WAARDERINGSREGELS HULPVERLENINGSZONE De waarderingsregels helpen om de financiële rapportering beter te begrijpen. Ze geven een beeld van de belangrijkste waarderingsprincipes toegepast in de boekhouding van de organisatie. Ze gaan ervan uit dat het bestuur zijn activiteiten zal voortzetten, en zijn van het ene boekjaar op het andere identiek tenzij ze niet langer aanleiding geven tot een waar en getrouw beeld. In dat geval zal het bestuur de waarderingsregels aanpassen. Elk jaar opnieuw worden de waarderingsregels consequent en volledig onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar toegepast. Artikel 18 van Koninklijk besluit houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de hulpverleningszones (HVZ) bepaalt dat de nomenclatuur van de inventaris en de regels voor de waardebepaling van het patrimonium die vervat zijn in het ministerieel besluit van 30 oktober 1990 tot uitvoering van de artikelen 19 en 21 van het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit van toepassing zijn op de hulpverleningszone. ALGEMENE PRINCIPES AANSCHAFFINGSWAARDE Het bestuur hanteert als algemene regel dat elk actiefbestanddeel gewaardeerd wordt tegen aanschaffingswaarde en neemt voor dat bedrag de bestanddelen op in de balans, onder aftrek van de gecumuleerde herwaarderingen, afschrijvingen en waardeverminderingen. Het algemeen reglement op de gemeentelijke boekhouding voorziet in een jaarlijkse aanpassing van de waarde van het patrimonium. Dit impliceert de verplichte jaarlijkse afschrijvingen, herwaarderingen en verrekeningen van het patrimonium en vermogen. AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN Afschrijvingen drukken de slijtage uit van het actief met een beperkte gebruiksduur. Het bestuur opteert ervoor de initiële afschrijvingsduur voor de diverse categorieën van activa te bepalen zoals opgenomen in bijgevoegde tabel. vs. 30/11/2015 Pag.1 Investering Afschrijvingsduur Immateriële vaste activa Plannen van aanleg, studies, … Opgegeven plannen en studies 5 jaar 1 jaar Materiële vaste activa Niet bebouwde gronden en terreinen geen Gebouwen Wegen Kunst(bouw)werken Waterlopen en waterbekkens 50 50 50 50 Meubilair Straatmeubilair en verkeerssignalisatie Bureaumaterieel en informaticamaterieel Fietsen, motorfietsen, auto's en bestelwagens Vrachtwagens en speciale voertuigen Machines, exploitatiematerieel en uitrusting Kunstpatrimonium Veestapel en andere roerende investeringen 10 jaar 5 jaar 5 jaar 5 jaar 10 jaar 10 jaar geen 1 jaar Vaste activa in uitvoering Toegestane investeringssubsidies geen max 10 jaar Zakelijke rechten op onroerende goederen Onroerende goederen in leasing Roerende leasing duur contract 50 jaar 5 / 10 jaar (volgens aard) Uitrusting op terreinen en af te schrijven beplanting Buitengewoon onderhoud en uitrusting Buitengewoon onderhoud max 15 jaar jaar / 30 / 5 jaar (volgens aard) jaar jaar max 15 jaar max 5 jaar Inzake de rubrieken waar de afschrijvingsduur variabel is binnen een marge, werden volgende opties genomen: Investering Afschrijvingsduur Uitrusting op terreinen en af te schrijven beplanting 15 jaar Buitengewoon onderhoud en uitrusting van gebouwen 15 jaar Buitengewoon onderhoud van roerende goederen 5 jaar Toegestane investeringssubsidies 10 jaar vs. 30/11/2015 Pag.2 HERWAARDERINGEN De goederen van het onroerend patrimonium worden jaarlijks geherwaardeerd. De herwaardering geschiedt volgens de aard van het goed, rekening houdende met de (ABEX)index van de prijzen van de bouwsector. Indien er zich aanzienlijke en niet-incidentele marktschommelingen voordoen, kan een uitzonderlijke herwaardering van de goederen van het onroerend patrimonium opgelegd worden, op voorwaarde dat de jaarlijkse herwaardering niet volstaat om die schommelingen in te calculeren. VERREKENINGEN De verkregen subsidies waarmee de investeringen zijn gefinancierd, worden verrekend over een termijn die overeenkomt met de afschrijvingsduur van de investering waarvoor de subsidie werd toegekend. De jaarlijkse verrekening houdt in dat de verkregen subsidie geleidelijk in opbrengsten wordt genomen, en de jaarlijkse afschrijvingen van de overeenkomstige investering op die manier neutraliseert. Zolang een investering in uitvoering is en dus nog niet wordt afgeschreven, wordt de verkregen investeringssubsidie nog niet verrekend. vs. 30/11/2015 Pag.3