Eerste ontwerp DOP Hunsel ( 15

advertisement
Inleiding
Dames en Heren,
Voor u ligt het Dorps Omgevings Programma voor de kern Hunsel van de gemeente Leudal,
verder te noemen DOP.
Het DOP is in feite een visie op het behoud en de verbetering van de leefbaarheid in de kern
Hunsel voor de komende 10 a 15 jaar. Ook de andere vier kernen in het gebied van de voormalige
gemeente Hunsel, te weten, Ell, Haler, Neeritter en Ittervoort hebben een DOP opgesteld. Het
gebied van de voormalige gemeente Hunsel wordt nu ook wel Leudal-West genoemd.
Het voorliggende DOP is op een unieke wijze tot stand gekomen. Met behulp van bijdragen van
de gemeente Leudal en de provincie Limburg is aan de dorpsraad Hunsel de gelegenheid
geboden om een DOP op te stellen in samenspraak met de inwoners en organisaties in de kern.
De inwoners, de verenigingen en de ondernemers hebben daarmee een waardevolle kans
gekregen om hun visie op de toekomst van het dorp te geven. Van deze gelegenheid is de
afgelopen maanden goed gebruik gemaakt. Door middel van een aantal werkgroepen en ook op
basis van vele reacties heeft de dorpsraad een beeld gekregen van de zaken die de kern Hunsel
beroeren. Ook zijn door verschillende geldingen in de samenleving oplossingen aangedragen voor
knelpunten en wensen.
Als dorpraad hebben wij de vele signalen en handreikingen samengevat, beoordeeld en
neergeschreven in het voorliggende DOP. Dit DOP biedt een uitstekende agenda voor de
ontwikkeling van het dorp Hunsel gedurende de komende jaren. Wanneer de vele projecten en
maatregelen van het programma tot uitvoering gebracht kunnen worden dan zal de leefbaarheid in
ons landelijke gebied voor de toekomst veilig gesteld zijn. De huidige situatie waarbij het goed
wonen, leven en werken is in Hunsel zal dan ook voor de komende jaren veilig gesteld zijn.
Als dorpsraad hebben wij ons ook de vraag gesteld “een plan en wat dan ?“. Het DOP is een visie
die alleen waarde heeft als er ook een uitvoering aan gegeven wordt. Het DOP is een prima
kapstok daarvoor. Om te beginnen zal de dorpsraad over het voorliggende plan in onderhandeling
moeten treden met partijen die een taak hebben op het terrein van beleid en uitvoering. Wij
denken daarbij aan;
- de gemeente Leudal
- de provincie Limburg
- de woningbouwvereningen
- de agrarische sector
- Waterschap Peel en Maas
- Vereniging Natuurmonumenten
- Werkgroep Toeristisch Wandelen
- Ruimtelijke Ontwikkelingsbedrijven
en zeker niet op de laatste plaats de eigen inwoners.
Het behoud van de leefbaarheid in Hunsel zal voor een deel stoelen op de inzet van organisatie
doch ook voor een belangrijk deel op de inzet van de inwoners en organisaties in het dorp zelf.
Wij zijn als Hunsel een hechte gemeenschap en wij zullen in de nabije toekomst inspanningen
moeten verrichten om de leefbaarheid voor alle inwoners, van jong tot oud, te behouden en daar
waar mogelijk of nodig te verbeteren.
Met dit DOP wordt richting gegeven aan de nabije toekomst van Hunsel.
Hunsel, april 2008
Jan Vestjens, wnd. voorzitter Dorpsraad Hunsel
2
Inhoudsopgave
1. Historische typering van het dorp Hunsel
1.1 Veranderingen sinds de Tweede Wereldoorlog tot heden
1.2 Het geldende bestemmingsplan
4
2. Probleemstelling
6
3. Werkwijze
7
4. Thema’s Dorps Ontwikkelings Programma kern Hunsel
4.1 ONDERWIJS
4.1.1 brede maatschappelijke voorziening
4.1.2 verkeersveiligheid
8
5
4.2 VOORZIENINGEN
4.2.1 Ruimtelijke optimalisering
4.2.2 Huisvesting verenigingen
4.2.3 Dorpsservicepunt
4.2.4 Fysiek betrekken woonzorgcentrum bij de kern
4.2.5 Internet en GSM in het buitengebied
4.2.6 Defibrillators
9
4.3 WONEN
4.3.1 Woonmilieuonderzoek
4.3.2 Oorspronkelijkheid en identiteit versterken
11
4.4 SOCIALE SAMENHANG
4.4.1 Introductie nieuwe inwoners
4.4.2 Opstellen evenementenkalender
4.4.3 Betrekken inwoners bij hun woonomgeving
4.4.4 Communicatie Bruggerhof
12
4.5
13
VERKEER
4.5.1 Verkeerscirculatieplan
4.5.2 Schoolroutes
4.5.3 Oneigenlijk gebruik paden en wegen buitengebied
4.5.4 Straatverlichting
10
4.6 ECONOMIE EN TOERISME
4.6.1 Clusteren van winkels en MKB
4.6.2 Toerisme
14
4.7 SAMENVATTING VISIE BUITENGEBIED LEUDAL WEST
4.7.1 Visie
4.7.2 Beleidsaanbevelingen
4.7.3 Projectvoorstellen
15
16
17
3
1. Historische typering van het dorp Hunsel
De geografische- en de staatkundige invalshoeken zijn belangrijk om een goed beeld te krijgen van
het plattelands dorp Hunsel. Het gebied van en rond Hunsel is te kenschetsen als licht glooiende
zandgronden die worden doorsneden door beken die vanaf de zandwallen tegen het Belgische
lössgebied naar de Maas uitmonden. Ofschoon het gebied getuige rijke (pre)historische vindplaatsen
al vroeg bewoond was, is het leven er op de heigronden zeer karig geweest. Men leefde er van
schapenteelt en van wat akkerbouw. De vruchtbaardere gronden aan de beken en de moerassen
werden gereserveerd voor beweiding en voor de teelt van groenten. Aanvankelijk waren er nauwelijks
dorpen: men vestigde zich op plaatsen waar gemakkelijk drinkwater te verkrijgen was, en waar wat
vruchtbaarder “zwarte” (organische moeras)grond voorhanden was. Van oorsprong bestaat Hunsel –
Huis in het moeras*- uit een verzameling geïsoleerd liggende- en op gunstige plekken enigszins
gegroepeerde boerderijen rond een kleine dorpskern aan de Uffelse beek. Het is opvallend dat de
woningen in oude kern van het dorp Hunsel “met de rug naar de beek gekeerd” zijn: achter de huizen
lagen de moestuinen die de bewoners van leeftocht voorzagen op de vruchtbare grondafzettingen van
de beek. Staatkundig heeft Hunsel lang deel uitgemaakt van een lappendeken van wisselende
bestuurseenheden, en dan nog eens steeds in de uithoeken daarvan waardoor gebied en bevolking
relatief geïsoleerd was. Het moeizame bestaan in deze positie heeft ertoe geleid dat de bewoners van
een kant binnen de familiale verbanden wel op moesten komen voor een eigen onafhankelijke
bestaan, maar dat zij anderzijds ook op elkaar waren aangewezen om het ontbrekende al of niet met
gesloten beurzen “uit te ruilen”. Dat heeft van oudsher gevoerd tot een sterke gemeenschapszin,
gepaard aan een afwachtende-, onafhankelijke houding tegenover “vreemden” zonder dat echter
sprake was (en is!) van xenofobie omdat men immers gewend is geweest aan soms sterk en snel
wisselende bestuursstructuren. Het karige bestaan en de wisselende bestuursallianties –die vanuit het
noodzakelijke realisme als een soort natuurlijk gegeven werden aanvaard- hebben ook geleid tot een
groot gevoel voor betrekkelijkheid en een pragmatisme dat met werkelijkheidszin is gericht op
positieve overlevingskansen. Men woonde in kleine langgevelboerderijen of carréhoeves; in de
dorpskern van Hunsel in stro- of pannen gedekte laagbouw. Het dorp had twee kernen: eentje bij het
statige gemeentehuis; een wit herenhuis dat omzoomd werd door hoge bomen; de tweede bij de kerk,
met een plein en de parochiezaal. Daar hebben de inwoners van Hunsel eeuwen mee kunnen
overleven: hard werkend, een beetje smokkelend, en ondanks de armoede met een onmiskenbaar
gevoel voor zelfspot. Pas begin vorige eeuw is de opbrengst in de landbouw toegenomen; met de
invoering van kunstmest, de kanalisatie van beken en de drooglegging van moerassen in de
werkloosheidsprojecten van de jaren twintig, en de eerste ruilverkavelingen van na de tweede
wereldoorlog. Daarnaast hebben respectievelijk de werkgelegenheid in de mijnbouw, de opkomst van
de agro-industrie (ondermeer Limco en Campina in Weert), en de grote vraag naar bouwpersoneel (tot
in de Bondsrepubliek Duitsland toe) voor toenemende welvaart gezorgd.
