek naar
Constitutionele Monarchie.
3
Bataafse Republiek
- Staatsgreep van Patriotten (per stad namen de
patriotten het bestuur over)
- Willem V vluchtte naar Engeland.
- Verkiezingen voor de Nationale Vergadering. (via
districtenstelsel-126 distr.)
- Overleg over opstellen grondwet leidde tot felle
discussie.
4
Wat was de invulling van de Bataafse
Republiek?
Eenheidsstaat (Unitarissen)
of
Federatie van zelfstandige
gewesten.(Federalisten)
5
Via staatsgreep die door de Fransen werd
gesteund, kregen de radicale Unitarissen de
macht in handen.
Zij gingen de grondwet maken.
De ‘democratische’ eenheidsstaat bleef
rommelig en liep al snel ten einde.
6
1814: weer monarchie. (erfelijk) (Congres
van Wenen)
Willem I 1814 – 1840
1815: nieuwe grondwet (veel beslissingen
via Koninklijke Besluiten)
Willem II 1840 1849
kreeg te maken met voedselrellen en 1848
revolutie-dreiging.
7
1848: Willem II veranderd zonder overleg
met ministers de grondwet in democratische
zin.
Dus in 24 uur veranderde Willem II van
conservatief naar liberaal.
Thorbecke mocht de grondwet aanpassen.
8
• Verandering: rechtstreekse verkiezingen voor de
Tweede Kamer.
• Maar door censuskiesrecht nog geen echte
democratie.
• Thorbecke bracht de Gemeentewet en
Provinciewet, dit vormde de basis voor de
bestuurlijke organisatie met drie bestuurslagen.
9
• Willem III ~ niet populair.
• Hij vond het moeilijk zich bijvoorbeeld niet
met geloofskwesties te bemoeien.
(resultaat is dat Thorbecke ontslag nam)
10
• 1848 ~ 1868
– Veel conflicten tussen regering (koning en
ministers) en Tweede Kamer.
– Oplossing conflict was dat de Koning gewoon
de Tweede Kamer ontbond.
– Pas in 1868 verandering hierin ~
Gewoonterecht = bij een niet op te lossen
conflict tussen ministers en parlement biedt
het kabinet zijn ontslag aan.
11
opdracht 2
•
a
In de Nationale Vergadering ontstonden grote tegenstellingen over welke
personen kiesrecht mochten krijgen en over de staatsvorm. Na meer dan een jaar
overleg werd het moeizaam bereikte compromis verworpen. Na een staatsgreep
kregen radicale Unitarissen de macht in handen..Hun tegenstanders werden uit de
Nationale Vergadering gezet. Vervolgens was binnen drie maanden de grondwet
gereed. Nederland werd een eenheidsstaat. Op locaal niveau werden maatregelen
echter vaak geboycot. In 1801 werd de grondwet, na opnieuw een staatsgreep, buiten
werking gesteld. Een nieuwe grondwet verzwakte de positie van de Nationale
Vergadering.
b
Feit: soldaten zijn teruggestuurd naar hun kazernes.
Meningen: Bataafse 'vernieuwing'; vervolgt 'vredig' haar bezigheden.
De beschrijving wordt gegeven door een aanhanger van de Unitarissen. Hij vindt de
resultaten een vernieuwing en wil de onrust zo veel mogelijk verzwijgen.
c
Gewezen kan worden op de uitbreiding van het kiesrecht. De uitsluiting van de
Oranjeklanten en de Federalisten was terecht. Dit waren bewegingen die pasten bij de
situatie van voor 1795: toen was er geen democratie. De sociaaleconomische
onafhankelijkheid was noodzakelijk om niet omgekocht te worden bij het
stemmen.
d
Thorbecke was ook voorstander van een eenheidsstaat. Hij was bovendien
12 maar
voorstander van censuskiesrecht (sociaaleconomische onafhankelijkheid),
wilde verder niemand vanwege zijn politieke opvattingen uitsluiten.
opdracht 3
•
•
•
•
•
a. Russische en pruisische troepen
b. Zee is vrij (einde continentale stelsel)
c. tegenstellingen zijn er niet meer
d. bestuur weer vd rijken.
machtshebbers van voor franse tijd zijn
terug.
13
opdracht 4
• a. Herstel oude machtsstructuur: dus weer
monarchie
• b. Congres van Wenen was er voor
overleg. Afspraak over nieuwe grenzen,
zorgen voor rust (geen revolutie)
• c. Willem regelde veel dingen via
koninklijke besluiten.
14
• Opdracht 5:
– veranderingen die hebben bijgedragen tot
grondwetswijziging:
–
–
–
–
angst voor revolutie (1848: revolutiejaar Europa)
Onvrede Liberalen (over bewind Willem II)
Economische problemen (voedselrelletjes)
Invloed kleine krantjes (liliputters) --> veroorzaakten
onrust, riepen arbeiders op om zich te organiseren
12
15
3.3
• Inspiratie socialisme = Marxisme
– klassenstrijd!
– Oplossing: via revolutie kan de onderlaag de
macht grijpen
– Maar --> revolutie ontstond niet spontaan.
– Dus: 2 mogelijkheden
• georganiseerde revolutie
• gebruik maken van democratie (sociaaldemocraten)
15
16
3.3
Socialisten:
SDB: eerste arbeiderspartij van ons land.
leider = Domela Nieuwenhuis
1887: Nieuwenhuis als eerste socialist in
de Tweede Kamer.
17
• In de Tweede Kamer werd niet goed naar
hem geluisterd  oplossing: acties buiten
het parlement.
• Niet iedereen binnen de SDB was het hier
mee eens  zij gingen een aparte groep
vormen = SDAP o.l.v. Troelstra.
18
• 1897: SDAP met kleine fractie in de Kamer.
• SDAP werd erg succesvol.
• Zij streefden naar Algemeen kiesrecht
• 1917: Algemeen kiesrecht
• Vrouwen teleurgesteld  via initiatiefwet 1919:
vrouwenkiesrecht. (Marchant)
19
• De democratische staat was door het
algemeen kiesrecht een feit.
• Toch tijdens Interbellum: populairste
partijen: de Confessionelen
20
3.4
• Districtenstelsel: resulteerde niet in een
democratische vertegenwoordiging van het
volk.
– (niet iedere stem telde even zwaar door
bijvoorbeeld verschillen in
bevolkingsdichtheid)
21
• Dus kwam er het Stelsel van evenredige
vertegenwoordiging:
– Iedere partij krijgt zoveel zetels in de Tweede
Kamer als het aantal keren dat de kiesdeler
wordt behaald.
– Kiesdeler = het aantal uitgebrachte stemmen
delen door het aantal zetels in de Kamer.
22
• Raad van Europa (1949) en Verenigde Naties.
• 1951: EGKS  betekenis?
– waarom?
• 1957: EEG: Betekenis?
– Waarom?
• 1991: EU: Betekenis?
– waarom?
22
23
3.5
• Na W.O. II: oprichting Raad van Europa (1949) en
Verenigde Naties.
• 1951: EGKS  supranationaal toezicht op gebruik
grondstoffen die belangrijk zijn voor oorlogsvoering.
• 1957: EEG: gemeenschappelijke markt en gezamenlijk
economisch beleid.
• 1991: Europese Unie: politieke integratie (euro)
– Europese wetgeving gaat boven nationale wetgeving.
24
• 2004: Europese grondwet  door
REFERENDUM afgewezen.
25
FILM:
Deans
26
Download