1.1 Veranderingen sinds de Tweede Wereldoorlog tot heden
Mede door de veranderingen in het werkgelegenheidspatroon –van plaatsgebonden landbouw naar
regionale handel en industrie- is het blikveld verbreed, en dank zij de toegenomen welvaart kon de
bevolking zich betere behuizing veroorloven. Hierdoor is vooral in de jaren zestig –met een
gesubsidieerd beleid van sloop van oud voor nieuw- veel authentieke bebouwing in de oude
dorpskern vervangen door de eenvoudige-, functionele nieuwbouw van die tijd, waarin ondermeer
betere aandacht aan het sanitair werd gegeven. Tot de jaren zeventig is het dorp nauwelijks
noemenswaardig uitgebreid ondanks het feit dat het dorp –als centrum van de regio- het
gemeentebestuur huisvestte. Dit is opmerkelijk, omdat de dorpen Ittervoort en Ell al in vroeg stadium
meer een forensenkarakter kregen. In Hunsel was de tendens daarentegen dat vervangings- en
uitbreidingsmogelijkheden vooral door autochtone kinderen benut werd: ondanks ondermeer de
verbeterde- en verbrede opleidingsmogelijkheden kozen (en kiezen nog steeds) veel kinderen voor
het dorp van hun familie; zelfs als de woon-werkafstanden na opleiding groot zijn. Vanaf de jaren
tachtig is het eerste- voor de Hunselse dorpsmaat iets grotere uibreidingsproject in gang gezet in het
gebied Groelstraat. Het gemeentebestuur heeft vervolgens delen achter de huidige Groelstraat
aangekocht voor (ook verder te faseren) uitbreiding. Deze uitbreiding kon echter niet doorgaan omdat
de regelgeving een nabij gelegen veehouderij beschermde. Het gemeentebestuur heeft er toen voor
gekozen de gemeenteloods te plaatsen op dit uitbreidingsgebied, en de uitbreidingsmogelijkheden
voor de kern te verplaatsen naar het gebied Nuienveld dat tot op heden gefaseerd in exploitatie is
genomen. In de kern is rond de eeuwwisseling de boerderij “Brugger” met gronden aangekocht ten
behoeve van uitbreiding van de dorpskern. Ook deze uitbreidingsmogelijkheid mocht echter niet
doorgaan omdat het gebied al tijdens de gemeentelijke voornemens bestemd was voor herstel van
natuurwaarden via het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (restauratie- en meandering Uffelse beek).
4
De gemeente heeft toen een plan laten ontwikkelen om een woonzorgcomplex te realiseren op een
deel van dit perceel nadat het aannemersbedrijf Velter door de gemeente is aangekocht om het te
slopen, zodat met een parkachtige voorziening, en een voetpad en een brug over de beek daar voor
in de plaats een vrij uitzicht vanuit het dorp op het Buitengebied zou ontstaan, evenals een visuele- en
feitelijke verbinding met het dorp voor de bewoners van het woonzorgcomplex. Het woonzorgcomplex
is intussen gerealiseerd; in de weilanden, met de rug naar het dorp, en zonder uitzicht naar de
dorpskern, aan een toegang die gemarkeerd is als “doodlopende weg”.
1.2 Het geldende bestemmingsplan
De laatste wettelijke wijzigingen dateren van 1998. Het is opmerkelijk dat het Bestemmingsplan voor
de kern van Hunsel aandacht vraagt voor de beeldkwaliteit van de dorpskern, gebaseerd op
dorpskarakteristieken zoals hier eerder aangeduid: nog bestaande elementen van de kleinschalige
lage bebouwing met een dakverdieping. Daar is echter in het geheel niets van terug te vinden in de
plannen die door het gemeentebestuur zijn goedgekeurd en die inmiddels zijn gerealiseerd.
5
2. Probleemstelling
Hunsel vormt een van de 16 kleine en middelgrote kernen van de gemeente Leudal. Hunsel kan
worden getypeerd als een landelijke woonkern met een overwegende woonfunctie en een zeer
uitgebreid buitengebied dat hoofdzakelijk in gebruik is voor agrarische doeleinden. De kern Hunsel
is zeer ruim van opzet. Veel ruimte in het dorp en een schitterend en gevarieerd buitengebied met
veel natuurwaarden en cultuurhistorische elementen.
De kern kent een zeer beperkt aanbod van dagelijkse voorzieningen. De lokale middenstand is op
enkele kleinere winkels na verdwenen en de inwoners zijn voor hun dagelijkse behoeften
aangewezen op voorzieningen elders zoals Ittervoort , Weert of Roermond. De kern kent geen
grote uitbreidingsplannen op het terrein van wonen en werken. De omvang van Hunsel zal
redelijke stabiel blijven de komende decennia.
Wel zal er sprake zijn van demografische veranderingen. Het aantal inwoners zal volgens
prognoses van de provincie Limburg redelijk gelijk blijven. Echter zal er sprake zijn van vergrijzing
en ontgroening. Het aantal oudere inwoners zal verhoudingsgewijs toenemen en het aantal
geboorten zal licht dalen. Daarnaast zal het fenomeen gezinsverdunning optreden dat wil zeggen
dat er meer kleinere gezinnen en meer alleenwonenden komen.
Deze veranderingen zullen van invloed zijn op de ontwikkeling van het dorp. Veelal wordt
gesproken of een “vergrijzingsprobleem” of het probleem van de bevolkingsafname. Doch
wanneer op tijd rekening wordt gehouden met de veranderingen dan hoeft een en ander geen
probleem te betekenen en kunnen de veranderingen als een uitdaging worden geschouwd. Elders
in de wereld ( oa Scandinavië ) is de verandering van de bevolkingssamenstelling al langer een
feit en wordt probleemloos opgelost.
Een ander punt van zorg is de ruimtelijke invulling van Hunsel. De kern Hunsel is de laatste
decennia veranderd qua uitstraling en verschijningsvorm. De eigenheid van Hunsel dreigt
daarmee verloren te gaan. In het DOP is gezocht naar wegen om het karakteristieke van het dorp
opnieuw ruimtelijk en sociaal te accentueren. Voor de toekomst zal het onderscheid tussen de
kernen een uithangbord dienen te zijn. In de eigenheid van Hunsel zal de kracht voor de toekomst
moeten liggen. Een dorpseigen invulling van de ruimte, een goed samenspel met natuur,
landschap en agrarische bedrijvigheid, een sterk maatschappelijk en cultureel leven, een sterke
samenlevingszin en “noaberhulp” tussen mensen.
De veranderingen in de bevolkingssamenstelling, het verdwijnen van lokale voorzieningen en de
eigenheid zijn punten waar in het DOP nadrukkelijk bij is stilgestaan. Daarbij is gezocht naar
passende oplossingen die aansluiten bij de realiteit en de beleving van de inwoners.
6
3. Werkwijze
Door de voormalige gemeente Hunsel is het samenstellen van de Dorps Omgevings Programma’s
opgedragen aan de dorpsraden in het gebied. Op het moment van de opdracht waren dorpsraden
actief in Hunsel, Haler en Neeritter. In de loop van 2007 zijn nieuwe sterke dorpsraden actief
geworden in Ell en Ittervoort.
In eerste instantie was het de bedoeling dat er een DOP opgesteld zou worden voor het gehele
gebied van ongeveer 6200 inwoners. Doch in een vroeg stadium werd reeds geconstateerd dat de
vijf kernen van Leudal-West onderlinge sterk verschilden en dat iedere kern eigen wensen en
behoefte had. Om die reden is vanaf het begin gekozen voor het opstellen van vijf afzonderlijke
DOP’s, ondanks het feit dat er slechts budget beschikbaar was voor een enkel DOP.
Door het uitzetten van de opdracht bij de dorpsraden is gekozen van een werkwijze van onderop.
Geen sjabloonachtige benadering, die eigen is aan externe adviesbureaus maar een opzet
waarbij de mensen, organisaties en ondernemers in het gebied aan zet waren en waarbij nauwe
aansluiting werd gezocht bij de belevingswereld van de mensen waar het om draait.
In Hunsel is begin 2007 gestart met het formeren van werkgroepen die zich zijn gaan
bezighouden met de thema’s;
- onderwijs
- jeugd
- midden- en kleinbedrijf
- verenigingen
- ouderen.
Deze werkgroepen hebben in een aantal bijeenkomsten bouwstenen aangedragen voor het
voorliggende DOP.
De voortvarende aanpak heeft op enig moment geleid tot de “wet van de remmende voorsprong “.
In Ell en Ittervoort dienden eerst nog een dorpsraad georganiseerd te worden, terwijl Hunsel al
bezig was met het uitwerken van het DOP. Omdat door de vijf kernen is gekozen voor
samenwerking bij het opstellen van de DOP’s om zo een goede afstemming te kunnen realiseren,
is het proces in Hunsel enigszins gestagneerd. Uiteindelijk heeft dit geen gevolgen gehad voor het
voorliggende DOP. De onderwerpen die aan de orde zijn geweest vormden de bouwstenen voor
het voorliggende DOP.
Om de afstemming tussen de kernen te realiseren in een Regiegroep ingesteld, bestaande uit
vertegenwoordigers van de vijf dorpsraden. Hier is op inhoud, voortgang, financiën en
buitengebied samengewerkt.
Naast de lokale onderwerpen is gezocht naar een manier om een visie op de ontwikkeling van het
buitengebied te ontwerpen. Gezien het feit dat het buitengebied van Leudal-West als een eenheid
beschouwd kan worden, is voor een gezamenlijke aanpak gekozen, temeer ook omdat de
belanghebbenden in het gebied ook georganiseerd zijn op deze schaal. De visie op het
buitengebied is daarmee apart tot stand gekomen en als een bijlage bij dit DOP gevoegd. De
afzonderlijke dorpsraden hebben de visie buitengebied in gezamenlijkheid via de regiegroep wel
beoordeeld en onderschreven.
De dorpsraad Hunsel zal als onderhandelingspartner voor het DOP functioneren. Dat wil
zeggen dat de dorpraad overeenkomsten met betrokken partijen zal aangaan om
doelstellingen van het DOP te realiseren. De Dorpsraad zal de uitvoering van de projecten
en doelstellingen ter hand nemen na de vaststelling van de visie. De dorpsraad zal het
uitvoeringsproces nadrukkelijk gaan bewaken en daar waar nodig zullen mensen
georganiseerd gaan worden om zaken in de kern van de grond te krijgen. Dit zal de
belangrijkste fase van het proces worden. Een visie is geduldig, de praktijk zal
weerbarstiger zijn. De dorpsraad Hunsel beschouwt het als een grote uitdaging om vorm
en inhoud te geven aan de projecten die zijn verwoord om de leefbaarheid een eigenheid
van Hunsel te behouden en te verbeteren.
7
4. Thema’s Dorps Ontwikkelings Programma kern Hunsel
In dit hoofdstuk worden de onderwerpen belicht die door de bevolking van Hunsel naar voren zijn
gebracht. Onderwerpen die aandacht behoeven in het licht van het verbeteren van de leefbaarheid
van het dorp en ook om de eigenheid van het dorp te behouden of te versterken.
Op de eerste plaats is de huidige situatie per onderwerp nader beschreven, vervolgens is de
gewenste situatie geschetst en tot slot zijn de maatregelen en projecten aangegeven die nodig zijn om
de gewenste situatie in Hunsel te realiseren.
4.1 ONDERWIJS
Huidige situatie
In Hunsel is een basisschool gevestigd met ongeveer 100 leerlingen. Voor de toekomst zal dit aantal
nagenoeg gelijk blijven. In tegenstelling tot andere regio’s in de provincie Limburg en ons land, zal het
aantal inwoners en ook het aantal leerlingen de komende 20 jaar volgens actuele prognoses gelijk
blijven. Ook aspecten als vergrijzing en gezinsverdunning zullen geen invloed hebben op de instroom
van leerlingen. Met een leerlingenaantal van rond de 100 behoudt de school voor de toekomst formeel
en maatschappelijk zijn bestaansrecht in Hunsel.
In verband met het leerlingenaantal bestaat een aantal combinatieklassen. De leerlingen van de
basisschool zijn hoofdzakelijk afkomstig uit de kern Hunsel. Vanuit de kern Hunsel gaat een zeer
beperkt aantal leerlingen naar scholen elders in de gemeente of in het Belgische grensgebied. De
school vervult een grote maatschappelijke betekenis. De leerlingen en leerkrachten nemen deel aan
legio activiteiten in het dorp en de school is ook voor veel ouders een ontmoetingsplek.
De school heeft een tussenschoolse opvang. Buitenschoolse opvang is nog niet gerealiseerd. Zeer
jonge kinderen uit Hunsel maken gebruik van peuterspeelzalen in de omgeving.
Leerlingen van het voortgezet onderwijs maken hoofdzakelijk gebruik van de voorzieningen in de
naburige gemeente Weert. Een klein aantal leerlingen gaat naar scholen in Heythuysen, Horn en
Maaseik. Leerlingen uit het voortgezet onderwijs dienen dagelijks een behoorlijke afstand af te leggen,
hetgeen hoofdzakelijk per fiets gebeurt. De onderwijsmotivatie is bijzonder hoog. Het aantal leerlingen
dat uitvalt in het voortgezet onderwijs is zeer laag. Als mogelijke bijdrage daaraan kan de sociale
samenhang en de sociale controle in Hunsel worden genoemd. Door hechte familiebanden en
positieve betrokkenheid vanuit de gemeenschap wordt veel aandacht aan de opvoeding en
begeleiding van kinderen op weg naar volwassenheid geschonken.
Gewenste situatie
4.1.1 brede maatschappelijke voorziening
Om het onderwijs in de kern goed te faciliteren is het nodig dat een aantal voorzieningen rond de
basisschool en de gemeenschap Hunsel wordt geclusterd. Deze clustering kan optimaal uitvoering
krijgen in de vorm van een zogenaamde brede maatschappelijke voorziening, ook wel brede school
genoemd. Door middel van het samenbrengen van schoolgebouw, binnensportaccommodatie,
gemeenschapsruimte, servicepunt ( voor bijvoorbeeld de bibliotheek, WMO, welzijn en
gezondheidszorg ), buitenschoolse en tussenschoolse opvang, peuterspeelzaal, kinderopvang,
buitenspeelvoorziening en vergaderruimtes kan een optimaal klimaat voor de ontwikkeling van
leerlingen en de gehele gemeenschap Hunsel worden gerealiseerd. Het ontwikkelen van een brede
maatschappelijke voorziening voor Hunsel, waarin de school onderdak zou moeten vinden, dient in
het licht van de ruimtelijke ontwikkeling van Hunsel te worden bezien. Het integreren van een dergelijk
voorziening zal een noodzakelijke versterking van het dorpsbeeld en het maatschappelijke leven in
Hunsel betekenen.
4.1.2 verkeersveiligheid
De schoolroutes zowel voor de leerlingen van de basisschool als voor de leerlingen naar het
voortgezet onderwijs in buurgemeenten zullen nadrukkelijk beoordeeld moeten worden op het aspect
verkeersveiligheid. Op delen van de routes waarbij sprake is van vrijliggende fietspaden en trottoirs is
de situatie goed doch daar waar deze ontbreken en op oversteekplaatsen dient de situatie verbeterd
te worden. De verkeersveiligheid voor leerlingen is gebaat met duidelijke oversteekplaatsen en
snelheidremmende maatregelen in de bebouwde kommen tussen huis en school waar vooral de
fietsende leerlingen gebruik moeten maken van de rijweg. In het hoofdstuk ‘4.5 Verkeer’ zal op de
specifieke knelpunten worden ingegaan.
8
4.2 VOORZIENINGEN
Huidige situatie
In de kern Hunsel floreert een gezond en gevarieerd verenigingsleven voor inwoners van jong tot oud.
Verenigingen op het terrein van sport, cultuur, ontspanning, ontmoeting, historie, educatie etc. De
ledenaantallen van de verenigingen zijn voldoende en er bestaat een grote betrokkenheid bij de
inwoners voor het wel en wee van de organisaties. Een aantal verenigingen kampt met een tekort aan
kader. Dit is een punt van zorg maar echte knelpunten levert dit niet op. De verenigingen vormen per
traditie een ontmoetingspunt voor de inwoners. Hier wordt de basis voor een hechte sociale cohesie
gelegd. De inwoners van Hunsel zijn overwegend RK. De parochie vervult een belangrijke
maatschappelijke en geestelijke rol voor veel inwoners van het dorp. De betrokkenheid van inwoners
bij het kerkgebouw en de begraafplaats is groot.
De accommodaties van de verenigingen zijn van diverse aard en kwaliteit. Een aantal voorzieningen is
voldoende doch een aantal verenigingen kampt met accommodatieproblemen of met zorgen voor de
toekomst. In dat verband kunnen de volgende knelpunten worden genoemd;
- de schutterij maakt gebruik van een tijdelijke noodlocatie;
- de buitenbanen van de handboogschutterij bestaan bij gedogen;
- de kelder van de fanfarezaal heeft wateroverlast;
- de toneelvereniging Hunsel heeft geen onderdak.
Hunsel heeft met een inwoneraantal van ongeveer 950 een zeer beperkt aanbod aan voorzieningen.
Een aantal voorzieningen ontbreekt. Inwoners moeten voor deze voorzieningen gebruik maken van
aanbieders in aangrenzende kernen. In dat verband kunnen de volgende knelpunten worden
genoemd;
- Hunsel kent geen voorziening op het terrein van huisarts, apotheek, tandarts en
Fysiotherapie;
- Hunsel heeft geen steunpunt voor thuiszorg of WMO advisering;
- In Hunsel is in het bijzonder in het buitengebied geen dekking van draadloze telefonie of
internet voorhanden;
- Hunsel kent geen of te beperkte speelvoorzieningen in de woonomgevingen;
- Hunsel heeft een speeltuin met een regionale betekenis, die qua toestellen, veiligheid en
opzet gedateerd is en nodig een grondige herziening verdient;
- De woonzorgvoorziening in Hunsel ligt buiten het woongebied en aan een doodlopende straat.
Het integreren van de ouderen in de gemeenschap is daardoor in fysieke zin niet optimaal. De
omgeving daar is verder te stil en biedt weinig prikkels aan de mensen die er wonen en in
enkele situaties aan huis gebonden zijn. De capaciteit van het aantal wooneenheden is te
gering in relatie met de vraag en de behoefte.
Daarentegen kent Hunsel ook een aantal voorzieningen waar naast de eigen inwoners ook anderen
gebruik van maken, zoals;
- Hunsel heeft een woonzorgcentrum, dat ook voor inwoners uit omliggende kernen bedoeld is.
De capaciteit dient verder vergroot te worden, gezien de behoefte;
- Hunsel kent een 9 holes golfbaan met gebouw die van regionale betekenis is en kansen biedt;
- Hunsel kent een aantal zelfstandige ondernemingen met de bovenlokale en zelfs
internationale uitstraling en klandizie;
- Hunsel heeft een zeer fraai en goed bewegwijzerd stelsel van fiets- en wandelpaden;
- Het buitengebied van de kern Hunsel is in samenhang met het gehele buitengebied van
Leudal-West zeer fraai en gevarieerd. Het landschap is een mix van agrarische bedrijvigheid
en hoogwaardige natuurelementen en gebieden. Het landschap is een uithangbord voor de
gemeenschap en trekt veel belangstellenden van elders aan;
- Hunsel heeft een goed woonklimaat. De rust, de ruimte en de omgeving maken Hunsel tot
een woongebied dat steeds meer belangstelling trekt van mensen van elders. De laatste jaren
is een aantal, vooral ouderen, komen wonen in Hunsel om die redenen.
Gewenste situatie
4.2.1 Ruimtelijke optimalisering
De kern Hunsel telt een aantal knelpunten op het terrein van de ruimtelijke benutting. Een aantal
gebouwen staat op de nominatie om te verdwijnen en er moeten nieuwe bestemmingen gezocht en
gevonden worden die het beeld van de kern versterken. Darbij zal zeer veel aandacht geschonken
moeten worden aan de eigenheid en het karakteristieke van Hunsel. Hunsel zal bevestigd moeten
worden in zijn hoedanigheid als kern met een hoogwaardig en oorspronkelijk woon- en leefklimaat.
Door middel van eigenheid waarmee ook een relatie wordt gelegd naar de historie van de kern en het
gebied zal een concurrerend woonklimaat gerealiseerd moeten worden dat een grote
aantrekkingskracht uitoefent op mensen uit de eigen kern en van elders. Het inrichten van het
9
toekomstige Hunsel naar de gebruikelijke standaard zal geen toegevoegde waarde hebben en zal
wonen in Hunsel in concurrentie brengen met woonomgevingen in omliggende steden en gemeenten,
waar daarnaast ook nog eens sprake is van meer dagelijkse voorzieningen. Het ontbreken van deze
voorzieningen zal gecompenseerd moeten worden met een zeer hoogwaardig en uitgesproken
woonmilieu, waar de kwaliteit van wonen het wint van de afwezigheid van veel voorzieningen.
In dat verband is een herbezinning op de ruimtelijke kwaliteit en de invulling van vrijkomende locaties
van groot belang.
4.2.2 Huisvesting verenigingen
De eerder genoemde knelpunten in de huisvesting van een aantal verenigingen in het dorp zal mede
in relatie met de ruimtelijke optimalisering ter hand genomen moeten worden. Daarbij zal sterk het
accent op clustering gelegd moeten worden. Sportvoorzieningen en schutterijvoorziening zouden kort
bij elkaar gerealiseerd moeten worden kort tegen de kern aan en overige voorzieningen, zoals
fanfarezaal en toneelvereniging zouden bij voorkeur ingepast moeten worden in de brede
maatschappelijke voorziening. Uit oogpunt van continuïteit zouden gedoogsituaties en tijdelijke
situaties omgezet moeten worden in permanente huisvesting.
4.2.3 Dorpsservicepunt
De kern Hunsel kent een zeer beperkt aanbod van maatschappelijke voorzieningen ten behoeve van
de inwoners. Voor veel dagelijkse zaken zijn de inwoners aangewezen op voorzieningen elders in de
gemeente. Voor een deel zal deze situatie onveranderbaar zijn, omdat de kern daarvoor te weinig
draagvlak te bieden heeft, voor een ander deel kan een stuk dienstverlening in de kern worden
ondergebracht. Door middel van een dorpsservicepunt kunnen diensten in de kern toegankelijker
worden gemaakt voor de inwoners en voornamelijk de oudere inwoners en de minder mobiele
inwoners.
In het dorpsservicepunt zouden de volgende zaken ondergebracht kunnen worden;
- spreekuur huisarts;
- afhaalpunt apotheek;
- informatiepunt ten aanzien van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, wonen,
huren, subsidies, belastingen, boodschappendienst, “naeberhulp“, carpoolen, buurtbus.
Voor dat laatste deel zal de gemeenschap zelf de handen uit de mouwen steken. Qua accommodatie
zal het servicepunt onderdak moeten vinden in de nieuwe brede maatschappelijke voorziening.
4.2.4 Fysiek betrekken woonzorgcentrum bij de kern
Het woonzorgcentrum Bruggerhof ligt fysiek buiten het woongebied van Hunsel. Daarmee is het
centrum fysiek en sociaal geïsoleerd gelegen. Door het opvullen van de ruimte tussen het centrum en
de kern met voorzieningen die bijdragen aan de verlevendiging van de omgeving kan het isolement
worden doorbroken. In dat kader wordt gedacht aan het leggen van een pad tussen het centrum en de
kern. Daarnaast zou in het gebied tussen het centrum en de kern een verlevendiging kunnen
plaatsvinden door middel van een geïntegreerde speel- en spelvoorziening voor mensen tussen 4 en
104 jaar. Het bij elkaar brengen van kinderen en ouderen heeft een zeer positieve invloed op de
beleving door beide leeftijdscategorieën. De verplaatsing van de gedateerde speeltuin in combinatie
met zaken als jeu de boules banen en een koersbalfaciliteit binnen een complex kan met name voor
de ouderen meer roering in het gebied brengen.
4.2.5 Internet en GSM in het buitengebied
Door de slechte verbindingen in met name het buitengebied en de verdringing door Belgische GSM
bereiken, is de dekking in het buitengebied voor draadloze telefonie en internet niet goed. In een
informatietijdperk wordt het gemis aan goede verbindingen als een probleem ervaren. De gemeente
zou in overleg met de aanbieders gepaste oplossingen moeten nastreven. Ook de minder rendabele
gebieden zouden ontsloten moeten worden en niet enkel de winstgevende gebieden.
4.2.6 Defibrillators
In het dorp zijn er geen defibrillators aanwezig, zelfs niet in zorgcentrum Bruggerhof. De Nederlandse
Hartstichting onderschrijft het belang van de aanwezigheid van voldoende defibrillators. Daarnaast is
het van belang dat er voldoende mensen worden opgeleid om deze defibrillators op een goede manier
te gebruiken. Hunsel wenst een voldoende aantal van deze defibrillators in het dorp en dat er gekeken
wordt naar mogelijke plekken waar deze in het dorp zouden kunnen hangen.
10
4.3 WONEN
Huidige situatie
De kern Hunsel is overwegend een woonkern. Binnen de kern zijn relatief weinig bedrijven gevestigd
en geen industrie- of handelsterreinen. De bedrijvigheid bestaat hoofdzakelijk uit agrarische
activiteiten in het buitengebied. Voor werk zijn veel inwoners aangewezen op pendel naar werkgevers
in een ruimte kring om Hunsel heen. Weert, Roermond en Eindhoven zijn sterke concentratiegebieden
voor werken. Veel oorspronkelijke inwoners van Hunsel werken daar. Aan de andere kant vestigen
zich steeds meer mensen uit het stedelijke gebied in Hunsel om reden van woonkwaliteit, rust, ruimte
en veiligheid. De ligging kort bij de A2 en de N273 biedt een goede ontsluiting van Hunsel.
Hunsel kent relatief weinig huurwoningen en daartegenover veel eigen woningen. Dit betekent dat
vooral mensen die zijn aangewezen op huurwoningen relatief lang moeten wachten op een geschikte
woning. Tot deze categorie kunnen met name starters en ouderen worden gerekend. Er is weinig
aanbod in betaalbare eigen woningen waardoor starters problemen hebben bij het vinden van een
passende en betaalbare woning. Het aanbod aan eigen woningen is voldoende, de prijs van woningen
is voor veel starters echter een probleem. De laatste jaren is in Hunsel voornamelijk in het duurdere
segment gebouwd. Er is geen aandacht geweest voor starters.
De eigenheid van Hunsel is de laatste decennia onder druk komen te staan. Veel kenmerkende en
beeldbepalende bebouwing heeft plaatsgemaakt voor standaard bebouwing. Daardoor heeft een
zekere vervlakking van het dorpsbeeld plaatsgevonden. Het eigene en het oorspronkelijke van de
kern zijn daarmee voor een deel verdwenen. Een ontwikkeling die een halt toegeroepen dient te
worden. Het woonmilieu in Hunsel zal zich moeten onderscheiden van woonmilieus in steden en
grotere kernen. In het onderscheid en het oorspronkelijke zal de kracht voor het behoud van de
aantrekkelijkheid van Hunsel moeten liggen. Meer beeldkwaliteit is nodig om een wervend
vestigingsklimaat voor het dorp te behouden, dit in combinatie met het intensieve sociale en coherente
leefklimaat.
Gewenste situatie
4.3.1 Woonmilieuonderzoek
Om een reëel beeld te krijgen van de behoefte aan woningen in relatie met de vraag en de
ontwikkeling van de bevolking de komende decennia is het nodig om een woonmilieuonderzoek uit te
voeren. Daardoor kan er in de toekomst “op maat “gebouwd worden voor de behoeften van de
inwoners en de overige vragen naar woningen. Daarbij zal als uitgangspunt moeten gelden dat Hunsel
geen primaire forensenplaats voor de mensen uit het stedelijke gebied moet gaan vormen. Mensen
die zich in Hunsel willen vestigen zullen zich in maatschappelijke zin met het dorp moeten verbinden.
Zij zullen deel moeten uitmaken van de lokale gemeenschap en zullen daarmee verder een basis
moeten leggen onder het bloeiende en boeiende verenigingsleven in de kern.
4.3.2 Oorspronkelijkheid en identiteit versterken
De kern Hunsel is de laatste jaren sterk gewijzigd. Zo is het dorp uitgebreid met woongebieden die
qua verschijningsvorm en omvang niet verschillen van willekeurige uitbreidingsplannen elders.
Daarmee onderscheidt Hunsel zich op dat terrein onvoldoende van andere kernen en andere
gemeente in de omgeving. Alleen Hunsel zal zich staande moeten houden met een betrekkelijk laag
dagelijks voorzieningenniveau. Het wervende van de kern Hunsel zal dan ook moeten komen te liggen
in een uitzonderlijk, oorspronkelijk en karaktervol woonklimaat. De kenmerkende aspecten als ruimte,
lucht, licht en rust zullen leidend moeten zijn voor de toekomst van Hunsel. De beeldkwaliteit van de
kern zal daarmee in verband opwaardering moeten krijgen. Enkele storende elementen zoals de
gemeenteloods, het oude gemeentehuis, het perceel Velter, de tijdelijke huisvesting van de schutterij
ed. staan op de nominatie om te verdwijnen. Daarmee ontstaat een gouden kans om het beeld van
Hunsel en met name de entrees van de kern op te waarderen met een duidelijke relatie tot de historie
en de kenmerken van Hunsel. Met hedendaagse bebouwing kan wel degelijk het karakter van Hunsel
opnieuw naar voren worden gehaald en kan de aanblik van de kern worden verbeterd.
Ook zal bij een onderzoek naar de ruimtelijke invulling van Hunsel het aspect water een belangrijke rol
moeten spelen. De Uffelse beek vorm een ruimtelijke schakel in het gebied. Deze beek was in het
verleden een belangrijk en beeldbepalend element in het dorp. Het was daarnaast een trefpunt, omdat
het water voor vele doeleinden werd gebruikt. Nadien is de beek als het ware een beetje verstopt en
ingesloten door bebouwing. Het prominent terugbrengen van de waterloop in het dorpsbeeld draagt
wezenlijk bij aan de verschijningsvorm van de kern, alsook aan de flora, de fauna en de
waterhuishouding.
11
In het buitengebied van de kern is een hergebruik van vrijkomende agrarische bebouwing aan de
orde. Steeds meer agrarische bebouwing wordt omgezet in een woonfunctie. Op zich is dit een goede
ontwikkeling zolang de functieverandering gepaard gaat met het gewetensvol en met historisch besef
uitvoeren van renovaties en aanpassingen Het woongebruik zal wel te allen tijde in samenhang met
de agrarische bedrijfsvoering in het buitengebied moeten plaatsvinden. Het herbenutten van
leegkomende agrarische bebouwing voor andersoortige bestemmingen zal met grote
terughoudendheid benaderd moeten worden. Er mag geen bedrijvigheid, opslag of
productieactiviteiten in het buitengebied met verkeersaantrekkende werking worden toegestaan
anders dan de agrarische bedrijvigheid en daaraan gekoppelde verbredingsactiviteiten.
4.4 SOCIALE SAMENHANG
Huidige situatie
De mensen in Hunsel ontmoeten elkaar in een gezond en levendig verenigingsleven. De verenigingen
vormen een echte gemeenplaats in het dorp. Echter het verschijnsel van individualisering zal ook in
Hunsel op termijn opduiken en zal zijn gevolgen dragen voor de gemeenschap. Het behoud van de
gemeenschapszin zal te allen tijde een punt van zorg blijven.
De sociale controle in Hunsel is positief en mild. Dat wil zeggen dat mensen de ruimte krijgen om hun
eigen leven te leiden. Het opnemen van nieuwe inwoners verloopt soepel en er is geen sprake van
uitsluiting of een afwachtende houding. Nieuwkomers integreren het snelst in de gemeenschap door
deelname aan verenigingen. Typerend is bijvoorbeeld het feit dat de teksten bij de uitvoeringen van de
lokale toneelverenigingen, afhankelijk van de acteur, in het dialect of het ABN worden uitgesproken.
In Hunsel is ook nog de oude traditie van “Naeberhulp” gebruikelijk. Vaak verschillend van straat tot
straat wordt burenhulp in al zijn facetten geboden aan mensen die daar behoefte aan hebben en
zonder dat daar iets tegenover hoeft te staan. Vrijwillig mensen helpen die daar behoefte aan hebben
is een kenmerk voor de sociale betrokkenheid van de inwoners en het daarmee gepaard gaande
verantwoordelijkheidsgevoel.
Gewenste situatie
4.4.1. Introductie nieuwe inwoners
Nieuwe inwoners van de kern zullen door middel van een te ontwikkelen welkomstbrochure wegwijs
gemaakt worden in de gemeenschap. In de brochure kunnen de lokale verenigingen zich presenteren
en ook ondernemers zouden in de gelegenheid gesteld moeten worden om zich voor te stellen. Met
de brochure zouden de verwachting van de gemeenschap ten opzichte van de nieuwe inwoners
uitgedrukt kunnen worden. Ego ergo kom deelnemen aan onze samenleving! De dorpsraad zal de
brochure opstellen en de verspreiding zal mogelijk via de gemeente kunnen plaatsvinden, omdat hier
alle nieuwkomers bekend zijn.
4.4.2 Opstellen evenementenkalender
Door middel van een jaarkalender waarbij alle activiteiten in het dorp worden gepland en afgestemd
tussen de organisaties zou de belangstelling bij de inwoners gewekt kunnen worden en kunnen
doublures worden voorkomen. De dorpsraad zal een coördinerende rol in deze kunnen vervullen. Ook
het bemiddelen van vrijwilligers bij de uitvoering van evenementen kan aldus plaatsvinden.
4.4.3 Betrekken inwoners bij hun woonomgeving
In de kern is behoefte aan nieuwe trapveldjes, speelelementen, hondenuitlaatplaatsen etc.
Door middel van betrokkenheid van buurtbewoners kunnen deze elementen worden gerealiseerd en
kan toezicht worden gehouden op de staat van onderhoud. Woningverenigingen en gemeente zouden
de materialen beschikbaar kunnen stellen en de inwoners zorgen voor de uitvoering en het
onderhoud. Op deze wijze wordt de verantwoordelijkheid voor de voorzieningen bij de inwoners
gelegd en daarmee de zorg voor een deel van hun leefomgeving.
4.4.4 Communicatie Bruggerhof
De communicatie vanuit diverse instanties naar zorgcentrum Bruggerhof loopt langs elkaar door.
Inwoners van Bruggerhof worden meermalen verkeerd geïnformeerd. Er worden regelmatig plannen
voorgelegd aan de bewoners van Bruggerhof waar niet of nauwelijks iets van terecht komt. Dit zaait
grote onrust onder de bewoners en kan gemakkelijk verkomen worden.
12
4.5
VERKEER
Huidige situatie
De kern Hunsel is qua verkeersafwikkeling niet optimaal. De verschillende vernauwingen en de
gemengde rijbaan voor langzaam verkeer en snel verkeer in de kern geeft een verkeersonveilig
gevoel bij de deelnemers. Daarnaast heeft de kern af te rekenen met sluipverkeer van vooral van
vrachtverkeer. Door de aanwezigheid van een bedrijventerrein in Ittervoort vindt er veel onnodig
vrachtverkeer door de kern en door het buitengebied plaats. Daarnaast heeft een aantal Belgische
gemeente het vrachtverkeer uit de kernen geweerd dat nu sluiproutes via Hunsel en andere delen van
Leudal-West zoekt.
De schoolverbindingen naar voornamelijk Weert is niet veilig voor de jeugd. Daar waar sprake is van
vrijliggende fietspaden is de veiligheid goed. Doch in de kernen zoals Ell en Swartbroek worden de
paden in de kernen onderbroken en dienen de fietsers de rijbaan te gebruiken. Ook de
oversteekplaats bij de N 280, nabij de Tos, verdient een oplossing in samenspraak met de gemeente
Weert en de provincie Limburg.
Ook wordt geconstateerd dat veel wegen in het buitengebied oneigenlijk worden gebruikt. Veldwegen,
wandelwegen en fietspaden worden vaak door crossmotoren, autospeurtochten ed. gebruikt, hetgeen
irritatie wekt en feitelijk niet de bedoeling is.
Gewenste situatie
4.5.1 Verkeerscirculatieplan
Door middel van een door de gemeente op te stellen verkeerscirculatieplan kan een indeling in de
gemeente worden gemaakt van doorgaande wegen, ontsluitingswegen, wijkontsluitingswegen en
woonstraten. Op basis van deze indeling zou een verkeersbeleid bepaald moeten worden dat
specifiek ten behoeve van de aard en de omvang van de gebruikers wordt toegespitst. Daarbij zal de
snelheid in de kernen feitelijk gereduceerd moeten worden. Dit in het bijzonder door fysieke
herinrichting. Een fysieke oplossing verdient veruit de voorkeur boven handhaving daar hier vaak
geen capaciteit voor bestaat bij de politie.
Ook zou met de Belgische overheden in contact getreden moeten worden over de overlast van
vrachtverkeer dat wordt ondervonden door het weren van vracht verkeer in enkele gemeenten daar.
Het mag niet zo zijn dat daarmee de problemen worden geëxporteerd.
De sluiproutes van vrachtverkeer zijn voor een deel terug te voeren op de navigatiesystemen die de
routes aangeven. Het afsluiten van een aantal wegen in het buitengebied van vrachtverkeer anders
dan bestemmingsverkeer zou een oplossing daartoe zijn en zou geïntegreerd moeten worden in de
navigatiesystemen.
4.5.2 Schoolroutes
Een beoordeling van de verkeersveiligheid op de gebruikelijke schoolroutes is noodzakelijk. Vooral de
passages in kernen op weg naar Weert en een aantal oversteekpunten verdienen maatregelen om de
veiligheid van de schooljeugd te verbeteren. Een gedegen onderzoek in samenspraak met de
gemeente Weert en de provincie Limburg is hier nodig.
4.5.3
Oneigenlijk gebruik paden en wegen buitengebied
Het beschermen van een aantal wandel- en fietspaden in het buitengebied is nodig om gemotoriseerd
sluipverkeer ( anders dan bestemmingsverkeer ) tegen te gaan. Fysieke maatregelen en handhaving
zijn nodig om de toenemende overlast van motorcrossers en autopuzzeltochten tegen te gaan. Dit
oneigenlijke gebruik doet ernstig afbreuk aan de beleving van het rustige gebied en het plezier van
wandelaars en fietsers in het gebied.
4.5.4
Straatverlichting
Op een aantal plekken in de kern is behoefte aan een betere straat- en pleinverlichting om de
veiligheid te verbeteren. Het gaat dan om de verkeersveiligheid en het vinden van plekken en straten
door mensen van elders. Het aspect sociale veiligheid is daarbij minder van belang.
Ook het inrichten van goed verlichte wandelroutes rond de kern is van belang om vooral
hondenbezitters in de avonduren te geleiden. Door hondenuitlaatroutes wordt ook voorkomen dat de
agrarische ondernemers schade van besmetting van koeien door hondenpoep lijden.
13
4.6 ECONOMIE EN TOERISME
Huidige situatie
De kern Hunsel kent betrekkelijk weinig voorzieningen op het terrein van het Midden- en Kleinbedrijf.
Er bestaan slechts enkele winkels en dienstverleners in de kern. De meeste ondernemers zijn
werkzaam in de agrarische bedrijfstak en vormen veelal familiebedrijven. De economische positie van
veel kleinere agrarische bedrijven is matig en staat onder druk. Het fenomeen schaalvergroting in de
landbouw zet ook in Hunsel verder door.
Qua middenstand is een aantal ondernemers actief dat zich kenmerkt door een grote mate van
specialisatie, vakmanschap en service. Daarmee behoudt deze groep zijn positie en trekt klanten van
buiten de kern.
Qua toerisme kent de kern Hunsel enkele kleinere voorzieningen op het terrein van kamperen en
horeca. Door toename van het aantal wandelaars en fietsers zal het aantal op deze doelgroep
gerichte kleinere bedrijven toe gaan nemen, hetzij als nevenactiviteit hetzij als seizoensactiviteit. De
dienstverlening aan bezoekers in het gebied zal beter moeten temeer daar de doelgroep over een
gunstig bestedingspatroon beschikt. Daarnaast speelt een stuk dienstverlening een rol. Zo zijn veel
routes zo gelegen dat er geen sanitaire voorzieningen voorhanden zijn.
Gewenste situatie
4.6.1 Clusteren van winkels en MKB
Bij de herinrichting van de kern Hunsel zal rekening gehouden moeten worden met de belangen van
de lokale ondernemers. Met name de locatie van winkels aan doorgaande routes is van levensbelang
voor de kleinere ondernemingen. Het samenbrengen van winkels in een gebied kan een toegevoegde
waarde hebben voor de ondernemers.
4.6.2
Toerisme
Op het terrein van toerisme zal Hunsel kansen hebben in de sfeer van kleinschalige voorzieningen die
nauw aansluiten bij het rustige en natuurlijke karakter. Het stimuleren van kleinschalige voorzieningen
zoals theetuinen, ijssalons, bed and breakfast etc. kunnen een economische impuls voor de kern
betekenen. De bestedingen kunnen ook bijdragen aan de economische positie van de aanwezige
bedrijven.
Het gebied zal op het terrein van toerisme een eigen identiteit moeten ontwikkelen gericht op
kleinschaligheid en de onderscheidende waarden. Het plan om in het gebied een kralenketting van (
bestaande ) voorzieningen en bezienswaardigheden te realiseren zal de kernen in het gebied moeten
verbinden en zal de belevingswaarde van het gehele gebied Leudal-West vergroten.
Binnen het pallet aan voorzieningen ontbreekt een routenetwerk voor aangespannen combinaties. Het
rijden met koetsen verheugt zich in een toenemende belangstelling. Binnen het gebied bestaan
mogelijkheden om aan deze vraag te voldoen. Alsook zou een doorgaand netwerk aan ruiterroutes
met stalling onderweg tot de mogelijkheden gerekend moeten worden.
14
4.7 SAMENVATTING VISIE BUITENGEBIED LEUDAL WEST
De dorpsraden van Ell, Haler, Hunsel, Ittervoort en Neeritter hebben aan een werkgroep van
bewoners en organisaties gevraagd om een toekomstvisie op het buitengebied van Leudal-west. Deze
visie moet ook aansprekende beleidsadviezen en concrete projectvoorstellen bevatten, in aanvulling
op de dorpsomgevingsprogramma’s (DOP) voor de dorpen zelf.
Het rapport van de werkgroep buitengebied Leudal-west is een uitvoerig document.
Naast een gebiedsbeschrijving wordt aandacht besteed aan de bestaande plannen van provincie
en gemeente, en worden adviezen en projecten gepresenteerd voor zeven centrale
onderwerpen.
Het rapport is beschikbaar via de dorpsraden, en is ook te downloaden via de websites van de
dorpsraden.
4.7.1 Visie
Kenmerkend voor een buitengebied is het naast elkaar voorkomen van natuurgebieden en agrarische
bedrijvigheid. Mede door het landinrichtingsproject Land van Thorn is in Leudal-west - het gebied van
de voormalige gemeente Hunsel - sprake van een aantrekkelijk en doelmatig ingericht buitengebied,
met een goede balans tussen de toekomstmogelijkheden voor landbouw, natuur, landschap en
recreatie. Het gaat hier immers om een veelvoud van uiteenlopende en soms conflicterende vormen
van grondgebruik en bebouwing.
De belangrijke opdracht voor de toekomst is om dit evenwicht tussen de natuurlijke en landschappelijke gebiedswaarden en het ruimtegebruik door de verschillende vormen van land- en tuinbouw te behouden en waar mogelijk te versterken.
Voor Leudal-west geldt daarbij vooral dat het kenmerkende kleinschalige landschap buiten de
natuurgebieden rond de Tungelroyse beek en de Uffelsebeek behouden blijft en waar mogelijk weer
opnieuw zichtbaar wordt gemaakt. Kleine landschapselementen zijn daarbij belangrijke bouwstenen.
De landbouw krijgt voldoende en aansprekende ontwikkelingskansen in de verwevingsgebieden, maar
wel met aandacht voor landschap en recreatief medegebruik. Specifiek voor de intensieve veehouderij
zijn 2 landbouwontwikkelingsgebieden (LOG) bij Ell en Ittervoort aangewezen. Vestiging van een
nieuw bedrijf in een LOG moet echter gekoppeld zijn aan gelijktijdige uitplaatsing van dit bedrijf uit een
kwetsbaar gebied elders in Leudal-west.
De toename van de vrije tijd leidt tot een groeiende behoefte om natuurgebieden en aantrekkelijke
landschappen als wandelaar, fietser of ruiter te beleven. Voor Leudal-west wordt daarbij uitsluitend
gedacht aan extensieve recreatievormen en eerder aan verbetering van bestaande voorzieningen
dan aan nieuwe voorzieningen. Een en ander biedt ook mogelijkheden voor de verbreding van de
plattelandseconomie.
Ingezet moet worden op uitvoering van het landschapsontwikkelingsplan “Tuin van Limburg”, met
prioriteit voor de twee sleutelprojecten bij Uffelse en het Halerveld. Daarmee krijgt ook het initiatief
voor het natuurhistorisch park Uffelse een impuls.
De werkgroep vraagt bijzondere aandacht voor twee zaken:
 de begrenzing van het landbouwontwikkelingsgebied bij Ell, waarbij rekening moet worden
gehouden met het uitbreidingsplan Steenenbampt. Het gaat dan vooral om een minimale afstand
van 400 meter tussen nieuwe bedrijven en woningen in de kern.
 de noodzaak van een verkeerscirculatieplan om doorgaand sluipverkeer te weren, om het
oneigenlijk gebruik van wegen en paden te voorkomen en om auto-, fiets- en wandelverkeer veilig
te laten samengaan.
De gemeente Leudal start in 2008 met het opstellen van een nieuw bestemmingsplan
buitengebied voor de gehele gemeente. Naast het uniformeren en harmoniseren van de huidige
buitengebiedplannen van de vier voormalige gemeenten gaat het daarbij ook om het actualiseren
van het beleid aan de hand van nieuwe inzichten en ontwikkelingen.
De dorpsraden zijn van mening dat het gemeentebestuur de beleidsadviezen en projectvoorstellen uit het eindrapport uitdrukkelijk moet betrekken bij de uitgangspunten en
doelstellingen van het nieuwe buitengebiedplan Leudal.
15
4.7.2 Beleidsaanbevelingen
Voor een evenwicht tussen de ontwikkelingskansen voor de landbouw en het behoud van de
kenmerkende gebiedswaarden, doet de werkgroep beleidsaanbevelingen, gerangschikt naar een
zevental thema’s.
Gebiedskwaliteiten:
 behoud en versterking van het gebiedseigen karakter en de bestaande kleinschaligheid moeten
centraal staan; de ontwikkelingskansen voor moderne en doelmatige landbouwvormen en voor
rustige vormen van recreatie moeten hierop worden afgestemd;
 kleine landschapselementen zijn een tegenwicht voor de toenemende grootschaligheid van de
landbouw en verhogen de belevingswaarde van het buitengebied;
 het landschapsontwikkelingsplan “Tuin van Limburg” moet
doorwerken in het nieuwe
buitengebiedplan, met een meerjarenprogramma met financieringsopzet.
Dorpsranden:
 de dorpsranden vragen speciale aandacht: mogelijkheden van vrijkomende agrarische
bebouwing, en het voorkomen van verstorende, verrommelende of vervuilende effecten;
 bestuurlijk inzetten om een of meerdere kernen in Leudal-west in aanmerking te laten komen als
proefproject voor het project “Dorpen in het Groen”.
Ontwikkelingsmogelijkheden landbouw:
 verwevingsgebieden bieden voldoende ontwikkelingskansen voor de landbouw; op zijn beurt zal
de landbouw blijven meewerken aan initiatieven voor natuur, landschap en cultuurhistorie;
 bijzondere aandacht voor de begrenzing van het landbouwontwikkelingsgebied bij Ell, in ieder
geval uitgaan van de minimale afstand van 400 meter tussen nieuwe bedrijven en het
uitbreidingsgebied Steenenbampt;
 nieuwvestiging in de landbouwontwikkelingsgebieden is alleen mogelijk bij de gelijktijdige
bedrijfsverplaatsing uit een kwetsbaar gebied elders binnen Leudal-west; een duidelijke
bovengrens stellen aan bedrijfsomvang en bouwblok;
 de gemeente is verplicht om goede informatie te geven over de inrichting van de landbouwontwikkelingsgebieden, vooral over geurhinder en afwikkeling bedrijfsverkeer;
 in het buitengebied is beperkt ruimte voor nieuwe agrarisch georiënteerde bedrijvigheid en
diensten: uitbreiding en vestiging binden aan duidelijke voorwaarden.
Landschap en landschapselementen:
 voor het behoud en de versterking van de karakteristieke kleinschaligheid moeten duidelijke,
strategische lijnen geformuleerd worden, waarbij het landschapsontwikkelingsplan leidend is;
 benutting van de mogelijkheden langs de Uffelse beek, in samenhang met de geplande
herinrichting vanaf 2012 en o.a. het initiatief voor het Natuurhistorisch Park Uffelse;
 verplaatsing van enkele minder waardevolle kleine landschapselementen is mogelijk met
gelijktijdig kwalitatieve compensatie elders, binnen het landschapsontwikkelingsplan.
Recreatie en toerisme:
 in het karakteristieke kleinschalige en gevarieerde landschap is uitsluitend plaats voor rustige en
extensieve vormen van recreatie; voorkeur voor verbetering van bestaande voorzieningen boven
nieuwe voorzieningen; mogelijkheden onderzoeken van bestaande of vrijkomende agrarische
bebouwing;
 het optimaliseren van bestaande recreatieve en toeristische routes door het behoud en de
verbetering van enkele voor wandelen, fietsen, paardrijden en aangespannen rijden, ook
aansluitend op het project Maashoorn; kleine route-ondersteunende voorzieningen (zoals terras,
theehuis etc.) moeten mogelijk zijn;
 het verwerven van Europese subsidies voor de realisering van het Natuur Historisch Park Uffelse.
Bebouwing in het buitengebied:
 in het buitengebied is nieuwe bebouwing alleen toegestaan voor landbouwbedrijven of kleine
recreatieve voorzieningen; geen vestiging van nieuwe niet-agrarische bedrijven;
onder
voorwaarden is slechts een beperkte of tijdelijke uitbreiding mogelijk van bestaande nietagrarische bedrijven;
 de noodzaak van een afdoende en afgewogen regeling voor de herbestemming van vrijkomende
agrarische bebouwing, bijv. zorgboerderij, boerderijwinkel, huisvesting van seizoenswerkers;
16


voor het sleutelproject Halerveld wordt bebouwing langs de randen niet afgewezen, maar wel met
terughoudendheid benaderd;
het bewaken van het waardevolle, charmante en kleinschalige karakter van het gebied vraagt om
een verscherpt welstandstoezicht en kwaliteitsbewaking.
Verkeer in het buitengebied:
 doorgaand sluipverkeer, knelpunten in het samengaan van landbouwverkeer, schoolverkeer en
recreatief verkeer, en het oneigenlijk gebruik van wegen en paden vragen om een duidelijk beleid
met bijbehorende maatregelen.
4.7.3 Projectvoorstellen
De werkgroep doet voorstellen voor concrete projecten die bijdragen aan de verhoging van de
belevingswaarde van het buitengebied voor gebruikers, bewoners en bezoekers.
Dorpsranden:
 een wandelpad rond de kernen voor honden-uitlaters, met voorzieningen voor veiligheid, ter
voorkoming van vervuiling en besmetting, en ter bescherming van fauna en flora;
 afspraken met bedrijven voor een goede verkeersafwikkeling, vooral voor een veilig
schoolverkeer.
Landschap en natuur:
 in het inrichtingsplan voor de Uffelse beek rekening houden met recreatieve routes; ook als
bijdrage aan het Natuur Historisch Park Uffelse;
 het benutten van veegpaden langs beken als wandelpad, eventueel met enkele nieuwe
bruggetjes;
 een compensatieregeling voor erfbeplanting rond agrarische bedrijfsgebouwen die nu het
landschapsbeeld te zeer verstoren;
 het verplaatsen van enkele kleine landschapselementen met een beperkte waarde naar elders
waar zij bijdragen aan het landschapsontwikkelingsplan.
Verkeer en wegen:
 het opstellen van een verkeerscirculatieplan om doorgaand sluipverkeer te weren en knelpunten
tussen agrarisch verkeer, schoolverkeer en toeristisch verkeer op te heffen;
 maatregelen om oneigenlijk of ongewenst gebruik van wegen en paden uit te sluiten;
 het verbreden van smalle doorgaande wegen met grasstenen om gevaarlijke situaties door kuilen,
ook voor wandelaars en fietsers, te voorkomen;
 verbetering van verlichting op enkele vaste wandelroutes, uit oogpunt van sociale- en verkeersveiligheid;
 het gebruik van Velterbrug beperken tot fietsers, voetgangers en agrarisch bestemmingsverkeer;
 toezicht houden om te voorkomen dat veldwegen en bermen worden omgeploegd;
 het opstellen van een plan voor structureel weg- en bermonderhoud, met duidelijke afspraken
over de afstemming en verdeling van taken en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen
(agrariërs, gemeente, IKL);
 idem voor een plangericht snoeibeleid langs fiets- en wandelpaden.
Recreatie, toerisme en cultuurhistorie:
 een onderhoudsplan voor wandel- en fietspaden in natuurgebieden;
 het plaatsen van hartbewakingsapparaten (AED’s) op enkele drukke knooppunten binnen
recreatieve routes (bijv. parkeerplaatsen);
 een onderhoudsplan voor karakteristieke en historische gebouwen (boerderijen en kapellen) en
elementen (bijv. Ellerschans);
 uitvoering van het plan voor het grensmonument WO-I;
 het herstel van de poel Hermewieër met een was- en bleekplaats alsmede een beschutte
drenkplaats voor het wild, in overleg met de eigenaar/pachter;
 het herstel van het oorspronkelijke voetpad (“drees”) tussen de Hoongerbrûggekapel en Hunsel,
met een brug over de Uffelse beek.
Overig:
 inventarisatie van knelpunten in het buitengebied voor digitale bereikbaarheid (netwerken en
mobiele telefonie).
17
Download